Historisch Archief 1877-1940
De nieuwe
belastingen
ER zijn twee dingen die den
doorsnee-Nederlander interesseeren: de belastingen die hij moet
betalen, en de vraag of zijn land in een volgenden
oorlog betrokken zal worden.
Voorzoover zijn nieuwsgierigheid zich op het
eerste dier twee onderwerpen richt, heeft hij in de
afgeloopen week voldoende tijd gehad om haar .te
bevredigen: de nieuwe belasting-voorstellen der re
geering hebben waarschijnlijk menigeen naar de
pen doen grijpen om uit te rekenen, hoeveel
zij hem eventueel kosten. Het zal niet aan gemopper
ontbroken hebben. Desondanks zal iedereen, wan
neer hij het gezond verstand liet spreken, wel
erkend hebben dat in een tijd als deze zwaardere
financieele offers door het geheele volk gebracht
moeten worden.
De vraag is slechts, hoe men deze offers over dat
geheele volk moet verdeelen.
En het spreekt vanzelf dat het antwoord ook op
deze vraag, niet losgemaakt kan worden van de
huidige verdeeling van den belastingdruk over ons
volk. Het gaat bij deze nieuwe voorstellen, naar het
ons voorkomt, niet zoozeer daarom of zij op zichzelf
de a.s. lasten rechtvaardig" verdeelen; het gaat er
eerder om welk effect zij op de reeds bestaande ver
deeling der lasten zullen hebben.
Het treft gelukkig dat over de verdeeling van den
belastingdruk in Nederland kort geleden een publi
catie is verschenen van het Centraal Bureau voor de
statistiek. Terecht is het bureau bij de berekening
van dien druk uitgegaan van het totaal dat directe
belastingen, indirecte belastingen en crisisheffingen
van de verschillende inkomens-groepen vergen.
Dergelijke berekeningen zijn nooit volkomen be
trouwbaar; als benadering van de werkelijkheid
zijn zij echter uitermate bruikbaar.
Er is dan gebleken dat de totale belastingdruk
voor de inkomens beneden ? 1400.?, bedraagt:
10,5 pCt. (waarvan directe belastingen: 1,5 pCt);
voor inkomens tusschen ? 1400.?en ? 1800.?:
10,9 pCt. (directe belastingen: 2,5 pCt.); voor inko
mens tusschen ? 1800.?en ? 2300.?: 11,7 pCt.
(dir. bel.: 3,4 pCt.;) voor inkomens tusschen
?2300.?en/3000.?: 11,9 pCt. (dir. bel.: 4,4 pCt.);
voor inkomens tusschen ? 3000.?en ? 4000.?:
12,9 pCt. (dir. bel.: 6,7 pCt.); voor inkomens tus
schen ? 4000.?en ? 6000.?: 14,9 pCt. (dir. bel.:
9,4 pCt.) ; voor inkomens boven ? 6000.?: 17,6 pCt.
(dir. bel.: 13,5 pCt.).
Wat blijkt hieruit ? Dat de procentueele spreiding,
zijnde tusschen 10,5 en 17,6 pCt. uiterst gering, dat
m.a.w. de verdeeling van den totalen belastingdruk
over de Nederlandsche bevolking onrechtvaardig is,
niet in psychologischen zin (men voelt" het meer,
indien men 13,5 dan wel 1,5 pCt. van zijn inkomen
aan directe belastingen betaalt), maar wel in
economischen zin.
DE vraag is: welke uitwerking zullen de nieuwe
regeeringsvoorstellen op de genoemde onrecht
vaardige verdeeling hebben? Van de loonbelasting
die uniform a 2 pCt. geheven zal worden, gaat een
nivelleerende tendenz uit. Enkele andere maatrege
len dragen zelfs op zichzelf een reactionaire strek
king: zij bevoordeelen de meer gegoeden. Aan den
anderen kant tast een voorstel als de winstbelasting
van 8 pCt. op de naamlooze vennootschappen de
hoogere inkomens sterk aan. Stelt men tenslotte de
vraag, welk effect het geheel van deze nieuwe voor
stellen op de verdeeling van den belastingdruk zal
hebben, dan is een gedetailleerd antwoord daarop
voorhands onmogelijk: het zou weken, zoo niet
maanden van geduld'g gecijfer vergen.
De eerste indruk in de kringen der belasting
deskundigen is echter, dat deze voorstellen geen
progressievere verdeeling teweeg zullen brengen.
Wij hopen, dat dit punt bij de openbare behandeling
volledig opgehelderd zal worden. Mocht blijken,
dat van de voorstellen inderdaad geen progressief
effect zal uitgaan, dan moge de volksvertegenwoor
diging de moed vinden, ze naar de regeering terug
te sturen met de mededeeling dat de grootere offers
die deze tijd vergt, niet uitsluitend, maar wel in de
eerste plaats gebracht moeten worden door diege
nen die ze het best kunnen dragen.
N.V. ARNHEMSCHE HYPOTHEEKBANK
HYP. KAPITAAL
BESCHIKBAAR
TEGEN UITERST BILLIJKE VOORWAARDEN
De Directie:
Mr J. F. VERSTEEVEN?Mr. H. G. VAN EVEBDINGEN
Het Hakenkruis zweeft
Die Kolonialforderung Deutschlands würde an sich einer
wirtsehaftlichen Begründtmg nicht bedürfen. Sie ist eiii rechtlicb uud
politisch gleichermaflen bcgrüudeter Anspruch, der für Deuisch
iand allerdings die gröfite wirtschaftliche Bedeutuiig hat. Der
Patriotismus dés deutsehen Yolkes fordert die Rückgabe seines
Kolonialbesitzes, den Deuischiand niemandem gcnommen hatte,
ber den ihm ein zusammeiigcflicktes Friedensdiktat '/,u xnireeht
die Yerfügungsgewalt entzogeir hat. Der unter meiner Fiihrung
steheiide Reichskplonialbuiid hat die Aufgabe, für die Erfüllung
dieser Forderung die Yaterlandsliebe aller Deutsehen und die
Gereehtigkeit uud Aiistandigkeit der Welt auïzur
tteln.Dasnationalsoxialistische Dritte Reich \vird dtirch seinen Führer in gegebener
Stunde diesen politischen Anspruch au f Rückgabe der ihm «nier
GewaitaiidrohuugabgepreBten Koloniën seiner Erf llungzuführen.
München, im August 1938.
Hoe Franz, Rittervon
Epp in
Deutschlands Recht aufRaum
und Rohstoff",
Duitschlands koloni
ale eischen fundeert
Hoe Duitschland den terugkeer der vroegere
Afrïkaansche koloniën voorbereidt
Onderaardsch gerommel
Twee dagen voor den verjaardag van Adolf Hitler
deed een bericht de ronde door de wereldpers dat
wellicht slechts weinigen is opgevallen, maar dat
niet nagelaten heeft op die weinigen diepen indruk
te maken. Wat was gebeurd ? Op het eerste gezicht
niets bijzonders: generaal Smuts , minister van
justitie van de Zuid-Afrikaansche Unie had in het
Huis van Afgevaardigden medegedeeld, dat hij be
sloten had, driehonderd man politie naar de vroegere
Duitsche kolonie, thans het Mandaatsgebied
ZuidWest-Afrika te zenden. Wat lijkt onschuldiger dan
de verplaatsing van een zoo geringe politie-macht ?
Er zat echter meer achter. Want de politie
agenten die op den igden April, na een vermoeiende
treintocht over heete hoogvlakten, in
Zuid-WestAfrika aankwamen, waren stuk voor stuk geoefende
mitraillisten. De trein die hen vervoerde, werd trou
wens gevolgd door een tweede, die geladen was met
zware maxim's, pantserwagens, militaire vracht
auto's, kampmateriaal en levensmiddelen voor een
maand.
In Zuid-West-Afrika woonden achtduizend
Duitschers. Zij waren zwaargewapend. Zij eischten
reeds lang terugkeer van het gebied onder den vlag
van het Derde Rijk. Mededeelingen van derden
hadden de regeering te Kaapstad doen vermoeden
dat zij, zoo al niet een formeelen opstand, dan toch
een aanslag op het radio-station Walvisbaai in den
zin hadden, die tot doel had de aandacht van Europa
af te leiden. Dit plan werd door het forsch optreden
der Zuid-Afrikaansche mandaatsregeering verijdeld
en dr. Lierau, de nieuwe Duitsche consul-generaal,
die drie dagen na Hitler's verjaardag in de
havenplaats Windhoek voet aan land zette en wellicht
gehoopt had op Duitschen bodem aan te komen,
moest zich beperken tot het overbrengen van een
persoonlijke boodschap van den Rijkskanselier
waarin deze zijn partijgenooten in Deutsch S
dwest" opwekte, in eensgezindheid trouw te blijven
aan het nationaal-socialistisch ideaal.
Een dag later maakte generaal Smuts m het Hui;
van Afgevaardigden te Kaapstad bekend, dat van
de driehonderd man politie-troepen in elk geval
honderd zouden blijven. De mitrailleurs, pantser
wagens en vrachtauto's bleven eveneens....
Heim ins Reich!"
Toen het Wilhelminische Duitschland aanspraak
ging maken op koloniën, was er nog slechts weinig
over om verdeeld te worden. Frankrijk en Engeland
hadden zich de rijkste gebieden der aarde reeds
toegeëigend onder stilzwijgende goedkeuring van
Bismarck. Had niet Frederik de Groote verklaard,
dat n huis aan de grens evenveel waard was als
een vorstendom tweehonderd-vijftig mijl weg"?
De ware drang naar koloniën ontbrak onder het
Keizerrijk. De stukken die het zich toeëigende
Togo, Kameroen, Duitsch-Oost-en Duitsch- Zuidwest
Afrika in het zwarte werelddeel, n derde van
Nieuw Guinea en een zwerm kleinere eilanden in
Oceanië, waren slechts van geringe beteekenis.
Krachtens artikel 119 van het Vredesverdrag
werden deze gebieden aan Duitschland ontnomen.
Het Duitsche protest werd afgewezen. De geal
lieerde en geassocieerde mogendheden wilden de
verantwoordelijkheid niet aanvaarden om dertien
a veertien millioen menschen over te leveren aan
het lot waarvan de oorlog hen verlost heeft". Het
geen sloeg op de onmenschelijke wreedheden die
Duitsche onderdanen, met name in
Zuid-WestAfrika, op inboorlingen gepleegd zouden hebben.
Hoewel Adolf Hitler in zijn credo Mein Kampf"
zich niet voor het bezit van koloniën had uitgespro
ken, werd de drang daarnaar onder het
nationaalsocialistisch bewind voortdurend sterker. Immers,
slechts door koloniën zou de Duitsche
Raumnot"en Rohstoffnot" opgeheven kunnen worden.
Wij kunnen," riep, twee jaar geleden, Göbbels
uit, niet in armoede blijven leven, terwijl de wereld
in weelde stikt! Wij zijn bedelaars ! Wij staan voor
moeilijkheden, die wij niet in het binnenland te
boven kunnen komen...." Vandaar de eisch: de
koloniën heim ins Reich !"
Tegenstanders merkten op, dat de vroegere
Afrikaansche koloniën, hoe uitgestrekt ook
Duitsch-Oost-Afrika en Duitsch-Zuid-West-Afrika
zijn beiden aanzienlijk grooter dan Duitschland
van zeer geringe beteekenis voor Duitschland zouden
zijn. Zij wezen er op dat zich in de tien jaren vóór
den wereldoorlog per jaar welgeteld veertig
Duitschers in deze gebieden gevestigd hadden. Zij wezen
er op dat de grondstoffen-rijkdom gering was,
dat Tanganjika het vroegere Deutsch Ostafrika"
voor Duitschland slechts genoeg sisal, en
ZuidWest-Afrika slechts genoeg vanadium zou voort
brengen. Zij wezen er op dat de totale export der
vroegere Duitsche koloniën in het jaar 1938 slechts
n procent van den totalen Duitschen import
had bedragen. Maar wanneer zij aldus aan de
UW FAMILIEWAPEN opgespoord en prachtig ge
schilderd in maat naar keus f 13.50. Beschikken
nu over meer dan een half millioen gegevens.
Vraagt eens vrijblijvend aan. Zegelringen,
stamboomen etc. Heraldisch Genealogisch Bureau De Banier,
Zeer billijk. Oranje Nassaulaan 87, Overveen.
PAG. 4 DE GROENE No. 3232