De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 22 april pagina 7

22 april 1939 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

De reportage van de week: Het behalen van het Bewijs van Rijvaardigheid B. Fortuin J Examen op wielen VROEGER zei men: Broer heeft vandaag voor het eerst een stap geloopen". Nu zegt men: Baby is gister door haar rijexamen ge komen". Loopen, dat verouderde procédé, leerde men van vader en moeder. Voor het besturen van een auto gaat men naar een rijschool. Je ziet ze wel rijden: Autorijschool Ready"; vijftien gulden tot en met het rijexamen". Een zenuwachtig mannelijk of vrouwelijk wezen zit er in aan de handles te mor relen, trapt op het gaspedaal als het de rem bedoelt en op de rem, als het wil debrayeeren. Het laat den richtingwijzer uitstaan als het den bocht door is en kijkt achteruit om te zien of er geen ongelukken van gekomen zijn, waarbij het vooraan een ver keersagent bijna omver rijdt. Bijna, want er naast zit de trouwe instructeur met onder zijn voeten de dubbele besturing", om met wijs inzicht de andere weggebruikers het leven nog enkele jaren mogelijk te maken en eventueel zelf ook de vreugden van een vredigen ouden dag niet te verspelen. Als aarzelende mieren kruipen de uitgesleten wagens met de oranje L" achterop (niet Levens gevaar" maar alleen Les"), door het verkeer, hortend en stootend bij kruispunten, gierend met tegen elkaar wringende kamraderen, stoppend juist voor een file toeterende wagens, links afslaand als het rechtsaf zegt, angstig, onwennig en roekeloos. Toch moet dat alles nog veranderen. De aspirant automobilist zal op een smallen weg moeten kunnen keeren; hij zal met twee vrijwel onbeschadigde spatborden achteruit een garage in moeten kunnen rijden, hij zal op een helling moeten kunnen stoppen en weer wegrijden, hij zal het strikte gij zult niet dooden" tegenover zijn mede-weggebruikers in het oog moeten houden en weten, dat hij op voorrangswegen niet altijd den voorrang heeft. DAN is hij rijp voor de rijproef. Als de vuur proef der donkere tijden is het. Genadeloos over geleverd aan het meedoogenlooze verkeer, met naast zich de adviseur van het Centraal Bureau voor de Afgifte van Bewijsstukken van Rijvaardigheid". Vroeger was dat niet zoo. Toen was de eenige voor waarde voor den automobilist om te rijden de al of niet gewilligheid van zijn voertuig. De commissaris der Koningin in zijn provincie gaf hem een papier, dat hij op aanvraag zoo maar kon krijgen. Hij zette zijn stofbril op, trok zijn autopet over zijn hoofd en reed weg, rijvaardig of niet. Dat ging niet. En vier groote belanghebbende vereenigingen stichtten het genoemde Bureau met den langen naam, en benoemden elk twee leden, waarbij er nog twee benoemd werden door werknemersvereenigingen. De directeur van dit Bureau Rijvaardigheid verkreeg van den minister van Waterstaat de bevoegdheid tot het afgeven van de Bewijzen Rijvaardigheid (wat nog lang geen Rij bewijs is). Maar omdat die eene directeur niet dagelijks naast eenige honderden automobilisten kan gaan zitten, heeft hij een staf van adviseurs in alle plaatsen des lands. Dat zijn automobilisten, wien de veiligheid van het verkeer ter harte gaat, en die zich voor dezen post aanmeldden. Maar het is geen sinecure en wordt dienovereenkomstig vergoed. ZOO gij, in verband met de huidige opvatting van techniek, de heeren adviseurs verwacht in een kantoorgebouw met stalen meubelen en strenge, technische zakelijkheid, dan hebt gij het mis. Neen, deze fiere wachters van den verkeerstempel hokken in melksalonnetjes en wachtkamertjes. Hier in Amsterdam deelt een melksalon van de Vami tegenover Artis de eer met het wachtkamertje van de Gooische tram. Een rij auto's, met oranje L"s staat er voor. Binnen, in het café, zitten de cerberi. In hun privéleven ijverige zakenlieden, vriendelijke heeren, goede vaders, kundige advo caten en artsen. Hier stoere bewaarders der goede verkeerszeden, onverbiddelijke examinatoren aan gaande stadslichten en knippersignalen. Den heelen dag komen zij en gaan zij. Naast de zenuwachtige candidaten risceeren zij van half uur tot half uur hun leven en ledematen. Zij hebben iets van de helden der zee. Steeds bereid te sterven. Op hun tafeltjes, een stuk of drie, staat een plechtig bordje: gereserveerd. Op elks tafeltje ligt een keurige leeren map, hem verstrekt door het Centraal Bureau. Want autorijden loopt in de papieren. Dat wil zeggen: de candidaat krijgt en A/s U nou daar op den hoek . . . ." vraagt de adviseur aan den candidaat bij het theoretische gedeelte van de rijvaardigheidsproef verstrekt veel papieren alvorens hij losgelaten wordt op het verkeer. Zoo zijn of haar instructeur meent, dat hij het nou maar eens moet wagen, gireert de candidaat eenige luttele guldens aan het Bureau met den langen naam. Men noteert zijn wenschen omtrent tijd en dag, schikt het in de roosters, zendt bericht per formulier aan een der adviseurs, en stuurt den candidaat een dubbele briefkaart, waarop tijd en plaats vermeld staan. De aanstaande coureur vindt er een omschrijving der exameneischen (vooruit, achteruit, etc.) en het theoretisch gedeelte". Dat zijn de belangrijkste verkeersregels en verkeersteekens: om uit het hoofd te leeren. De candidaat leert. Maar dat is niet genoeg. Hij behoeft twee foto's (van zich zelf) en een uittreksel uit het Bevolkings register (opdat de adviseur er zeker van is niet reeds met een geest of nog een te onvolwassen wezen te rijden). Hij leert de regels, slaapt dien nacht slecht en begeeft zich naar den melksalon. Daar drentelen zij dan, in afwachting van hun tijd. Mannen met de groene briefkaarten in hun hand en angst op het gelaat. Zij zoeken in de drie adviseurs den hunne. De een zendt hen naar den andere. Tot zij terecht zijn. Is die voor jou, Henk?" Ja ! Komt U maar bij mij, meneer. Aangenaam. Gaat U even zitten. Mag ik Uw papieren" ? Geheim zinnige aanteekeningen worden gemaakt, papieren aan elkaar geclipped, portretten tusschengeklemd. Gaat U maar naar buiten en laat U de motor vast draaien". Een laatste bemoedigende blik van den instructeur, die meegekomen is. De motor wordt gestart. Zenuwachtig vergeten zij het contact sleutel tj e om te draaien. De motor start niet. Wat nu? nog eens! wat een indruk, nu al gezakt. Ja toch, eindelijk, gelukkig ! De examinator komt. Nou meneer, laten we dan maar eens zoo en zoo...." Het gaat. De motor draait keurig, versnellingen voegen zich gedwee, stoplichten maken het niet te lastig. Meneer", zegt de stem naast hem, mag U die tram nu links voorbij rijden?" Meneer, mag U hier direct linksaf, of moet U op het verkeer wachten?" Stopt U eens even, meneer, rijdt U eens even achteruit die straat in en blijft U dan staan naast die lantaarn paal". Het lukt, het gaat. Of het lukt en het gaat niet. Dan schuren de achterwielen over trottoirbanden, dan wenken verkeersagenten woedend, dan slaat de motor af of loopt de handrem warm. En stil er naast, spiedend zit de man van de rijvaardigheid. TERUG in de melksalon. De wachtende vrienden, leeraren en kennissen drinken slappe koffie. Ik wilde U nog een paar dingen vragen, meneer". Het theoretisch gedeelte. Zij zetten zich aan ge reserveerd". Als U nou, meneer, 's avonds na tien uur rijdt, wanneer moet U dan Uw lichten ver minderen' '. Als U nou een begrafenisstoet kruist. ." Als U nou. ..." Het examen wordt gehouden in den vorm van PAG. 7 DE GROENE No. 3229 De adviseur onderzoekt in een stille straat de rijvaardig heid van een motorrijder Als U nou. ..." Dat is verraderlijk, want de ver keersregels zijn gesteld in men moet" en men mag niet". Bij den hersenarbeid, noodig voor de omzetting van het een in het ander sneuvelen er velen, roemloos en stil. Daar zijn de moeilijkheden met onvoorziene en in de wet verzwegen hooiwagens, met motordriewielers en voetgangers. Maar wij nemen aan, dat het zonder ongelukken is afgeloopen. Ik dank U wel, meneer, over drie dagen krijgt U bericht van het Centraal Bureau". De adviseur maakt zijn rapport: bedrevenheid zoo, kennis der voorschriften zus, behandeling van de motor zoo en zoo. Algemeene bedrevenheid: voldoende, matig of onvoldoende". De directeur in Den Haag velt de slotconclusie en de arme candidaat krijgt zijn vonnis thuis, eventueel voorzien van zijn Bewijs Rijvaardigheid". Dan moet hij meer por tretten, een aanvraagformulier hebben, een dokters verklaring en alles weer met zijn uittreksel uit het Bevolkingsregister zenden naar den Commissaris der Koningin, die het Rijbewijs" hierop uitreikt. En dan wordt hij losgelaten. HOE functioneert dit alles nu in de praktijk? Als geheel is de selectie gunstig. Maar een half uur is wat kort voor een gefundeerd oordeel voor den adviseur. Men wil den tijd met een kwartier verlengen. Want de werkelijke, en niet de toevallige rijvaardigheid moet beoordeeld worden. En daarvoor is bij den adviseur veel aandacht, inzicht en ervaring vereischt. Want niet elke adviseur heeft het zoo makkelijk, als die, die door zijn candidaat de gracht ingereden werd. Toen wist-ie tenminste meteen, dat die niet rij vaardig was".

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl