De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 20 mei pagina 3

20 mei 1939 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE G R O E N E AMSTERDAMMER OPGERICHT 1877 Redactie en Administratie: Keizersgracht 355, Amsterdam - C. Tel. 37964. Abonnement f. 10.?per jaar. Postrekening : 72880. Gem. Giro G 1000. Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, doch alleen tegen het einde van een Jaargang, na opzegging vóór l December, worden beëindigd. 20 MEI 1939 Gepoker om Polen De laatste kans" Het is Polen niet alleen, het is de geheele wereld die door de Danzigsche quaestie in span ning gehouden Wordt. De bezadigde Londensche Economist" noemde Danzig zelfs ,,de laatste kans der democratieën", een kans die een oorlog waard is, zelfs met Duitschland." De ruimte ontbreekt om de historie van den Poolschen Corridor en van de Poolsch-Duitsche betrekkingen te schetsen. De huidige situatie is belangrijker, met name de vraag of het thans latente conflict zich tot een oorlog, ja tot een wereldoorlog zal ontwikkelen. Dat wij geneigd zijn deze vraag ontkennend te beantwoorden, geschiedt in de eerste plaats uit overwegingen die op Polen betrekking hebben. Polen". Het is een woord, een abstractum. Wat is Polen? De Poolsche regeering? Of het Poolsche volk? Kan dat volk zich tegen Duitschland ver zetten? Wil zijn regeering het? Deze vragen kan men niet zoo maar voorbijgaan. Ter inleiding is het niet slechts gewenscht, maar naar ons oordeel zelfs noodzakelijk om een, zij het ook summier overzicht te geven van de levens omstandigheden van dit vijf-en-dertig-millioenen volk, van de enorme vraagstukken waarmee het nu al jaren worstelt: het agrarische vraagstuk; het vraagstuk der industrialisatie. Het zijn tenslotte, naast de nationale gevoelens, deze en dergelijke reëele factoren die de Poolsche weerstands-kracht bepalen. Een onoplosbaar landbouwvraagstuk Toen Jerzy Michalowski, een der eerste Poolsche landbouwkundigen, drie jaar geleden de toestanden in een normaal Poolsch agrarisch district aan een minutieus onderzoek onderwierp, kwam hij tot de ontstellende conclusie dat de helft der boeren bedrijven een bedrijfsgrootte had tusschen de n en drie ha., zijnde een grootte waarbij rationeele landbouw uitgesloten is. Door het ontbreken van kapitaal waren velen tot Naturalwirtschaft" in optima forma overgegaan: de boer betaalde den koopman niet met geld maar met een zak aard appelen. Drie-kwart der boeren, wier levens omstandigheden de genoemde geleerde onder zocht, kon niet genoeg koren verbouwen om in de behoefte van hun gezin te voorzien. Hun voedsel bestond uit aardappelen, brood, eenige groente, wat magere melk. Vleesch ontbrak. Van het aanschaffen van geringe luxe-artikelen was geen sprake. In n maand tij ds werd in alle winkels van een dorp van tienduizend inwoners te zamen gekocht: n zeis, zes knoopen, een aluminiumbeker en een handvol spijkers. In den winter konden de kinderen niet naar school gaan. Drie kwart van hen had tuber culose. Artsen ontbraken. Ziedaar het Poolsche platteland. Het ware verleidelijk uitvoeriger te schrijven over de technische en economische wantoestanden die er heerschen. Gelijk gezegd, is de bedrijfsgrootte te klein voor een loonende productie; voorts is het totale grondbezit van den boer vaak hopeloos verversnipperd er zijn in Galiciëboerderijen van vijf ha., die uit honderd uit elkaar gelegen stukjes bestaan l Weet men dan tenslotte nog dat een volledige verdeeling van het grootgrondbezit den landhonger niet zou kunnen stillen, dat ruil verkaveling slechts luttele jaren het bevolkingsaccres zou opvangen, en dat onder de gunstigste omstandigheden een landelijke overbevolking van vier a vijf millioen personen zou blijven bestaan, dan beseft men dat het agrarisch vraagstuk in Polen in zichzelf onoplosbaar is. Polen een fabriek zonder drijfriem" Sinds de crisis is Polen tot op het niveau van 1880 gedaald". Met deze woorden maakte, neen niet een tendentieus journalist, maar de conservatieve oud minister Grabski, onlangs de balans op van de bestaande situatie. Hij wees er op dat, gerekend per hoofd van de bevolking, Polen het laagste nettoinkomen en de laagste industrieele productie heeft van geheel Europa, en hij noemde dat verschijnsel te merkwaardiger omdat het land vrijwel alle factoren bezit die voor een moderne maatschappij noodig zijn: voldoende arbeidskrachten op het platteland loopen negen millioen menschen zonder werk rond , voldoende grondstoffen Polen is vooral rijk aan steenkool en petroleum en vol doende machines. De fabriek is dus klaar, maar", zuchtte hij, de drijfriem ontbreekt: kapitaal." Polen is een arm land. Wil het rijker worden, wil het m.a.w. zich tot een moderne, industrieele mogendheid ontwikkelen, dan treft het bij de bestaande politieke verhoudingen, dubbel ongelukkig dat het rijkste industriegebied aan de bedreigde Westgrens ligt. Het spreekt vanzelf dat de Poolsche regeering het gevaar van deze situatie ter dege beseft. Vandaar dat zij reeds sinds 1936 bezig is met het scheppen van een geheel nieuw industrie-centrum bij Sandomir, twee-honderd-vijf tig km. ten zuiden van Warschau gelegen. De grondstoffen zijn er aan wezig; de arbeidskrachten eveneens; maar de wegen ontbreken om de producten te vervoeren, en eer daar in Centraal-Polen, aan de Weichsel, een vol waardig industrie-centrum geschapen is, zal nog heel wat water door deze rivier gevloeid zijn .... De kolonels" bevelen Op de balans der sociale verhoudingen staat dus in de eerste plaats een hongerende boerenbevol king" (terminologie van den minister van land bouw), arm, onontwikkeld, ongezond. In de tweede plaats treffen wij op deze balans een stedelijke arbeidersbevolking aan, die in bedroevende om standigheden leeft. Eén feit slechts: in de groote industrie-centra Warschau en Lodz bestaat drie vierde der woningen slechts uit n kamer. Waarschijnlijk treffen deze gegevens ons, Wester lingen, sterker dan de Polen zelf die geen andere levens-omstandigheden gewend zijn. Laat men echter niet meenen, dat zij zich tevreden schikken in hun lot. De stille invloed die van de langzame stijging van den levensstandaard in de Sowj et-Unie uitgaat, is daarvoor trouwens te groot. Hij heeft de sociale tegenstellingen gestimuleerd en deze sociale tegenstellingen hebben hun stempel gedrukt op het Poolsche politieke leven na den wereldoorlog De vrees voor het communisme riep een, nu eens meer dan weer minder drastische militaire dictatuur in het leven, en nog steeds zijn het de kolonels" die de lakens uitdeelen. Het moge waar zijn dat hun kamp der nationale eenheid" (in Maart '33 door den lyrischen vrijgezel Koe met veel bombarie gesticht) niet eens de verdeeldheid in de eigen rijen, laat staan daarbuiten, heeft kunnen overwinnen, de oppositiepartijen zijn niet bij machte geweest deze militaire clique te onttroonen. In den laatsten tijd heeft deze sabelrinkelende groep ook nog een gedeelte der gezeten burgerij tegen zich in het harnas gejaagd door een steeds grooter deel van het inkomen voor de staatskas op te eischen, zoodat de minister van financiën, Kwiatkowski, die nauw met handel en industrie gelieerd is, kortgeleden in een vertrouwelijke bijeenkomst, naar aanleiding van de buitensporige eischen van het genoemde kamp", vertwijfeld uitriep: Heeren kolonels, ik ben een arts, maar geen chirurg !" Gevolg van dit alles was, dat het kamp" bij de jongste gemeenteraads-verkiezingen die democrati scher waren dan de verkiezingen voor den Landdag, nergens meer dan twee-vijfde, en in de meeste plaatsen minder dan een derde van alle stemmen kreeg. Beck's dilemma In zekeren zin zijn de Duitsche eischen een uit komst geweest voor de Poolsche regeering. Zij hebben in Polen een zekere eenheid bewerkstelligd, daaraan is geen twijfel mogelijk. Maar deze eenheid bedekt de bestaande tegenstellingen, zonder ze op te heffen: deze zullen daarom hun invloed blijven uitoefenen. Zelfs in de Poolsche Oekraïne zijn in de afgeloopen weken stemmen ten gunste van War schau opgegaan, maar geven zij de gevoelens weer van de geheele bevolking die de twijfelachtige eer geniet de slechtst-behandelde minderheid van Europa" te heeten ? Een minderheid, die tusschen haakjes doorzeefd is met Duitsche agenten . . Ook tegenover de boeren heeft de regeering een mildere houding aangenomen. Maar zal zij verder willen gaan op het ingeslagen pad? Zal zij een democratiseering des lands aandurven die waar PAG, 3 DE GROENE No. 3233 schijnlijk het einde van haar macht zal beteekenen ? Voor deze vraag staat overste Beek, beter gezegd: voor dit dilemma. Geeft hij toe aan Duitschland, krijgt Duitschland nu Danzig en over enkele maanden wellicht den autoweg door den Corridor dan is het binnen afzienbaren tijd met de zelf standigheid van Polen n met zijn eigen macht gedaan. Durft hij den oorlog aan, die, zoo hij zich tot wereldoorlog ontwikkelt, waarschijnlijk op den duur met den nederlaag van Duitschland zal eindigen, maar die in elk geval met de verwoesting van Polen zal beginnen, dan is het met zijn macht eveneens afgeloopen. Versmaadt hij in geval van oorlog de hulp van de Sowjet-Unie, dan zal het overmachtige, zwaarbewapende en goed-gemotori seerde Duitsche leger in enkele maanden met de Poolsche troepen afgerekend hebben. Aanvaardt hij de hulp der Sowjet-Unie, dan wordt Polen het slagveld tusschen zijn beide buren. En of het Roode Leger na een gewonnen oorlog voor Warschau halt zal houden? Het is de vraag. Beck's vastberadenheid verbergt dan ook, naar het ons voorkomt, een onzekerheid waarvan men de oorzaak niet bij zijn persoon maar bij de objec tieve feiten en verhoudingen moet zoeken. Het is op deze onzekerheid dat Von Ribbentrop speculeert. Von Ribbentrop wil ook geen oorlog '--»dat weet Beek. Beek wil geen oorlog dat weet Von Ribbentrop. De beide heeren zijn dus. aan het pokeren. Aangenomen dat zij deze kunst iiugelijke mate beheerschen, geven de reëele machtsverhou dingen den doorslag. Waarbij Frankrijk en Engeland een woordje mee spreken. Wat doen Frankrijk en Engeland? De vastberadenheid is in deze beide landen sinds September stellig gegroeid. De man in the streef' heeft het gevoel dat het nu maar eens uit moet zijn met dat halfslachtig gedoe", maar de regeeringen wekken niet den indruk volkomen gebroken te hebben met de verzoenings-politiek. Hun nieuwe slagzin overheersching of samenwerking?" stelt een onjuist alternatief en opent in wezien de deur voor nieuwe, zij het wellicht kleine concessies. Frankrijk bezit nog steeds den onbetrouwbaren Bonnet aan den Quai d'Orsay, ^Engeland durft geen nauwere alliantie met de Sowjet-Unie aan. Na schier eindelooze onderhandelingen is een pact met Turkije tot stand gekomen <Jat stellig van beteekenis kan zijn, maar Roemeniëverkreeg slechts een crediet van vijf millioen pond, een bedrag dat allerminst geëigend is om Duitschland uit zijn gevaarlijk-prominente positie op de Roemeensche markt te verdringen en dat in Engeland reeds aan leiding heeft gegeven tot het vermoeden dat het de regeering niet ernst is mét haar Balkan-offensief. En als er een wereld-oorlog komt hetgeen schrijver dezes zeer onwaarschijnlijk acht , hoe moeten de beide democratieën Duitschland dan aanvallen? Moet het Fransche leger de Siegfriedlinie forceeren? Moet de "Engelsche vloot de Elbe en de Weser opstoomen ? Neen, het zal te Berlijn niet onbekend zijn dat een serieus conflict Londen en Parijs in groote verlegenheid zal Brengen en dat, ten gevolge daarvan, ook Beck^op" het laatste oogenblik wel eenige mate zal inbinden". Trou wens, Londen heeft de onafhankel^jjeid van Polen gegarandeerd, niet zijn integriteit. Op grond van deze overwegingen lijken ons de juichtonen waarvan reeds menig democratisch blad davert, op zijn minst voorbarig. De groote ommekeer is nog niet gekomen. : ' = L'.-DE JONG Lorre -? ? verwacht RHENEN op den 'ierg Holland's^ natuurpark

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl