De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 22 april pagina 15

22 april 1939 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

e ve IL! DE groote kladderadatsch kwam per expresse-bestelling, en zulks om tien-over-twee in den nacht. Ik pakte mijn boeltje, en verdween met een taxi naar de kazerne. De aanwezige superieuren lachten me uit omdat ik de eerste was. Ook dat nog. Maar van een dienstplichtigen soldaat wordt nu eenmaal terecht een grenzelooze lank moedigheid verwacht. Naar verluidt, zullen we deze geesteshouding geruimen tijd moeten volhouden. Wat er in de kazerne gebeurde, kunt u in diverse roemruchte werken over de jaren '14 tot '18 nalezen. Want de manschappen mogen anderen zijn dan in die dagen, het geschut beter en de gevaren grooter op het stuk van organisatie is op menig punt niet veel veranderd. De commandanten lieden wier taak er in bestaat om in de ure des gevaars, bij het naderen van den vijand luidkeels drie maal" te roepen, behoudens hun bevoegdheid om b.v. vijf maal" te zeggen zaten aan lange tafels papieren en zoo te rang schikken. De stemming was volmaakt, want het waren om zoo te zien allemaal oude kennissen. talen! D WIESEBRON Leeraar M. O. Beëedigd vert. opl. ex. privéen clublessen. Nassaukade 381. Telefoon 82094 Amsterdam, PRINSENGRACHT. 837. TEL 37906 BEfiRRFENIHEIHREMRTIE-TRRNSPORTEII NOU, en toen.... maar het had een boel voeten in de aarde, die ik u sparen zal; want wat hebt u er aan, of ik u vertel, dat eenige duizenden f rissche Hollandsche jongens een heelen dag door de menigte werden aange gaapt en met steentjes bekogeld door de jeugdige burgerij? Toen werden we in vrachtwagens geladen dezelfde, die een volkomen incompetente vaandrig 's ochtends had goedgekeurd en naar de geheime mobilisatiebestemming gebracht. Naar een plaatsje, ergens midden in de vette klei, waar we in een caféwerden opgeslagen om op brancards te slapen. Twee telefonisten-seiners deden nog even model. Zoo van: Hier Anna 5, met Pieter 7." Maar aan deze discussie werd door een stevigen Mokummer een eind gemaakt, toen hij zich bij het duet voegde met: Paard G 8". Het was ochtend geweest en avond: de eerste nacht. DES anderen daags werd ik cht ingekwartierd bij vriendelijke menschen, waar ik buiten de kost nog gebed en danken toekreeg. Voor wie het interesseeren mocht: de ménage was er helaas zoo zoo, de sigaren evenwel waren uitstekend. Bovendien, en dit stemde me tot groote vreugde, werd mij de meest begeerenswaardige baan toebedeeld, die een soldaat kan krijgen, en wes halve ik dan ook van alle kanten benijd werd. Ik hoefde niet meer af te stoffen, te schrobben, te dweilen en, kortom, te ploeteren, maar zou voortaan mijn mobilisatiedagen mogen slijten in de plezante atmosfeer van sokken, olie, gasmaskers, verbandmiddelen, band ijzer en onderbroeken (flanellen halve). In de praktijd kwam het er op neer, dat ik heerlijk in de zon op de veranda zat te lezen, liggend op twee stoelen, net als thuis, met dien verstande, d?, t er om mij heen allerhande krijgsrumoer geschiedde. Dit verdroot den luitenant. Zou je niet liever binnen gaan liggen? 't Staat zoo gek als de generaal komt inspecteeren. ..." JAN FUSELIER Theedriokeo met George A. Viruly DE automatische piloot vliegt koers 234 graden magnetisch, wat over anderhalf uur Kopenhagen onder de Wulp" moet brengen als de wind niet verandert en ik kijk naar de instru menten en de Zweedsche wolken. Die drijven zonoverstraald en bijkans in ongebroken dek over dit groote, nobele land van rotsen, dennen en meeren. Deze Wulp" is niet zoo maar een ge wone D C 3; hij is de eerste machine van den zomerdienst Stockholm?Amster dam en al kan een mensch er nu hon derd maal van overtuigd zijn, dat deze zomer veel kans heeft om de verdrietig ste van de wereldgc schiedenis te worden, het stemt hem toch feestelijk om dit nieuwe portie werk in zoo'n gouden Zweedschen ochtend ten doop te hou den. De automatische piloot heet, inter nationaal, George. George vliegt. Ik heb mijn beenen los van het voetenstuur lui gekruist onder mijn stoel en mijn handen van het wiel: George weet den weg naar Kopenhagen. George weet, wat een vliegend mensch in 1939 toe komt. En zie: nu geeft George, be halve zijn vele zakelijke inlichtingen, ook nog een joviaal menschelijk teeken van verstandhouding met den kunstmatigen horizon. Daaraan geeft hij namelijk een menschelijk tikje om hoog, wat beteekent dat de neus van de Wulp" wat omlaag gaat, wat be teekent dat het evenwicht door ver plaatsing van gewicht naar voren verstoord wordt, wat beteekent dat de airhostess met de thee voor de be manning nadert. Kijk: daar gaat de cockpitdeur al open. Fijn, geef ze maar hier. Drie geurige koppen thee komen op het kompas, de routekaart en het werktafeitje van den marconist te staan. De eerste zon van den Zweedschen zomerdienst spiegelt in de lepeltjes en het dun transparant baktliet van de kopjes. De stuurhut wordt er wat vriendelijker en wat vrouwelijker van. IIOE zeer voortreffelijk smaakt ** deze thee ! Wat een zeer voor treffelijk oogenblik om deze thee te drinken ! Veel jaren zwerven over de Kleine perikelen "TWEE beroemde mannen zijn l vijftig jaar geworden ieder afzonderlijk natuurlijk. De een met het kleine snorretje heeft altijd de wereld doen lachen. En de ander, eveneens met het kleine snorretje, houdt voortdurend de wereld in spanning. Van beiden weet men eigenlijk niet wat zij van plan zijn. En beiden zijn zij dictators. Charlie Chaplin en Hitler. Van den eersten hoort men eigenlijk niet veel meer. . . . Ik wou dat het andersom was," zei Gisse. De een woont in Amerika en de ander dichtbij. Ik wou dat het andersom was," zei Gisse weer. Van den een vertelt men dat hij verboden heeft hem aan te spreken en aangezien hij zelden tot iemand het woord richt, voert hij een zwijgzaam leven. Ik wou dat het andersom was," zei Gisse. Mijn lieve vrouw begon mij te hinderen door de eenvormigheid van haar opmerkingen, die niet in staat zijn een man aan te moedigen tot diepzinnige be schouwingen over dictatuur in film en staatswezen. Hoe merk waardig is het leven geweest van deze twee mannen, die beiden uit het obscure onbekende gekomen zijn en de toppen van wereldvermaardheid hebben bereikt. En in beider lot is iets tragisch, want zij streven beiden naar het onbe reikbare. De een wil de wereld van licht en schaduw aan zijn dwingende macht onderwerpen, hij wil de hoogste ernst, die van den humor, op de meest tragische wijze tot gestalte brengen en bereikt dat men op béte wijze om hem lacht, zonder dat veel menschen begrijpen wat hij eigenlijk wil. En de ander wil een droom verwerkelijken, die van een groot Germaansch Rijk. ... en buiten zijn Rijk lacht men om hem. Ge voelt dat alle lachers ongelijk hebben en dat er niets te lachen valt niet om den een en niet om den ander. Het ongevaarlijke bij den een is dat hij met scha duwen werkt en de ander met wezens van vleesch en bloed, doch beiden zijn zij dichters en zieners. Zij voelen zich beiden ver verheven boven de wereld om hen heen en kunnen die wereld eigenlijk niet goed verdragen, reden waarom zij beiden de stilte en de eenzaamheid verkiezen. Komen zij af en toe naar voren, dan heeft de een een film ge maakt, of zegt, er een te maken, terwijl de ander weer een frag ment heeft toegevoegd aan zijn droom van het groote Germaansche Rijk. Ik wou dat het andersom was," zei Gisse. Doch dit sloeg op niets en werd blijkbaar alleen gezegd om mij te prikkelen. Wat zou Chaplin met Bohemen en Moravi moeten aanvangen ? De een kent het hoogste menschelijke mede lijden en het leed de ander veracht elke sentimenteele over weging en kent alleen het recht dat door geweld ontstaat. De een is een dictator van den geest en de ander van de materie. Van den een heeft men vermoedelijk niet veel meer te verwachten en van den ander nog veel onverwachts. . Ik wou dat het. ..." Toen heb ik de discussie ge sloten. J. VAN HOORN wereld hebben mij geleerd, dat men thee moet drinken met Engelschen of met Chineezen, en zie: een mensch is nooit te oud om te leeren, want wat blijken Zweedsche ochtendwolken daar ook bijzonder passend gezelschap bij ! Mijn wijze vriend Lin Yutang, die in mijn oogen de levende bekrachtiging is van het besef, dat de Chineezen van alles drieduizend jaarlengten meer verstand hebben dan een van ons, weet veel van theedrinken af. Hij weet dat men nooit thee moet drinken bij schreeuwende zuigelingen of mannen, die over politiek praten of bij wijn of wanneer het sneeuwt, maar dat thee de aangewezen drank is, wanneer men een vers geschreven heeft, of in een geschilderde boot onder een kleine houten brug drijft, of diep in een maanlichten nacht met een vriend schaak speelt of op zijde gepenseelde land schappen beschouwt terwijl men daarbij op de ch'in tokkelt. Nu ervaar ik, dat drieduizend jaren voorsprong ook Lin Yutang niet geleerd hebben, hoe goed het tevens theedrinken is, wanneer men op zilveren vleugels tusschen Zweedsche Aprilwolken drijft, en ik neem mij voor hem dit bij aankomst direct te schrijven. George vliegt; thans 236 graden, want de wind is nog iets geruimd. Prachtig donker motorengeluid trekt ons van de eene witte wolkencitadel naar de andere; het doet goed daarnaar te luisteren. Het overstemt met veel gezonde macht alle geluid van een frivoler wereld ergens beneden diegene, waardoor Wulpen wieken. Vanaf ons sobere metalen balcon leert men over zijn thee wat uit de hoogte over zulk een wereld uitzien. Het is hier, zooals mijn verheven vriend T'ien Yikeng (ook Yiking genaamd) zegt in zijn beroemd essay over kokend Bron water :, ,Men drinkt thee om het rumoer van de lichtzinnige wereld te vergeten; er zij geen thee voor wie duur voedsel eten of zich in zijden pyama's kleeden". T'ien Yikeng zei dat in 1560 en George werd pas in 1937 geboren maar er is dit verbindend aroma, dat mij aan beiden even welwillend doet denken. Het komt mij voor, dat ik nooit edeler thee geproefd heb. En dat zegt veel. VA/ANT jaren vóór George's ge"" boorte dronk ik al nobele thee aan het einde van de Parijslijn bij Fast in de Rue Royale. Men zat daar in die onvergetelijke boekwinkel-thee salon in intieme hoekjes, charmante meisjes brachten U bij de geurigste thee van China en Ceylon de ver rassendste nieuwe boeken van Frank rijk. De selectste tijdschriften, de zeld zaamste revue's, de onbestaanbaarste verzen kreeg men daar ter inzage bij de exotische aroma's van Darjeeling Fast was zóó supérieur, dat het al failliet was lang vóór er een Douglas op Parijs vloog. Later dronk ik veel thee bij prinses Murat, maar zijzelf kwam nooit. Zij had ook een boek winkel-theesalon gecreëerd op het Ile de la Citénog wel. Het was er iets minder select dan bij Fast maar het is nu even failliet. Sindsdien? Thee met madzes bij Joodsche vrienden als het Paschen was; met muffins, scores en buns bij Engelsche vrienden, ononderbroken van drie tot half zes; met sukyaki bij Japansche geisha's in Singapore als je weer bijna in Batavia was. Thee bij pogingen tot oplichting in de specerijenbazar van Cairo, thee met levensgevaar in Bushir en Jask, thee met geitemelk in Bagdad, thee met whisky bij Corry Vonk.. . ; ik weet wat thee is, en op dit oogenblik zeg ik van harte: geef mij thee met George op een lenteochtend boven Zweden. PAG. 15 DE GROENE No. 3229

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl