Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER
OPGERICHT
1877
Redactie en Administratie: Keizersgracht 355, Amsterdam - C. Tel. 37964. Abonnement f. 10.?per jaar. Postrekening : 72880. Gem. Giro G 1000.
Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, doch alleen tegen het einde van een Jaargang, na opzegging vóór l December, worden beëindigd.
13 MEI
1939
Onze economische verdedigingsvoorbereiding
Van onzen militairen medewerker
DE wereldoorlog heeft op hardhandige wijze
den overwegenden invloed bewezen van de
economische en industrieele oorlogsvoor
bereiding. De gevolgen van de tekortkomingen in
die voorbereiding hebben zich niet alleen doen
gevoelen in den eigenlijken strijd, maar ook bij de
zorg voor het levensonderhoud van bevolking en
weermacht. Van de daarbij ondervonden moeilijk
heden is Duitschland het slachtoffer geworden;
Engeland heeft er bijna den oorlog door verloren;
en bijna geen enkel land, ook onder de neutralen,
is er vrij van gebleven. Overal leidde de onvoldoende
voorbereiding tot tekorten, wanorde, misbruiken,
geldverspilling, prijsopdrijving, onbehoorlijke ver
rijking eenerzijds ten koste van honger en gebrek
anderzijds.
Geen wonder, dat reeds in dien tijd de volken,
voor zoover zij niet geloofden in de vernietiging van
den oorlog zelf, tot het besluit kwamen om althans
nimmer meer aan een oorlog deel te nemen zonder
voldoende economische en industrieele voorberei
ding.
Inderdaad zijn dan ook, toen het oorlogsgevaar
geenszins overwonnen bleek te zijn, vrijwel alle
landen met toenemenden ijver zich op die voor
bereiding gaan toeleggen.
Ten onzent is daarmee de gebruikelijke weg
gevolgd: aanvankelijk is er alleen maar over ge
sproken en geschreven; daarna is de commissionale
periode gekomen. In deze periode is intusschen
belangrijke arbeid verricht voor de organisatie der
voorbereiding.
Teekenend voor het belang van het onderwerp is,
dat thans een commissie van vier ministers (nl. van
algemeene zaken, defensie, economische zaken en
financiën) de centrale leiding heeft genomen. Onder
haar werken drie bureaux, nl. bij defensie het
regeeringscommissariaat voor defensie-behoeften,
bij economische zaken het rijksbureau voor voedsel
voorziening zoomede het bureau verdedigingsvoor
bereiding van de afdeeling nijverheid.
Een belangrijk voordeel bij de voorbereiding is,
dat daarbij gebruik gemaakt kan worden van de
rijke ervaring en de uitgebreide gegevens uit den
tijd van 1914 tot 1918.
Daar staat tegenover, dat inmiddels de eisenen
aanmerkelijk gestegen zijn. Om te beginnen is de
bevolking met ongeveer 40% toegenomen. Boven
dien zijn de militaire behoeften aanzienlijk hooger
dan tijdens den wereld-oorlog: niet alleen zijn de
vuursnelheden der wapens vél grooter geworden,
maar ook de bewapening zelf is belangrijk uit
gebreid in qualiteit n soorten. Daarenboven zal de
rechtstreeksche bescherming van de burgerbe
volking vél meer materiaal en arbeid vragen dan
vroeger.
HET is minstens genomen te betwijfelen of de
industrie van de geheele wereld in staat zal
zijn een nieuwen grooten oorlog op gang te houden.
In ieder geval zal daarvoor zooveel arbeidskracht
in beslag genomen worden, dat de zorg voor de
eerste levensbehoeften er ernstig door in verdruk
king dreigt te komen. Zoo berekent Possony de
mankracht, vereischt voor de militaire behoeften
van een verdedigenden oorlog per 1000 km front
op 5.5 millioen man aan het front zelf en 52 millioen
BEZOEKT VOORAL
ook het
aquarium in
Holland's
mooiste
natuurpark
Onwehand's Dierenpark
Ritenen, op den Grebbeberg
daarachter; voor een aanvallenden oorlog zijn die
getallen 6.5, resp. 82 millioen.
De productie van levensbehoeften moet dienten
gevolge onvermijdelijk sterk dalen. Tegelijkertijd
zal bovendien de invoer moeilijkheden ondervinden
zelfs meer dan in den grooten oorlog, nu de
ervaring geleerd heeft hoeveel daarvan afhangt.
Des te meer zal het aankomen op de economische
verdedigingsvoorbereiding in het bijzonder op
de voorraden.
Het is dan ook te begrijpen, dat in ons land in de
eerste plaats er naar gestreefd is dat er ten allen tijde
voorraden aanwezig zullen zijn van de onmisbare
goederen.
Al dadelijk rijst daarbij de vraag voor hoe lang
de voorraden moeten dienen. Men kan niet te ver
gaan zonder in buitensporige kosten te vervallen.
Bovendien kunnen groote voorraden een gevaarlijke
aantrekkingskracht uitoefenen. Voorts kunnen wij,
indien ons land in den oorlog betrokken wordt,
rekenen op hulp van bondgenooten; en als wij er
buiten blijven, zal waarschijnlijk tot zekere hoogte
nog invoer mogelijk zijn. Verondersteld mag daarom
worden dat de Regeering onze voorbereiding beper
ken zal tot de tijdruimte van overgang of van het
opvangen van den eersten stoot.
De Regeering heeft er van afgezien de vorming en
het beheer der voorraden in eigen hand te nemen.
In plaats daarvan is den importeurs en fabrikanten
der benoodigde goederen de verplichting opgelegd
om een naar evenredigheid van hun jaarlijkschen
omzet bepaalde hoeveelheid ten allen tij de in voorraad
te hebben.
Deze methode heeft het voordeel voor de gemeen
schap en voor de regeering, dat de toepassing weinig
overheidsbemoeiing vordert, zoodat met een betrek
kelijk eenvoudige regeling en het houden van toe
zicht volstaan kan worden.
De Regeering heeft aanvankelijk de bevoegdheid
om deze verplichting op te leggen, ontleend aan de
landbouwcrisiswet hoewel die met andere bedoe
ling in het leven geroepen was. De bezwaren, die
tegen deze toepassing van genoemde wet geopperd
werden, hebben aanleiding er toe gegeven, dat de
Regeering het vorige jaar een wet heeft uitgelokt,
waarbij zij gemachtigd werd tijdelijk gebruik te
maken van de haar bij de landbouwcrisiswet ver
leende bevoegdheden voor de economische verdedi
gingsvoorbereiding. Deze wet loopt tot het einde van
dit jaar, zoodat zij te voren vervangen of verlengd
moet worden.
DE door de Regeering gekozen methode voor
het vormen van voorraden moge voor de
gemeenschap en de regeering voordeelen hebben,
o. a. omdat zij van de Overheid weinig moeite en
kosten vordert, voor de importeurs en fabrikanten
is zij daarentegen minder eenvoudig. Zij ontvangen
geenerlei vergoeding voor opslagkosten, renteverlies,
indroging, risico door prijsdaling, achteruitgang in
kwaliteit enz. Deze kosten en risico's komen voor
hun rekening, al blijven zij natuurlijk vrij ze
te verhalen op de afnemers, als zij er kans toe
zien.
Met den zorg voor het bezit van een nood-voorraad
is intusschen alleen nog maar in het allereerst
benoodigde voorzien. Bij het ontstaan van een
oorlog zal de Regeering aanstonds leidend moeten
optreden ten aanzien van de organisatie van pro
ductie, verbruik, in- en uitvoer, enz. Ook daarvoor
is een omstandige voorbereiding noodig, mede op
het gebied der wetgeving.
Nadat de Regeering de bevoegdheid had verkregen
regelend op te treden ten aanzien van de voorraad
vorming, zijn een achttal wetten betreffende de
economische verdedigingsvoorbereiding ontworpen,
die in de dreigende Septemberdagen, dank zij de
vlotte medewerking van de volksvertegenwoordiging
ijlings tot wet zijn verheven, echter met beding dat
ze in rustiger tijden opnieuw bekeken zouden wor
den. Tot dat doel heeft de Regeering aan het eind
van 1938 dezelfde acht ontwerpen met eenige
veranderingen nogmaals aan de Volksvertegen
woordiging ingediend. Na ampele.voorbereiding zijn
zij op 5 Mei opnieuw door de Tweede Kamer
aanvaard.
Over het algemeen zijn deze wetten bestemd voor
den toestand van oorlog, oorlogsgevaar of andere
buitengewone omstandigheden. De meeste harer
bepalingen zullen daarom in de toekomst eerst in
werking treden, nadat dit bepaald is bij een konink
lijk besluit, dat daarna onverwijld doch uiterlijk
binnen veertien dagen" aan de goedkeuring der
Staten Generaal moet worden onderworpen. Aan
gezien nu echter sedert begin April de toestand
van oorlogsgevaar voor ons land is afgekondigd,
zullen de meeste dezer wetten voor de eerste maal
tevens in werking treden, zoodra zij afgekondigd
zijn. Over het algemeen is haar werkingsduur
beperkt tot n jaar; binnen dien termijn kan de
Regeering haar bij Koninklijk Besluit buiten
werking stellen. Permanent in werking blijven
alleen de bepalingen die betrekking hebben op de
voorbereiding en de organisatie.
TOT deze laatste categorie behoort in de eerste
plaats de wet op de medewerking aan de ver
dedigingsvoorbereiding. Deze wet geeft aan de Re
geering de bevoegdheid de medewerking te vorderen
van alle personen en lichamen ten aanzien van het
verstrekken van inlichtingen, het gedoogen van
persoonlijk onderzoek, het uitvoeren van opdrach
ten, het vormen en aanhouden van voorraden, het
verplaatsen van bedrijven, voorraden, enz. Deze
wet zal na de volledige goedkeuring voor goed in
werking treden op i Juli a.s.
Zij geeft, zooals men ziet, op zichzelf reeds een
uitgebreide bevoegdheid aan de Regeering. Deze
betreft o.a. ook het opleggen van de
vorenbesproken verplichting tot het vormen van voor
raden.
Deze bevoegdheid wordt nog aanzienlijk uit
gebreid door de zeven andere wetten, die betrekking
nebben op:
de vordering van alle goederen, die van nut
kunnen zijn voor de volkshuishouding of de
veiligheid (algemeene vorderingswet);
de regeling der bodemproductie
(bodem-productiewet);
de distributie van goederen in het belang van
de volkshuishouding, landsverdediging en veilig
heid (distributiewet);
het tegengaan van prijsopdrijving en hamsteren
(prijsopdrijvings- en hamsterwet);
het vorderen van geheele zeeschepen, dan wel
van de geheele of gedeeltelijke laadruimte
(zeeschepenvorderingswet);
het behoud van scheepsruimte voor de zee- en
binnenvaart (wet behoud scheepsruimte) en
herverzekeringsovereenkomsten van den Staat
der Nederlanden met Nederlandsche verzeker
aars tegen het gevaar van molest en gewone
transportgevaren voor Nederlandsche zeeschepen
en luchtvaartuigen, waarbij het risico van den
staat hoogstens 19 maal zoo groot mag zijn ab
dat van den oorspronkelijken verzekeraar
(zeeen luchtvaart-verzekeringswet).
Na de goedkeuring en het in werking treden van
deze wetten zal de Regeering bijkans onbeperkte
bevoegdheid bezitten om naar behoefte te beschik
ken over de diensten en eigendommen der bevolking,
voor zoover de haar toegestane credieten zulks toe
laten. Alleen dooi1 dezebevoegdheid'zal zij in staatzijn"
déonmisbare voorbereidingen en t. z. t. dévërei'scht'e
maatregelen te treffen om in geval van nood zoo
goed in het levensonderhoud van het Nederlandsche
volk te voorzien als de omstandigheden zullen ge
doogen.
VOOR ELKE BEURS 'N
BROCHES
20 STUKS
PAG, 3 OE GRO1NE No. J232