Historisch Archief 1877-1940
PERSOON
DAT wat men niet heeft, verlangt men. Daarom
verlangde de zeer gecultiveerde van het over
gangstijdperk het ikoon en bezorgde ons een onge
motiveerde geringschatting van de stijlen die
nietEgyptisch, niet oud-Aziatisch, niet Charteres zijn.
(Men hoort van den Hollandschen calvinist, of
socialist, weinig verstandige woorden over de
schoonheid der Renaissance- en Barokmeesters).
En daarom ook verlangt hij, die leeft en werkt
temidden van een zinvolle iconographie, naar de
vrijheid van de persoon, naar het eigen drama, dat
zijn kunst heft uit het gevaar van het gemakkelijk
gewende, van datgene wat de moedermelk meegaf,
want hij voelt dat niet de verhevenheid zijner voor
stellingswereld de kunst inhoud geeft, maar de
mate van zijn eigen overgave en de tragiek van
zijn eigen conflict. Zoo worden figuren als Gr
newald, Da Vinci of Michel Angelo belangrijker dan
de vele primitieven van de madonna's met de goud
vulling.
WAAR staat een figuur als Charles Eyck ?
Zijn iconographie lag gereed, waar die van
Roland Holst afwezig was. Hij heeft in de
laatste jaren in de Limburgsche mijnstreek honder
den vierkante meters volgeschilderd en de arbeiders,
authentiek begeerigen haar lotsverbetering, pelgri
meeren in stoeten naar zijn transcendentale muren en
gewelven. Het is makkelijk om te zeggen, dat meester
werken niet in een dag ontstaan, maar het is zeker
dat een sierkunst aan het gewelf en op den muur
gansche andere eisenen stelt dan de kunst van het
vrije schilderij, dat bovendien tegenwoordig vaak
in miniatuurstijl wordt geschilderd. Zoo is deze
snelheid rationeel en de ornamentiek bedeutend",
want velen herkennen er hun geloof in. Het is de
welhaast industrieele productie van kunstwerken
in opdracht," waarom Nicolas onlangs welbewust
vroeg. Het is, in ieder geval, kunst met die religieuze
en sociale functie welke elders zoo heet werd
begeerd.
Het laatste werk is de beschildering van de kerk
te Wittem, een schepping van Von Schlaun, den
hoofdmeester van de Westphaalsche barok, in het
begin van deze eeuw helaas gedeeltelijk verminkt
door neo-gothici die het beter wilden weten. De
schilder heeft den bouwmeester volkomen begrepen:
hij prolongeert zijn vormen tot in het ruischend
oneindige. Eyck's virtuositeit is groot en voor hem
is het probleem precies tegenovergesteld aan dat
van de zoekers naar het ikoon: wat ben ik als
persoon, waar is mijn eigen leven in dezen
feestelijken hemel vol heiligen en engelen?
JVoos Opeennoll
40 jaar zanger
TK zou moeilijk kunnen zeggen, welk liedje van
?*? Speenhoff 'n dertig, vijf en dertig jaar geleden het
meest populair was De Schutterij of Het Meisje,
dat je nooit vergeet, of De Bruggewachter, of welk
ander dan ook Speenhoff zélf was populair, al
zijn liedjes waren populair en ze werden gezongen
niet alleen door Speenhoff zelf, maar op kantoren
en in werkplaatsen, in kazernes, en op schepen,
in groote huizen en in schamele woninkjes. Ieder
zong Speenhoff, ieder kende Speenhoff en aan een
lunch, waar wijlen Prins Hendrik aanzat en Koos
Speenhoff zijn liedjes zong, vroeg Prins Hendrik :
Och meneer Speenhoff, zingt U dat en dat liedje
eens dat zingt mijn kleine meid thuis ook altijd."
Het wil me nu niet te binnen schieten, welk liedje
de kleine meid" in die jaren moet geneuried hebben,
maar het wijst op de groote populariteit van een
dichter-zanger, zooals we er na dien gén meer gehad
hebben.
'n Spottende, gevoelige, knipoogende Speenhoff,
met z'n guitaar en zijn rare gekleede jas ,'n leutige
liedjeszanger die met n eenvoudig coupletje wist
binnen te dringen in de harten van al zijn toehoorders
zoo iemand heeft onze tegenwoordige jeugd niet
gekend. Koos Speenhoff is de nooit te vergeten her
innering van ons ouderen nu mannen van dik
vijftig toen jonge kerels, die konden
schuddebollen om den tintelenden, oorspronkelijken humor
van Koos en dan even later stil voor ons uit
zaten te staren, als hij een van zijn wónder-weemoe
dige, eenvoudige liedjes zong van een kindje of 'n
mannetje of 'n vrouwtje, alles even gewoon en even
alledaagsch maar stil aandoenlijk juist in
al die simpele eenvoud. Mt
PAG. II DE GROENE Na. 3233
Boven :
Gewelfschilde
ring van Charles
Eyck in de 18e
eeuwsche barok
kerk van von
Schlaun te Wit
tem
Beneden finks :
Madonna van
Charles Eyck in
de beschildering
van den
triomfboog te Wittem
Beneden rechts:
St.Chrysostomos,
detail van de ge
welfschildering