De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 6 mei pagina 3

6 mei 1939 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER OPGERICHT 1877 Redactie en Administratie: Keizersgracht 355, Amsterdam-C. Tel. 37964. Abonnement f. 10.?per jaar. Postrekening : 72880. Gem. Giro G 1000. Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang, na opzegging vóór l December, worden beëindigd. 6 MEI 1939 Litwinow's heengaan HET ontslag van Litwinow als volkscommis saris van buitenlandsche zaken naar het heette, hem op eigen verzoek verleend, is stellig de belangrijkste gebeurtenis uit de afgeloopen week. Ging het uitsluitend om een persoons wisseling, dan zou het genoemde ontslag geen verdere belangstelling verdienen. Het verdient deze belangstelling echter wel, indien men het ver dwijnen van den man die de Sowj et-Unie den Volkenbond heeft binnengebracht, beschouwen moet als symptoom van een diep-ingrijpende wijzi ging die zich in de buitenlandsche politiek van de Sowjet-Unie voltrekt. Zal de Unie haar ontzagwek kende militaire kracht verbinden met het FranschEngelsche vredesfront ? Of zal zij zich terugtrekken achter het vijf-en-zeventig kilometer diepe, slechts met mitrailleurnesten en tankvallen bezaaide Niemandsland" dat zich binnenkort van de Witte Zee tot de Oostzee uitstrekt? Ziedaar vragen die door het verdwijnen van Litwinow aan de orde gesteld worden; vragen die hun beantwoording niet zullen vinden in een ver wijzing naar persoonlijke rivaliteiten, maar die een onderzoek behoeven naar de geheele situatie met name de economische waarin zich de Sowjet-Unie bevindt. DE ruimte ontbreekt om een uitvoerig overzicht te geven van de huidige economische positie en van de economische geschiedenis der SowjetUnie in de meer dan een-en-twintig jaren van haar bestaan. Genoeg, er aan te herinneren, dat het zwakke industriëele apparaat waarover het achter lijk Rusland beschikte, in zeven jaren bloedigen oorlog en burgeroorlog vrijwel volslagen vernietigd werd. De in 1921 geïnaugureerde Nieuwe Econo mische Politiek bracht eenige verbetering in den toestand, maar dreigde aan den anderen kant tegen stellingen te scheppen die met de socialistische leer niet in overeenstemming waren. Deze politiek moest geliquideerd worden; zij werd geliquideerd. Eerst toen de leidende kringen inzagen dat een waarlijk grondige verbetering in den toestand niet mogelijk was zonder het optrekken van een geheel nieuw industrieel apparaat, dat gevoed kon worden met de millioenen-massa's der ongeschoolde arbeiders en de onmetelijke rijkdommen van den Russischen bodem eerst toen kon een ontwikkeling beginnen die een achterlijk boeren-land tot een moderne, industrieel en agrarisch ontwikkelde mogendheid omvormt. Het eerste en tweede Vijfjarenplan schiepen in de periode 1928?1937 een ontzagwekkende zware industrie. Tevens werd onder gigantische moeilijk heden de landbouw veranderd van individueeltot collectief, gemechaniseerd bedrijf. De industriëele productie steeg met ruim 17 pCt. per jaar. Het tweede Vijfjarenplan vertoonde echter bij zijn verwezen lijking op verschillende belangrijke punten ernstige tekorten: de productie van ijzererts, steenkool en petroleum steeg niet in het gewenschte tempo. Ook de consumptie-middelen-industrie bleef achter. De Russische arbeider die gehoopt had dat de moeite waarmee hij het eerste Vijfjarenplan voltooid had, een prestatie, wellicht eenig in de geschiedenis der menschheid beloond zou worden door een ononderbroken stroom van verbruiksartikelen, die uit de nieuwe fabrieken van het tweede Vijfjarenplan zou vloeien, kwam ten deele bedrogen uit. Onder den druk der internationale situatie moest de regee ring de plannen belangrijk omvormen. Zij had een vredes-economie willen scheppen; door de bedrei ging van Japan in het Oosten en Duitschland in het Westen zag zij zich genoodzaakt, een oorlogs economie uit den grond te stampen. Het is de oorlogs-industrie die ook op het oogenblik de beste grondstoffen en de beste technici toegewezen krijgt. Voor haar eischen moet alles wijken. Nog steeds heerscht in de Sowjet-Unie een ontzaglijke woning-nood, maar van het enorme bouwprogramma dat in het jaar 1938 is uitgevoerd, was slechts n tiende gedeelte voor particuliere woningen bestemd, de rest voor militaire werken. Het derde Vijfjarenplan trekt deze lijn verder. Gemiddeld moet de industriëele productie met 13,5 pCt. per jaar stijgen, met 11 pCt. in de consumptiemiddelen-industrie, met 15 pCt. in de productie middelen-industrie. Conclusie: de boter moet wach ten ; de kanonnen gaan voor. Wel zal het levenspeil kardinaal verschil met Duitschland ! in belangrijke mate verhoogd worden, maar niet in die mate die met het bestaande technische apparaat mogelijk is. ZOO echter iets te bewonderen viel in de rede voering over de economische situatie der Sowjet-Unie, die de voorzitter van den raad van volkscommissarissen op het jongste congres der Communistische Partij gehouden heeft, dan wel de bescheidenheid. Molotow wilde de enorme presta ties die in tien jaar tijds geleverd waren, niet ver kleinen, maar", zeide hij, wij zijn er nog lang niet! De Vereenigde Staten, Engeland, Frankrijk, Duitschland zij zijn ons nog vér voor, indien men er op let hoeveel er per hoofd van de bevolking wordt geproduceerd." Hij verstrekte in dat verband interessante cijfer-reeksen. Laat ons een der inte ressantste nemen: de zeep, belangrijke graadmeter voor het materiëele beschavingspeil. De V.S. produceeren 12 kg. zeep per persoon per jaar; Engeland il kg.; Frankrijk 10 kg.; Duitschland 7 kg.; de Sowjet-Unie 3 kg. ... Tal van collectieve boerde rijen verkeerden, aldus de critische spreker, in een bedroevenden toestand. De veestapel was nog steeds aanzienlijk kleiner dan in 1916. En zoo was er meer. Maar trotsch kon hij wijzen op het ongeëvenaarde tempo waarin de achterstand werd ingehaald. Onze conclusie: de economie der Sowjet-Unie heeft vóór alles tijd noodig, veel tijd, zoo mogelijk decennia. Deze relatieve achterstand geeft, naar ons oordeel, de verklaring voor de passiviteit die de buitenlandsche politiek der Unie de laatste vijftien jaar vertoond. Deze relatieve achterstand veroorzaakt tevens dat de Unie zeer weinig geneigd zal zijn ten strijde te. trekken, tenzij uit zelfverdediging. Het land heeft ontzaglijke reserves: slechts een achtste van het bebouwbaar land is in gebruik; het kwartmillioen collectieve boerderijen is nog slechts schaars voorzien van moderne machine's; onmetelijke bo demschatten wachten op ontginning; de jeugd is bezield van een mateloozen ijver en ontwikkelt zich snel; het aantal technici groeit jaarlijks met tien duizenden; de Staat steunt het wetenschappelijk onderzoek met groote bedragen. Dat alles moet op den duur rijke vruchten afwerpen. Echter: eerst op den duur. Oorlog zou de Sowjet-Unie uiterst onge legen komen. WORDT hij aangevallen, dan zal hij zich weten te verdedigen. Zijn grondstoffen-positie is uitermate sterk. Thee, wol en zekere minder belangrijke producten der tropen zijn de eenige grondstoffen die ont breken. In oorlogstijd zou de noodzakelijke import dan ook slechts gering behoeven te zijn; de reeds aanwezige goudvoorraden de goudproductie in Si beriëontwikkelt zich met reuzenschreden zouden ruimschoots voldoende zijn voor contante betaling. Het is in dit verband voorts van het grootste belang dat de kwetsbaarheid der oorlogsindustrie naar verhouding zeer klein is. De Russische afstan den die Napoleon den nekslag toebrachten, zijn, meer dan vijf-kwart eeuw later, ook bommen werpers nog te veel. Het spreekt vanzelf dat de Moskou'sche regeering systematisch poogt uit deze afstanden profijt te trekken. Een der belang rijkste onderdeden van het Derde Vijfjaren-plan is juist om de productie naar de minst kwetsbare centra te verplaatsen. Midden tusschen Duitschland en Mandsjoekwo, in het Oeral-Koeznets gebied, wordt een enorme industrie-basis opgebouwd, welker productie voorloopig die van geheel Japan zal evenaren. Vijftien van de twintig hoogovens waarin het Derde Plan voorziet, worden in het Oosten en Verre Oosten gebouwd. Een geheel net van schaduw-fabrieken wordt over dat deel van het rijk gespreid. Tenslotte wordt ook het voedings centrum van den staat naar veiliger oorden verlegd. De gegevens over de eigenlijke militaire macht zijn schaars. Maarschalk Worosjilow beperkte zich in zijn uitgebreid referaat op het jongste congres tot verhoudingscijfers, die op den toestand in 1934 betrekking hadden. Het Roode Leger was bij voor beeld meer dan verdubbeld. Van de absolute sterkte is weinig bekend. De Prawda" nam echter kort geleden laconiek een Duitsch bericht over, waarin de oorlogssterkte van het Roode Leger op elf millioen werd geschat. Is dit cijfer juist? Men weet het niet. In elk geval zijn deskundigen het er wel over eens, dat de SowjetUnie in het verder verloop van een oorlog een enorme kracht kan ontwikkelen. GEEN wonder dat, onder deze omstandigheden, de Sowjet-Unie telkenmale getuigen kan van een rustige vastberadenheid tegen welke de ner veuze angst welke keer op keer de democratische staten bevangt, schril afsteekt. Eenzelfde vast beradenheid sprak uit de uitvoerige inleiding over den buitenlandsch- en binnenlandsch-politieken toestand, die Stalin op het meergemelde congres gehouden heeft. Hij achtte het gewenscht, de vredes-politiek voort te zetten en, met name, de handelsrelaties met alle landen te consolideeren. Met alle landen. De Sowjet-Unie heeft tot voor kort met de fascistisch-totalitaire mogendheden een intensieven handel gedreven. Deze is in de jaren '36 en '37 vrijwel tot nul gereduceerd. Thans stijgt hij weer iets, en er doen op het oogenblik hardnekkige geruchten de ronde over onderhandelingen die de Russische gezant te Berlijn zou voeren betreffende uitwisseling van grondstoffen als katoen en wolfraam, die Duitschland noodig heeft, tegen Duitsche machine's, die de Sowjet-Unie noodig heeft. Stalin achtte het tenslotte gewenscht om wij citeeren woordelijk voorzichtig te zijn, en te verhoeden dat ons land in conflicten betrokken wordt door provocateurs die gewoon zijn, anderen de kastanjes uit het vuur te laten halen". Wie bedoelde hij daarmee ? Engeland en Frankrijk. Precieser: de Chamberlain's en Bonnet's. Niet zonder sarcasme wees hij op de teleurstelling die deze politici ondervonden, toen na München bleek dat Duitschland niet van zins was zijn expansie naar het Oosten voetstoots te laten volgen door een aanval op de sprookjesachtige rijkdommen van de Oekraïne. Stalin's sarcasme is, naar het ons voorkomt, alleszins gewettigd. De huidige Engelsche en Fransche regeering zouden niets liever zien dan dat Duitschland en de Sowjet-Unie zich in ouderlingen strijd uitputten. Is het dan te verwonderen dat de Sowjet-Unie de pogingen tot het opbouwen van een vredesfront" met een zeker scepticisme gadeslaat? De Sowjet-Unie was in September j.l. bereid, Tsjechoslowakije daadwerkelijken bijstand te verleenen. Zij had met Roemeniëreeds een accoord getroffen betreffende het vervoer van troepen. De Sowjet-Unie moest echter ervaren dat München tot stand kwam, waarbij haar opinie niet eens gevraagd, laat staan gevolgd werd. Deze les is niet vergeten. Litwinow is het symbool geweest van een op West-Europa gerichte buitenlandsche politiek. WestEuropa heeft den steun der Sowjet-Unie versmaad: het heeft Litwinow b.v. niet mogen gelukken, het nauwer contact tusschen de Russische en Fransche generale staven tot stand te brengen waaronder het reeds vier jaar geleden gesloten vriendschapsverdrag een doode letter zou blijven. En ook de laatste poging van Litwinow om Frankrijk en Engeland tot een eensgezind vredesblok samen te smeden, is mislukt. Vandaar zijn val. De Sowjet-Unie keert West-Europa den rug toe. Deze staat heeft voortaan andere zorgen dan op te komen voor mogendheden wier politiek een conse quent verraad der collectiviteitsgedachte is geweest. L. DE JONG PAG. 3 DE GROENE No. 3231

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl