De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 20 mei pagina 14

20 mei 1939 – pagina 14

Dit is een ingescande tekst.

ZIJN WERK GING VÓÓR MU ?s®, Karel kwam, altijd, laat thuis van kantoor. Ik voelde, dat ons huiselijk leven een mislukking mra. ? Karel ging weer meer notitie van me nemen... Nu vindt hij niets prettigers dan een hele avond thuis te zijn bij zijn, ^ aantrekkelijk vrouwtje ? Geen enkele man voelt zich aangetrokken tot een vrouw met een vermoeide huid". Toch is een verwaarloosde teint gemakkelijk te verbeteren door het dagelijks gebruik van Lux Toilet Zeep. Het zachte, blanke schuim dringt diep in de poriën van de huid en verwijdert alle onzuivere bestanddelen. ' Toen zei Bep, dat ik f mijn teint verwaarloosde. 'Je hebt onvermoeide huid," | zei ze, "en daarom moetje J LUX TOILET ZEEP gaan M gebruiken" LUX tegen .VERMEIDEHUID TOILET ZEEP LTS 172 014) Edelmetaalbewerking J. C. W^ieneckc Vermeerlaan 33 ??Bilthoven Ontwerpt gedenkplaten, medaille*» en jtctnpeU F. ZWOLLO SR., de Carpentierstraat 150, Den Haag. Atelier van Edelsmeedwerk. Lijfsieraden. ]ubileumstukken in handgedreven Goud, Zilver en Brons. Telef- 771454 F. ZWOLLO JR-, CRONJÉWEG 9, OOSTERBEEK. Tel. 5550. Gedreven Plaquetten en Zilverwerk. Sieraden. Vervaardiging van religieuse voorstellingen in email. W. MARCHAL - CROESESTRAAT 561>i» . UTRECHT EDELSMEEDWERK - SIERADEN IN GOUD EN ZILVER - VERBRUIKSVOORWERPEN IN ALLE METALEN - KERKSIERADEN Ceramiek LUIGI EN SOFIA DE LERMA-VAN DER DOES DE WILLEBOIS KASTANJELAAN 4, GROENEKAN BIJ UTRECHT ITALIAANSCH-HOLLANDSCHE CERAMIEK. PERMANENTE EXPOSITIE Gerrit de Blanken - Leiderdorp - Hooge Rijndijk 149 PERMANENTE EXPOSITIE VAN CERAMIEK Binnenhuis-architectuur Paul Bromberg - Botticellistraat 5 - Amsterdam TEL. 24919 - BINNENHUIS-ARCHITECT deze week in de uitkijk": toegang boven 18 jaar voor de 7e maal geprolongeerd : jean g a b i n in madeleine" (gueule d'amour) Vktoriafilm) UITHUIZIGHEDEN Stadsinventaris Amsterdamsche Schouwburgen DE Amsterdamsche schouwburgen kan men verdeelen in afgebrande en nog niet afgebrande schouwburgen. In de afgebrande wordt tenminste geen geld verloren. In de andere wordt nu en dan gespeeld. Zij liggen op merk waardige wijze door de stad verspreid: steeds twee aan twee; twee aan het Leidscheplein, twee in de Amstelstraat, twee in de Plantage Middenlaan. Wat er verder nog is, kan verwaarloosd worden. Er zijn dus te weinig schouwburgen voor het Amsterdamsche publiek en ook voor het aantal gezelschappen. Maar veel merkwaardiger is nog, dat er voor de schouwburgen te weinig publiek en te weinig gezelschappen zijn. Het gevolg is, dat het publiek klaagt, dat ze te weinig tooneel te zien krijgen en dat het tooneel klaagt, dat het te weinig publiek te zien krijgt. En re hebben allemaal gelijk. Hoewel de klacht ook gegrond is, dat ze elkaar al veel te veel zien. Deze samengestelde paradox heet: het tooneelvraagstuk. De schouwburgen zelf kunnen er echter weinig aan doen. Zij zijn van rood pluche en hebben goedige klapfauteuils. Hun garderobes rooven tijd en hun koffie in de pauze is slap. Zij staan er al langer dan van daag en verbazen zich over weinig meer. Als ze vol zijn, zijn ze gezellig en tevreden. En anders zijn ze onge zellig; maar veel kan het ze niet schelen. Want gezelschappen gaan failliet, directeuren verarmen, acteurs gaan dood. Succes en wansucces verklinkt. Maar de schouwburg blijft bestaan, leeg of vol, arm of rijk. De sterfte is niet groot onder hen en de geboorte nihil. Onaangedaan temidden van veel aandoening, de Amsterdam sche schouwburgen. Film Ouverture ( Tuschinski) EEN film met de Parijsche tooneelschool als centraal punt. Zij begint met een toelatingsexamen en besluit met een gecompliceerd eind examen, waarop een zelfmoord plaats vindt. Want de tooneelminnende jeugd heeft niet alleen op het tooneel, maar ook in haar vrijen tijd comedie geDirecteur en leerlinge speeld en het is een treurspel van liefde, jaloezie en moord geworden. Door steeds tooneel te spelen, gaat men het leven als een tooneelstuk zien", excuseert zich een der leer lingen, maar hun wijze leeraar, een creatie van Louis Jouvet, geeft het wijze antwoord: tracht het leven te laten voortduren nadat het scherm gevallen is". Een brillante film met naast Jouvet de jongere generatie, even voortreffelijk en ontroerend als haar groote leermeester. Die ondeugende Lady X. (City Theater) DIT is een prachtig tooneelstuk. Het is, zooals alle tooneelstukken, in natuurlijke kleuren te zien en zou, op het tooneel, furore maken. Als film is het minder meesleepend. Het is een kwestie van persoonsverwikke ling, omdat de jonge advocaat meent, dat de jonge vrouw, die hij in een hotel ontmoet, identiek is met de ondeugende echtgenoote van een zijner adellijke cliënten. En dus betrekt hij alle schokkende en verdorven bijzon derheden die hij over de ontrouwe onbekende vrouw hoort, op het on schuldige meiske, dat voor verdorven en vier a zes maal getrouwd poseert. Merle Oberon poseert en de advo caat is Laurence Oliver. "" immimilmi nul iimimimi ntmiml imimimimimmmiiiiiii iiiilimmimimiiimiiiiiiiimii'. MIJN VRIEND, DE THUISZITTER j over: DE EENZAAMHEID ! IK wil", aldus mijn vriend de Thuiszitter en hij schonk ijskoud soda- | water in zijn glas landwijn, heelemaal niet onaardig tegen jou | zijn. Maar de eenzaamheid gaat mij bovenal. Als je alleen bent, zijn er | weliswaar geen intelligente en verstandige menschen om tegen te praten, | maar er zijn tenminste ook geen stomme. Als iemand hersens heeft, en l zelf ideeën, hoeft hij de eenzaamheid nooit te vreezen. Jij bent niet graag l alleen, is het niet? En zoo gaat het met de meeste menschen. Daarom jj wonen de menschen op elkaar gepakt als bijen in een korf of als mieren l op een hoop. En eiken mier en elke bij op zich zelf is nog veel eenzamer, | dan wanneer hij alleen gebleven was. l Als er nu nog een voordeel aan verbonden was, aan dat op elkaar l hokken, zou ik er vrede mee kunnen hebben. Maar zooals we allen weten, l krijgt de mensch in de massa nog slechtere eigenschappen dan hij alleen al heeft en dan zeg ik maar: liever alleen en behoorlijk dan met z'n allen en slecht!" Nu weet ik", aldus mijn vriend en hij nam een koelen dronk, nu weet ik wel dat jij en iedereen spreekt van gemeenschapsgevoel", van maat schappelijke orde", van collectiviteit". Maar dat is niets anders dan jullie angst om alleen te zijn. En voor angst heb ik geen eerbied." Ik keek mijn vriend peinzend aan. Er zat wel iets waars in wat hij zei. Maar", zei ik, hoe zou je dat klaar spelen, alles alleen? Zonder bakker, zonder melkboer, zonder dienstmeisje en zonder wijnboeren?" Je zou gelijk hebben met dit argument", aldus mijn vriend, als je n ding niet vergat. De menschen kunnen wel samenwerken, als ze zich maar niet met elkaar bemoeien. Van den melkboer wil ik melk en niet een opinie over het weer. Het dienstmeisje moet opruimen en niet aan merkingen maken op de sigarenasch op het kleed. En daarom zal ik je wat zeggen: de menschen moeten niet meer met elkaar praten. Dan werd er niet zooveel onzinnigs gezegd. De menschen moesten zich niet met elkaar bemoeien. Dan was er niet zooveel ruzie. Ze moesten hun gedachten voorzich zelf houden. Want veel bijzonders is het toch niet. Laat dat je voor gezegd zijn. Ik stel voor: een wereld voor de eenzamen. Als in een straf gevangenis: allemaal samen en toch cellulair. Het is maar een eenvoudige idee; maar jij was er toch maar nooit opgekomen." rmiii imiiim ............ iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii ..... mm ....... n ...... miniiiiiiiiiiimimi .......... imimmiiiimi ..... iiiiiiiimiiimmmi imii£ PAG. 14 DE GROENE No. 3133

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl