De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 20 mei pagina 16

20 mei 1939 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

Siam?Europa retour Een verhaal voor De Groene van A. Viruly IN November hadden we hem op Don Muang ontmoet. Het was in de middag en warm; voor de plaatijzeren hangar laaide de hitte ons tegen, toen we uit de nog met koele bovenlucht gevulde Douglas kwamen. Blakend lagen onder onbewolkte hemel de rijstvelden van de vlakte rondom, maar in het Westen boven de verre en nog onzichtbare bergen groeiden de cumuluswolken al tot minstens zesduizend meter. Gesluierd grijs zag daar de horizon, het moest er regenen. Wanneer regende het er in de achtermiddag niet, boven die toppen met oerbos op de grens van Burma en Siam ? Knip perend tegen het felle licht schudden we de warme hand van den agent en gaven hem de ladingpapieren. Je hebt een passagier voor Londen, hè?" Ja tachtig kilo, bagage inbegrepen". Da's gelukkig niet veel. Wie is het?" Die lange daar, die met dat ene koffertje en die hoed". Een man van midden dertig, Engels type, met een kleine bruine snor in zijn bruingebrand gezicht, stond met aandacht naar de machine te kijken. Hij droeg een open blauw hemd, khaki shorts en onder de blote, gebrande knieën khaki kousen en een paar ferme oude bruine schoenen. Op zijn hoofd had hij twee in elkaar passende vilten hoeden, breedgerand, van een vervaald, verweerd grijsgroen en met een verschoten en gekreukeld lint, het leek wel jute, om de buitenste. Het was duidelijk een hoed, die lezen en schrijven kon maar de man zelf zag er niet naar uit, of hij daar dikwijls mee bezig was. Zijn sterke, blauwe ogen keken geïnteresseerd naar de Shellauto, die met tanken was begonnen. Een grote gele hond, die daar al wel een jaar of zes over het veld loopt, kwam kalm bij hem staan, hij keek van de tankauto met dezelfde aandacht naar die hond als naar een zeldzaam dier en klopte hem eens glimlachend op zijn hals. De twee mooie Amerikaanse meisjes, samen honderdtien kilo zonder bagage, die met ons van Singapore tot Rangoon vlogen, slenterden langzaam naar het gebouwtje, waar de lunch klaar stond; hij keek zo met volkomen hetzelfde soort goedgemutste aan dacht naar die meisjes, dat hij ze net zo goed ook eens vriendelijk prijzend op hun mooie nekken had kunnen slaan. Negen" zei mijn tweede, zonder aarzelen. Accoord. Negen" moet ik toegeven. Dat was bijzonder veel want tien was het hoogste. Menige Indiëvlucht had aan eentonigheid verloren, sinds we begonnen waren, nieuwe connecties op het allereerste gezicht naar waarde te schatten en na acht of tienduizend kilometer verder samen een koele dronk op kosten van eventueel gebleken ongelijk te drinken. Gaat U misschien vóór vertrek nog mee lun chen? Het is namelijk nog vier uur voor U in het hotel in Rangoon bent", stelde ik den nieuwen passagier voor. Thank you". De negen kwam aan de lunch naast de jongste Amerikaanse van zes min te zitten, zei dan ook slechts drie of vier zinnetjes tot haar maar dronk met ongehoorde belangstelling twee grote glazen koel bier. Ik houd veel van grote slokken goed koud bier", lichtte hij ernstig toe. Gelukkig is daar nogal aan te komen", zei ik. Soms wel", zei hij. Soms niet", zei hij daarna. TOT en met Amsterdam had hij toen niet veel meer gesproken, ook niet toen we hem in Napels, tot de overtuiging komende dat we hem beide onderschat hadden, mee hadden gevraagd om halfweg de Vesuvius bij uitzicht op de Golf een glas kostelijke Lacrima Christi te komen drinken. We hadden toen maar, op de laatste avond van een goede vlucht, gedrieën stil van achter de lege spaghettiborden naar de donkere zee met de glin sterende stadjes zitten zien, terwijl de vulkaan boven ons telkens flauw opgloeide en een mens soms wat verlegen werd om zijn overvloeiende tevredenheid met de wereld in het algemeen. Dit is een heel mooi uitzicht", had hij vast gesteld. Die sneeuw op de bergen was vandaag prachtig", had hij nog gezegd. UW FAMILIEWAPEN opgespoord en prachtig ge schilderd in maat naar keus f 13.50. Beschikken nu over meer dan een half millioen gegevens. Vraagt eens vrijblijvend aan. Zegelringen, stamboomen etc. Heraldisch Genealogisch Bureau De Banier, Zeer billijk. Oranje Nassaulaan 87, Overveen. Allebei na rijp beraad, alsof een rnens met woor den niet te voorzichtig kan wezen maar het niette min toch nodig was, zulke belangrijke constate ringen duidelijk voor zichzelf vast te leggen. Zo ongeveer, of hij van een heel andere planeet kwam en daar later rapport zou moeten uitbrengen. De laatste dag had het boven Belgiëen Nederland nog onbarmhartig geregend. Wij vlogen lang blind. Het kletterde tropisch op die blikken Douglas. t Moesson", had ik hem, even in de cabine een kop thee drinkend, nog gezegd. Hij zat met een zekere humor om die waterstromen naar buiten in die grijze klettering op de vleugel te kijken. De andere passagiers waren met dat hondenweer maar matig ingenomen geweest. Weet U, ik houd wel van regen." had hij dan glimlachend bekend. Absoluut honderd procent, die man. Nadat hij op Schiphol door de donkere November avond in een wat vreemd zittend dun pak en met zijn twee oude vilten hoeden op naar de Londenmachine was gelopen, hadden wij hem niet meer gezien. Zo is de luchtvaart. IN de derde reis daarop, in April, stapte hij waarachtig 's ochtends om zes uur op Schiphol weer in. Zo is de luchtvaart. Hij ging weer terug, zijn verlof was om. Amsterdam?Bangkok, nu honderdtien kilo bagage inbegrepen; dezelfde man in een nogal nieuw pak maar met drie valiezen en op zijn hoofd een zwarte Londense bolhoed, die hij meteen afzette en verder geen seconde meer droeg. Er waren nog acht of negen andere passagiers maar die ben ik nu natuurlijk weer vergeten. Een allerprettigste vent. Maar we praatten niet veel, ook niet, toen we in Athene op het weerzien gedrieën een fles Dorcas dronken. Die wijn is heel goed", zei hij daar. In Basra werd het al zo warm, dat we er onze Europese kleren verwisselden voor tropendracht en de volgende ochtend onze nekken al door tropenhelmen tegen de stekende zon van Jask beschermden. Hij droeg toen een open blauw hemd, khaki shorts en onder de wat gebleekte knieën khaki kousen met ferme, gloednieuwe bruine schoenen. Op zijn hoofd had hij zijn twee oude vilten hoeden, de breedgerande, de vervaalde, verweerde. grijsgroene met het ontoonbare lint. Ik draag mijn oude hoed weer", zei hij tevreden. Ik hou van oude dingen", zei hij een tijdje daarna. Toen praatte hij weer niet tot Rangoon, maar terwijl wij vlogen, praatte Hitler twee uur en acht en twintig minuten en dat las hij in Rangoon consciëntieus allemaal door in de courant of hij dat nog aan het verwijderde Europa van zijn verlof verplicht was. Hij zei toen, dat hij niet voor Hitler voelde. Dat hij er tegen was. Erg er tegen. Very much. Very much indeed. De volgende morgen vlogen we van Rangoon naar Bangkok, over die met oerwoud bedekte bergketens op de grens van Burma en Siam. Het weerlichtte door de gigantische ondertorens, die hier en daar de toppen dekten en dichte grijze regenbuien hingen in de vroege ochtend duister boven al dat ondoordringbaar groen. Wanneer regent het er niet op die eindeloze jungle, die ver laten wereld van steile toppen, bruine aardstor tingen aan woeste stromen en zwaar, dampend oergeboomte ? Mijn tweede vloog. Ik stond achter in de cabine een kop thee te drinken en zei, dat het hard regende maar dat hij er nu gauw was. Hij keek uit over de onafzienbare jungle. Er was iets in zijn gezicht, dat mij aan onze goede avond boven de Golf van Napels herinnerde. Ja, ik ben er weer bijna". Het viel mij toen in, dat wij eigenlijk best eens een gesprek konden voeren. Zo hielden wij dan ons enige gesprek. II AD U een prettig verlof?" Ja. Maar lang genoeg. Er waren teveel couranten en redevoeringen in Europa". Woont U in Bangkok?" Nee, daarbuiten. Achthonderd kilometer er bui ten. Eerst twee en twintig uur treinen. Dan zestig kilometer met een auto. Dan zestig kilometer lopen. Mijn firma doet in hout". I see. Achthonderd kilometer van Bangkok" zei ik, en nam een routekaart. Ja, hier" wees hij, ergens in de bergen van NoordSiam. Het ziet er bij mij uit zoals hier beneden. Het is interessant werk. Je bent er min of meer je eigen baas. We brengen het hout omlaag met olifanten langs de bergkammen van Me Hawng, waar ik werk tot Chieng Mai en dan tot Raheng waar het tot vlotten wordt saamgevoegd. Die vlotten gaan tot Bang kok stroomaf". O. ... en duurt dat lang?" Nu niet meer. Twaalf jaar geleden, toen ik kwam, duurde het nog vijf jaar. Nu neemt het nog drie jaar, eer het hout beneden is. Dan gaat het verder naar China of Zuid Afrika". Drie jaar?" Ja. Trouble met waterstanden. Met moessons. Met malaria. Met olifanten. Met diefstal. Met personeel". Hij lachte om de wereld van amusement, waar een man daarboven op rekenen kon. En bent U met veel anderen?" Neen, ik werk alleen, Maar vijf maal per jaar komen we allemaal samen in Chieng Mai". Allemaal?" Ja, de drie andere blanken en ik. Het is dan erg gezellig. Het is een goed leven. De bossen. Malaria, ja, en heel veel regen. Maar weet U, ik houd eigen lijk van regen". Dat was ons gesprek. In Bangkok bleef hij nog staan kijken bij het tanken. Toen we de motoren aansloegen, zwaaiden wij hem ten afscheid uit de cockpit toe en hij zwaaide met zijn oude hoeden. Dat was het eind. Zo is de luchtvaart. Zes dagen later, als wij juist weer van Bandoeng zouden starten, zou hij net de laatsten van zijn zestig kilometers door het oerwoud lopen en weer thuis wezen in zijn Me Hawng Sawn. Het zou er dan wel regenen; wanneer regent het niet in die bergen? In zijn paspoort had zijn verjaardag in het eind van Mei gestaan. We hebben hem nog wat Hollandse sigaren naar Chieng Mai gestuurd; denkelijk zou er wel eens een Siamees van Chieng Mai naar Me Hawng Sawn lopen met post of zo, die zou ze dan wel mee kunnen nemen, vonden we. Is het niet vreemd? Terwijl U dit leest, regent het vermoedelijk zwaar op het oerbos van Me Hawng Sawn. Daar loopt nu een Engelse hout vester onder twee oude vilten hoeden, klopt glim lachend op de nek van een olifant en heeft het naar zijn zin. En dat er vandaag duizenden Nederlanders aan hem zitten denken, zal hij nooit weten. champaqnekruq c. 1-1 NI KI p <; jüTrnnu?£» r. K n M l N c, f N -^* PAG. 16 DE GROENE No. 3233

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl