De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 17 juni pagina 12

17 juni 1939 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

'rouwen en vrouwenleven Het 2500-jarige probleem Mary Dorna MIJN nogal naaste familieleden, waar ik niets kwaads vermoedend bij oploop, omdat ik ze graag eens terugzie, omdat het mooi weer is en omdat ik een nieuw, naar mijn smaak aardig en modieus complet aan heb, spreken eerst even over koetjes en kalfjes, om na de onvermijdelijke thee met-koekjes me plompverloren inquisitorisch te ondervragen: Heb jij nu nog nooit eens eraan gedacht, wat er met je gebeuren moet, als je begraven wordt?" Ik hap een paar maal naar adem en vraag direct erover heen: Zie ik er zóó ellendig uit?" Afgezien van de tactlooze gemeen heid om iemand zoo maar met zijn begrafenis rauw op 't lijf te vallen, ter wijl die iemand nog tamelijk in orde met dat nieuwe mantelpakje, niets kwaads vermoedend, uit pure vriende lijkheid een belangeloos bezoekje komt brengen.... Ou peut on tre mieux qu'au sein de sa familie? jawel! Hoe je er uit ziet komt er niet op aan", is het gevoelige familie-antwoord, dat loopt maar in jurken en schoenen te graaien, alsof het geld niet op kan, dat zit ver kwistend in café's en dat laat Onze Lieve Heer een goede man zijn, zonder zich om iets te bekommeren". Ten eerste ben ik niet dat", maar ik-zelf, en dan, wat gaat het jullie aan, wat ik uitvoer!" Daarna denk ik een leelijk woord, citeer echter met groote zelfbeheersching het Bijbel woord: Laat de dooden hunne dooden begraven" Dan wil ik je eens wat anders zeg gen", doceert een der vermelde familie leden, je bent toch ook zoo'n stuk artist, dan ken je wel Cecile van Den deren, ze is een schilderes van naam, en ze is ook nog van onze familie nu, deze dame weet dan ook wel hoe het hoort zij heeft nu al voor zich zelf en voor haar man en kindei en gezorgd dat ze keurig ie klasse ge cremeerd worden met Bach als be geleiding. Afgezien daarvan, dat Beethoven te opgewekt was, stelde ze Bach vet boven Beethoven, als vrouw van cultuur, dat waren haar eigenste woorden. Dat behoorde jij nu ook te doen !" Wat bedoel je?", vraag ik onnoozel Bach boven Beethoven stellen of cre meer en?" Nee dat natuurlijk niet", zegt familielid no. 2, eraan denken, dat je een keurige ie klas begrafenis kiijgt al was het maar voor je familie. Of je voor cremeeren bent of gewoon begra ven, hangt van je principes af." Ik prefereer voorloopig nog een beetje te leven", antwoord ik beschei den, en o, als jullie eens wisten, wat er voor verrukkelijke dingen voor geld te krijgen zijn, jullie zeggen altijd dat ik de waarde van het geld niet ken dat is toch zonde en schande om al dat goeie geld als ik het had te besteden aan een rot-begrafenis!" Nu, dan zijn wij anders", scandeert het heele familiekoor, wanneer jij mocht overlijden, laten we je in de puntjes begraven, zoo zijn wij nu". Ze doen, of ze me een geweldig cadeau geven en verwachten nu, dat ik ze har telijk zal bedanken. Is het duur, zoo'n begrafenis?", informeer ik voorzichtig. Duur en duur zijn twee; voor 5 a 600 gulden heb je al iets keurigs waar je mee voor den dag kunt komen". Als jullie me nu eens 25 gulden leenden, dan zijn jullie goedkooper van me af. Ik ben zelfs bereid jullie met 25 cent per week af te betalen". Je bent een hopeloos geval", con cludeert mijn familie. Je krijgt niks. We geven alleen voor iets ernstigs. Ziekte of dood". Ik denk een heel slecht en kort woord. En ineens word ik helsch. Nu sta ik nog voor jullie en ik heb plezier in dat beetje leven, wat een mensen gekregen heeft, en de zon schijnt, en ik heb een nieuw zomer japonnetje noodig maar zoo verlangen jullie me niet te zien, hè, levend en fleurig in een zomerjaponl En eigenlijk heb ik ook nog sandalettes noodig, en Bemberg-kousen, en een charmeuse en een fleschje parfum, liefst Rimmel, kost maar 15 gulden" zeg ik om ze te ergeren erbij, ik zeg nou lekker alles, want ik krijg toch niks. Die 25 gulden wil ik niet eens hebben, zou ik toch niet mee uitgekomen zijn; juist met die 600 gulden van mijn begrafenis misschien. Dag lui", zeg ik luchtig en ik laat ze verbluft, verslagen en geresigneerd achter. De parfum van Rim mel vonden ze, denk ik, het allerergst. O I VER de Aias", het welbekende Grieksche treurspel, kan ik kort zijn. De vaklieden hebben het van alle kanten belicht. Alleen werd het me tot een obsessie, het was op de popu laire" avond, die op de middag van bovenstaand gesprekje volgde een obsessie (zei ik), dat ze het klaarspeel den met den dooden Aias het heele laat ste bedrijf te vullen", als ik het zoo uit drukken mag, terwijl ze ermee hadden kunnen volstaan hem achter een stuk carton te schuiven, wat Aias zelf al met tact en handigheid en een fictief zwaard dat hij zoo zwierig toesprak, gedaan had om hem voorgoed kwijt te zijn. Hup Ajax", had ik wel oneerbiedig willen roepen. Maar dat roept een be schaafd mensch alleen op het voetbalterrein. Wat me echter opviel na 2500 jaar waren de motieven: waarom Aias wel of niet begraven mocht worden; door wie wel en door wie niet; wanneer niet en wanneer eindelijk aan het slot, goddank toch wel. En het leek me een heele karwei om den nogal robusten dooden Aias op de schouders te torsen om hem op de manier van zijn tijd een begrafenis a la Cecile van Denderen te bezorgen. MIJN huisbediende Gradus, waar ik vaak verschillende politieke en sociale problemen mee bespreek, ver telde ik bovenstaande voorvallen en voorstellingen. Plotseling werd zijn an sich" toch al lang, bleek, zorgelijk gezicht, nog zorgelijker, langer en ernstiger. Uw familie hep gelijk", besliste hij streng, en die familie van Aojax ook wij benne met z'n alle, ik, me vrouw en me bloeie van kindere, voor 36 cent in de week in het begrafenisvonnis en zoo benne we verzekerd van een heele nette begrafenis van 80 gulde de persoon. Voor ons mensen is dat genoeg. Maar u ben van beter familie, U zal onder de 400 gulde niks kenne krijge." De kinderen van Gradus zijn 3 en 5 jaar, hij en zijn echtgenoote 25 en 27. Toch zonde van het goeie geld" repliceer ik weer, verlegener dan bij mijn familieleden en ook ontdaan om dat ik de massa tegen me heb. Gradus zucht even zwaar als de naaste familieleden en kennissen van mij en Aias en murmelt iets, dat in de verte aan de weeklachten van het koor van de Grieksche tragedie doet denken. Wil U dan van de arme begraven worden?" vraagt Gradus met de diepe verachting van armen voor armen in zijn doffe stem. ,Ja, dat wil ik". badnimf van onzen tijd is een verschijnsel op zichzelf. Men kan de hedendaagsche zeestranden in lyrische poëzie bezingen, want er dartelen allerschattigste bruingebrande meisjes in onmogelijke costuums rond; men kan ook gruwelijke verhalen ophangen van het heete zand, waar geen plaatsje onbezet blijft door dikke moeders in shorts en jengelende kinderen en de gruwelverhalen zoowel als de zoet vloeiende verzen bevatten slechts waarheid. De kunst is nu maar, o vrouwen, jong en minder jong, om tot het poëtische, en niet tot het ver foeilijke gedeelte der badgasten te behooren. Het kan zelfs al is men niet meer zóó schattig en slank; de heele kunst bestaat hierin, dat men dat feit onder oogen durft te zien, en zich ernaar te gedragen. In elke badplaats heerscht ook een avondmode. Soms kan men er met n avondjapon volstaan, soms moeten het er minstens tien zijn dat hangt ervan af of men zich te Kamperduin of te Deauvrlle ophoudt. De avondjapon van de foto is zeer geschikt voor iemand die er nóg een paar heeft maar dan zal ze er ook fu rore mee kunnen maken, daar in het dessin van de stof alle tinten van de zee zijn nagebootst, beginnende met wit en naar onderen toe don kerder verloopend: groen, blauw, en tenslotte de donkergroen en koraalroode rand, met zeeplanten, schelpen enz. De blauw suède tasch heeft den vorm van een schelp wat nog niet eens zoo rg mal^is! PAG. 12 DE GROENE No. 3237

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl