Historisch Archief 1877-1940
rouwen en vrouwenleven
De achterlijkheid van ons onderwijs
Een directeur van een H.B.S. schrijft
ons:
HET zal in 1940 zeshonderd jaar
geleden zijn, dat Geert Grote te
Deventer geboren werd en dat er dus
weldra 600 jaar door menschen uit de
Lage Landen gedacht is over en ge
werkt aan de opvoeding der jeugd.
Misschien wordt er in dat gedenkjaar
eens een eerlijke, moedige vergelijking
gemaakt tusschen de groote
voorloopers van die eerste 200 jaar Grote,
Gansfort, Agricola, Erasmus en de
mannen (vrouwen) die in onzen tijd
hun arbeid aan de Nederlandsche jeugd
voortzetten, 't Is te hopen, dat hun
namen over 600 jaar met even groote
bewondering nog zullen genoemd wor
den en dat wat Onderwijscongres
1939" in de dagbladen heet, werkelijk
in de geschiedenis van de Nederland
sche cultuur onder die naam nog in
lengte van dagen zal aangehaald
worden.
Maar ik vrees dat latere eeuwen ta
melijk triest en zelfs huichelachtig
zullen vinden, wat op de meeste
onderwijscongressen, paedagogische con
ferenties en symposia van 1939 en
voorafgaande jaren is verhandeld. Het
nageslacht zal duidelijker zien dan wij,
wier oogen troebel zijn van affecten
en angsten, dat deze tijd twee dingen
miste om iets wezenlijks voor de jeugd
en haar opvoeding tot stand te kunnen
brengen.
Deze twee manco's, die misschien
sterker dan in eenige andere landen
in het onze bestaan, zou ik willen noe
men: tekort aan liefde en tekort aan
wetenschappelijk denken.
De liefde voor het kind is in ons land
maar heel gering. Daarom wordt er
zooveeel over gepraat. Men spreekt
weliswaar van de eeuw van het
kind", men zegt wel het beste is voor
het kind nog niet goed genoeg", maar
hoe is de werkelijkheid? Het kind
wordt mishandeld, verminkt, afge
beuld en uitgebuit als nauwelijks n
wezen in deze eeuw het zich laat wel
gevallen en dan nog alleen meegesleept
door een of ander fanatisme, een massa
suggestie. Kleine kinderen komen
lenig en los en frisch op de lagere
school (er zijn al kleuterscholen die
aansluiting geven" op die school),
worden daar vijf uur per dag vastge
houden en zijn na eenige maanden
stijf en baldadig. Voor hun lichamelijke
opvoeding wordt meestal niets, voor
hun geestelijk heil op een fabriek
matige wijze iets gedaan. Na de lagere
school wacht tienduizenden van die
slaafsche, doffe wezens een middel
bare school, waar de geestelijke mis
handeling wordt ten top gevoerd; daar
is geen sprake van een 4O-urige, laat
staan 35-urige werkweek: zeer veel
kinderen onder de 18 werken 50 en
meer uren, zittend in lokalen, in stu
deerkamertjes, voor boeken en schrif
ten. Al deze kinderen denken zelfs dat
het zoo hoort, zij grijnzen ongeloovig
Imitatie van den avondhemel
'T'OEN wij hél jong waren, kwam
?*? de Hawaiianmuziek in de mode.
Smachtende jazz-negers ontlokten
aan hun instrumenten overslaande
tonen, die je een rilling bezorgden
ter hoogte van het middenrif, terwijl
de adem je in de keel stokte, en trillend
zongen ze van diep blauwe sterren
hemels boven een Arcadisch eiland,
zacht omklotst door de lauwe zee..
De Parijsche mode-dictatoren la
ten zich inspireeren door al wat op
een gegeven oogenblik in het brand
punt der belangstelling staat: een
tooneelstuk, een expositie, ja, een
oorlog als het moet! Dat zich laten
inspireeren" heeft een zeer begrijpe
lijke, maar ook een gevaarlijke kant.
Dat zij zich nu en dan inspiratie
gaan halen bij oude kleederdrachten
e.d., spreekt vanzelf, aangezien een
nieuwe lijn" niet altijd volgens de
letter ook werkelijk nieuw kan zijn:
voor een vraagstuk waarvan het ge
geven, in casu het menschelijk
lichaam, zichzelf au fond steeds gelijk
blijft, kan men onmogelijk een on
eindig aantal oplossingen vinden,
ofte wel een oneindig aantal nieuwe
lijnen". Aan de andere kant heeft een
al te nauwkeurige nabootsing van een
historisch costuum iets kunstmatigs,
dat de meeste vrouwzn afschrikt.
Misschien zocht de fabrikant van
de zijde, waaruit de afgebeelde japon
gemaakt is, zijn inspiratie wel bij
die Hawaiianmuziek, die weliswaar
niet modern meer is, maar toch steeds
een zekere romantische bekoring
heeft. Donkerblauw als de hemel in
een Zuidelijke nacht, en bezaaid met
zilveren stippen als sterren; terwijl
het model een herinnering bewaarde
aan den tijd van de queue de Paris"
een periode die ons, althans hun
die ons de mode voorschrijven, steeds
gelukzaliger lijkt naarmate wij
ons er verder van verwijderen!
als er van andere mogelijkheden wordt
gesproken, zij zijn afgestompt en reke
nen dit tot onze cultuur te behooren,
die ze dan ook bewust of onbewust met
heel hun instinct haten. En als zij vol
wassen zijn en zelf leiden" in de
wereld, doen zij niets om den toestand
voor een nieuwe generatie te verbete
ren; ik heb dit mijn leerlingen zoo vaak
gezegd, wanneer zij eens tot een klacht
kwamen. Zij haten immers zichzelf
en anderen.
HET ontbreekt ons aan liefde tot het
kind, omdat wij zelf sinds vele
generaties liefde-loos zijn opgevoed.
Dit is het Hollandsch Drama" dat
op onvergelijkelijk-trieste,
waanzinnigsombere wijze door Arthur van
Schendel is uitgebeeld. De
liefde-tot-eenmensch is in Nederland verboden",
wordt dus verdrongen en opgekropt,
en uit zich dan op allerlei wei-geoorloof
de manieren: in liefde voor de muziek,
voor de natuur, voor bloemen en kana
ries, paarden en honden.
En in haat! In de speldeprikken en
het sadisme van Meneer Visser",
wiens hellevaart" de meesten vroeg
of laat wel beleven, maar evenals hij,
zonder genezing te vinden. Zoodat
men op een congres kan zeggen: Wij
moeten de kinderen opvoeden tot ge
harnaste persoonlijkheden die den
levensstrijd niet schuwen, bereid tot
brengen van offers". Alsof ze zich zelf
al niet harnassen, oogkleppen en zelfs
een leerhuid en stekels hadden aan
geschaft !
Maar liefde is noodzakelijk voor de
opvoeding, liefde van de oude voor de
jonge en van de jonge tot de oude gene
ratie. Malinowski, professor in de
ethnologie aan de universiteit te
Londen, heeft in zijn Sex and
Repression in Savage Society" (Londen, 1927)
erop gewezen, dat de primitieve, blij
vende menschenfamilie, (moeder-vader
kinderen) met de bijbehoorende 'gevoe
lens van teederheid van beide kanten
moest ontstaan om de opvoeding (die
ook daar jaren in beslag neemt) en het
overgeven van de cultuurwaarden door
de eene generatie aan de andere, moge
lijk te maken. Hoe veel grooter moet
die liefde en teederheid zijn nu, in
onzen tijd, die de opvoeding zooveel
jaren langer heeft gemaakt voor vele
kinderen en welks cultuur zooveel
verder van de natuur en de biologische
instincten afstaat. Heeft men zich wel
eens afgevraagd of deze factor van
liefde tusschen de generaties niet een
rol speelt bij de tegenwoordige cultuur
crisis? En daarbij dan nog eerlijk in
rekening gebracht, dat de wereld die
de oudere generatie aan de jongere
overgeeft en nalaat, werkelijk alles
behalve een kostelijk geschenk en
hoog tens een doos van Pandora is ?
De liefde, ik herhaal, ontbreekt bij
de oudere generatie. Wij die alles in
geld omrekenen, wij hebben geen
millioentje over voor de kinderen om hun
meer onderwijzers en meer
lichaamscultuur onder deskundige leiding te
geven, om hun zwangere moeders en
hunzelf betere voeding en verzorging
te geven, enz. En vooral is er geen geld
(d. i. liefde) om te maken dat hun ter
wereld komen werkelijk als de
zoogenoemde blijde gebeurtenis" ver
wacht en ondergaan wordt.
TEKORT aan wetenschappelijk
?* denken, noemde ik het tweede
verwijt dat latere geslachten onzen
pooveren tijd zullen maken. Want dat
onze geestelijke en psychische cultuur
zoover achterblijft bij de technische
is toch zeker niet te wijten aan
buitenmenschelijke machten, maar alleen aan
ons zelf. Dat we de onmacht van onze
intellectueele en andere psychische ver
mogens niet opheffen en verhelpen is
immers onze eigen verkiezing", sedert
we over de middelen beschikken om de
oorzaak van die onmacht te begrijpen,
Sedert n.l. de dieptepsychologie ons
inzicht heeft gegeven in de angsten en
conflicten die onze geestelijke vermo
gens remmen, ombuigen en opslurpen.
Dat wij b.v. het kind asexueel noemen
en tot asexualiteit trachten op te voe
den, is toch zeker niet wetenschappe
lijk. Dat wij de leegheid van het me
chanistische in onze maatschappij zien
de, toch de kinderen maar voor de
maatschappij" willen klaarmaken, is
zeker een bewijs hoe weinig vertrouwen
we in ons eigen wetenschappelijk in
zicht hebben. En dat we in paedago
gische kringen opkomen voor minder
huiswerk voor de jeugd (en daarbij de
ouders lang niet altijd op onze zijde
hebben!), terwijl er aan den anderen
kant specialisten confereeren over de
vraag hoe de volwassen mensch met
zijn vrijen tijd moet omspringen (velen
hebben de oplossing gevonden in
bridge" !), wijst niet op een
dragelijkwetenschappelijke orde in onze geeste
lijke huishouding. Dat we angstige en
met schuldgevoel beladen kinderen
zonder angstinboezeming zouden wil
len opvoeden, is onwetenschappelijke
struisvogeltactiek, want we willen wel
onze domme lange halzen verstoppen
voor den aanvaller, maar niet de
grondfout van die kinderen verhelpen. We
zijn dilettanten die Montessori- en
andere meer vrije" scholen inrichten
voor kinderen die vóór ze die scholen
gaan bezoeken, reeds onverantwoorde
lijk en bang voor de vrijheid zijn ge
maakt.
Kortom dat we kinderen willen op
voeden en onderwijzen zonder de weten
schap dat liefde alleen daartoe in staat
is, en haat tegen onszelf en tegen het
kind al het goede dat we denken te
willen, verijdelt, is het tweede tekort
van onzen tijd. Zullen we ze erkennen?
Es ist eine schauderhafte Empfindung,
wenn ein edler Mensch mit Bewusztsein
auf dem Punkte steht, wo er ber sich
selbst aufgeklart werden soll. Alle
Uebergange sind Krisen, und ist eine
Krise nicht Krankheit? Wie ungern
tritt man nach einer Krankheit vor
den Spiegel."
Goethe had geen idee van de krisis
waarin de mensch van de 2oste eeuw
zou geraken, en hij wist ook niet dat
de angst om in het eigen wezen dieper
door te dringen in Domineesland veel
grooter nog is dan in Dichterland.
Aan onze abonné's wordt
beleefd verzocht adres
veranderingen duidelijk
op te geven, met ver
melding of deze blijvend
of tijdelijk zijn.
NA DES WOENSDAGS
12 UUR VOORMIDDAG
kunnen geen verande
ringen meer worden aan
genomen.
DE ADMINISTRATIE.
PAG. n DE GROENE No. 3235