Historisch Archief 1877-1940
UÏTHU1ZIGHEDEN
Stadsinventaris
De Dam
DE Dam is het hart van Amsterdam.
Het heeft dan ook een een hart
kwaal: het midden-Damterrein. Wan
neer men geschiedkundig besef heeft,
moet men op den Dam gaan staan en
over het verleden nadenken.
Langzamerhand zullen uit den nevel van
het verleden scherpe beelden op
duiken: de visschers uit veertien
honderd, de poorters uit vijftien
honderd, de nijvere burgers uit zestien
honderd en de rijke kooplieden uit
zeventien honderd. Dan komt al
Napoleon, en dan onze brave over
grootouders om de Koningen van
Oranje toe te juichen. Heeft men echter
zooveel historischen zin niet, dan kan
men zich er laten fotografeeren, zijn
schoenen poetsen en naar de poppen
kast kijken.
Amsterdam is Nederland's belang
rijkste stad, de Dam is Amsterdam's
belangrijkste plein. Zoo gezien waren
de kledingmagazijnen niet dom, hier
hun zaken neer te zetten.
Meisjes naar hun winkels, bedienden
naar hun kantoor, heeren naar de
beurs, mevrouwen naar hun thee
afspraken passeeren den Dam. Maar
het plein is ruim en ontmoetingen
hebben er nooit erg veel plaats. Men
loopt er een beetje onverschillig naast
elkaar heen. Alleen de bewoners van
het Paleis trekken den onverdeelden
aandacht van de Dampassanten. Maar
die zie je er maar een paar keer per
jaar.
Wij vinden den Dam groot; een
buitenlander vindt hem klein. Mooi
vinden wij hem allemaal. En voor
vrouwen en pleinen is dat nog altijd
de hoofdzaak.
Verkiezingen
ER moesten vaker verkiezingen
worden gehouden. Zij
accentueeren de eenheid in verdeeldheid van dit
volk. Ieder voelt zich verbonden: in de
stembureaux met zijn buurtgenooten,
bij de uitslagen met zijn stem-genooten,
in zijn leedvermaak, in zijn teleurstel
ling of blijdschap. Het is de soort op
voedend volksspel. Zooals ganzenbor
den. Wie 180.000 oogen gooit mag
direct door naar 4 zetels; bij wijze van
spreken. Er zijn er, die in de put zitten,
er zijn er die vier plaatsen terug moe
ten. Sommigen juichen omdat ze op
een zwaantje gekomen zijn; weer an
deren moeten een paar nummers
achteruit en nummer drie moet weer
terug naar vóór 1935.
In de radio weerklinkt Neerland's
gezamenlijke spanning. De heesche
stem van den verslaggever vermeldt
gestegen en gedaalde cijfers; wij hou
den niet op, geinteresseerd te zijn. Bij
krantengebouwen noteert, discussieert,
juicht men of is bedroefd.
Een dag eenheid in verdeeldheid!
Toch wel een mooi land !
Tooneel
Ah het je tijd is
IK kan me zoo voorstellen hoe
millioenen Amerikaansche moeders, va
ders, kinderen gehuild en gelachen
hebben over de novelle van den dood,
die in den appelboom zat en er niet
uitkon, voordat grootvader hem er
weer uitliet; hoe zij geschreid hebben,
om de liefde en toewijding van den
grootvader, die niet met den dood wil
meegaan, om zijn kleinzoontje die
wees is, niet in de hebzuchtige armen
van een verdroogde oude tante te laten
vallen. Van die novelle is het stuk Als
het je tijd is", gemaakt. Het stuk is
de moderne zakelijkheid in de senti
mentaliteit; het lijkt zoo verlicht, zoo
modern". En het is zoo'n heerlijke
ouderwetsche draak, super-romantisch.
De Amerikanen verstaan het, om
klucht en draak, die hier dood en be
graven zijn, een nieuw jong leven te
geven. Zij ontdekken deze vormen van
tooneel, en ontdekken het daar, waar
men het hier verlaten heeft. En zoo
zien wij het in de perfectie terug en ver
bazen ons over de levendheid en leven
digheid er van.
Het stuk dus is meersterlijk.
SaaiOpi-Saalborn
Kleinzoon-Carla de Roet
born en zijn gezelschap voeren het zoo
op, dat er weinig verloren gaat. Alleen
werkelijk overtuigend is het klare, spon
tane, lieve jongetje, dat Carla de Raet
speelt. Saalborn is de oude opa. Hij is
wel lief en wel goedig, maar het heeft
toch meer van Oome Keesje" dan van
den daar bedoelden levenswijzen ruimen
kwajongensachtigen geestigen Opi".
Julia de Gruyter als Oma, Sterneberg
als Mr. Brinks", de dood, en anderen.
In ieder geval is het een prettige
avond.
De trein naar Veneti
VAN kwart over acht tot elf uur
vechten twee mannen om een
vrouw. De echtgenoot wil haar terug,
en de aspirant minnaar doet steeds
mislukkende pogingen om haar te
krijgen. De echtgenoot wendt vriend
schap voor voor den a.s. minnaar, en
houdt hem listig weg van zijn vrouw,
net zoolang totdat deze, vertoornd over
de onverklaarbare ongeneigdheid van
den minnaar, vol liefde terugkeert naar
haar man, den eenige van wien zij
au fond houdt.
Die man moet dus iets in die vrouw
zien en de minnaar ook. Het is niet
meer dan billijk, dat wij, het publiek,
dat ook zien. En wij zagen het niet.
Zoo'n stuk, van drie menschen in
de situatie a2 -j- b- c- (ik bedoel
driehoeksverhouding, maar ik wil het
niet zeggen) is te genieten als een
nieuwe editie van een oud gegeven.
^Stadsschouwburg
N.V. HET NEDERLANDSCH TOONEEL - Directeur Cor TUD der Lugt Melsert
Zaterdagavond 22 April 8.15 uur l Première DE MOEDER
gewone prijzen Itooneelspel Jn 3 bedrijven door Karel Capek
Zondagmiddag 23 April 2 uur
Popul. pr. van Fl. l 46 - Fl. 0.46
BOEF) E
met Annie van der Lugt Melsert van Ee
Zondagavond 23 April 8.15 uur l
pr. van Fl 0.90 - Fl. 0.15 |
Ofdcieele Volksvoorstelling
ONZE STAD
De nieuwe vondsten van intrigue en
situatie, de nieuwigheden in dialoog en
happy ending, de nieuwe kapsels van
de vrouw, de moderniteit van de door
haar gedragen toiletten zijn de
conditiones sine quibus non. Verneuil met
George Berr zijn als schrijvers wel
origineel genoeg. Maar de toiletten van
Vera Bondam zijn het niet. De vrou
wen in parket en stalles hadden, na
afloop moeten zeggen: zie je, de rok
ken zijn dit jaar weer korter geworden,
er worden matelots gedragen, en met
die nieuwe kapsels schijnt het toch
niets te worden." Dan is het een goede
opvoering geweest.
De actrice die dit verwaarloost, ze
mag dan spelen als Dietrich, Garbo en
Jean Arthur, heeft haar kans laten
voorbij gaan. En Vera Bondam speelde
niet zoo veelzijdig.
Dirk Verbeek was de energieke en
vindingrijke echtgenoot. Dick van Veen
sprong rond als de minnaar-beeldhou
wer en deed grappig.
Verbeek
Voor boulevardtooneel is een boule
vard noodig en de artisteningang van
den Stadsschouwburg ligt nog altijd
aan de Marnixstraat.
Film
Het buurtbioscoopje
ALS fatsoenlijk mensch loop je er
natuurlijk aan voorbij, aan dat
kleine bioscoopje dat ik niet noemen
zal. Het is een van die niet heelemaal
met hun tijd meegegane
buurtbioscoopIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIBIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIMIIHIIIII
VRIEND, DE THUISZITTER
over:
JIJ hebt", aldus mijn vriend, de Thuiszitter, en hij nam een hapje
compöte met room, jij hebt niet veel voorstellingsvermogen, maar
desondanks moet het voor jou in deze tijden niet moeilijk zijn je in te
denken, dat er wel eens ergens een oorlog uit zou kunnen barsten."
Ik knikte bevestigend. Zie je wel", zei mijn vriend, als ik bij jou
maar de juiste snaar tref. Welnu, zou jij dan genoeg te eten hebben? Je
moet je voorstellen, dat je kruidenier je na drie dagen zegt, dat hij geen
rijst meer heeft, geen koffie voor je vrouw, en dat de slager nog slechts
een half ons biefstuk inplaats van een half pond levert. Wat doe je dan?"
Ik keek hem vragend aan. Jij doet niets. Je had al wat moeten doen.
Je had voorraad moeten vormen, en met jou de millioenen andere Neder
landers. Maar aangezien zij dag voor dag toch al niet genoeg voorraad
kunnen vormen in hun maag, verwaarloozen ze de toekomst. En toch
komt die toekomst, anders was het verleden. Neen", denk jij, en met jou
alweer die millioenen, als ik voorraad neem, eet ik het toch maar op, of
het bederft, of de buren nemen het weg of het beschimmelt". En dus wacht
je op den eersten dag van echte spanning. Weet je hoe dat komt?"
Ik schudde ontkennend het hoofd. Dat dacht ik wel", zei mijn vriend
triomfeerend en hij slurpte het sap van de compöte op. Dat dacht ik wel.
Ik zal het zeggen. Wij Nederlanders zijn een volk van renteniers en welke
rentenier zal ooit zijn kapitaal, zijn voorraad opteren?
En daarom zal ik je wat zeggen.
Wij moeten geen voorraad vormen van rijst, koffie, appelstroop en bruine
suiker. Wij moeten die producten zelf telen. Centrale verwarming en een
laag teelaarde in den salon, een gummislang op de warmwaterkraan van
de badkamer maken een prachtige padi-akker.
Op het duivenplat telen wij koffie achter glas. In de kinderkamer mesten
wij een varken en in de dakgoot planten wij thee, die wij laten bloeien met
een petroleumkacheltje er naast. Tarwe verbouwen we in ons tuintje en
zout winnen we uit den regenten. Mocht er met ons grondgebied of met
onze koloniën iets naars gebeuren, dan zijn we gereed en de noodige grond
stoffen kunnen we zelf vervangen. Dan zal dit land onoverwinnelijk zijn,
dank zij mijn idee. Jammer, dat jij daar nou weer niet aan gedacht hebt !"
r.iiiiiiiiiiiiiiiiiiiini
iiiiiiiiiiiimiiiiiii minimum u n miiiiiiimiiiiiiiiiiiiiili
jes, waar dan ook alleen maar de
buurt" komt. De glundere portier roept
de voorbijgangers aan: Schitterend
sensatie-programma met twee hoofd
films !" Er zijn plaatsen van 21, 25 en
30 cent, en omdat ik niet gewend ben
op den duursten rang te zitten, neem
ik een plaats van een kwartje. Dat
benne de suiverste plaatse !" licht de
portier toe als ik naar binnen ga in de
rook- en menschenlucht. Ik ben in een
soort huiskamer gekomen, alle men
schen die er zitten, kennen elkaar. Dat
merk ik pas duidelijk als midden in een
scène met een afgrijselijke typhoon een
laatkomer luidkeels begroet wordt:
Ha, die Jen !" Tijdens een zwoel
muzikaal Hawaaisch tafereel inkleu
ren, komt iemand voorbij die
kogelfleschjes aanprijst. Ongemerkt is de
tweede hoofdfilm begonnen, in n
adem door. Er wordt een berg op
geblazen, en mét den berg het trotsche
kasteel van den verdorven baron. De
man die naast me zit, roept: Van
onderen !" Van het balkon valt een
bananenschil. Onder aanmoedigende
uitroepen van Jen en mijn buurman
wordt de schurk in dravende galop op
de hielen gezeten. Dan, plotseling, is
het donker, de film is gebroken. De
man naast me schreeuwt: Wie heb
d'r 'n gulden?" Schei d'r nou uit,
engert.", zegt een meisje ergens. De
film gaat weer verder. Dwars door de
muziek heen zit een jongen in z'n
eentje te fluiten. Om half twaalf staan
we op, en loopen over propjes papier,
peukjes en pindaschilletjes.
Vrije middagen
Het museum van den arbeid
BEUREN ze weer zoo, Uw kinderen?
^-t Willen ze niet spelen met hun
blokjes en trekken ze de jampot van de
eetkamertaf el ? Geef Uw kinderen geen
draai om hun ooren, sluit ze niet in hun
slaapkamer op. Gij verstoort daarmede
de stemming van den toch al niet
makkelijken Zondagmiddag. Nee, voedt
hen op, Uw kinde'rtjes, gaat met hen
naar het Museum van den arbeid.
Immers, de arbeid houdt hen en U in
leven. En bovendien is de arbeid van
Adam's dagen af tot nu toe als zedelijke
basis voor elk bestaan als noodwendig
geaccepteerd. Arbeid verdient dus een
museum. En arbeid, althans arbeid van
anderen, is altijd de moeite waard.
Het Museum van den Arbeid is een
schepping die zijn bestaan aan den
kunstschilder en verzamelaar Heyenbrock
voor een groot deel te danken heeft. Het
overziet arbeidsprocessen, b.v. het bevat
den uolledigen gang en de verschillende
methoden der glasbewerking, en het
bevat allerlei producten en grondstoffen.
Straatverlichting, historie en actualiteit,
verwarming heden en verleden, telefoon,
kabels, wat er van petroleum gemaakt
wordt. Dat is het museum van Arbeid.
Het ligt aan de Rozengracht, bij de
kruising van de Marnixstraat. In drie
aan elkaar liggende scholen is het onder
gebracht. Het bestaat al een jaar of acht.
Maar nu is het noodlijdend.
Het bezoek is niet meer zoo ge
weldig als in het begin. Vrijwel ten
onrechte : want voor iedereen met belang
stelling in de dingen waarmee hij
dagelijks in contact komt, zonder dat
hij zich echter afvraagt, hoe die dingen
tot stand komen, is er veel te zien.
Vooral kinderen zullen jamsnoepen
gaarne laten voor een bezoek aan het
Museum van Arbeid. Er is de deskun
dige conservator die U rond zal leiden.
Het bezoek kost een dubbeltje de man.
Kinderen en ouders: dit is de redding
van Uw Zondagmiddag. . . .
PAG. 14 DE GROENE No. 3M9