De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 29 april pagina 11

29 april 1939 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

Operettefilm (lm blauen Leben) De drie genres d/e steeds den voorkeur van de Duitsche filmindustrie genoten. Kriminalfilm" (Schlussakkord), Historische film (So endete e/'ne Liebej. De Duitsche film C. Boost DOOR de film Bel-Ami" van Willy Forst voor openbare vertooning te verbieden, heeft onze keuringscommissie een beslissing genomen welke in politiek opzicht gegrond mag zijn maar die ons in elk geval een film onthoudt, die hoogstwaarschijn lijk een van de beste, zoo niet débeste Duitsche film van dit seizoen zou zijn geworden. Dit is met des te grootere zekerheid te voorspellen nu de Duitsche film zich ook dit seizoen op een niveau bewoog, waar moeilijk beneden te komen is, en waar de maker van Mazurka" en Burgtheater" zeker boven gebleven zou zijn. Wie ook maar oppervlakkig de ontwikkeling der Duitsche film in de laatste jaren gevolgd heeft, zal zich met verbazing afge vraagd hebben, hoe het mogelijk is, dat een gezonde industrie zoo weinig gelijken tred heeft kunnen houden, hetzij met de vaak zwierige technische materiaal-beheersching der Amerikanen of met de verfijnde inhoudsverzorging en verdieping der Franschen. De Duitsche film heeft thans niets meer gemeen met de doorsnee-prestaties uit andere landen, zij heeft zich geïsoleerd en beteekent voor den buiten lander meestal niet meer dan een onbezielde plaatjes reeks, waarin vaag en omslachtig een niet meer frissche intrigue verteld wordt. Iets meer dan tien jaar geleden had de Duitsche filmindustrie de beteekenis van een Europeesch bolwerk tegen de nivelleerende invloeden der oppervlakkige Amerikaansche productie, thans dwingt geen der filmuitingen tot een serieuze beschouwing; hier heeft zich dus een negatieve ontwikkelingsgang voorgedaan, die een nadere beschouwing motiveert. UIT den oorlog en gedurende de revolutie werd de Duitsche film, geboren, zegt Bardèche in zijn Histoire du Cinéma". Vóór 1914 was er een enkel experiment als Der Student von Prag" door Paul Wegener, gedurende den oorlog domineerden tendentieuze films voor de frontsoldaten en het journaal, maar na Versailles is er eensklaps de Ufa, sterk en alle concurrentie doodend en steunend op de financieele interessen van Krupp, Stinnes, en later Hugenberg. In het Duitschland van na 1918, vernederd, ontredderd, verdeeld in burgeroorlog, vervallen door inflatie, komt de nieuwe industrie snel op. Zij kan slechts werken voor binnenlandsch gebruik, want de buitenlandsche markten zijn UN VIN EXCELLENT kriio brut gesloten, zij kan over groote kapitalen beschikken en zij moet produceeren voor een volk, dat sterke prikkels wenscht, hevige sensaties, nerveuse fanta sieën. Deze factoren stimuleeren een productie van Hoffmann-achtige verschrikkingen, van morbide drama's, van spookkasteelen, vampyr's en krank zinnigen, dit alles in een toen in de mode komende expressionistische vormgeving. Der Golem, Dr. Caligari, Phantom, Der Idiot, Dr. Mabuse, Der müde Tod, Wachsfigurenkabinett, het zijn allen voorbeelden van direct voor den tijd en voor een bepaalde smaak geproduceerde films, die op dat oogenblik indruk maakten en debatten konden ontketenen, echter te veel aan een bepaalde menta liteit verbonden waren en aan een voorbijgaande mode hun vormgeving dankten om van blijvende waarde te zijn. De belangrijkheid van die periode ligt echter in de toen aanwezige mogelijkheid van het vrije en door geen financieele moeilijkheden aan banden gelegde experimenteeren met het vreemde materiaal, het ontdekken van mogelijkheden en grenzen, en het vinden van het gebied, waarop de film zich autonoom kon bewegen. Uit deze groep van modefilmers komen bijna alle regisseurs voort, die de Duitsche film een tijdlang een grootïrol in de filmhistorie doen spelen: Fritz Lang, Murnau, Pabst, Dupont en anderen. Lang moet door vele vergissingen en mislukkingen heen (?Nibelungen", Metropolis", Spione", Frau im Mond") om, bevrijd van zijn vrouw Thea von Harbou, de scenarioschrijfster, tot zijn grooten vorm te komen (?M", Fury"); Murnau maakt de eerste psychologische speelfilm (?Der Letzte Mann" met Emil Jannings), Pabst blijft een wisselvallige, maar steeds belangrijke figuur, die bijna alle genre's attaqueert (?Geheimnisse einer Seele", Westfront 1918", Dreigroschenoper", Don Quichotte", Drame de Shanghai") en Dupont maakt het meest volmaakte filmdrama (?Variété") en de eerste belangrijke sprekende films (?Atlantic", Menschen im Kafig"). Naast de industrie werkt een kleine Avant-garde groep: Fischinger met zijn geteekende muziek, Walter Ruttmann met zijn abstracte filmstudies, die later concretere vormen zullen aannemen. Hans Richter, Piel Jützi, Junghans. Maar bij de komst van de geluidsfilm blijkt, dat nagenoeg dezelfde mannen, die tien jaar geleden de toon aangaven, dit ook nu weer en in meer letterlijken zin doen. Er is binnen de industrie geen nieuwe belangrijke generatie opgegroeid en enkele opvallende uitingen van Siodmak (?Abschied", Voruntersuchung", Der Mann, der seinen Mörder sucht" of van het Froelich-collectief (?Madchen in Uniform") staan téafzonderlijk om hun stempel te drukken op het geheel van Duitsche filmuitingen. Daarbij komt de schier doodelijke aderlating, die Amerika na 1925 toepaste in den vorm van opkooping der be langrijkste Duitsche krachten, daarna de operettezucht van den in dien tijd zoo machtigen filmdictator Erich Pommer, de opleving van benepen nationa lisme onder Hugenberg en tenslotte in '33 de ariseering der studio's, waardoor o.m. Pabst en Lang het land verlieten. DE omwenteling van '33 kan men niet allén de schuld van het dalende peil der Duitsche film geven, maar wel sneed zij door de uitwijzing van belangrijke krachten vele mogq^ijkheden tot vernieuwing af, terwijl zij in gebreke bleef bevruch tend en stimuleerend op de kwijnende industrie te werken. Deze kwam wel onder staatstoezicht, maar veranderde niet van koers .Wel sprak minister Goebbels, onder wiens invloedssfeer de film kwam, wijze woorden als: Die materielle Krise des deutschen Films ist an erster Stelle eine geistige" en Die Kunst ist f rei und soll f rei bleiben", wel was ook Hitler niet ongeinteresseerd in de film, volgens Goebbels' verklaring: Dankbar gestehe ich, dass ich zu oft zusammen mit dem Reichskanzler trübe Stunden in einem Kino vertrieben habe", maar deze interessen veroorzaakten slechts interne ruzies en intrigues, waarbij Goebbels als protégéGr ndgens had, Goering Jannings en de Führer Leni Riefenstahl. Uiteindelijk bleek de smaak der macht hebbers in het pousseeren van een middelmatige operette-film Die Lustige Witwe" met onzen landgenoot Johan Heesters, die Hitler zelfs driemaal achtereen ging zien. Na tientallen mislukte pogingen om de nationaalsocialistische film te maken, die Goebbels wan hopig deden uitroepen: Man soll nicht von früh bis spat Gesinnung machen", werd de productie op den ouden voet voortgezet: operettefilms, historische films, exotische films (spelend in het toekomstige koloniale gebied); alles, behalve dat wat ook maar eenigszins verband hield met het gewone leven, met een bestaande realiteit, werd gefilmd in een conventioneele stijl, zonder dat ook maar n poging tot vernieuwing ondernomen werd .Buiten dezen gang van zaken staat een enkele persoonlijk heid: Luis Trenker, Karl Hartl, Willy Forst, en geheel afzijdig een fascineerende dogmaticus Walter Ruttmann die, begonnen met absolute filmpjes van bewegende vormen, zijn theorieën en ideeën meesterlijk voortzette in reëeler werk als Berlin", Melodie der Welt", Staal", maar vooral in zijn filmische plaatsbeschrijvingen Stuttgart" en D sseldorf". In Duitschland noemt men dit werk Werbefilme" en Ruttmann's Staal" werd er vertoond op een Partijdag, zonder regisseursver melding onder den titel Arbeit macht glücklich." Maar als men in een der laatste Ufa-films Luchtkasteelen" de niet meer jonge Lilian Harvey haar nu reeds vijftienjarig verlangen naar een graaf hoort uitzingen, dan weet men, dat, welke arbeid den Duitscher op het oogenblik ook geluk verschaft dit niet meer is het eens door hem zoo vaardig bedreven handwerk: een film maken. PAG. II DE GROENE No. 3230

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl