Historisch Archief 1877-1940
Exit E
r n 5 t
Toll
e r
Albert Heiman
EERST Tucholsk$.... nu Toller. Maar het ver
schil is, dat Tucholsky in Parijs was, dicht
bij het brandpunt, of in Praag, dat een twede vader
stad had kunnen worden, terwijl in de
emigrantenmilieu's van beide steden het leed zo hevig schrijnde,
zo hopeloos scheen, dat het leven voor gevoelige
naturen ondragelijk werd. Toller echter was in
Amerika, het beloofde land waarnaar zovele van
zijn lotgenoten tevergeefs reikhalzend uitzien. Hij
die bij al zijn strijd voor menselijke waarden, juist
in zijn artistieke werk gemakkelijke successen had
gekend, was net bezig zich ook daar, in de zeer
realistische nieuwe omgeving een verse reputatie
te verwerven. Het was een kwestie van virtuositeit,
van gewoonte bijna. Hemzelf raakte het nauwelijks
meer. Hij was troosteloos, ontroostbaar zoals
slechts een dichter kan zijn, die zijn ziel aan het
ondichterlijke gaf, gelijk de soldaat die zijn viool
aan den duivel verkocht. Maar de politiek bleef
hem toch altijd een volkomen vreemd gebied: het
Niemandsland waarvan hij de zengende dorheid pas
ontdekte, toen er geen weg terug meer was.
Nog slechts kort geleden ontmoette ik hem, bij
een kort bezoek dat hij aan Mexico bracht. Vroeger
had ik hem slechts heel oppervlakkig leren kennen,
doch hier op het andere continent", waar men
uiterlijk veel gemakkelijker verbroedert, brachten
wij samen uren door, van het intensieve contact
waaruit op den duur stellig vriendschap ontstaan
moest. Toller was in gezelschap van den journalist
S., een verengelsten Oostenrijker, die juist uit Rus
land terug was en nu van een der grootste conser
vatieve Engelse bladen een opdracht had, in veer
tien dagen tijds zijn definitieve oordeel over Mexico
uit te spreken. Die veertien dagen leken S. ook vol
doende om een boek te gaan schrijven over het land.
Een van de eerste dingen die Toller echter deed, was
S. ertoe verleiden, de beruchte Centrale
Strafgevangenis te gaan zien, waar werkelijk danteske
toestanden heersen. Hij die vijf jaren uitgezeten
had, interesseerde zich voor gevangenissen, en zij
konden hem niet best inlichten over bepaalde toe
standen in dit land van loze socialistische propa
ganda.
ZO geestdriftig als de journalist over Rusland
was trouwe partijman die hij bleek zo
verachtend liet hij zich uit over alles wat
latijnamerikaans was. Toller glimlachte slechts. Toen
ik een uit analogieën opgebouwde vergelijking begon
tussen Mexico en Rusland, er op wijzend dat Mexico
niet alleen even zovele mogelijkheden" maar pre
cies ook even zo weinige waarschijnlijkheden"
bezat, ontstond een van die hevige discussies, waarbij
zelfs het verzwegene hoorbaar wordt, en het wan
begrip dermate tergt dat de hoffelijkheid voor de
verontwaardiging wijkt. Wij waren allen vreemde
lingen, maar ik die in dat werelddeel geboren en
opgegroeid was, identificeerde mij onwillekeurig het
meest met de zaak der bedrogen indianen niet
alleen, maar ook met die van de
onsympathiekinfantiele creolen, die echter de hele toekomst van
Amerika in handen hielden.
Toller glimlachte niet meer; hij was ernstig ge
worden de melancholieke ernst van zeer ver
fijnde joden, de verpersoonlijking van zijn naam
maar mengde zich nog steeds niet in het twist
gesprek, ofschoon hij lang genoeg in Rusland ge
weest was, om zich een beter oordeel te kunnen
vormen dan de oppervlakkige S., en het Californi
waar hij toch metterwoon gevestigd was, hem een
goede voorbereiding gegeven had voor Mexico. Hij
stond slechts op en kwam naast mij zitten, sloeg
met dat typische zuidelijke gebaar dat plotseling
alle argumenten vervangt, zijn arm om mijn schou
der, en beet S. toe: Je redeneert te europees mijn
waarde. Onze vriend hier redeneert anders, hij
dicht. En voor sommigen," nu keerde de glim
lach pas terug als een fijn-ironisch lemmet dat zijn
mondhoeken verwijdde, voor sommigen is dat
de hoogste waarheid."
Bij zijn hele verblijf in Mexico zocht hij slechts
naar die hoogste waarheid der poëzie. Wij hadden
kort na elkaar dezelfde streken in het binnenland
bezocht, en de enige keren dat hij uit de
lichtOUDE EN NIEUWE KUNST
T l K O T l N
DEN HAAG - NASSAUPLEIN 6
EASTERN ART
lethargische beklemming die hem omgaf scheen te
ontwaken, om een exact maar hartstochtelijk ver
teller te worden, was wanneer hij vertelde van zijn
ontmoetingen met indianen, van zijn ontdekking
dat er kinderen waren die nog niet wisten dat de
reep chocolade die hij hun gaf, iets eetbaars was;
of van de ontzaglijke verlatenheid der grijze berg
landschappen van de Sierra Madre....
Hij had toen al echter het woordkarige en de
verloren blik van de ten dode opgeschrevenen, die
van het leven niets anders meer verwachten dan
een moeizame verlenging van het leed. Hij sprak
van geen enkel plan, geen enkele hoop; ook van
geen enkele teleurstelling of smart. Hij stond reeds
aan de andere zijde der verwachtingen, ? in een
wereld die leefde van louter verwachtingen. Hij
vertegenwoordigde een nieuwe mensensoort die de
geschiedenis tot nu toe nog niet had gekend: het
soort dat geen heimwee meer bezit, omdat het
Heim" is opgegaan in nevelen.
Noch over zijn eigen werk, noch over de literaire
arbeid van anderen sprak hij ook maar een woord.
Het behoorde bij het andere, het Sodoma der ver
dwazing, dat in vlammen werd vernietigd, en waar
heen de kinderen Lots niet mochten omzien, op
straffe van verstening. Maar ik vrees dat hij heime
lijk, en hoe menselijk is dat niet! in de stilte
van zijn dichterlijke verbeelding toch telkens daar
naar omzag. Daarvoor was hij tezeer een kind van
zijn tijd en van Europa geweest; hij kon niet on
trouw worden aan dat wat eenmaal alles" voor
hem geweest was, zelfs niet aan de nagedachtenis
daarvan. En het zijn immers juist de
nagedachtenissen die ons met spookachtige greep in het
alledaagsche leven worgen. Hij zag om, over de kim
van een wereldzee, en versteende. Het troosteloze
is, dat hij in deze tragedie niet de enige is, maar
slechts de woordenloze coryphee van duizenden.
OVER zijn werk kunnen wij kort zijn; het was
gelijk de mens. Hij maakte geen onderscheid
tussen zijn schrijven en zijn leven in en om de
maatschappij. Daarom deelde dit werk ook in het
lot van den mensh in zijn vluchtigheid, zijn gebonden
heid aan tijd en plaats, zijn broosheid en wankel
moedigheid des harten. Een andere wankelmoedig
heid bezat deze uiterlijk zo weke en vriendschappe
lijke man niet. Dat had de vroegere mede-leider van
Eisner's Radenrepubliek en de ex-commandant van
het Rode Leger te Dachau genoegzaam bewezen.
Zijn wankelmoedigheid bestond slechts in zijn
haast, in het ongeduld dat wij allen met hem
gemeen hebben, wijl in deze wisselvallige tijd de
kortheid van ons leven nimmer uit ons bewustzijn
verdwijnt, en de inflatie der mensenliefde ons het
geloof in de eeuwigheid van ieders individuele be
stemming heeft doen verliezen.
Dit is geen vonnis noch deernis; kameraden
vonnissen elkander niet en zij blijven niet stilstaan
bij de eerste opwellingen van medelijden, het zelf
gevoel der machteloosheid. Zij leren van elkander
het eigen wezen verstaan, aan het eigen leven
bouwen. Dat is helaas alles wat wij kunnen. Maar
de pijnlijke bezinning waartoe het brengt, mag
niet onuitgesproken blijven; er zijn tal van schrij
vers in dezelfde bittere nood, en duizenden van
hun toegewijdste lezers die tot hetzelfde leed ge
doemd zijn. De gelederen der uitgebannen schrijvers
zouden al te snel gaan dunnen, als zij niet ? helaas
met altijd grotere snelheid werden aangevuld.
Nu zijn zij al zo internationaal, dat men zich alleen
maar kan verwonderen dat zij nog niet hun eigen
esperanto", een taal van nieuwe hoop en wijzere
verbroedering vormden. Maar deze verwachting
is wellicht een fout van hetzelfde ongeduld, als
waaraan de anderen ten gronde gingen.
Ook Amerika behoedt niet, ook Amerika biedt
geen beschutting tegen de ontreddering der kinderen
Lots. Het is alleen het fata-morgana, dat het snak
ken naar de waterbronnen van weleer een dagreis
langer duren laat, voor de samoem komt,
dewoestijndood. En het is geen Wandlung", enkel maar
een schoon bedrog ??dat van de kunst dat het
leven dragelijker, en de wanhoopsdaad verschrik
kelijker maakt. Toller echter hield niet meer van
de kunstmatige paradyzen" waarmee de
hopelozen tegen beter weten in de jaren nog weten te
rekken. Hij was altijd zuiver-gedefinieerd in zijn
keuze. Du coors die doot, du liets mi tleven...."
Hoppla, denn wir leben, wir leben, wir leben....
Aber wie?"
Er zou een stem moeten komen, een lied, een
geluid... Waar blijven de dichters, en waar het
schone leven voor ons, als niemand het ons meer
toe-dicht ?
PAG. 10 DE GROENE No. 3234
M A N E T O
De Ai
as -opvoeri
ns
Eduard Verkade
DE Nederlandsche manifestatie van Toonkunst,
de opvoering van Aias", tragedie van
Sophokles, is een hoogst belangrijke uiting geworden. Op
zijn zachtst uitgedrukt kan men den opzet tot dit
soort uitvoering niet anders dan stoutmoedig
noemen. Een treurspel in het Nederlandsch te
geven, dat volgens vele dichters onvertaalbaar is,
waarvan alleen de handeling en de gedachtengang
overblijven, daar de stuwkracht en de beelding van
den vorm, zooals de dichterlijke classicus deze in
het origineel aanvoelt, ontbreken moet, is een
waagstuk.
Bertus van Lier heeft zoowel voor de muziek als
voor de vertaling van Aias" gezorgd, met de
vooropgezette bedoeling het rhytme van het
Grieksche vers over te brengen door de muziek, en
de Nederlandsche vertaling hieraan ondergeschikt
te maken. Hierdoor vormden de gesproken scènes
geen hoogtepunt van de opvoering, maar bijtijden
werden wij qua klank nader tot het origineel
gebracht. Wanneer namelijk de tekst, door het koor
meer gezongen, dan gesproken, niet geheel ver
staanbaar tot ons kwam, ontstond een klankgeheel,
dat rechtstreeks trof en een ontroering gaf als bij
het luisteren naar een lang vergeten melodie.
Bij deze uitvoering was door ernstige menschen
eerlijk en met inzicht gezocht naar een oplossing
om nader te komen tot een der oudste groote
dramatische werken. Decor en mise-en-scène waren
tot op zekere hoogte aangepast aan ons huidig
theater en zijn mogelijkheden. Hoewel de doe het
maar gewoon"-leus der naturalistische regisseurs
was vermeden, bleek toch de les der naturalisten te
zijn begrepen en was een opzettelijk romantische
opvatting vermeden. Decor, mise-en-scène en
costumes waren vrijwel steeds uitingen van een
phantasie en niet een serie vluchtige invallen zonder
onderling verband.
Het geheel bleek daardoor in waarheid een
voorstelling", omdat de leiding van deze opvoering
zich iets voorgesteld" had en die voorstelling"
zoo deugdelijk had gerealiseerd.
Het is dan ook met een zekere schroom, dat wij
op enkele punten critiek willen uitoefenen.
Voor de titelrol bezitten wij, behalve misschien
van Dalsum, momenteel geen vertolker, die zich
in wezen n in uiterlijk daarvoor eigent. Royaards
is eerlijk, sympathiek, vol overgave, heeft een
krachtige stem, maar mist de f orschheid en lichaams
bouw, die de rol aannemelijk kan maken.
Remmelts (Odusseus) bracht waardigheid, hou
ding en beschaving, maar mist het melodieuze in
stem en dictie, die zijn innerlijke waarde en geeste
lijke houding als vanzelfsprekend maakt voor den
toeschouwer. Hem liggen de spontane karakters
voorloopig beter.
De Godin Athene werd, zooals te verwachten was,
met uitstekende, duidelijke dictie door Willy Haak
gezegd. Telemessa werd met zér fraaie houding
en gebaar door Rie Gilhuys gespeeld, terwijl ook
de verzen door haar zeer goed werden gesproken.
Zij bleek het geheim van Chekhov" te kennen, n.l.
dat het lijden in de kunstuiting niet, zooals in het
dagelijksch leven, uitgedrukt moet worden door de
handen en voeten, maar door de stem en den blik.
De beste sprekers van den avond waren Henk
Schaer in de Bode en Johan Schmitz als Teukros;
door deze beide spelers klonken de teksten van
Menelaos (Croiset) en Agamemmon(Gobau) n
vormig en hol, ondanks beider fraaie stemmen van
nature.
De koorleiders moesten meer zangers dan sprekers
zijn, maar de tekst van Seves behield een geestelijke
en verstandelijke achtergrond, die van Van Oss
echter werd een zingzang, welke getuigde van een
fraaie stem, die dramatisch gesproken echter niet
meetelde.
Al deze opmerkingen doen niets af aan het feit,
dat door Bertus van Lier en door Abraham van der
Vies en zijn verschillende medewerkers een resultaat
is verkregen, dat eerbied afdwingt en verwachtingen
wettigt voor een naaste toekomst. Daarvoor moeten
wij de Maneto dankbaar zijn.
UW FAMILIEWAPEN opgespoord en prachtig ge
schilderd in maat naar keus f 13.50. Beschikken
nu over meer dan een half millioen gegevens.
Vraagt eens vrijblijvend aan. Zegelringen,
stamboomen etc. Heraldisch Genealogisch Bureau De Banier,
Zeer billijk. Oranje Nassaulaan 87, Overveen.