Historisch Archief 1877-1940
Een verhaal van De Groene
Lieve.
MEVROUW Bergman was er zich niet van
bewust, dat er iets bijzonders te doen was
in Mast's Warenhuis op dien middag in
April, totdat zij op de zesde verdieping uit de lift
stapte en ontdekte, dat de afdeeling kinderkleeding
afgesloten was met witzijden koorden, net als bij
een huwelijk in de kerk. Zij fronste haar wenk
brauwen en keek angstig naar haar zevenjarig
dochtertje Claartje, dat na twee uur ingespannen
winkelen een beetje bleek om haar mond begon te
worden. Mevrouw Bergman had Mast's Warenhuis
als het terrein van haar boodschappen verkozen,
omdat zij dien morgen in de krant gelezen had, dat
een miniatuur spoedbuffet voor kinderen daar zoo
juist was geïnstalleerd in de afdeeling kinderkleeding,
en omdat zij wist, dat niets dan een lekker hapje
Claartje weer zonder incidenten heelemaal terug
naar huis zou kunnen doen gaan. Toen zij besluite
loos voor de witte koorden stond, kwam er een
meisje in een zwarte jurk aangeloopen om haar uit
te leggen, dat het kinderbuffet eerst den volgenden
middag voor het publiek officieel opengesteld zou
worden; vanmiddag had er een ontvangst voor de
vertegenwoordigers van de dagbladen plaats.
Mevrouw Bergman staarde over de groenbekleede
vloer van de afdeeling en zag in de verte een aantal
dames en heeren die, zonder veel enthousiasme, uit
witte bekertjes dronken. Een elegante jonge man,
zeer blond en met overdreven breede schouders,
beheerschte de groep en sprak levendig. Het scheen
dat niemand naar hem luisterde. Er achter lag het
nieuwe spoedbuffet, schitterend van staal en glas.
Toen Claartje het in de gaten kreeg, was het met
haar moreel volkomen gedaan.
Zij barstte in tranen uit.
Bij het hooren van haar snikken keken de jour
nalisten belangstellend om en de lange jongeman
kwam met een boos gezicht vlug aangeloopen. Hij
was onberispelijk gekleed in een jacquet, met een
witten bloem in zijn knoopsgat en mevrouw Bergman
bracht zichzelf in den plooi voor de ontmoeting.
Toen de jonge man echter bij den ingang van de
afdeeling gekomen was, was zijn uitdrukking
stralend. Hij streelde Claartje vriendelijk over haar
hoofd en stelde zichzelf voor als Walters, onder
directeur. Claartje, overdonderd door zijn waardig
heid, hield op met huilen. Zij was een heel knap
meisje, zelfs met een rood neusje, en de heerschende
mode van grappige en sprookjesboekachtige kleertjes
was voor haar als geknipt. De heer Walters bekeek
haar in gedachten, streek ondertusschen over haar
hoofdje en sprak bemoedigend tegen mevrouw
Bergman.
Dan, zonder overgang, kwam hij plotseling in
actie. Op een wenk van zijn hand verschenen plot
seling bedienden uit het niets om op geheimzinnige
boodschappen gestuurd te worden. Claartje werd
naar het spoedbuffet gebracht, aan de pers voor
gesteld en van een sandwich voorzien, die ze vergat
op te eten. Terwijl mevrouw Bergman aan de
buitenzijde van de groep moest blijven zwerven
kwam een fotograaf de afdeeling binnengestormd.
En van de bedienden kwam er een opdagen met
een groote pop, gekleed in een matrozenpakje, die
hij in Claartjes armen drukte. Mevrouw Bergman
begon te realiseeren wat er aan de hand was. Zij
stapte naar voren om te protesteeren, maar
Claartje's gezicht begon te betrekken. Alles scheen haar
moeder op dat oogenblik te verkiezen boven nog
me e ? tranen en dus slikte zij haar woorden in en
trad achteruit met het onaangename bewustzijn,
wat een slappe moeder zij eigenlijk was als het op
werkelijk ingrijpen aankwam. Daarop werd
Claartje gefotografeerd terwijl zij den heer Walters
een hand gaf, terwijl zij de pop van meneer Walters
aannam, terwijl zij melk dronk uit een van de witte
bekertjes, terwijl zij meneer Walters melk aanbood
en terwijl zij samen met meneer Walters een sand
wich at. En tenslotte, toen de onder-directeur zich
over haar heenboog om teeder afscheid van haar
te nemen en haar vrojg of Claartje hem nu niet eens
een brief zou willen schrijven, was Qaartje volko
men sprakeloos en nog slechts in staat haar hoofd te
schudden in een gelukkige toestemming. Op weg
naar huis zei zij geen woord maar drukte de pop
tegen zich aan en keek droomerig uit het
tr;inraampje.
Den volgenden dag, een Zaterdag, was zij al
vroeg op en bracht den morgen door aan haar
moeder's bureautje met het fabriceeren van den
brief, waarom meneer Walters haar gevraagd had.
Toen mevrouw Bergman haar kwam roepen voor
de koffietafel, liet Claartje haar de vijfde en defini
tieve versie zien, die luidde:
LlEVE, LIEVE MENEER \\~A1,TICKS ,
Ik vond het 'n eenig partijtje on de pop vond ik eenig
on nu kom ik weer eens gauw naar Mast toe en dan
breng ik de kinderen uit mijn klas mee.
U vriendinnetje,
C LA ART j E KKKG.M A.\
Toen mevrouw Bergman haar dochter den brief
in de brievenbus zag gooien, kwam zij voor het
eerst sedert de receptie weer tot rust. Zij luisterde
gedurende het weekeinde toegevend naar Claartje's
enthousiaste verhalen over meneer Walters en
toonde zich zelfs bereid het eens te zijn met de
conclusie, dat hij een veel knappere man was dan
Claartjes eigen vader.
LAAT in den Maandagmiddag kwam een speciaal
afgegeven brief voor Claartje. Hij kwam van
Mast's Magazijnen en zij scheurde den brief in haar
gretige pogingen om de enveloppe open te maken.
Mevrouw Bergman las hem hardop aan haar voor:
LIEVE, LIEVE CLAARTJE.
Ik ben blij, dat je het prettig vond op ons partijtje
en dat de pop tot je tevredenheid is. Breng de kinderen
uit je klas maar mee om de magazijnen te bezoeken.
Ik vond je brief zoo aardig, dat ik hem graag met je
portret in de krant zou willen afdrukken. Je bent wat
een knap meisje, dat je al zoo keurig kunt schrijven en
ik hoop maar, dat je het heel vaak zult doen.
Met besten groet, hoogachtend,
BKRXAKD J. \\"ALTERS
P.S. Wil je je moesje vragen, haar naam te zetten
op het strookje papier, dat ik in de envelop bijsluit.
Het strookje papier was een verklaring, die aan
Mast's Magazijnen toestemming gaf, Claartje's
portret te publiceeren. Mevrouw Bergman keek er
twijfelend naar. Niet in staat weerstand te bieden
aan de smeekbeden van haar dochter, teekende zij
het tenslotte en de volgende twee uur dacht zij
ingespannen er over na, waarom ze dat in 's hemels
naam gedaan had.
De brief verscheen in de krant op Vrijdagmorgen
in een van Mast's gezellige advertenties. Direct er
boven was de foto van Claartje, die uit een wit
bekertje dronk en; er onder, een antwoord:
Wat een aardig briefje, Claartje ! Het doet ons echt
goed, te weten, dat onze vriendjes aan ons denken. We
hopen, dat je dikwijls naar onze geheel nieuw inge
richte zesde verdieping zult komen en je kameraadjes
mee zult brengen voor het drinken van heerlijke Hof
stede Vollemelk en voor een voedzaam hapje. Natuurlijk
kunnen wij niet aan elk kind een pop geven, maar er
staan heel veel aardige costuumpjes, hoedjes, jassen
te wachten om gepast te worden, evenals stevige
jongenskleeren voor broer. Schrijf ons maar vaak, Claartje !
Claartje basteedde opnieuw haar Zaterdagmorgen
om een brief aan meneer Walters te schrijven,
waarin zij hem er voor bedankte, dat hij haar foto
in de krant gezet had en hem beloofde hem regel
matig te schrijven. Zij was ontzettend boos, toen
zij haar moeder betrapte bij een poging, den brief
in de prullemand te smokkelen en bracht hem zelf
naar het postkantoor. Kennissen van haar moeder
hielden haar onderweg staande, om haar te ver
tellen hoe trots zij waren om zulk een beroemd meis
je te kennen.
De volgende week ging heel langzaam voorbij.
Claartje was eiken morgen vroeg op, terwijl zij
rondhing tot de postbode kwam, die de foto in de
krant gezien had en het heele geval een geweldige
mop vond. Niets voor de debutante vanmorgen"
riep hij haar steeds vroolijk toe.
Claartje nam die week af en werd bits tegen haar
familie.
Zaterdagmorgen overhandigde de postbode haar
met een plechtige buiging een brief met Mast's
briefhoofd. Claartje bracht hem naar haar moeder
met een beetje ongeruste uitdrukking.
,Ik hoop maar, dat hij niet ziek is", zei zij. Deze
ziet er anders uit dan zijn vorige brief. Wat staat
er in?"
Mevrouw Bergman las de brief voor, die kort was:
GEACHTE JI-FFROTW BHRI.MAN,
Onze heer Walters verzoekt mij, l' te bedanken
voor I:\v aardige brief, en hoopt spoedig weer eens
iets van \' te hooren. Hij is o]) het oogenblik zeer bezet
en verzocht mij, voor hom te schrijven.
Met beleefde hoogachting,
IV d.v.
Ll.l.A C. 1'OKI'KK,
('hof Publiciteit
,,Ik weet zeker, dat hij het erg druk heeft, kindje"
zei mevrouw Bergman. Dat soort magazijnen
hebben in dezen tijd van het jaar erg veel te doen,
begrijp ie, om de menschen voor de lente te helpen".
Claartje glimlachte twijfelend en deed den brief in
haar bureaulaatje. Zij wachtte drie dagen met hem
te beantwoorden.
NADAT er twee weken zonder antwoord
verloopen waren, merkte mevrouw Bergman
tot haar opluchting, dat Claartje niet meer naar de
voordeur holde als de post moest komen en dat zij
wesr een beetje scheen aan te komen met het
speciale dieet, dat de dokter voorgeschreven had.
Maar zij speelde, met negatie van haar andere
speelgoed, alleen nog maar met den matrozenpop.
Op Zondagmorgen zat zij in de huiskamer met
haar pop op den grond te spelen, toen haar vader,
zooals hij dat altijd deed, haar het geïllustreerde
Zondagsbijvoegsel gaf. Claartje sloeg een paar
minuten de bladzijden doelloos om. Toen stond zij
plotseling op, legde de krant op haar moeders
schoot. Blijkbaar verkeerde zij in een staat van
hevige opwinding.
Is hij dat niet?", vroeg zij.
Mevrouw Bergman keek naar een foto van een
knappen, breedgeschouderden, blonden jongen man,
elegant gestoken in een jacquet met een bloem in
zijn knoopsgat. Hij lachte welwillend naar een
snoezig klein meisje, van ongeveer drie jaar, met
zwarte kurkentrekkers en een engelachtige gelaats
uitdrukking, toen hij over haar heenboog om haar
een pop in matrozencostuum te geven.
Ja kindje", zei mevrouw Bergman, dat is
meneer Walters".
Claartje ging naar boven, zonder te wachten op
het voorlezen van het bijschrift, terwijl zij de pop
midden op den grond in de huiskamer liet liggen.
Toen ze aan tafel gingen, legde mevrouw Bergman
de pop in een hoek van de gangkast. Claartje vroeg
er niet meer naar en ongeveer een week later gaf
mevrouw Bergman hem aan een soldaat van het
Leger des Heils, die een doos gedragen
winterkleeren kwam afhalen.
PAG. 16 DE GROENE No. 3230