De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 29 april pagina 14

29 april 1939 – pagina 14

Dit is een ingescande tekst.

UITHUIZIGHEDEN Stadsinventaris De Amsterdamsche taxis DE Amsterdamsche taxis zijn een hoofdstuk op zich zelf. Zij hebben een tarief dat nog sneller verandert dan de kaart van Oost-Europa. Maar ze veroorzaken minder gevaar voor de omgeving. Neen, werkelijk, een taxi is een veilig, snel en na de laatste tariefwijziging weer tamelijk goedkoop vervoermiddel. Of zij nu blokgeband of gewoon effen zwart zijn, ik zou ze niet willen missen. De Amsterdamsche taxi-chauffeur is een uitgesproken aangenaam mensen. Hij paart hoffe lijke omgangsvormen aan stratenkennis en snelheidsverlangen aan een uitgesproken levenslust. Dit voorkomt doodelijke ongevallen. De taxichauf feur kent zijn stad, zooals wij onze zolder. Het meeste weten wij direct te vinden, en van het overige weten wij, dat het er moet zijn en waar het onge veer zou kunnen staan. Een taxirijder komt dan ook overal. En voor iedereen. Hij rijdt moeders met zieke kindertjes, dames uit bars, opoes op bezoek, te late kantoorheeren, meneer en mevrouw-met-lange-kleeren voor den schouwburg, meneeren naar conferen ties en iedereen als het regent. Een chauffeur heeft zoodoende een groote menschenkennis. In Amsterdam ge beurt het hem dan ook bijna nooit, dat hij een passagier meeneemt, die hem later doodslaat en berooft. Vertrouw een Amsterdamschen taxi chauffeur gerust Uw innigste geheimen toe. Hij is ze waard en hij kan U met alles helpen. Zeg hem, om welke levenskwestie gij dien trein zoo gaarne wil halen. Als hij het voor U van wer kelijk belang vindt, zal hij er voor zor gen, dat gij hem haalt. Merkt hij, dat gij bijvoorbeeld een bankoverval in den zin hebt, wees dan niet verbaasd als hij U ergens anders afzet. Over een paar jaar zijt gij hem er dankbaar voor. Zoo is de Amsterdamsche taxichauf feur. Een goedertieren mensch vol begrip. Zijn taxi is een veilig koetsje door de branding van het hoofdstadsverkeer. Zijn meter loopt trouw op en verspringt net voordat gij stil staat. Daar zijn ze op gedresseerd. Fooien is bij de taxi hier een teer punt. Er zijn er, daar is het al ingesloten. En dan moet gij er nog iets bijgeven. En er zijn er, daar is het nog niet bij, daar moet gij er veel meer bij geven. Als gij veel geeft is de chauffeur tevreden, en anders is hij boos. Hierover behoeft gij nooit in onzekerheid te verkeeren. Gij merkt het vanzelf. Want een chauf feur is een eerlijk en oprecht wezen. Het zijn de goede geesten van de we reldstad. De dwaallichtjes, die U meestal echter goed terecht brengen. Tooneel De moeder (Ned. Tooneel) ALS er oorlog komt. ..." Als er gevochten wordt. ..." Hoeveel millioenen menschen, zouden dat op het oogenblik zeggen en denken? En wie is daarvan het slachtoffer ? Is het de man, die zijn leven geeft, of zijn het de vrouwen en moeders, die hun mannen en zoons moeten geven? Als de man sterft voor een idee, de idee van de wetenschap, van den militairen plicht, voor een hoogterecord, voor een politieke ideologie, wie heeft dan Loudy Nijhof als ,,de moeder" het offer gebracht, hij of zijn moeder of vrouw? Capek beantwoordt dat: de Moe der" ! Daarom schreef hij zijn stuk. De moeder lijdt voor al deze groote ideeën, waarvan zij het groote niet kan inzien. En deze moeder ziet achtereenVolgens haar man en haar zoons sterven. Arme moeder. Wij zouden tranen moeten schreien om deze moeder. Wij zouden aan onze eigen moeder moeten denken, aan de moe der. De moeder, die haar laatsten zoon niet wil afstaan, en toch moet, ge dwongen door den wil, de nagedachtemm i imi i iiiiin iiiiiMiiiiiiii.MIJN VRIEND, DE THUISZITTER over: DEN HEMEL IK weet niet", aldus mijn vriend, de Thuiszitter, en hij lepelde nadenkend in zijn ice cream soda, ik weet niet, of jij er ooit over nagedacht hebt. Maar met dien hemel is het eigenlijk gek gesteld. De oude Grieken dachten, dat het een koepel was van metaal waarbinnen de wereld besloten was. En later hebben ze begrepen, dat het lucht was. En weer wat verder konden ze precies vertellen, waaruit die lucht bestond; waterstof en zuurstof er nog zoo wat bijmengsels. We leven er van, we hooren er door, het drukt op ons en houdt onze organen op zijn plaats. Het biedt autos en vliegtuigen een weerstand om niet nog sneller te gaan en het maakt vliegtuigen en het vliegen mogelijk.Verder produceert het stormen en voorjaarskoelte en daarmede moesten wij tevreden zijn. En jij bent het ook, niet kerel? Maar het menschdom was niet tevreden. En ze vonden iets uit, waarmee zij hun ontevredenheid konden demonstreeren. Goed, jullie meent, dat er lucht noodig is om te leven. Hier heb je de strijdgassen. En zie nou maar waar je blijft met de theorie. Biedt de lucht weerstand? Goed, een kogel komt er wel doorheen en net zoo snel als wij maar willen. Nee, wij mogen dan misschien meer van de lucht weten, de Grieken waren er gelukkiger mee. Ik weet", aldus mijn vriend, en hij dronk door een rietje, ,,ik weet wat je zeggen wil: je wilt praten over gasmaskers en bomvrije schuil plaatsen, Maar dat is toch onzin. Waarom zou een mensch zich muil korven ? Nee, ik heb iets heel anders bedacht. Gasbommen worden in het vervolg niet meer afgeschoten of uit de lucht gesmeten, dan wanneer zij voorzien zijn van een goedsluitende gasvrije bekleeding. Onder de vliegtuigen worden vangnetten gehangen, zoodat niets op den grond kan vallen. Voor elk kanon komt een kogel vanger, zoodat ze door de lucht geen schade kunnen aanrichten. Op die wijze kan een mensch tenminste weer met een gerust hart van de lucht en den hemel genieten. Gek, jij die zoo'n pacifist bent, hebt daar nooit aan gedacht. Dat ik nou weer op die idee moet komen !" RiiiiimiiiiitiiiiiiiiiimiH minimum iiiiiuu uuuuuiiiumiiii urn i iiiiiiiimiminmi Otaosscnouwburg N V HET NEDERLANDSCH TOONEEL - Directeur Cor Tan der Lugt Melseri Zaterdagavond 29 April 8-15 uur gewone prijzen Zondagmiddag 30 April 2 uur Mat, pr. van Fl. 2.0fi - Fl. 0.46 Zondagavond 30 April 8.15 uur pr. van Fl 1.76 - Fl 0.46 DE MOEDER tooneelspel in 3 bedrijven door Karel Capek U.d.p. B-en voortreffelijke opvoering van een volmaakt stuk MADAMA SANS GENE nis van den vader, en de andere zoons. Ook de laatste zal zijn leven moeten geven: voor de idee der rechtvaardig heid, voor de verdediging van zijn onrechtvaardig aangevallen land. Arme moeder. Maar wat is er? Ben ik ont roerd om die moeder? Die booze, schreeuwende vrouw, die bittere en verbitterde feeks is dat: démoeder? Weineen ! Dat is tooneel. Dat is een vrouw, die hard heeft gewerkt om deze moederrol te spelen, een rol, die niet voor haar geschreven is, waar haar hart niet voor geschapen is, waarvoor haar liefde niet toereikend blijkt en haar moederlijkheid te klein, te weinig dierlijk en te weinig moederlijk wordt. Dat was de opvoering van het Nederlandsch Tooneel. Als de moe der" er niet voldoende is, wat gaat ons dan dit stuk verder aan? Van Dalsum regisseerde, ernstig en met teederheid. Zijn vaderfiguur, was waar dig en vol liefde. De jongste zoon, de poëtische droomer, later de vurige, strijdvaardige jongeling was een mooie rol van Gijsbert Tersteeg. En Loudy Nijhoff speelde de moederrol. Hoe het staal gehard wordt (Holl. Schouwburg) HOOLA, Michael Michalowsky ! Pas op voor dien smerigen hond van een Tsaristischen uitbuiter. Ga op zij voor dien kozak met zijn zweep van hondenleer en dien deernenzoon van een kozakkenofficier. Edele kameraad, lig jij ook zoo te steunen in de gevan genis van dien dronken vrouwenbeul ? Vervloekte bastaard, pas op, scheur je Russische hemd niet aan de samowar. Daar komt die roover en plunderaar van een kapitein weer aan. Nee hoor, wij zweren samen. Wij stichten een betere maatschappij. Daarvoor geven wij ons leven ! Zoo is ongeveer de sfeer van Hoe het staal gehard wordt". Klinkklare nonsens en dilettantentooneel gewor den buitenlandsche ideologie. Onder belicht op het tooneel, dwaas ge schminkt, met afwezigheid van eiken vorm van talent in een vermoeiende opeenvolging van zinlooze, beschamen de, kinderachtige tafreelen. Maar misschien kan ik er niet over oordeelen. Ik ben met de pauze weggegaan. Film Een onvergetelijk man (Roxy Theater) DEZE dokter Abbott is zoo sympa thiek, dat je er om moet huilen. Een man, die slechts leefde voor zijn werk; met een brandende liefde voor Een onvergetelijke dokter de medische wetenschap, die hem niet tot haar hoogere regionen wilde toe laten. Een man, die slechts goed deed en toch veel moest lijden van de menschen. Dat is de rol van den acteur Edward Ellis die deze sympathiekheid tot in de laatste perfectie uitbeeldt. Wat er omheen gebeurt, is niet zoo de moeite waard. Zijn strijd tegen laksche autori teiten, zijn vaderlijke liefde voor zijn aangenomen dochter, zijn zoon, die hem oorspronkelijk miskent en ver driet doet, tot hij de waarde van zijn vader inziet. Een dokter die veel lijdt en veel helpt en dat eenvoudig en tegelijk geraffineerd gespeeld. Dat is een onver getelijk man. Al as ka (Rembrandt Theater) BIJNA twee en een half uur duurt de film en dat beteekent bijna twee en een half uur Hans Albers, die twee uur lang de flinke man speelt en een half uur lang sterft. Hans Albers, dat is het ideaal van den schooljongen die graag zóó later zou willen zijn: grof, nonchalant, ongegeneerd en die eerst later, als hij Alaska ziet, zich schaamt, dat hij schooljongen is ge weest. Als Albers loopt, is het alscf de S.A. marcheert en als hij dood gaat, is het alsof een heel land uitsterft. Het geheel is zoowel lachwekkend als on smakelijk, want hier wordt serieus ge probeerd van den schooljongen een held te maken. Buitenshuis Waterseizoen DE bootjes van Amsterdam worden weer te water gelaten. Den heelen winter stonden zij te wachten in lood sen en schuren. En in het prille voor jaar kwamen de eigenaars met potten verf en krabbers en begonnen de huid van hun schip schoon te bikken en te krabben en te schuren en alles weer keurig over te verven, te lakken, te teeren en te vernissen. Lekken worden gedicht en lekken meer dan ooit. Mastjes gekrabt, zeilen genaaid. Kussens gewasschen, kooien gezeept. In zulk een loods op een Zondag in het voor jaar is het een gedoe van belang. En dan komt de dag, dat het schip weer het water wordt ingereden. De motor moet proefdraaien en doet het eerst niet. Alles wordt nagekeken en hij doet het nog niet. Dat is, omdat de kuren die het vorige seizoen precies bekend waren, nu weer vergeten zijn, of in den loop van het jaar ook gewijzigd. Tenslotte lukt het en met trotsch getoeter glijdt het schip den nieuwen zomer tegemoet. Een Amsterdamsch schip is een fa milie-affaire. Meestal zelfs een kwestie van meerdere gezinnen. Neven, ooms en tantes. Overigens mag men hier, noch als elders, generaliseeren. Er zijn de superjachten van de Sixhaven en de gemotoriseerde pieremechocheltjes uit de Lijnbaansgracht. Er zijn de beproefde zesmeterzeilers en de ruzieënde motorprutsers. Er zijn de duizenden n- en tweepersoons canoes, en er zijn de tien-gasten-motorjachten met ijskast en radio. Op de Nieuwe Meer, op de Westein der, op de Zuiderzee, langs den Amstel on de Vecht knorren hun plofjes of scheren hun zeilen. Dat alles is de Amsterdamsche Watersport die nu weer gaat beginnen. PAG. 14 DE GROENE No. 3230

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl