Historisch Archief 1877-1940
StatenER was een tijd dat de Provinciale Statenverkie
zingen, behalve de allernaast betrokkenen al
zeer weinigen belang inboezemden. De algemeene
politieke lijn werd vrijwel geheel bepaald door de
Tweede Kamer; de Eerste Kamer die door de
Provinciale Staten gekozen wordt, werd als een
verouderd instituut beschouwd, waarvan alleen de
boden de afschaffing zouden betreuren". Practisch
was de samenstelling van de Eerste Kamer duidelijk
wat conservatiever van kleur dan die der Tweede:
de provinciale aristocratie en het grootgrondgezit
waren er zeer rijkelijk in vertegenwoordigd. De
Provinciale Staten zelf hadden evenmin een be
langrijk overheidsterrein: het toezicht op de
gemeenten was hoofdzakelijk technisch van karak
ter; het provinciale arbeidsterrein was buiten de
waterschapszaken zeer beperkt.
HIERIN is om verschillende redenen verandering
gekomen. De veranderde beteekenis van de
Provinciale Staten als kiescollege voor de Eerste
Kamer is voor een groot deel toe te schrijven aan
het stelsel der evenredige vertegenwoordiging.
Hiermede vervielen immers de tusschentijdsche ver
kiezingen, die tijdens de zittingsperioden der Tweede
Kamer als thermometer" hadden gediend voor de
verschuiving van politieke sympathieën in het land.
De Statenverkiezingen juist halfweg deze vierjarige
periode hebben deze taak overgenomen. Het was
niet toevallig, dat de fronde van de R. K. staatspartij
in 1935 tegen het nationale" kabinet Colijn?Oud
zich slechts enkele maanden openbaarde na de
vorige Statenverkiezingen, waarbij de
regeeringspartijen bijna alle aan de N.S.B, verloren en slechts
de S.D.A.P. op het hoogtepunt van de
Planpropaganda ongeschokt bleef.
Een gevolg van het lijststelsel, dat aan de Even
redige Vertegenwoordiging verbonden werd, was,
dat de beteekenis van locale grootheden als
candidaten voor de Staten-Generaal verminderde. Dit
element werd bij de getrapte verkiezingen voor de
Eerste Kamer eenigermate behouden, zoodat aan
den eenen kant het provincialisme en aan den
anderen kant de beteekenis van het platteland in
de Eerste Kamer wat sterker tot uiting komen dan
in de Tweede.
De verstarring van het politieke leven die deels
een gevolg is van de evenredige vertegenwoordiging,
deels van de instandhouding van de confessioneele
partijen, ook nu de schoolstrijd als shibboleth zoo
goed als verdween, is ook wat geringer gebleven
in de Eerste Kamer dan in de Tweede. Het feit
dat deze Kamer van revisie" wat minder met
detailwerk overladen is en er meer personen in
zitting hebben die andere belangrijke functies
bekleeden in het maatschappelijk leven, doet haar
tegenwoordig vaak levender reageeren op de nooden
van het oogenblik dan de beroepspolitici in hun
geblokkeerde posities in de Tweede Kamer. Het is
geen toeval dat de ommekeer in de S.D.A.P. inzake
het defensiebeleid en de aandrang tot een krachtiger
werkloosheidsbestrijding en tot een moderner
economische politiek in het algemeen bij de
Christelijk Historischen in de Eerste Kamer krach
tiger doorklinkt dan in de Tweede.
De taak der Provinciale organen is ook niet
onbelangrijk toegenomen in de laatste tien, twintig
jaren. De aandrang tot een meer sociale politiek
heeft de provinciale electriciteits- en drinkwater
voorzieningen in het leven geroepen en de gezond
heidszorg, die zich voorheen tot
krankzinnigenverpleging beperkte, uitgebreid. In de laatste crisisjaren
is ook werkverruiming vanwege de provincie ter
hand genomen. Bovendien heeft het toezicht op de
gemeenten, met name op hun begrootingen, een veel
sterker politiek karakter gekregen sedert de
regeeringspolitiek de gemeenten tot sterke beperking der
inkomsten gedwongen heeft en tegelijk verschillende
crisislasten op hen heeft afgeschoven.
WELKE factoren zijn het nu, die een rol
spelen bij deze verkiezingen voor de Pro
vinciale Staten, waarvan wij hierboven in het
algemeen de positie hebben bepaald?
Het zwaartepunt zal niet liggen op het Provinciaal
beleid, al zal de scheidslijn tusschen
aanpassings"en welvaartspolitiek" er ongetwijfeld ook een rol
spelen. De overige tegenstellingen zijn in de pro
vinciale colleges niet zoo scherp. Noch de
neiging, de uitvoerende macht voor de coalitie
partijen te monopoliseeren, noch die om speciaal
sociaal-democraten de
regeeringsverantwoordelijkheid te onthouden, speelt in de meeste Provinciale
Staten een rol.
Des te meer zal de algemeene politieke situatie
van invloed zijn op den komenden stembusstrijd over
de kiesmannen voor de Eerste Kamer. Dat des
niettemin de kiesstrijd een zekere matheid vertoont
in bijna alle kampen, is het gevolg van het algemeen
besef, dat de belangrijkste politieke vraagstukken,
zoowel die welke den staatsvorm als die welke de
maatschappelijke ontwikkeling betreffen, door de
internationale gebeurtenissen worden beslist en dat
kleine staten daarop weinig invloed hebben. Deze
zelfde matheid zou ook bij kamerverkiezingen een
rol spelen wanneer zij thans werden gehouden.
Slechts op n punt is met het oog op den inter
nationalen toestand groote voortvarendheid geboden :
het weren van onnationale elementen uit de vertegen
woordigende lichamen. Dat wil dus zeggen: het tegen
gaan van elke vertegenwoordiging van die partijen,
die getoond hebben door dik en dun de politiek der
dictatoriale staten te ondersteunen en goed te praten
en die daarmee bewezen hebben zonder weerstand
te zijn tegenover al of niet agressieve beïnvloeding
van die zijde. Het is van nationaal en internationaal
belang, dat naar binnen en naar buiten duidelijk
blijkt, dat Seyss-Inquarts en Henlein's hier niet de
minste invloed hebben. Moge de tiërceering van Rex
in Belgiëtenminste door een tweede halveering van
de N.S.B, worden gevolgd !
Doet het er verder niets toe op welke der overige
partijen men stemt, bij de a.s. statenverkiezingen?
Wij zouden het niet graag beweren, al is het zeker,
dat door den internationalen toestand tegenstellin
gen overbrugd worden of kunnen worden waarvan
dat te voren ondenkbaar leek. Het blijft natuurlijk
van belang dat de belangrijkste geestelijke stroo
mingen in ons volk de Calvinistische, de Katho
lieke en de humanistische ook hun politieke
uitingsvorm blijven behouden. Al te groote ver
snippering is echter een gevaar. Zelfs wanneer
splinterpartijtjes het tot een of twee zetels in de
Provinciale Staten brengen, heeft een aantal stem
men daarop geen andere waarde dan een protest
tegen bestaande partijen of verhoudingen, zonder
eigen constructieve inhoud. Dat is een luxe, die men
zich in deze gevaarlijke tijden niet mag veroorloven.
Wil men een proteststem uitbrengen tegen bepaalde
candidatenlijsten terwijl men de hoofdlijnen van de
betreffende partij accepteert, dan is dat door middel
van een voorkeurstem op een bepaalde candidaat,
die niet op nummer n staat, mogelijk. Zoo zullen
er vermoedelijk nogal wat jongeren uit verschillende
partijen zijn, die zonder zich illusies te maken
over het reëele effect toch duidelijk willen mani
festeeren, dat zij zich meer verwant voelen met
bepaalde jongere candidaten en dat zij het ac
cent in de partij gaarne naar die zijde verlegd
zagen.
HET zal een belangrijke overweging bij deze
verkiezingen zijn, dat deze tijd noodig maakt
een regeering, die naast een krachtige versterking
van de defensie, de geheele volkskracht stimuleert
en zich kenmerkt door een stevige gezagshandhaving
tegenover buitenlands-getint extremisme. Aan deze
beide laatste punten heeft het in de afgeloopen twee
jaren nogal geschort. De behoefte bestaat aan een
bewind, dat sterk verankerd is in ons volksleven en
uit dien hoofde reeds dadelijk gezag heeft, dat
voorts duidelijk toont te beseffen dat in dit tijds
gewricht te belangrijke beslissingen aan de orde
zijn, dan dat een sluitende begrooting of de zekerheid
van spaarders de eerste overwegingen moeten zijn.
Als onze volkskracht ondermijnd wordt door werk
loosheid en afbraak van het volksonderwijs en
daarmee in heden en toekomst de gevaren der
internationale situatie worden vergroot, dan loopen
begrootings- en spaarders-belangen op den duur
minstens evenzeer gevaar.
De bereidheid tot een actievere regeeringspolitiek
bestaat bij een groot deel der Roomsch-Katholieken,
bij vooral de jongere Christelijk-Historischen en
zeer vele Vrijzinnig-Democraten en bij de geheele
S.D.A.P. waarvan ook de jongere leiders een dui
delijk geluid hebben doen hooren inzake de defensie
en de gezagshandhaving. Aan den anderen kant is
het duidelijk dat de grootste weerstanden tegen
uitgesproken werkverruimingspolitiek nog vooral
schuilen onder de anti-revolutionairen en liberalen,
hoewel ook daar uitzonderingen voorkomen.
Al loopt de scheidslijn op dit punt door sommige
partijen heen, er zijn er, die in dezen duidelijk kleur
bekend hebben, er zijn er ook waar het uitbrengen
van een voorkeurstem op de jongere candidaten een
duidelijke demonstratie voor een bepaalde regee
ringspolitiek inhoudt.
Tweede we
Een balans der militaire
krachten
De spanning in de internationale verhoudingen
leidt de gedachten naar de mogelijkheid van een
nieuwen grooten oorlog. Zij doet daardoor bij velen
de vraag rijzen, hoe in zulk een geval de krachts
verhouding zal zijn, wanneer bij voorbeeld de
drie groote democratkën, rmt Sowjet-Rusland
vereenigd, komen te staan tegenover Duitschland en
Italië.
Uit den aard der zaak dringt zich hierbij een
vergelijking met 1914 op. Inderdaad vertoont de
huidige situatie daarmee eenige overeenkomst.
Er zijn echter ook belangrijke verschillen. Ten
deele zijn deze in het nadeel van Frankrijk, dat in
het Westen op het land en in de lucht den eersten
stoot zal moeten opvangen. De Engelsche lucht
strijdkrachten zullen daarbij dadelijk meewerken
tevens ter bescherming van het eigen land. Maar te
land kan Engeland in den aanvang geen groote
kracht ontwikkelen: zijn expeditie-korps is betrek
kelijk zwak, hoogstens een paar honderdduizend
man; de algemeene dienstplicht zou wel aanstonds
worden ingevoerd maar levert eerst na verloop van
tijd iets op.
Frankrijk's zware taak
In West-Europa komt het dus vooral op het
Fransche leger aan. De taak van dat leger is veel
uitgebreider dan in 1914 tengevolge van de aanslui
ting van Italiëbij Duitschland en de omwenteling
in Spanje.
De gevaarlijke grenzen zijn voor Frankrijk daar
door vooreerst uitgebreid met de 200 km lange
West-Alpen, die het van Italiëscheiden. De kam van
dit gebergte is in het algemeen in het bezit van
Frankrijk. Bovendien ligt achter deze grens nog
een linie van moderne of gemoderniseerde
versterkingsgroepen (Bourg St. Maurice, Alberville,
Grenoble, Briancon, Barcelonnette en Nice). Langs de
Middellandsche Zee wordt deze linie voortgezet in
enkele oudere werken en de moderne versterkingen
van Toulon en Marseille. Ongetwijfeld zou het
Fransche leger hier gaarne den Italianen partij
willen geven. Het is echter de vraag of deze zich
daaraan zullen wagen, en of zij hier voorloopig niet
de voorkeur zullen geven aan een defensieve hou
ding. Daarentegen zullen ze allicht in Afrika hun
slag willen staan. Gevolg daarvan is, dat Frankrijk
minder gekleurde troepen kan aanvoeren, misschien
zelfs zijn troepen in Afrika zal moeten versterken.
De houding van Spanje is nog onzeker. In onze
veronderstelde landen-groepeering is het dan ook
niet opgenomen. Het zou bij een conflict gelegenheid
hebben zijn eigen positie te versterken door als
lachende derde" toe te kijken. De berichten van
Italiaansche troepen-concentraties in Noord-Spanje
stemmen echter niet tot gerustheid.
Tegenover Duitschland heeft Frankrijk zijn
machtige Maginot-linie gebouwd, die aan de over
zijde beantwoord is met een niet minder geweldige
Siegfried-linie. Naar weerszijden wordt daardoor
een snel doordringen belet, hetgeen beide partijen
hier in het defensief zou kunnen dwingen. Van
beide zijden blijft dan nog een omtrekkende beweging
mogelijk om een der vleugels van bovengenoemde
dubbele linie of om beide.
De positie van Belgiëen Nederland
Over de vraag of zij daartoe besluiten zullen, kan
men verschillend denken: evenals vele andere
vragen op dit gebied is zij speculatief van aard.
Frankrijk zal er niet licht toe overgaan de onzijdig
heid van een buurland te schenden en daarmee een
lato rechtvaardiging van Duitschlands optreden in
1914 te leveren. Echter is het ook voor Duitschland
esn nadeel om de geheele weermacht hetzij van
Zwitserland, hetzij ran Belgiëen eventueel van
/gispen
i l woninginrichting
_, / meubelen lampen
amsterdam den haag rotterdam
PAG. ?» DE GROENE No. 3223