De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 10 juni pagina 4

10 juni 1939 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

HET KATHOLICISME JVlr l In . Dr. L. J. C. Beaufort O.F.M, In aansluiting oj> het artikel Het Protesten t/sme in dezen tijd" van Dr. W. A. P. Smit, dat kort geleden door ons werd geplubliceerd, plaatsen wij hierbij een overeenkomstige beschouwing over het Katholicisme van de hand van het bekende R.K. Tweede-Kamerlid pater Beaufort. CHESTERTON'S paradox, dat tegenover het katho licisme objectiviteit onbestaanbaar is, zal bij velen wellicht op tegenspraak stuiten, maar slechts weinigen zullen betwisten, dat het alom groote be langstelling wekt, vooral in onzen tijd. Wel zal deze vaak op het uiterlijke en bijkomstige gericht zijn: op het aantal zijner aanhangeis, op een verrassende terugkeer tot de Moederkerk, op de spanning rondom een Pauskeuze, op den invloed, dien het uitoefent ook buiten de sfeer van het kerkelijke en geestelijke. Zonder beteekenis is dat alles niet, maar het staat verre achter bij de vraag, of het katholicisme als zoo vele cultuurverschijnselen reeds ten ondergang neigt. Steunt het alleen nog op zekere tradities, houden slechts machtsmiddelen het voorloopig in stand? Of is het nog altoos een levend organisme, vol innerlijke groeikracht en zal het wellicht tot nog rijker en voller ont plooiing komen? Zoo ligt het terrein van dit artikel afgebakend: meer dan de positie van het katholicisme in dezen tijd verdient zijn beteekenis voor dezen tijd aller aandacht. ie dezen til genomen, is katholicisme een m r-omJ vattend begrip dan katholieke kerk, maar hun innigen samenhang zal niemand loochenen. Als godsdienstig-zedelijk stelsel, als levens- en wereldbe schouwing doet het katholicisme in alle levensver houdingen direct of indirect zijn invloed gelden, doch steeds op den grondslag van Christus' leer, zooals die bewaard en bindend verklaard wordt in de door Christus gestichte wereldgemeenschap, de Katholieke Kerk. Wie nu in rotsvast gelooven Petrus' getuigenis over den Christus als Gods Zoon mag aanvaarden, aan vaardt tevens het Goddelijk karakter van Christus' Kerk en Christus' leer. En daarmede ook hun onver anderlijke, hun absolute waarde en beteekenis. Voor alle phasen der wereldhistorie, voor onzen tijd zoo goed als voor verleden en toekomst. Ook voor alle geslachten, alle rassen, alle volken. Naar haar meest innerlijke kern, naar haar wezens trekken heeft dus de katholieke kerk en met haar het katholicisme, een absolute en onveranderlijke waarde en beteekenis. Voor eiken, ook voor dezen tijd. Maar daarmede wordt organische groei en ontwikkeling niet ontkend. Het tot wasdom gerijpte katholicisme is niet in alle opzichten te identificeeren met het pas ont loken Christendom der eerste eeuwen, zooals ook het katholicisme der toekomst nog veel rijker zich ont plooien zal in leer en gewoonten, in recht en eeredienst. Anderzijds draagt iedere phase der historie een eigen karakter, kent iedere tijd, ook de onze, eigen nooden en behoeften. Daardoor kunnen bepaalde tendenzen in het katholicisme, zekere trekken van zijn karakter in een bepaald tijdperk meer in het bijzonder de aandacht trekken. Zoo wordt verklaarbaar, dat veler blik thans aller eerst geboeid wordt door het imposante gebouw van zijn uiterlijke grootheid en onverwoestbare levens kracht temidden van een wereld, die sterke staten zag ineenstorten en eeuwenoude dynastieën verdwijnen; de blik wendt zich als gefascineerd naar die wereld omspannende gemeenschap, die, hoe fel ook aange vallen, torenhoog zich blijft verheffen, vast en ongeschokt; die, hoe ook bloedend uit tal van wonden, haar zegenrijke zending blijft vervullen, steunend op het woord van haar stichter: Zie, Ik ben met u tot het einde der eeuwen. Maar meer dan deze uiterlijke grootheid en onver woestbaarheid boeit in het katholicisme zijn innerlijke eenheid en geslotenheid. In den tragischen ontwikke lingsgang, die een algemeene historische lijn aangeeft, maar ook veler persoonlijk leven typeert: los van de kerk los van Christus los van God, werd tevens de band met het absolute verbroken, verloor het leven zijn dieperen zin en beteekenis, moest lijden en dood en eigenlijk heel het wereldgebeuren den mensch onbe grijpelijk schijnen, troosteloos en waardeloos. Stel daartegenover de levensbeschouwing van het katho licisme: naar God, Schepper en Einddoel van al het geschapene, ook alles zich heenbewegend, natuurgedwongen als bij het redelooze, in vrijwilligheid, zij het gestuwd door de genade, bij den mensch. En in dat wereldbeeld als centrale figuur der gansche historie, de God-mensch, Jezus Christus, met zijn stichting, de Kerk, als bewaarster zijner leer, als uitdeelster van zijn genadegaven. Die leer staat niet somber-vijandig tegenover het tijdelijke en aardsche; in subordinatie aan het hoogere en geestelijke aanvaardt ze blij en dankbaar ook het stoffelijke, als onmisbaar in het streven naar 's menschen levensdoel. Zoo verkrijgt alles eeuwigheidswaarde, zoo loopt een gouden band van het tijdelijke naar het eeuwige, zoo vormt heel het wereldgebeuren een gesloten en zinvol geheel. MAAR de beteekenis van het katholicisme reikt verder dan het zuiver persoonlijke en individueele. Op alle levensverhoudingen doet het direct of indirect zijn invloed gelden. Laat mij slechts de sociaaleconomische noemen. Het terrein van aller dagelijksch streven en werken, helaas ook van afgunst en bitteren klassenstrijd. Maar evenzoo van den sterken en algemeenen drang naar radicale omvorming. Men berust niet langer in krom- en scheefgegroeide maatschap pelijke verhoudingen, waarin, wie om de eenheid van taak en functie natuurlijkerwijze bijeenhooren, als vijandelijke groepen tegenover elkaar staan. Aan de oude oplossingen werd reeds lang de rug gekeerd. Wie gelooft nog ernstig aan de harmonie, die uit het vrije spel der economische krachten zou ge boren worden l En het dogma van den klassenstrijd als noodzakelijk element in den ontwikkelingsgang van het menschdom verliest steeds meer aanhang. In alle kringen dringt het bewustzijn door van onderlinge verbondenheid. Welnu, als n gedachte sterk leeft in het katholi cisme, dan deze. Een hoogeschool van gemeenschapsgeest heeft men de Kerk genoemd, die immers in haar leerstuk van de Gemeenschap der Heiligen zelfs een brug slaat tusschen heden en hiernamaals, en levenden en afgestorvenen in n groot verband vereenigd ziet; die niet ophoudt de gerechtigheid en de liefde aan te wijzen als onmisbaar fundament juist voor een ge ordend gemeenschapsleven; wier groote sociale Ency clieken op slechts n doel gericht zijn: aan de samen leving, haar organische eenheid hergeven, de maat schappelijke orde herstellen in waren christelijken gemeenschapsgeest. Op het huidige keerpunt der wereldhistorie wijst juist het katholicisme uit de versplintering van het individualisme den weg naar de gebondenheid in de nieuwe gemeenschap, zonder daarbij ook maar in het minst de rechten van het individu te miskennen, die immers juist door de kerk ten allen tijde geëerbiedigd en verdedigd werden. Leerde zij niet de onmetelijke waarde van iedere menschenziel ? Voerde zij geen taaien strijd voor de eindelijke erkenning in staat en maatschappij van de menschelijke waardigheid en persoonlijkheid? Het is de ironie der historie, dat zij, die altijd als belaagster der vrijheid is voorgesteld, tegen de huidige stroomingen van staatsvergoding het sterkste bolwerk zich toont voor de bedreigde rechten der individuen. In deze bemoeienis met het groote sociale probleem ligt stellig geen machtsstreven, geen vermenging van het geestelijke met de politiek. Principieel blijft het katholicisme, ook in dezen tijd, het eigen gebied en de eigen bevoegdheid van de twee volmaakte maat schappijen, Kerk en Staat, erkennen en verdedigen. Beider gezag, beider zelfstandigheid weet het van God afkomstig en daarin ligt de grond voor den eerbied, dien het den Staat, als onmisbaar in de natuurlijke orde, betuigt. Langs verschillende wegen is het staats deel bereikbaar; daarom onthoudt het zich ook van een principieel stelling nemen vóór of tegen bepaalde regeerings- of staatsvormen, mits de gerechtigheid worde in acht genomen en het algemeen welzijn gediend. Want als de maatschappij zich ontwikkelt in strijd met de zedenwet, dan zou de kerk haar zending slecht begrijpen, haar taak en plicht verwaarloozen, als zij, die toch de hoedster is dier zedenwet, het kwaad niet aanwees. wie zelf tot het Katholicisme behooren, O kunnen zijn waarde en beteekenis, ook voor dezen tijd, ten volle begrijpen. Zóó diep is zijn greep op het persoonlijk leven, zoo sterk zijn invloed op alle levensverhoudingen. Alleen eigen persoonlijke ervaring laat begrijpen en doorvoelen, wat in het katholicisme aan de wereld is geschonken. Men zie hierin geen eigengerechtigheid, geen geestelijke hoogmoed, noch veel minder gebrek aan waardeering voor anderer overtuiging. Waar van Godsdienst sprake is, past slechts deemoed, eerbied, dankbaarheid en de eerlijke erkenning, dat een ideale belevenis slechts zelden en door weinigen wordt bereikt. Maar wie den rijkdom en den zegen van het katholicisme in eigen leven mocht ervaren, voelt in dankbaarheid voor wat hem onver diend ten deel viel, de bede naar de lippen stijgen: ut omnes unum sint. Gr ensbe wapenin g Onzegrensverdediging een illusie? Onze militaire medewerker schrijft ons: MEER dan ooit te voren concentreert de be langstelling voor onze defensie zich op de beveiliging der grenzen. Het verschijnsel staat niet op zichzelf: de grens verdediging is overal in de mode". Dit verschijnsel is des te merkwaardiger, omdat het samenvalt met een ontwikkeling van het luchtwapen, die veeleer tot geringschatting van de grenzen en van de ver sterkingen op den bodem zou kunnen leiden. Vóór den grooten oorlog gold bovendien de klas sieke leer, volgens welke de uitslag van een oorlog zelfs onafhankelijk was van de grensverdediging, en allén beheerscht werd door het verloop van den strijd tusschen de wederzijdsche legers en vloten. De vestingen en forten, die in 1914 aanwezig waren, hebben daarenboven over het algemeen slechts teleurstelling opgeleverd. Hoe is dan de opleving van het verlangen naar grensVirsterkingen na den grooten oorlog te verklaren ? Het is begrijpelijk, dat vooral de volken, die de ellende van een oorlog op eigen bodem hebben ondergaan, alles wilden doen om een herhaling daarvan te voorkomen. Voorts heeft de z.g. stelling oorlog geleerd, dat ondanks het falen van vele ves tingen de eigenlijke wederzijdsche fronten jaren lang konden stand houden. Toen dan ook Von Seeckt tijdens de periode der z.g. ontwapening van Duitschland met genialen bluf de leer propageerde, dat het kleine maar uitmuntend geoefende beroeps leger zoo bijzonder geschikt was om er de logge millioenen-massa's der buren mee te overvallen en uit elkaar te ranselen, ontwaakte in Frankrijk een onweerstaanbaar verlangen naar een deugdelijke grensafsluiting tegenover Duitschland. Dit heeft geleid tot den bouw van de machtige Maginot-linie. Daarmede was de mode" der grensversterkingen geïntroduceerd, en de navolging is niet uitgebleven, zij het op zeer uiteenloopende schaal. In hoever is de landsverdediging met dergelijke versterkingen gebaat? Inderdaad hebben in den wereldoorlog de fronten jarenlang stand kunnen houden. Dit was mogelijk, omdat zij aaneengesloten, niet-te-omtrekken liniën vormden, waarin door onafgebroken verbinding met het achterland een buitengewoon hoog peil van afwerende kracht voortdurend gehandhaafd kon worden. Afzonderlijke werken daarentegen gingen over het algemeen spoedig verloren, o.a. omdat hun krachten niet aangevuld konden worden. Met deze voorbeelden voor oogen is het duidelijk, dat een grensversterking alleen dan in staat zal zijn den vijand buiten de deur te houden, als zij ingericht, bezet en uitgerust kan worden als een front in den stelling-oorlog. Zulk een prestatie is voor een leger op voet van vrede alleen maar mogelijk onder buitengewoon gunstige voorwaarden, zooals bij de afsluiting van een betrekkelijk klein deel der grenzen van een groote militaire mogend heid. Voor Frankrijk en Duitschland hebben de Maginot- resp. Siegfried-linie groote waarde, omdat zij inderdaad aaneengesloten stellingen vormen en zér krachtig bezet en bewapend kunnen worden, Voor kleine landen met betrekkelijk lange grenzen daarentegen zijn dergelijke systemen vol komen onbereikbaar. Ons geheele oorlogsleger is in een stelling-oorlog slechts voor eenige tientallen kilometers groot genoeg: hoe zou men dan met de zooveel kleinere sterkte in vredestijd een linie van honderden kilometers kunnen bezetten? Het is daarom noodig in ons land alle illusies van een reëele grensverdediging te laten varen. Zij zijn even ijdel als b.v. de verwachting zou zijn om met een handkar te kunnen deelnemen aan een auto race. Bovendien zijn zij gevaarlijk omdat ze leiden tot versnippering van kracht en tot achterstelling van de hoofdzaak. Dat wil niet zeggen, dat alle maatregelen aan de grens overbodig of nadeelig zouden zijn. Integendeel, het was hoog noodig en zeer nuttig dat voorzieningen werden getroffen om te voorkomen, dat een aanvaller onverwachts en overrompelend ons gebied kan binnendringen, hetzij om dit in bezit te hemen, hetzij om via ons land tegen een andere mogendheid op te rukken. In beide gevallen N.v. ARNHEMSCHE HYPOTHEEKBANK HYP. KAPITAAL BESCHIKBAAR TEGEN UITERST BILLIJKE VOORWAARDEN De Directie: Ut J. F. VERSTEEVEN?Mr. H. 6. VAN EVERDINGEN PAG. ?» DE GROENE NO. 32-'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl