De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 6 mei pagina 5

6 mei 1939 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

r DE FRANSCHE REVOLUTIE Vrijdag 5 Mei is het honderd-vijftig jaar geleden, dat op dien gedenkwaardigen Mei-dag van het jaar 1789 de Staten-Generaal van het Fransche Volk te Versailles bijeenkwamen. Men neemt in den regel aan dat op dien datum de groote Fransche Revolutie is begonnen. De Groene Amsterdammer" plaatst, ter herdenking van dit wereldhistorisch gebeuren, een artikel van den Leidschen hoogleeraar prof. mr. R. Kranenburg over den invloed dien deze Revolutie op Nederland heeft gehad. Daarnaast heeft De Groene" eenige origineele en typeerende Nederlandsche uitingen uit die dagen opgenomen. Het materiaal wordt hier voor het eerst gepu bliceerd. Lodewyk XVI neemt afscheid van zijn familie, boven volgens een romantisch schilderij van Benazeck, beneden volgens een Parijsche carlcatuur uit die dagen. Twee prozd'Stukjes over den dood van Lodewijk XVI De Koning wordt, in een Treurwagen, met traage schreeden, geduurende twee lange uuren, naar zijn laatste oogenblik heenengevoerd. Wat vertooning, groote God ! mijn hart bevriest, ik ril van ijzing: Zoon van den Heiligen Lodewijk, stijg ten Hemel, dit waren de woorden welke de Priester, die hem verzelde, tot hem sprak. De Koning treedt op. Het monster, dat het haatelijk decreet ten uitvoer brengen zal, naadert. Sta barbaar !. . . . de Heilige Olie heeft over zijn hoofd gevloeid, 't is de Zoon onzer Koningen, 't is Uw Meester dien Uw arm gaat slachten.... Lodewijk XVI wil spreeken. Hij heeft slegts den tijd van te zeggen: Ik ben onschuldig en vergeeve. Het volk wordt bewogen: Santerre, de gruwzame Santerre, die zonder twijfel noch Zoon, noch Vader, noch Echtgenoot, noch Mensch is, verhaast de helsche uitvoering der straf. Het teken wordt gegeeven, de hel brengt het afgrijselijk werk tuig in beweeging; men zoude gezegd hebben dat het zulk een groote misdaad weigerde te helpen volbrengen, het hapert.... maar, groote God ! dit strekt alleen om het lijden des slachtoffers te verzwaaren. Men hoort een droevigen kreet, De Koning is niet meer. (De Limon: Leven en Dood van Lodewijk den XVIden. Amsterdam enz. 1793). Akelige nacht ! schrikverwekkende duisternis ! wat vertoont gij aan mijne verbeelding? ? Vreeselijk angstig zonder sluimering, ? t' siddere ik u door ! Dan niet zonder reden. Beef gij, o aarde ! Het kleed des Hemels worde opgerold ! De ijselijkste verwoesting doe den donder ratelen, en de blixemen flikkeren. Wat zie ik? Helsche monsters klimmen op ! Hier ! Hier ! O ! ik ijze ! De Slanghairige Tisiphonédraagt een bloedend hoofd, en slin gert een Koningskroon af ! Ik herken de bleeke trekken, het is het hoofd van Vrankrijks besten monarch ! EN HET KWAM DAN DAAR TOE ? ? ? Terug dan menschlijkheid ! Godsdienst en Gerechtigheid ! Verlaat den boord der Seine, en vlugt ten Hemel ! Yz Waereldvolken ! ieder schepsel t' siddere ! de verhevenste Kroone viel ! Lodewijk de XVI op een Schavot! ! o gruwel moord ! (Mijne Nachtbedenkingen bij het hooren der tijding van den moorddadigen dood van den besten Koning der Franschen, Lodewijk den XVIde. Amsterdam enz., 1793). PAG. 5 DE GROENE No. 3231 rdzuclit, die nog/"«J. nog/urt in 't wied: ker.d , Maar, als een tlollmdPaard, ila-Jitcomlos heenen rend, Weet de ecr.eGnmrtl by ds anderen te voetjen, Om !mn Moordyuckig l;nrt volkomen te vernoegen, Daar alle Mensclilykti:id is uit hun hart verband, En me op 't geroofde gcid, een Grystard wreed AV De September-moorden... Eindelijk kwam den 2 September dag waarop de moord in Parijs algemeen wierd, al de gevangenissen wierden opgeloopen, en alle Persoenen die daarin gevonden wierden, onmenschelijk vermoord, en in stukken gehouwen, men brengt het getal op 12000. Op de plaats Dauphine, had het volk een groot vuur aangestooken, voor het welke verscheiden, zo mannen, vrouwen als kinderen, eenvoudig gebraaden wierden, de Graavin van Perignan wierd met haar Dogters hier na toe gesleept, alle drie wierden uitgeschud, het gantsche ligchaam met olie bestreeken, en bij een klein vuur verbrand, de hartbreekende gillingen van deese slagtoffers van de woede des graauws, wierden verdoofd door het gezang en de vreugde schreeuwen deeser Cannibaalen die rondom het vuur dansten. Toen de Graavin gebraaden was, bragt men zes Priesters aan, de moordenaars sneeden een stuk vleesch van Mevrouwe de Perignan, en boden het aan de Priesters aan om op te eeten, deese slooten hunne oogen, en antwoorden niets, hier op wierd de oudste van hen, een man van 60 Jaar, ontkleed en gebraaden, het volk zeide tegen de andre: dat zij misschien meer smaak in 't vleesch van een Priester, als in dat van een graavin zouden vinden .... de vijf Priesters vielen neder, en omhelsden elkaar en storten zig gelijkelijk in de vlammen, de Barbaaren spanden alle kragten in om er hun uit te trekken op dat zij haar tormenten verlengden, maar zij waaren reeds gestikt. (Tafereel der Gruwelen van de altoosuerfoeijelijke dagen 2, 3, 4 en $ September IJ<)2, of nieuwe Martellijst van de Fransche Revolutie. Amsterdam enz., 1793) Een gruwelijk tafreel Lodewijk XVI en Marie-Antoinette worden ge dwongen, het hoofd van prinses Lamballe te zien. Is 't niet cer.oe? dan VORST van zynsuTVsüd verflooten ? In'tatkeligst ftrblyf, den Tt\v.[,tl, opjïllooiep? Neen,'tiV/ii!>;rj- /<» , dat in liunn'v.wa't1 niets ontziet, fidciitin hun ^aziifc.en lacht in hur.sit'smdriet, Men Iwingt het / 'trstslyk Huis, hun bhfdyerwant te aan i fchouwen , Die, wreedvtm'jird, het Htefdvsn'tLyf is afgehotf. wen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl