Historisch Archief 1877-1940
Kleine perikelen
DE wereld wordt er niet plezie
riger op en de menschen schij
nen het er niet over eens te kunnen
worden hoe het laatste restje gezel
ligheid te redden, dat onherroepe
lijk verloren is wanneer vanwege de
levensruimte vandaag of morgen
de een of ander begint om zich heen
te slaan. Ik heb het niet op die rei
zen naar Moskou begrepen, waar
ze hardnekkig bezig zijn een for
mule te maken. Je leest telkens dat
de formule er bijna is en dan ont
breekt er weer wat aan en het ver
moeden rijst dat ze met die formule
elkander formeel voor den gek
houden. En als je bedenkt dat
tusschen ons en den komenden wereld
oorlog alleen zooiets fragiels staat
als een formule die niet af is....
Zaten wij maar op een eilandje"
zei Gisse. Alsof je op een eilandje
geen borden te wasschen hebt en
alles te verstellen wat enkele op
groeiende lievelingen aan gaten
produceeren. Hoe ze het klaar spelen...
Ik geef toe dat de behoefte aan
een eiland begint te groeien en als
je nu leest dat de dochter van den
sultan van Serawak, die met een
worstelaar getrouwd is, de
Toteninsel" gekocht heeft, vlak bij
Korfoe, dan ben je aanvankelijk
geneigd Prinses Baba en haar Bob
te benijden, al is de keus niet zoo
bijzonder gelukkig. Ook al ben je
getrouwd met een worstelaar, heeft
toch dat kleine eilandje, dat door
Böcklin berucht is geworden, iets
zoo verschrikkelijk melancholieks,
dat je ondanks de nabijheid van
Korfoe en het zakjesblauw van de
Middellandsche zee, in staat zou
zijn den heelen dag door je vingers
te gaan zitten grienen....
En dan al die Grieken in de
buurt," zei Gisse.
Grieken is het ergste niet," ant
woordde ik. Doch als de formule
mislukt, heb je kans dat de Italia
nen op een gegeven oogenblik Kor
foe noodig hebben, om het te bevrij
den en zoo, en er wegen op aan te
leggen. Geloof je dat er dan iemand
een hand uitsteekt om je Toteninsel
te bevrijden, wanneer ze dat en
passant mee bevrijden de prinses
van den worstelaar of omgekeerd?
Neen, de Toteninsel ligt me te dicht
bij het voetengetrappel. Doch een
net, goed onderhouden eilandje,
buiten de sfeer van de as en de for
mule, dat kon iets zijn. Nu hebben
Baba en Bob wel vijfhonderd aan
biedingen van eilandjes ontvangen,
zoodat je op het eerste gezicht zou
meenen dat je niet verlegen hoeft
te zitten. Het is echter met die ei
landen als met de dienstboden, het
lijkt wat, doch er zijn verborgen
gebreken en een eiland kun je niet
met veertien dagen opzeggen. Het
zijn meestal stukken rots, ergens
in den Oceaan, zonder leidingwater
en van geen enkel gemak voorzien.
Dan zullen wij een eiland moe
ten maken van ons bovenhuis", zei
Gisse.
Er kwam juist een gil van boven,
want een van onze engelen had de
kranen van het bad open gedraaid
en dat was nu bezig over te loopen.
Daar hadden wij ons eiland bijna
gehad, tenminste genoeg water om
er een eiland in vlottend te maken
en de commentaren van de
benedenburen waren.. . het leek de as wel.
Ga jij even naar ze toe en vindt
maar een formule," zei Gisse.
Enfin, wij hebben nu ons eiland.
Niemand spreekt meer tegen ons.
J. VAN HOORN
Een nieuw-zakelijk sprookje:
DE TIMMERMAN MET SUCCES
voor fileren
De man te water
ZWEMMEN is een van de mooiste
sporten die er zijn. Zwemmen is
nuttig en gezond. Een Hollander die
niet zwemmen kan, is geen rechtgeaard
vaderlander. Dagelijks vallen er
medemenschen in grachten, rivieren en
plassen. Een heer is zedelijk verplicht
in staat te zijn als redderjop te treden. Of
hij het doet, dat is een andere quaestie.
Als een niet-zwemmer in het water
valt, is hij genoodzaakt zich te laten
redden. Als dat gebeurd is moet hij
HEERENKLEEDING VOOR
VADER EN ZOON
TOT REDELIJKE PRIJZEN
ADRIAAN SCHAKEL
HEILIGEWEG - TEL. 37273
AMSTERDAM
Of U nu op het strand heen-en-W2er rent
Of dat U aan 't zwemmen in het meer bent,
Koopt alles voor 't bad
Steeds bij ,.Schakel", omdat
Men aan 't badpak tenslotte den heer kent
den redder voor zijn fatsoen een be
looning geven; dat kost hem minstens
een kwartje. Het is dus uiterst nuttig
te kunnen zwemmen. Bovendien is
het gezond, want het is een sport waar
bij het heele lichaam gebruikt wordt.
Ook het zonnebad is gezond, tenzij
het overdreven wordt. Ik ken een paar
negers die, terwijl ze hun zonnebad
in de schaduw van een boom nemen,
ons blanken uitlachen omdat we zoo
liggen te braaien. Ze hebben het niet
noodig om bruin te worden, en ze
vinden het in de zon niet prettig. Ze
zijn verstandig; en als wij Europeanen
van geslacht op geslacht definitief
bruin gebrand zullen zijn, dan zijn
we misschien ook zoo verstandig.
En nu wat het uiterlijk betreft:
het badcostuum. Een goed badpak
is van wol, en dikwijls bestaat het,
evenals Zwitsersche kaas, grootendeels
uit groote gaten. Practisch zijn de
badpakken waar de bovenste helft
dank zij een ritssluiting van verwijderd
kan worden, zoodat men dan, als het
toegestaan is, een zwembroekje over
houdt.
De kleur van het badpak is bij
voorkeur de kleur van den avond
hemel, een vroege of een late, naar
eigen verkiezing. Het hemelsblauw
kunnen we beter aan de dames o verlaten
Om als badend badgast gekleed te
gaan, is een badjas onmisbaar. Er zijn
er van frotté-katoen, en van chenille,
gewoonlijk gestreept met geel of
blauw. Als hij een niet te huiselijk
patroon heeft, kan een flanellen ka
merjas goed als badjas dienst doen.
DICHTEN is niet veel anders dan
timmeren met woorden. Toen
mijn vriend, de timmerman, genoeg
had van hout, begon hij in taal. Hij
verkocht zijn werkplaats, ontsloeg
zijn knechts, stuurde zijn vrouw drie
weken naar Ascona en ontdeed zich
in dien tusschentijd van zijn huis en
zijn heelen inboedel. Hij huurde een
vergane boerderij in Schermersloot
en toen zijn vrouw terugkeerde op
sandalen en met een rooden doek over
haar hoofd, gingen zij wonen tusschen
nieuw aangeschafte Afrikaansche af
godsbeelden, Marokkaansche kussens,
moltondweilen met roze omgeboord,
gebogen rieten stoeltjes en een
komkommerschaaf.
Maar nu moest mijn vriend, die als
pseudoniem den naam Piet Grus koos,
ook gaan dichten. Hij kocht nog een
woordenboek, hij abonneerde zich op
een vooraanstaand tijdschrift, waar
van hij abonnéNo. 963 werd, en ging
met zijn gezicht naar het Noorden
voor het oude opkamerraam zitten
peinzen.
En, begrijpelijk en vergeefelijk, zijn
oude vak bleef hem parten spelen.
Zijn eerste gedicht luidde aldus:
HET LEVEN
Een pot met lijm is de cultuur
Het stinkt meer dan het houdt.
De klanten klagen over: duur;
't Is doelloos, welbeschouwd.
Mijn vrouw die hield de boeken bij.
Nu is zij een artiste.
Mijn knechts die visschen in het ??.
Ik wou, dat ik ook maar vischte.
Nu ben ik dichter, maar waarom?
Ik heb het nooit gewild.
Hoe moet het nu? Toen was ik stom,
Nu stommer. Oordeelt mild.'
Hierna stond hij op, las het gedicht
aan zijn vrouw voor, en verscheurde
het. Ik ben een timmerman, aldus de
man, en geen dichter. Ik zal het
gedicht timmeren. En dus nam hij
spijkers en hamer, zaag, beitel, schaaf,
lijmpot en timmerde het absolute
stuk".
Het was geen stoel, geen beeld,
geen kast, het was kunst. En dit
beviel hem. Hij timmerde er drie
dagen aan voort. En daar hij een
meesterlijk vakman was, werd het
een keurig abstract stuk werk. Alles
precies pas, geen stopverf of plamuur,
fijn gelijmd, keurig geschuurd, met
egaal ronde hoeken en vlijmscherpe
kanten.
En daar stond het dan op den derden
dag. Ondefinieerbaar, volkomen nieuw.
Nog nooit was er zoo iets op de wereld
geweest. Wel hadden voor hem vreem
de zielen hun gedachten in hout uit
geleefd, maar noem mij den man, die
nog ooit dat in getimmerte had gedaan.
Een nieuwe kunst stond geboren te
worden. In dien zin voelde het ook
mijn vriend, de timmerman, die zijn
getimmerte instuurde op de jaarlijksche
groote expositie der beeldhouwers en
schilders.
Volkomen verbazing en verdwazing
riep het daar te voorschijn. De heeren
waren vaak genoeg voor ondeskundig
uitgemaakt om nu geen oordeel meer
te durven vellen. Zij zetten het met den
meest vlakken kant op een pieddestal
en liepen er allemaal omheen. Het
werd uit gebrek aan bezwaar geaccep
teerd en kwam onder nommero 164:
Getimmerte" (Piet Grus) in den
catalogus.
Mijn vriend verbaasde dit niet. Hij
had altijd wel geweten, dat er iets
in hem stak. En nu kwam het publiek.
Een heftig voor en tegen werd geboren.
De recensenten, ook al wat onzeker,
maakten er zich met des te meer
heftigheid van meester. Pro en contra
beukten tegen elkaar in. Het was
volkomen verdwazing" en meester
lijke beheersching" tegen elkaar in.
Maar mijn vriend had toch nog genoeg
nuchterheid onder zijn
timmerdichterlijkheid bewaard, om niet in zien, dat
hier een bron van mogelijkheden lag.
Hij maakte nog vier getimmertens,
het eene al meesterlijker dan het
andere. Hij kreeg er pleizier in, hij
kreeg er vaardigheid in en een zeker
meesterschap. Hij maakte groote en
kleine getimmertes. Latten, profiel
schaven, ronde gaten en zwaluw
staarten, alles wat het timmervak toe
staat en vraagt was er in verwerkt.
En iedereen wilde ze koopen. Want
fantasie met nuchtere dingen trekt
iedereen aan. Hij maakte groote
stukken voor directiekamers van bank
gebouwen, hij maakte kleine stukken
voor jongemeisjeskamertjes van doch
ters van notabelen, hij maakte dingen
om aan den muur te hangen, met
keurige haakjes, hij maakte voor
werpen om op de piano te zetten en
hij maakte geld.
Zijn vrouw werd echter ontevreden.
Zij werd tezeer op den achtergrond
gedrongen. De komkommerschaaf be
gon haar te vervelen, de Marokkaan
sche leeren kussens raakten hun
Marokkaansche lucht maar niet kwijt
en de boerderij bleef eenzaam en
aesthetisch. En dus stelde zij hem voor
de keus, weer timmerman te worden
of alleen verder te leven. Hij koos
het timmervak. Hij stichtte van zijn
verdiende geld een electrische timmer
fabriek, en ging artistieke
bajonetmeubelen vervaardigen. En in de
stad, waar dit alles zich afgespeeld
heeft, is thans een mahonie bajonet
buffet van Piet Grus het summum
aan goeden smaak en artisticiteit.
In zijn vrijen tijd leest de heer Grus
gedichten en droomt hij van zijn
boerderij. Hij is in de stad een gezien
maecenas, die jonge dichters steunt.
En hij is vrijwel compleet gelukkig en
tevreden.
GISTEREN heb ik gedineerd in de
ruime villa, die hij aan den zoom
der stad bewoont. Na het eten, onder het
genot van een glas cognac en een
Brasilsigaar, keek mijn vriend mij
dankbaar aan.
Wij mogen jou wel heel dankbaar
zijn, vind je ook niet vrouw? Want als
jij dit verhaal niet geschreven had,
dan was ik nog maar het gewone
timmermannetje van het begin en
dan zou ik nooit geworden zijn, wat
ik nu ben."
Er zijn oogenblikken, dat het schrij
versberoep eenige voldoening schenkt.
H. B. FORTUIN
deze week in de uitkijk'
18 jaar
eric von stroheim, louis jouvet, alfoert préjean
en jany holt in :
alibi"
een film van pierre cheiial scenario van marcel achard
Voor de 2e maal
PAG. 15 DE GROENE Ne. 3237