De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 6 mei pagina 12

6 mei 1939 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

rouwen en vrouwenleven Be eerste stappen achter H.oe een verkoopster in een groot warenhuis solliciteert IN de parterre koopen de mannen overhemden. Op de eerste etage koopen de vrouwen japonstoffen. Op de tweede etage komen de kinderen die speelgoed willen hebben. Op de derde etage zoeken menschen meubals uit. Op d« vierde etage halen huismoeders rijst en suiker, en op de vijfde halen meisjes een betrek king. Op Vrijdagochtend komen ze daar binnengeloopen, in kamer 19. Tenzij ze zich schriftelijk aangemeld hebben of op een advertentie komen. Demeisjes'die op Vrijdagochtendbinnen komen vallen om te solliciteeren, moeten direct geselecteerd worden. Daarvoor zorgt de selectrice. Op een formulier dat aan een belastingbiljet doet denken, vullen ze hun naam en geboortejaar in, en als hoedanig en waar ze al eerder werkzaam waren, enz. De selectrice vult een biljet in: het voorloopige signalement, dat iets uitvoeriger is dan dat op een paspoort. Bijvoorbeeld: Uiterlijk: slank, bleek en ongezond; Optreden: verlegen; Kleeding: kinderlijk; Spraak: matig; enz. Indien het signalement en de door het meisje verstrekte gegevens een bevredigend geheel vormen, wordt het meisje opgeroepen voor de eigenlijke keuring, dit is een nauwgezet onder zoek door den personeelchef. Er komt bijvoorbeeld eenmeisje dat inde hoedenafdeeling wil. Er is op 't oogenblik geen behoefte aan verkoopsters op deze afdeeling, maar ze houdt voet bij stuk en wil niet in de lingerieafdeeling. Ze heeft een hoedje op dat ze zelf gemaakt heeft, en het is een aardig hoedje. Een ander meisje wil naar kantoor, dat zag de chef reeds toen ze de kamer binnenkwam. Door jarenlange ervaring weet hij de nieuw komers met n oogopslag te categoriseeren. De sollicitanten zijn op allerlei wijzen in te deelen. Er zijn er die weten wat ze willen, maar er zijn meer die dat niet weten. Ten tweede zijn er meisjes met ontwikkeling en intelli gentie, en de op dit gebied minder goed bedeelden. Niet alleen het innerlijk, maar ook het uiterlijk speelt een groote rol. Het elegante meisje met een goed figuurtje past beter in de modeafdeeling dan het meisje dat het tegendeel is van tenger en gracieus. BIJ het onderzoek moet uitgemaakt worden of het meisje bruikbaar is, en voor welke werkzaamheid het geschikt is. Men is geneigd te denken dat het beroep van winkel juf f rouw" geen aanleg en geen kundigheid vereischt. Het tegendeel is eerder waar. Het onderzoek bestaat gedeeltelijk uit tests naar Amerikaansch voorbeeld. De resultaten van deze tests worden echter niet als vaste maatstaf gebruikt. Bij het examen moet blijken of de candidaten voldoen aan de eischen die aan de verkoopster gesteld worden. De candidaten krijgen een bonte rij vragen te beantwoorden, b.v. als volgt: Juffrouw, vertelt u me eens, als Jan grooter is dan Piet, en Piet is kleiner dan Klaas, wie is dan de klein ste van de drie? Jan, Piet of Klaas?" Ja, daar zou 'k eens even over moe ten denken. Jan was grooter dan wie? Dan Piet? En Piet is kleiner dan Klaas?.... Dat is Piet!" Zit een wethouder in het landsbe stuur, het provinciaalbestuur of in het gemeentebestuur?" Jawel meneer, ik zou zoo zeggen bij de gemeente." En dan krijgen ze schriftelijk werk. Op een vel papier staan groepen van vijf woorden, waarbij een der laatste woorden correspondeert op het eerste. Het juiste woord moet onderstreept worden. Alibi: goochelaar, elders aanwezig, paling, alikruik. Onverlaat: vermetel, juist op tijd, niets doen, booswicht. Mijden: tegenhouden, ontwijken, meis jes, hooistapel. Catastrofe: vers, graf zerk, onheil, roofdier. Vanzelfsprekend is rekenen ook een vereischte: 24 bussen snijboonen a 24 cent is? 4 ons thee d f 1.25 p.p., af io°/0, is? Niet oninteressant zijn vragen die direct van toepassing zijn op de practijk, waarbij n der antwoorden onderstreept moet worden. In de stoffenafdeeling komt een corpulente dame. Zij vraagt hoeveel stof ze noodig heeft voor een japon. De ver koopster antwoordt: Voor uw figuur zult u zeker wel vijf meter noodig heb ben." U bent nogal zwaar, dus u zult wel vijf meter noodig hebben." Ik denk dat U aan vijf meter zeker vol doende zult hebben." Er is een extra aanbieding in goedkoope kousen. Wanneer een dame aan de kwaliteit twijfelt, zegt de verkoopster, om haar tot koopen te doen besluiten : Voor die prijs kunt u niet veel ver wachten." Deze kous is onverslijtbaar, probeert u ze eens." Deze kous wordt veel verkocht, en we hebben ze in ver schillende tinten." Al deze vragen moeten telkens weer door alle meisjes beantwoord worden. Als ze geslaagd zijn wordt bepaald in welke afdeeling ze zullen komen. Dikwijls hebben de meisjes weinig of geen voorkeur, tenzij ze reeds als het een of ander werkzaam waren. De personeelchef beslist tenslotte in welke afdeeling het meisje geplaatst zal worden, en deze beslissing houdt de heele toekomst van het meisje in, want waar ze eenmaal gekomen is, daar blijft ze als regel, en wordt op den duur misschien afdeelingchef. NADAT de laatste keuring, de medische, een gunstige uitslag heeft gehad, wordt het meisje aange nomen en wegwijs gemaakt in het warenhuis, Daarvoor zorgen de instructrices. Ze krijgt eenig onderricht in klantenpsychologie en service (pak jes netjes naar de paktafels brengen; zorgvuldige behandeling verhoogt de waarde der artikelen in de oogen der klanten). Ze krijgt wenken over de verzorging van haar uiterlijk, er wordt indien noodig, acht geslagen op cor recte uitspraak. Men wijst haar de indeeling van haar afdeeling, ze leert kwaliteiten onderscheiden. Ze wordt ingelicht over indexboekjes en ceatraalboekjes, dienstliften en trappen, de beteekenis van bellen en signalen, het gebruik van de telefoons, de cassa's en de centraalcassa's. Ze moet weten wat de functies zijn van de debiteurencassa en de commissiecassa, de zicht en de personeelcassa. Ze moet weten wat rood-centraal en wat geel-centraal is, wat ruilbons en wat splitsbons zijn. Ze moet haar index leeren invullen. Ze moet leeren en nog eens leeren. De eerste maanden wordt ze ge bruikt als manusje van alles. Ze wordt met pakjes en briefjes van de eene af deeling naar de andere gestuurd, verdwaalt ettelijke malen en moet de weg vragen, ze voelt zich in een doolhof, maar leert wat ze weten moet. Deze leermethode vergt veel tijd. Daarom maken sommige warenhui zen binnenkort een aanvang met een driemaandelijksche vooropleiding. De meisjes treden pas in dienst als ze deze vooropleiding hebben doorge maakt. Gedurende drie maanden ma ken ze een lange reis door het heele gebouw; in elke afdeeling blijven zij een paar dagen, en er is niets dat ze niet met eigen oogen zien gebeuren. Ze staan aan de paktafels, zitten bij de expeditie, ze demonstreeren een rondrijdend brandweerautotje van 25 cent, ze verkoopen D.M.C, band en ze prijzen Vivani parfum en Gero zilver aan. De taak van de verkoopster is dus niet gering. Ze moet waren- en menschenkennis onder de knie hebben om menschen en waren met elkaar in contact te brengen. Ze moet ver antwoordelijkheidsbesef hebben en zelf standig handelend tegenover de klant kunnen optreden. In zekeren zin is zij verantwoordelijk voor de heele zaak. Den heelen dag is zij op de been, en moet er voortdurend opgewekt uitzien terwijl ze zegt: Mevrouw, wat wenscht u?" E. U. IDEALEN verouderen. Dat is treurig, vooral voor de idealisten, maar het is daarom niet minder waar. Zelfs het begrip idealist", eens een eeretitel, beteekent nu nog slechts: iets goedigs en lichtelijk ridicuuls. Natuurlijk be staan er nog wel menschen die de geest boven de materie stellen, en hiervan in hun leven getuigen; maar als u ze idealist noemt waar ze bij zijn, worden ze waarschijnlijk kwaad. Om nu bij de mode te blijven: er bestond eens een ideaal dat enkelen zeer nabij kwamen, n.l. de altijd chic en modern gekleede vrouw, wier garderobe haast niets kostte. Door mannen be wonderd, door vrouwen benijd, door winkeliers gehaat, schreden deze vrouwen fier door het leven en over de markt, waar ze een lapje kochten voor een belachelijke prijs, dat een week later tot het allernieuwste in avondjurken was gemetamorphoseerd. Het zij verre van mij, te beweren, dat zulke kunstenaressen niet meer bestaan; alleen, het kan niet meer zoo goed koop. De beide uiteinden van den mensen: het hoofd en de beenen, zijn namelijk kostbaarder geworden in 't bekleeden. De spinragdunne zijden kousen, waarbuiten geen chic meer denk baar is, slaan aan den nen kant een belangrijke bres in het kleeding budget; en aan den anderen kant zijn daar de dure krullen, die al die trots geheven hoofden tooien. De dame van de foto verving de krullen ten deele door bloemen: korenbloemen in drie tinten blauw, die het vraagstuk natuurlijk lang niet oplossen, maar misschien wel nieuwe perspectieven openen voor de kunst-bloemisten, die het dan met de kappers eens moeten zien te worden. . . . Maar de modiste Suzy, die deze avonddracht ontwierp, heeft er stellig niet zulke practische gedachten bij gehad, en de vrouw die ze draagt, zal dat ook niet hebben. Gelukkig maar ! PAG. 12 DE GROENE No. 3231

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl