De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 27 mei pagina 7

27 mei 1939 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

De Sudeten van Overijsel Waarom Kuitire zich bij Friesland wil aansluiten DE heele gemeente voelt het aan dat de provincie ons op het laatste moment de nek om wil draaien l" De blauwe oogen van den man die zijn hart uitstort, sproeien vonken; zijn stem beeft van verontwaardiging wanneer hij verhaalt van de vernederingen die het vredig Kuinre zich in den loop der jaren moest laten aanleunen en van de snoode voornemens die het provinciaal bestuur thans wederom koestert. Dan kunn 'n ze de Kuunre wel van de kaart veg'n !" Stilte. De stilte wordt onderbroken door een voorbij hobbelende auto, door twee oude visschers die voor het hekje van het huis op den smallen rijweg in de zon gaan staan. Ze rooken een pijpje en maken een praatje. Waarover? Natuurlijk over de quaestie, de groote quaestie, de brandende quaestie: de dreigende afscheiding" van de gemeente Kuinre, die uit het provinciaal Overijselsch verband losgemaakt wil worden en zich wenscht aan te sluiten bij de provin cie Friesland. Een uniek gebeuren in de rustige geschiedenis van ons vaderland. Maar wanneer de verslaggever, vergezeld van een staf van fotografen, naar Kuinre snelt, in de hoop aldaar sensationeele verslagen te kunnen maken van acties, bijeenkomsten, demonstraties, wanneer hij vermoedt dat tusschen Zuiderzee en polderland de kreet zal daveren Los van Zwolle ! Op voor Friesland !", wanneer hij verwacht dat de gewapende macht klaar ligt om de uitspattingen der plaatselijke Henlein's, Kundt's en Sebekowsky's te keeren, dan komt hij bedrogen uit. Vredig vlijt Kuinre zich tegen den Zuiderzee-dijk; vredig schijnt de zon over de weinige huizen; vredig strekt zich de dorpsstraat de eenige ! uit. De rust hangt van den toren der Ned. Herv. kerk tot de pijp van de zuivelfabriek. En zoo de burgervader die ons ontving en zich verplicht achtte geen inlichtingen te verschaffen over de afscheidingsquaestie .... op n ding nadruk wenschte te leggen, dan wel op de dwaasheid van de voorstelling, door zeker Zwolsch blad gewekt, als zou te Kuinre de grootste opgewondenheid heerschen. Het leven gaat hier gewoon zijn gang." En zoo is het. HETGEEN niet zeggen wil, dat de Kuinre-naren tevreden zijn met hun lot. Integendeel. Dat zij zich thans van de provincie Overijsel los willen maken, is het gevolg van grieven die reeds tientallen van jaren bestaan. Kuinre was vroeger een welvarend plaatsje, waar veel visschers en buurtschippers woonden. De vrachtdiensten uit NoordNederland op Holland", passeerden Kuinre, niet Lemmer. Er waren werven. Er was vertier. Er was leven. Langzamerhand echter ging het plaatsje achteruit. Het bestuur in Zwolle had weinig belangstelling voor den ,,kop" van de provincie. De IJselstreek en Twente mér interesseert den heeren niet", beklaagde een Kuinre-naar zich. Het gevolg van deze vermeende of werkelijke onverschilligheid was, dat de verbindingswegen van Kuinre gedurig slechter werden. De belangrijkste verbindingsweg is het water, de Linde die de Kuinder verbindt met de Zuiderzee. Beter: verbond. Want de haven van Kuinre is volkomen verzand. In de negentiger jaren had de provincie de haven van de gemeente overgenomen. In ruil voor het onderhoud kreeg zij de opbrengst van dertig ha. goed wei- en hooiland, bij den haven gelegen, een opbrengst die in de periode 1925?1934 gemiddeld ?3000.?heeft bedragen. Per jaar! Maar aan de haven is vrijwel niets gedaan. Er is een nieuwe sluis gekomen, die in een dwazen bocht ligt en nauwer is dan de vorige, en twee jaar ge leden is de haven een beetje uitgebaggerd, maar de drempel die er voor lag, ligt er nog. Gevolg is, dat booten met een diepgang van een meter al reddeloos vast komen te zitten. Doorstrooming is er niet meer. De Linde is een nu reeds vieze, straks, in den zomer, ook stinkende sloot geworden. En met de land-verbindingen is het al niet beter. Van Holland" uit, is de vlugste verbinding: per spoor naar Steenwijk, en dan verder per bus. Per hobbelende bus over een abominabelen weg. In de laatste tien kilometer zaten tot voor kort welgeteld honderd-veertien bochten, nu is er een nieuwe weg gekomen, maar deze is pas half af. Wat de onaffe helft betreft, bonkt de bus over een onderlaag van zand en steenen. De weg over den zeedijk naar Blokzijl kan zich in relatieve grootte en hoeveelheid der gaten met Zwitsersche kaas vergelijken. De derde weg ten slotte, die naar Slijkenburg, is zoo slecht dat er geen paard op kan staan." En zoo denk je wel, hier in Kuinre, dat je een stiefkind bent", zei mij een plaatselijk expediteur, 't Is begrijpelijk.... DE gemeente Kuinre droeg desondanks gelaten haar lot, in de hoop dat bij de plannen voor den Noord-Oost-Polder met haar belangen rekening zou worden gehouden. Helaas, het mocht niet zijn. . . . Het groote, geprojecteerde kanaal liep naar Lemmer en het zijkanaal dat naar Kuinre afboog, hield n km. voor den zeedijk eenvoudig op. Er zou dan geen doorgaande verbinding komen. . . . Oorspron kelijk niet eens een weg. . . . Kuinre bleef niet bij de pakken neerzitten. Hoewel een arme gemeente, droeg het, met het gemeente bestuur van het Friesche Weststellingwerf, aan een ingenieursbureau de samenstelling op van een des kundig rapport over de mogelijkheid en wenschelijkheid eener doorgaande verbinding via Kuinre. Vieren-twintig-honderd gulden gaven deze ruim zes honderd inwoners uit voor een wetenschappelijk onderzoek ten bate van hun bestaan. De hoogere instanties legden het naast zich neer. Een weg, goed, dat kon Kuinre krijgen. Een doorgaande water-verbinding? Dat niet. Is het wonder dat de Kuinre-naren ontevreden zijn geworden? Dat zij mompelen dat de provincie Overijsel den waterweg via Blokzijl en Zwartsluis bevoordeelen wil ten nadeele van de kortere ver binding via Kuinre? Geenszins. DE oude grieven werden acuut, toen niet slechts de economische bloei, maar ook de zelfstandig heid van Kuinre bedreigd werd. Reeds enkele jaren geleden hadden gedeputeerde staten van Overijsel voorgesteld dat de gemeenten Kuinre, Blankenham en Oldemark tot n gemeente vereenigd zouden Boven links : de eenige straat van Kuinre Boven rechts : de havenkom Midden: de leider van het Comitévan Actie uit de Burgerij (Foto's: N.V. de Spaarnestad, Haarlem) worden. Dit voorstel was lang sleepende gebleven. Plotseling, begin April, kwam uit Zwolle het bericht, dat Kuinre zich vóór i Mei uit moest spreken over de quaestie der samenvoeging, over de vraag of in Noord-Overijsel, zooals een alleszins bevoegd persoon ter plaatse het uitdrukte een bufferstaat tusschen Friesland en Overijsel geschapen zou worden." De gemeente sprak zich uit. Een comitévan actie wierp zich op. De stemgerechtigden kwamen op 24 April bijeen wel te verstaan: de mannen; de vrouwen bleven thuis, met uitzondering van de schooljuffrouw , en er werd een adres ontworpen waarin Kuinre om aansluiting bij Friesland verzocht, Vrijwel de geheele bevolking zette de handteekening er onder, in de hoop ook dat Leeuwarden het plan zal steunen. Immers, als Kuinre bij Friesland komt, krijgt deze provincie tegelijkertijd een breede strook in den toekomstigen Noord-Oost-polder er bij. Niet dat wij er op gebrand zijn bij Friesland te komen !" verklaarde een der leden van het comité. Als Overijsel met onze belangen rekening houdt, blijven wij graag bij Overijsel. Maar wij willen baas zijn in eigen huis. De Koningin heeft het gezegd: wij willen onszelf zijn en blijven !" Zoo moge het zijn. Wij wachten met spanning den verderen gang van zaken af. PAG. 7 DE GROENE No. 3234

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl