Historisch Archief 1877-1940
rouwen en vrouwenleven
Wie was madame Tossaod?
r
volutie van de badjas j
WIE Londen bezoekt en toevallig
ook een tikje van griezelen houdt,
bezoekt natuurlijk Madame Tussaud's
Waxworks". In dit panopticum van
gigantische afmetingen vereenigen zich
alle mogelijke beroemdheden uit heden
en verleden. Er staan koningen en
sporthelden, politici en filmmenschen,
geleerden en misdadigers. Zoo spoedig
iemand in de wereld op eenigerlei wijze
van zich doet spreken, vereeuwigt men
hem of haar in was bij madame
Tussaud. Zooveel mogelijk tracht men bij
te blijven met de gebeurtenissen van
den dag en wie goed op de hoogte wil
zijn, kan zich bij madame Tussaud
op diverse manieren oriënteeren, o. m.
door de samengestelde groepen te be
studeer en. Zoo spoedig een regeering
wisselt, wisselen ook de wassen poppen.
Toen minister Eden niet langer deel
uitmaakte van het Engelsche kabinet
was hij reeds den dag na zijn ontslag
neming ook uitgesloten van de
wassenbeelden-conferentie der ministers en
stond zielig in een hoek.
De eerste madame Tussaud, naar
wie het panopticum heet, werd in 1760
te Bern -geboren. Ze woonde daar te
zamen met haar moeder en haar oom,
die dokter was. Deze dokter Curtius,
was een verlicht man, wiens speciale
belangstelling uitging naar de behan
deling van gebrekkige kinderen, welke
in dien tijd nog ongeveer alles te
wenschen overliet. Dr. Curtius maakte
modellen van was van misvormde lede
maten om met behulp van die modellen
een methode van genezing te kunnen
vinden. Maar al spoedig bleek, dat het
modelleeren hem in de vingers zat; al
spoedig maakte hij ook koppen, bustes,
ja levensgroote figuren van was, die zoo
fraai en ook zoo gelijkend waren, dat
ze algemeen werden bewonderd en dat
zelfs de stad Bern, te zijner eere, een
museum inrichtte, waar zijn wassen
beelden werden tentoongesteld. Dokter
Curtius' kleine nicht, Marie, bleek de
vaardigheid van haar oom te hebben
geërfd: ook haar kleine vingers konden
uit was allerlei tevoorschijn tooveren.
Het was eerst kinderspel, maar toen
dr. Curtius merkte welk een
kunstzinnigen aanleg het kleine meisje had,
deed hij alles om dien te ontwikkelen.
Het gebeurde, dat prins Conti, die
aan het Fransche hof een rol van be
lang speelde, eens door Zwitserland
reisde en te Bern ook het
museumCurtius bezocht, waar naast schep
pingen van den oom, thans vooral ook
werkstukken van het nichtje prijkten.
De Fransche edelman was zoozeer ge
troffen door de merkwaardige
modelleerkunst van beiden, dat hij de familie
trachtte te bewegen naar Parijs te
komen. Daar zou hij oom en nicht aan
het hof brengen. Dokter Curtius en
Marie's moeder bedankten, maar het
jonge meisje liet zich verlokken en
trok naar het land, waar de eerste
verschijnselen zich reeds kenbaar
maakten van de groote revolutie.
A ANVANKELIJK zag het er uit of
f\ Marie's stoutste droomen verwe
zenlijkt werden. Niemand minder dan
de bekoorlijke koningin
Marie-Antoinette gaf haar opdracht een buste van
haar te vervaardigen en toen deze
veel bewonderd werd om de uitnemende
gelijkenis, vervaardigde Marie óók een
zeer karakteristiek borstbeeld van
koning Lodewijk XV. Een portret
van den Dauphin volgde en ook een
van de jeugdige prinses Elizabeth,
die zoo bekoord was door de jonge
Zwitsersche, dat zij niet rustte voor
en aleer Marie Curtius tot haar leerares
was benoemd. Nu verhuisde zij naar
het paleis van Versailles en daar kreeg
ze gelegenheid borstbeelden te maken
van Rousseau, Voltaire, en Benjamin
Franklin. Ze was nu geheel in de hof
kringen opgenomen, behoorde tot de
verwende gunstelingen van het konings
paar en werd reeds om die reden door
het wantrouwiger-wordende Fransche
volk met woedende oogen bekeken.
Op een nacht drong men het paleis
binnen en nam prinses Elizabeth ge
vangen en tezamen met haar ook de
mooie jonge beeldhouwster. Maar nu
dook, voor de eerste maal in Marie's
leven, de jonge Fran?ois Tussaud op.
Op geheimzinnige en romantische wijze
zag hij kans om met zijn vrienden de
prinses en haar leerares te bevrijden.
Midden in den nacht werden ze ge
bracht naar het paleis van den hertog
van Kleef, die beide vrouwen opnam
en verborg, met gevaar voor zijn eigen
leven;. Hij moest dien moed met den
dood betalen, daar het weldra bekend
werd, waar beide ontvluchtte gevange
nen verbleven. Zij werden opnieuw in
arrest gesteld. Danton beval, dat Marie
Curtius haar talent voortaan in dienst
van het volk moest stellen; zij kreeg
opdracht wassen beelden te maken
voor de republiek. Heel tragisch was
het wel dat de hertog van Kleef, die
haar onderdak verleende, haar eerste
model was. Op een morgen bracht men
zijn bloedend hoofd, zóó van de guil
lotine, in haar cel....
NU kwam voor Marie Curtius een
razend-drukke tijd. Zij moest
Marat modelleeren, zij moest Danton
modelleeren, maar ook moest zij was
sen beelden maken van de voornaamste
slachtoffers, die onder de valbijl stier
ven. De guillotine werkt veel vlugger
dan gij", zeiden de voormannen onte
vreden tegen het dood-ongelukkige
schepseltje, dat zich niet opgewassen
gevoelde tegen zooveel ellende om zich
heen. Dikwijls werden ter dood veroor
deelden een dag vóór hun vonnis ten
uitvoer zou worden gelegd, in Marie's
cel gebracht. Zoo modelleerde ze
Charlotte Corday n uur voor haar dood.
Het meisje, dat Marat om het leven had
gebracht, zag haar vonnis met groote
rust tegemoet en verzocht de beeld
houwster om haar laatste groeten aan
haar verloofde te willen overbrengen....
Fran9ois Tussaud had niet stil ge
zeten. Hij had weten gedaan te krijgen,
dat hij als hulpkracht voor de beeld
houwster in de gevangenis werd aan
gesteld. Aan hem was het te danken, dat
Marie den moed vond verder te gaan.
In den nacht vóór de gehate prinses
de Lamballe slachtoffer van de guil
lotine zou worden, moest Marie wer
ken aan een kop van de prinses. Plotse
ling kwamen Tussaud en een paar
vrienden, van valsche papieren voor
zien, de cel binnen. Ze hadden bloe
dige doeken bij zich, daarin werd Marie
Curtius gehuld en, als armzalig bun
deltje, uit de cel door de gevangenis
weggedragen. Naar dergelijke pakjes
keek rnen zoo nauw niet....
Zoo wist Tussaud zijn aangebedene
te bevrijden. Ze vluchtten samen naar
Engeland. Daar huwden ze en richtten
het eerste wassen-beeldenspel op.
Sindsdien zijn de Tussaud's Engel
sche staatsburgers geworden. Het eer
ste panopticum breidde zich uit en is
door vijf achtereenvolgende generaties
steeds grooter gemaakt. Heden ten
dage kan men moeilijk nog spreken
van kunstzinnige waarde van de
wassen beelden, maar aan populariteit
heeft Madame Tussaud" nog niets
ingeboet.
HENRIETTE LABOUREUR
DE tegenwoordige mode heeft iets verontrustends. Men schijnt
het er speciaal op toe te leggen om alle goede, oude be
grippen omver te werpen, en ze te vervangen door nieuwe, die
'n meer eenvoudige ziel zich nu maar niet zoo een twee drie eigen
maakt. Dat een moderne hoed met den hoed van vroeger slechts
dit gemeen heeft, dat hij ook ongeveer ter hoogte van het hoofd
gedragen wordt daaraan zijn we nu langzamerhand wel ge
wend; dat een kous des te mooier is naarmate ze minder op
een kous en meer op een bloot been lijkt, is onlogisch, maar
,,re5u" ! Aan de stoffen kan men het ook zien: de vaklieden span
nen zich tot het uiterste in om bepaalde soorten zijde op fluweel,
en fluweel vooral zooveel mogelijk op zijde te doen lijken. En
zoo voort.
Dan is er nog de badjas. Vroeger begreep iedereen precies waar
hij voor diende: om je er na het bad in te wikkelen en mee af te
drogen (soms komt men nog wel eens zoo'n jas tegen, in een
degelijk ouderwetsch hotel; en ze zijn heerlijk!). Het was al een
heele revolutie, toen die eenvoudige witte badcapes door ge
kleurde en gestreepte vervangen werden, soms in het model van
een chambercloak !
Maar waartoe dient nu eigenlijk het hierbij afgebeelde, korte
jasje? Om er zich lekker warm in te wikkelen? Onmogelijk: niet
genoeg stof aanwezig. Om zich ermee af te drogen? Fi donc !
een wit zijden creatie van Maison Larilan uit Parijs ! ! Om het
badpak te bedekken? weineen: want de grap is juist dat het
precies bij het badpak past....
Conclusie: de vrouw schrijdt steeds voort op den ingeslagen
weg, die haar voert naar een mode, waarbij alles op zijn kop
staat, behalve zijzelf en ook dat kunt u niet weten !
Tusschen haakjes: het is tóch een schattig jasje I
J
PAG. 11 DE GROENE No. 313*