De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 27 mei pagina 10

27 mei 1939 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

Exit E r n 5 t Toll e r Albert Heiman EERST Tucholsk$.... nu Toller. Maar het ver schil is, dat Tucholsky in Parijs was, dicht bij het brandpunt, of in Praag, dat een twede vader stad had kunnen worden, terwijl in de emigrantenmilieu's van beide steden het leed zo hevig schrijnde, zo hopeloos scheen, dat het leven voor gevoelige naturen ondragelijk werd. Toller echter was in Amerika, het beloofde land waarnaar zovele van zijn lotgenoten tevergeefs reikhalzend uitzien. Hij die bij al zijn strijd voor menselijke waarden, juist in zijn artistieke werk gemakkelijke successen had gekend, was net bezig zich ook daar, in de zeer realistische nieuwe omgeving een verse reputatie te verwerven. Het was een kwestie van virtuositeit, van gewoonte bijna. Hemzelf raakte het nauwelijks meer. Hij was troosteloos, ontroostbaar zoals slechts een dichter kan zijn, die zijn ziel aan het ondichterlijke gaf, gelijk de soldaat die zijn viool aan den duivel verkocht. Maar de politiek bleef hem toch altijd een volkomen vreemd gebied: het Niemandsland waarvan hij de zengende dorheid pas ontdekte, toen er geen weg terug meer was. Nog slechts kort geleden ontmoette ik hem, bij een kort bezoek dat hij aan Mexico bracht. Vroeger had ik hem slechts heel oppervlakkig leren kennen, doch hier op het andere continent", waar men uiterlijk veel gemakkelijker verbroedert, brachten wij samen uren door, van het intensieve contact waaruit op den duur stellig vriendschap ontstaan moest. Toller was in gezelschap van den journalist S., een verengelsten Oostenrijker, die juist uit Rus land terug was en nu van een der grootste conser vatieve Engelse bladen een opdracht had, in veer tien dagen tijds zijn definitieve oordeel over Mexico uit te spreken. Die veertien dagen leken S. ook vol doende om een boek te gaan schrijven over het land. Een van de eerste dingen die Toller echter deed, was S. ertoe verleiden, de beruchte Centrale Strafgevangenis te gaan zien, waar werkelijk danteske toestanden heersen. Hij die vijf jaren uitgezeten had, interesseerde zich voor gevangenissen, en zij konden hem niet best inlichten over bepaalde toe standen in dit land van loze socialistische propa ganda. ZO geestdriftig als de journalist over Rusland was trouwe partijman die hij bleek zo verachtend liet hij zich uit over alles wat latijnamerikaans was. Toller glimlachte slechts. Toen ik een uit analogieën opgebouwde vergelijking begon tussen Mexico en Rusland, er op wijzend dat Mexico niet alleen even zovele mogelijkheden" maar pre cies ook even zo weinige waarschijnlijkheden" bezat, ontstond een van die hevige discussies, waarbij zelfs het verzwegene hoorbaar wordt, en het wan begrip dermate tergt dat de hoffelijkheid voor de verontwaardiging wijkt. Wij waren allen vreemde lingen, maar ik die in dat werelddeel geboren en opgegroeid was, identificeerde mij onwillekeurig het meest met de zaak der bedrogen indianen niet alleen, maar ook met die van de onsympathiekinfantiele creolen, die echter de hele toekomst van Amerika in handen hielden. Toller glimlachte niet meer; hij was ernstig ge worden de melancholieke ernst van zeer ver fijnde joden, de verpersoonlijking van zijn naam maar mengde zich nog steeds niet in het twist gesprek, ofschoon hij lang genoeg in Rusland ge weest was, om zich een beter oordeel te kunnen vormen dan de oppervlakkige S., en het Californi waar hij toch metterwoon gevestigd was, hem een goede voorbereiding gegeven had voor Mexico. Hij stond slechts op en kwam naast mij zitten, sloeg met dat typische zuidelijke gebaar dat plotseling alle argumenten vervangt, zijn arm om mijn schou der, en beet S. toe: Je redeneert te europees mijn waarde. Onze vriend hier redeneert anders, hij dicht. En voor sommigen," nu keerde de glim lach pas terug als een fijn-ironisch lemmet dat zijn mondhoeken verwijdde, voor sommigen is dat de hoogste waarheid." Bij zijn hele verblijf in Mexico zocht hij slechts naar die hoogste waarheid der poëzie. Wij hadden kort na elkaar dezelfde streken in het binnenland bezocht, en de enige keren dat hij uit de lichtOUDE EN NIEUWE KUNST T l K O T l N DEN HAAG - NASSAUPLEIN 6 EASTERN ART lethargische beklemming die hem omgaf scheen te ontwaken, om een exact maar hartstochtelijk ver teller te worden, was wanneer hij vertelde van zijn ontmoetingen met indianen, van zijn ontdekking dat er kinderen waren die nog niet wisten dat de reep chocolade die hij hun gaf, iets eetbaars was; of van de ontzaglijke verlatenheid der grijze berg landschappen van de Sierra Madre.... Hij had toen al echter het woordkarige en de verloren blik van de ten dode opgeschrevenen, die van het leven niets anders meer verwachten dan een moeizame verlenging van het leed. Hij sprak van geen enkel plan, geen enkele hoop; ook van geen enkele teleurstelling of smart. Hij stond reeds aan de andere zijde der verwachtingen, ? in een wereld die leefde van louter verwachtingen. Hij vertegenwoordigde een nieuwe mensensoort die de geschiedenis tot nu toe nog niet had gekend: het soort dat geen heimwee meer bezit, omdat het Heim" is opgegaan in nevelen. Noch over zijn eigen werk, noch over de literaire arbeid van anderen sprak hij ook maar een woord. Het behoorde bij het andere, het Sodoma der ver dwazing, dat in vlammen werd vernietigd, en waar heen de kinderen Lots niet mochten omzien, op straffe van verstening. Maar ik vrees dat hij heime lijk, en hoe menselijk is dat niet! in de stilte van zijn dichterlijke verbeelding toch telkens daar naar omzag. Daarvoor was hij tezeer een kind van zijn tijd en van Europa geweest; hij kon niet on trouw worden aan dat wat eenmaal alles" voor hem geweest was, zelfs niet aan de nagedachtenis daarvan. En het zijn immers juist de nagedachtenissen die ons met spookachtige greep in het alledaagsche leven worgen. Hij zag om, over de kim van een wereldzee, en versteende. Het troosteloze is, dat hij in deze tragedie niet de enige is, maar slechts de woordenloze coryphee van duizenden. OVER zijn werk kunnen wij kort zijn; het was gelijk de mens. Hij maakte geen onderscheid tussen zijn schrijven en zijn leven in en om de maatschappij. Daarom deelde dit werk ook in het lot van den mensh in zijn vluchtigheid, zijn gebonden heid aan tijd en plaats, zijn broosheid en wankel moedigheid des harten. Een andere wankelmoedig heid bezat deze uiterlijk zo weke en vriendschappe lijke man niet. Dat had de vroegere mede-leider van Eisner's Radenrepubliek en de ex-commandant van het Rode Leger te Dachau genoegzaam bewezen. Zijn wankelmoedigheid bestond slechts in zijn haast, in het ongeduld dat wij allen met hem gemeen hebben, wijl in deze wisselvallige tijd de kortheid van ons leven nimmer uit ons bewustzijn verdwijnt, en de inflatie der mensenliefde ons het geloof in de eeuwigheid van ieders individuele be stemming heeft doen verliezen. Dit is geen vonnis noch deernis; kameraden vonnissen elkander niet en zij blijven niet stilstaan bij de eerste opwellingen van medelijden, het zelf gevoel der machteloosheid. Zij leren van elkander het eigen wezen verstaan, aan het eigen leven bouwen. Dat is helaas alles wat wij kunnen. Maar de pijnlijke bezinning waartoe het brengt, mag niet onuitgesproken blijven; er zijn tal van schrij vers in dezelfde bittere nood, en duizenden van hun toegewijdste lezers die tot hetzelfde leed ge doemd zijn. De gelederen der uitgebannen schrijvers zouden al te snel gaan dunnen, als zij niet ? helaas met altijd grotere snelheid werden aangevuld. Nu zijn zij al zo internationaal, dat men zich alleen maar kan verwonderen dat zij nog niet hun eigen esperanto", een taal van nieuwe hoop en wijzere verbroedering vormden. Maar deze verwachting is wellicht een fout van hetzelfde ongeduld, als waaraan de anderen ten gronde gingen. Ook Amerika behoedt niet, ook Amerika biedt geen beschutting tegen de ontreddering der kinderen Lots. Het is alleen het fata-morgana, dat het snak ken naar de waterbronnen van weleer een dagreis langer duren laat, voor de samoem komt, dewoestijndood. En het is geen Wandlung", enkel maar een schoon bedrog ??dat van de kunst dat het leven dragelijker, en de wanhoopsdaad verschrik kelijker maakt. Toller echter hield niet meer van de kunstmatige paradyzen" waarmee de hopelozen tegen beter weten in de jaren nog weten te rekken. Hij was altijd zuiver-gedefinieerd in zijn keuze. Du coors die doot, du liets mi tleven...." Hoppla, denn wir leben, wir leben, wir leben.... Aber wie?" Er zou een stem moeten komen, een lied, een geluid... Waar blijven de dichters, en waar het schone leven voor ons, als niemand het ons meer toe-dicht ? PAG. 10 DE GROENE No. 3234 M A N E T O De Ai as -opvoeri ns Eduard Verkade DE Nederlandsche manifestatie van Toonkunst, de opvoering van Aias", tragedie van Sophokles, is een hoogst belangrijke uiting geworden. Op zijn zachtst uitgedrukt kan men den opzet tot dit soort uitvoering niet anders dan stoutmoedig noemen. Een treurspel in het Nederlandsch te geven, dat volgens vele dichters onvertaalbaar is, waarvan alleen de handeling en de gedachtengang overblijven, daar de stuwkracht en de beelding van den vorm, zooals de dichterlijke classicus deze in het origineel aanvoelt, ontbreken moet, is een waagstuk. Bertus van Lier heeft zoowel voor de muziek als voor de vertaling van Aias" gezorgd, met de vooropgezette bedoeling het rhytme van het Grieksche vers over te brengen door de muziek, en de Nederlandsche vertaling hieraan ondergeschikt te maken. Hierdoor vormden de gesproken scènes geen hoogtepunt van de opvoering, maar bijtijden werden wij qua klank nader tot het origineel gebracht. Wanneer namelijk de tekst, door het koor meer gezongen, dan gesproken, niet geheel ver staanbaar tot ons kwam, ontstond een klankgeheel, dat rechtstreeks trof en een ontroering gaf als bij het luisteren naar een lang vergeten melodie. Bij deze uitvoering was door ernstige menschen eerlijk en met inzicht gezocht naar een oplossing om nader te komen tot een der oudste groote dramatische werken. Decor en mise-en-scène waren tot op zekere hoogte aangepast aan ons huidig theater en zijn mogelijkheden. Hoewel de doe het maar gewoon"-leus der naturalistische regisseurs was vermeden, bleek toch de les der naturalisten te zijn begrepen en was een opzettelijk romantische opvatting vermeden. Decor, mise-en-scène en costumes waren vrijwel steeds uitingen van een phantasie en niet een serie vluchtige invallen zonder onderling verband. Het geheel bleek daardoor in waarheid een voorstelling", omdat de leiding van deze opvoering zich iets voorgesteld" had en die voorstelling" zoo deugdelijk had gerealiseerd. Het is dan ook met een zekere schroom, dat wij op enkele punten critiek willen uitoefenen. Voor de titelrol bezitten wij, behalve misschien van Dalsum, momenteel geen vertolker, die zich in wezen n in uiterlijk daarvoor eigent. Royaards is eerlijk, sympathiek, vol overgave, heeft een krachtige stem, maar mist de f orschheid en lichaams bouw, die de rol aannemelijk kan maken. Remmelts (Odusseus) bracht waardigheid, hou ding en beschaving, maar mist het melodieuze in stem en dictie, die zijn innerlijke waarde en geeste lijke houding als vanzelfsprekend maakt voor den toeschouwer. Hem liggen de spontane karakters voorloopig beter. De Godin Athene werd, zooals te verwachten was, met uitstekende, duidelijke dictie door Willy Haak gezegd. Telemessa werd met zér fraaie houding en gebaar door Rie Gilhuys gespeeld, terwijl ook de verzen door haar zeer goed werden gesproken. Zij bleek het geheim van Chekhov" te kennen, n.l. dat het lijden in de kunstuiting niet, zooals in het dagelijksch leven, uitgedrukt moet worden door de handen en voeten, maar door de stem en den blik. De beste sprekers van den avond waren Henk Schaer in de Bode en Johan Schmitz als Teukros; door deze beide spelers klonken de teksten van Menelaos (Croiset) en Agamemmon(Gobau) n vormig en hol, ondanks beider fraaie stemmen van nature. De koorleiders moesten meer zangers dan sprekers zijn, maar de tekst van Seves behield een geestelijke en verstandelijke achtergrond, die van Van Oss echter werd een zingzang, welke getuigde van een fraaie stem, die dramatisch gesproken echter niet meetelde. Al deze opmerkingen doen niets af aan het feit, dat door Bertus van Lier en door Abraham van der Vies en zijn verschillende medewerkers een resultaat is verkregen, dat eerbied afdwingt en verwachtingen wettigt voor een naaste toekomst. Daarvoor moeten wij de Maneto dankbaar zijn. UW FAMILIEWAPEN opgespoord en prachtig ge schilderd in maat naar keus f 13.50. Beschikken nu over meer dan een half millioen gegevens. Vraagt eens vrijblijvend aan. Zegelringen, stamboomen etc. Heraldisch Genealogisch Bureau De Banier, Zeer billijk. Oranje Nassaulaan 87, Overveen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl