De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 17 juni pagina 10

17 juni 1939 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

Letterkundig leven ? \7 eeuwige mythe Albert Heiman Film ER zijn schrijvers met een diepe, alles beheer sende neiging tot het verdromen van al hun denkbeelden, tot het oplossen van al hun gevoelens in vage en onvatbare vormen en gestalten. En er zijn andere schrijvers met een onweerstaanbare wil tot precieseren, met een harde discipline om het oog gevestigd te houden op slechts n ding, totdat het zo duidelijk-zichtbaar geworden is, dat uitsluitend dit ene het ganse blikveld beslaat. Een man als Denis de Rougemont behoort tot de lieden, die telkens van het poëtische deserteren, om in het bijna-wetenschappelijke, nauwkeurig-geformuleerde over te stappen; voor wie een roman een verantwoording", een reisbeschrijving (ik denk aan zijn Journal d'Aüemagne van het vorige jaar) een filosoferende geloofsbelijdenis is. Thans heeft hij ons een boek gebracht, dat vol dichterlijke ge dachten staat, en toch slingert tussen de uitersten van een wetenschappelijke verhandeling en een moraliserende hymne a la Prudentius. Het bevat de grondstof voor een of vele prachtige romans, door precieseringsdrang uiteengehakt en omgerangschikt tot een stevige, boeiende verhandeling. L'Amour et l'Occident" l) is een uitvoerig en scherpzinnig essay, dat tot punt van uitgang het verhaal van Tristan en Isolde neemt, hetwelk door den schrijver als een mythe", beschouwd wordt. En een mythe is voor hem datgene, waardoor men met een enkele oogopslag zekere typen van con stante verhoudingen los van hun alledaagse ver schijningsvorm kan leren kennen". Zij geven de gedragslijnen van een sociale of religieuse groep weer. Het Tristan-verhaaJ is dan de mythe van de fatale liefde, van passie en ontrouw, en van een hele reeks symptomen, die kenmerkend zijn voor de liefde" in ons westers beschavingsgebied. Want, naar onze literaturen te oordelen, zegt De Rouge mont, is echtbreuk een van de merkwaardigste be zigheden waaraan Westerlingen zich overgeven. En hij wenst te constateren, dat genoemde Westerling minstens evenzeer houdt van datgene wat het geluk der echtelieden" verwoest, als van datgene wat het veilig stelt. In deze trant gaat hij door, om na een zorgvuldige analyse van het Tristan-verhaal, een hoogst instructieve beschouwing ovei de reli gieuze, manicheïsche oorsprong ervan, rake waar nemingen omtrent de passie der mystiek, de lotge vallen van de mythe in de literatuur, en een actuele verhandeling over de ondergang der oude ridder idealen in onze eigen tijd (L'Amour et la Guerre), eindelijk te komen tot de tamelijk venassende wen ding en conclusie: onze beschaving gaat haar onder gang tegemoet, tenzij Eros gered wordt door Agape, door de charitatieve liefde welke zich openbaart in het monogame huwelijk. Hij voert zijn bewijs door een merkwaardige draai" te nemen, en een van die tegenstellingen tussen Oost" en West" te construeren, waarbij het al aan de premissen te zien valt, hoe bekaaid Oost" er van af moet komen. In de willekeur der definities ligt al de willekeur der conclusies opge sloten. Maar de verdere bewijsvoering is brillant, en vooral de ontleding, die de Rougemont van ver schillende cultuur-uitingen der liefde geeft, is uiter mate interessant. Het zijn boeiende boeken, die welke een even groot boek vragen om ze met volle digheid en klem van argumenten te critiseren. En dan.... heeft niet een ander frans schrijver zijn boek over de liefde met veel meer omzichtigheid genoemd: Amour, terre inconnue...."? IK voor mij geloof, dat maat zeer weinig bevoor rechten in dit ondermaanse ingewijd zijn in liefde's diepste geheimen, en dat de Tristan van Wagner gelijk gehad heeft .met de bekentenis van zijn onmacht om iets te openbaren van haar mysterie. Of zoals onze eigen anonyme dichteres het zei: Dat wetti wel Ghi die oec daer syt." Wie zal overigens nog uitmaken welke de we tenden" zijn? Droom en vervaging geven soms een schijn van weten, vooral wanneer het uitgangspunt ervan een soort van exacte wetenschap is, gelijk bij Mary C. Stopes, die zeker tot verbazing van velen die haar populair-wetenschappelijke en gemakkelijk aanvechtbare boekjes over ,,de" liefde en haar ritueel kennen, thans haar intrede doet in de litera tuurrubriek, waar haar aanwezigheid tot nu toe Bij Examens blijft men kalm en helder, indien men vooraf Mijnhardt's Zenuwtabletten gebruikt. Koker 75 et. Bij Apothekers en Drogisten. allerminst gewenst was, daar kunst en schoonheid nu eenmaal moeilijk samengaan met ogineren en stopen en knausen, of dergelijke on-ovidiaanse artes amandi meer. Doctor mevrouw Stopes maakt echter haar literaire entree onder het patronaat van eminente poëziekenners gelijk G. B. Shaw en John Masefield, en heeft dus het pleit schijnbaar al op de voorhand gewonnen. Want, zal men zeggen, als zulk een deskundige die aan het einde van haar levens taak nog onverwacht met Love songs for Yoang Lovers" 2) op de proppen komt, nog niet weet waar ze het over heeft, wie zal het dan wel weten ? Zouden wij met een Mathilde-cyclus van dokter van der Velde-van-het-Volkomen-Huwelijk, aan bevolen door Boutens en bewonderd door Vestdijk, niet even geintrigeerd als voorzichtig zijn? En met verwonderlijke ingenuïteit, en meer we tenschappelijke dan poëtische oprechtheid, slaat dr. Stopes haar critici scalpel en sonde uit de handen, door aan het einde van haar kleine zestig gedichten nauwkeurig te vertellen dat het alles niet zo erg is als 't daarin wel lijkt, en dat de meeste bezongen avonturen haar eigen koude kleren niet raken. Die lange slotaantekening is veruit het interessantste, en in hoge mate leerzaam voor die Jonge Minnenden welke haar voorbeeld zouden willen volgen, en zich in kalmere nadagen te buiten zouden willen gaan aan min of meer opwekkende" poëzie. De vervul ling van mijn gelofte om twintig jaren van mijn leven te wijden aan ingespannen openbare dienst, nam ik op mij in 1918; en gedurende deze net afgelopen twintig jaren, heb ik het te druk gehad om poëzie te produceren." Zo mag men het horen ! Werken is werken en dichten is een schoon vermaak. Maar we hebben de eerste helft van '39 nog niet eens achter ons, of daar ligt reeds bundel no. i van Marie Stopes met allemaal liefdesverzen op de tafel, van beroemde aanbevelingsbrieven voorzien, en met een aparte belofte voor nog meer, eis en weder dienende. Ons wordt ook precies meegedeeld hoe de verzen ontstonden, tot geruststelling van mr. Masefield, die het meer met de resultaten dan met het procéd eens blijkt. De dichteres wordt plotseling wakker uit diepe, droomloze slaap, als medica analyseert zij zulke toestanden heel scherp, opgeschrikt door een eerste regel" die het begin vormt van that penetrating, thrilling excitement which nearly doubles my normal pulse rate." Het zal je dan ook gebeuren. Maar dr. Stopes laat zich door de eigen koortstoestand niet afschrikken; snel dicht zij naar behoren voort op de eerste door de Goden geschon ken regel. De rest is mensenwerk, en kan met rede lijkheid en verstand lang worden voortgezet. Als ze dan in koelen bloede herlezen worden," vervolgt de dichteres, ,,is het soms duidelijk dat regels of woorden misplaatst zijn, ofwel ontbreken. Dan worden zij koel en intellectueel gecorrigeerd, en zie, somtijds blijkt er zelfs een sonnet" iets heel moeilijks, werd ons op school verteld, ontstaan te zijn". Een wonder van de diepe zielekietel, waaruit in lief gewriemel mystisch de Petrarkiaanse vorm te voorschijn kriebelt! Maar het ,,ik" is dan ook niet ikzelf" in de verzen, krijgen wij als waaischuwing mee. Want mr. Masefield, twijfelaar tegenover den geëxalteerden Shaw, heeft ook ge meend dat de gedichten een ietsje te intiem-persoonlijk waren om onder nette en welopgevoede mensen te circuleeren. En eerlijk gezegd bereidt de naam van dr. Stopes ook wel voor op iets onalledaags, om niet te zeggen pikants. Voor Engeland dan.... Gelukkig is zijzelf niet zo stout. VOOR ons, door alle P.C.'s, van Hooft tot Bou tens, in zulke dingen opgevoed publiek, zijn deze verzen voor Jonge Minnenden huiskamerproef" (de kinderen beginnen al zo vroeg met Engels, nietwaar ?) en soms zelfs bruikbaar-instructief op het gebied van hoe zeg ik het den kinderen met bloemen en zo." Want in het gedicht We Burn", waarin men zou kunnen denken dat het nogal warmpjes toegaat, is de dichteres zo verstan dig alle eventuele verkeerde beïnvloeding te neu traliseren door de aantekening: het is gebaseerd op het bewezen feit dat onze levens en onze lichaamswarmte afhangen van de verbranding van koolstof door zuurstof in onze weefsels. De keten waarover gesproken wordt in het gedicht, is de schakeling van het vierwaardig koolstof-atoom in ketting reeksen met andere molecules, sommige twee waardig en sommige...." U ziet: Du sublime au ridicule, il n'y a qu'un pas. Le pas de Calais, zei eens een beroemd staatsman. JJe Amenkaanscn< C. Boost DE Amerikaansche filmindustrie maakt op het oogenblik een crisis door, die wellicht een grootere omvang zal gaan aannemen dan eenige vorige crisis ooit gehad heeft. Want thans wordt van twee kanten een aanval ondernomen op Hollywood's onaantastbare positie, en wel een aanval van binnen uit door onafhankelijke producers, regisseurs en acteurs, die zich richt tegen de trustpositie der acht machthebbende filmmaatschappijen en een indirecte aanval van buitenaf door het bioscooppubliek, dat voor de zooveelste maal lijdt aan filmmoeheid, een ziekte, die in Hollywood gevreesd wordt als de pest. Van deze gelijktijdige, maar onafhankelijke acties is de laatste ongetwijfeld het meest direct voelbaar en zij werd daarom dezen winter van Hollywood uit met groote energie bestreden door middel van een omvangrijke propaganda-actie in de bioscopen, met als leidende gedachte de slag zin: Movies are your best entertainment". Alles liep goed tot een grappenmaker ontdekte, dat de beginletters der gebruikte woorden tezamen de uit drukking May be" vormden, een ontdekking, die de actie niet ten goede kwam. Trouwens, filmmoeheid wordt niet door propaganda-acties genezen; zij is een verzadigingsverschijnsel en het eenige genees middel is verandering van spijs, dat beteekent in dit geval een verandering van het geijkte filmgenre, waarop het publiek, blijkens zijn wegblijven, uit gekeken is. Nu kan, nieuwe belangstelling gestimu leerd worden door een technische nieuwigheid, zoo als in '29 door het overhaast lanceeren van de geluidsfilm, maar een wezenlijke oplossing van het probleem beteekent dit niet. Hollywood heeft zich in den loop der jaren uitgeleverd aan twee even wispelturige als dictatoriale machten, aan de publieke gunst en aan de bankiers van Wallstreet en hiermee heeft zij alle macht uit handen gegeven en wordt haar lot door buiten haar liggende factoren bepaald. HOE deze situatie ontstaan is, leert men het beste door een vluchtigen blik te slaan op de historie der Amerikaansche filmontwikkeling. Geen enkele geschiedenis, welke ooit voor de film ge schreven is, is zóó dramatisch als de geschiedenis van de film zelf", heeft eens een der gebroeders Warner gezegd en hij had gelijk, want deze geschie denis is spannend als een goedgeschreven avon turenroman. Na ongeveer gelijkloopende experi menten in de Oude en Nieuwe Wereld om te komen tot de bewegende fotografie, brengt Edison in 1889 de kinetescope op de markt. Dit is een handelbaar instrument, dat na het ingooien van een geldstuk automatisch een filmpje afdraait voor een kijkgat en deze automaat roept de Penny-arcades en de Nickel-Odeons in het leven, openbare gelegenheden, waar eenige kinetescopen geplaats zijn en het Amerikaansche publiek vertrouwd kan worden met de bewegende beelden, met de movies". De zaken gaan goed, de peep-shows" worden bescheiden projectie-zaaltjes en de korte filmpjes, waarop een niezende man, een hooi-etend paard of een dansend meisje voorkomen, worden langer, krijgen een simpele intrigue, waarbij actie, snelheid en een achtervolging de voornaamste ingrediënten vormen. In '98 wordt het eerste, zij het ook getra ceerde journaal vertoond en wel van den SpaanschAmerikaanschen oorlog, waarvan de aankondiging OUDE EN NIEUWE KUNST (Adv.) i) Uitgave Pion, Paris 1939. 2) Uitgave W. Heinemann, Londen 1939. PAG. 10 DE GROENE No. 3137 Tl KOT l N DEN HAAG - N ASS A U PLE l N 6 EASTERN ART D. A. Hoogendijk & Co. Keizersgracht 640 b ij de V ij 2 e l s t r a a t AMSTERDAM OUDE SCHILDERIJEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl