Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER
OPGERICHT
1877
Redactie en Administratie : Keizersgracht 355, Amsterdam-C. Tel. 37964. Abonnement f. 10.?per jaar. Postrekening: 72880. Gem. Giro G
1000Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang, na opzegging vóór l December, worden beëindigd.
17 JUNI
1939
Londen en Moskou
DE schaamtelooze onthullingen in de Duitsche
en Italiaansche pers over de vooraanstaande
rol die onderdanen der as-mogendheden van
meet af aan gespeeld hebben in den opstand van
generaal Franco, hadden een waardig antwoord
van Londen en Parijs wenschelijk gemaakt: Het
is uit. Alle banden zijn voortaan tusschen u en
ons doorgesneden. Uw politiek is een zoo cynische
verkrachting van den meest elementairen goeden
trouw, dat het inwilligen van nieuwe concessies niet
eens gememoreerd, laat staan overwogen zal wor
den." Wellicht hadden de dictatoren deze woorden
begrepen.
In plaats daarvan kwam lord Halifax Vrijdag 9
Juni met schier ontwapenend optimisme
mededeelen dat het Britsche volk nog steeds gaarne tot een
, pyereenstemming met Duitschland zal geraken,
niet slechts bestaande uit een regeling van bijzondere
quaesties, doch tevens uit een regeling welke de be
trekkingen tusschen de beide landen op een hechte
basis van wederzijdsch vertrouwen plaatst." Even
als kort geleden met Chamberlain het geval was,
liet hij doorschemeren dat Engeland niet ongeneigd
was, op de een-of-andere wijze de Duitsche koloniale
aspiraties te bevredigen en het probleem van de
her-verdeeling der grondstoffen onder oogen te zien.
Is het te verwonderen dat de Sowjet-Unie aarzelt,
zich aan een zoo onzekeren bondgenoot te binden?
Onzeker want wij zijn er van overtuigd dat de
vriendelijke woorden van Halifax en Chamberlain
gene betuigde in een zijner jongste speeches zelfs
zijn instemming met enkele onschuldige passage's
uit Mussolini's dreigende redevoering van Turijn
niet uitsluitend bedoeld zijn voor binnenlandsch
gebruik, niet slechts daartoe strekken om in de ure
des gevaars te kunnen zeggen: Wij hebben den
weg tot onderhandelen ten allen tijde open gehou
den", neen, zij brengen de reëele moeilijkheden tot
uitdrukking waarvoor de huidige conservatieve
Engelsche regeering haars ondanks geplaatst is. Deze
regeering wil den vrede niet alleen uit de bewuste
overtuiging dat de oorlog een onmetelijke ramp zou
zijn, maar tevens uit het inzicht dat het breekbare
Britsche Wereldrijk ook als overwinnaar uit den
tweeden Wereldoorlog als
tweede-rangs-mogendheid te voorschijn zou komen, tenslotte uit het
instinct dat de sociale beroeringen, die deze oorlog
met zich zou brengen, aan den politieken invloed
der conservatieve partij en der groepen waarop deze
partij in werkelijkheid steunt, wellicht een
onherstelbaren slag zullen toebrengen.
Chamberlain wil het risico van oorlog niet aan
vaarden. Hij wil niet op het voorbeeld van de
SowjetUnie, Duitschland, Italiëen Japan een oorlogs
economie opbouwen. Hij, zelf oud-fabrikant, wil de
vredes-economie handhaven, waarbij de particuliere
ondernemer beslist over productie en afzet, en vrij
beschikt over den opbrengst zijner waren. Vandaar
zijn aarzelingen. Vandaar, dat hij wel op
zuivermilitair gebied eenige voortvarendheid ontwikkelt,
maar dat hij aan de economische verdedigings
voorbereiding, de basis der militaire defensie, te
weinig aandacht besteedt. De naam van Leslie
Burgin, een advocaat, die aan het hoofd staat van
dit nieuwe departement, is ten tijde van zijn benoe
ming in het Lagerhuis ontvangen met de hilariteit
die 's mans onbekwaamheid verdiende. . . .
EEN, zij het summier onderzoek naar de oorza
ken die tot de voortdurende vertragingen in de
Kheiien
op den
Grefobeberg
onderhandelingen tusschen Londen en Moskou heb
ben gevoerd, mag zich echter niet beperken tot
Engeland. Ook de Sowjet-Unie maakt geen haast.
Wij hebben in een vorig artikel uiteengezet, dat het
peil van industrieele ontwikkeling dat door dezen
staat is bereikt, zoo laag is dat enkele vredesjaren
zoo niet noodzakelijk, dan toch gewenscht zijn.
Juist zooals Engeland en Frankrijk de gedachte
weinig aanlokkelijk zullen vinden dat zij in geval
van oorlog in Oost-Europa de Sowjet-Unie te hulp
zullen moeten snellen, evenzoo zal de Sowjet-Unie
er wellicht weinig prijs op stellen dat zij, wanneer
in West-Europa oorlog mocht uitbreken, automa
tisch haar troepen naar het front moet zenden. Aan
de vijandige gezindheid der Unie jegens het
nationaal-socialistische Duitschland twijfelen wij niet.
Zij moet echter verder zien; zij moet zich vóór alles
afvragen,hoe de situatie na den oorlog zal zijn, hoe
zij op de sociale beroeringen die zij dan verwacht,
een beslissenden invloed zal kunnen uitoefenen.
Dat deze invloed grooter zal zijn, naarmate haar
kracht minder uitgeput is, behoeft geen betoog. Maar
weet de Sowjet-Unie dan niet, dat een Duitsch
land, dat Frankrijk en Engeland overwonnen heeft,
haar niet met rust zal laten?", vragen angstige
democraten. Wij vermoeden dat zulks te Moskou
niet onbekend is, maar dat men daar tevens eenig
vertrouwen stelt in de economische en militaire
kracht van een staat welks bevolking de
tweehonderd-millioen nadert.
Eerste conclusie: zooals de Engelsche conserva
tieven in hun hart een gemeenschappelijken strijd
tusschen Duitschland en de Sowjet-Unie wenschen,
zoo zal de Sowjet-Unie een oorlog tusschen de as
Rome-Berlijn en democratisch West-Europa, door
de Vereenigde Staten gesteund, niet onwenschelijk
achten. Zij verwacht immers dat in het verloop van
dezen strijd die overwinnaars noch overwonnenen
zal kennen, den machthebbers zoowel in het eene
als in het andere kamp de kroon van het hoofd ge
rukt zal worden.
Tweede conclusie: het zijn niet de Baltische staten
die den gang der onderhandelingen remmen. Waren
Londen, Parijs en Moskou het in principe eens, dan
telden terecht of ten onrechte, dat laten wij hier
in het midden de bezwaren van miniatuur-staten
als Letland en Estland niet mee. De tegenstellingen
zitten echter dieper. Zij behoeven het zij met
nadruk gezegd het tot stand komen van een de
fensief verbond niet onmogelijk te maken, maar zij
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIII1I1IIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIII1IIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIU
rechtvaardigen wel eenigen twijfel aan de werkelijke
weerstandskracht die van dit met zooveel moeite op
gebouwde getimmerte men onderhandelt thans
over het twaalfde ontwerp ! zal uitgaan, hoe fraai
en aanlokkelijk het er wellicht uitziet.
f Colijn zeventig jaar j
De Amsterdamsche hoogleeraar dr. J.
Romein heeft er in een zijner publicaties op
gewezen dat ons land staatslieden heeft ge
kend wier formaat de grenzen der Lage Landen
te buiten ging en die om deze reden niet die
activiteit konden ontplooien die hunzelf de
hoogste bevrediging en hun land het meeste
profijt zou hebben gegeven.
Het is de verdienste van minister-president
Colijn die Donderdag a.s. zijn zeventigsten
verjaardag hoopt te gedenken, dat hij bij en
in Nederland past als geen ander. Zijn gezond
verstand, zijn practische geest, zijn ongebroken
werkzaamheid, zijn door een zekere jovialiteit
verlichte, oprechte godsdienstige zin, het
zijn eigenschappen die de historie in het
volkskarakter heeft gegrift.
Colijn is Nederland. Wie Colijn feliciteert,
heeft eenigermate het gevoel een verwijderd
familielid en daarom in zekeren zin zich
zelf geluk te wenschen, hetgeen altijd een
eenigszins pijnlijke bedoening is. De
gelukwenschen die dit blad den zeventig jarigen
wenscht te brengen, zij zijn daarom niet minder
hartelijk en oprecht.
Hij moge het land nog jarenlang naar
beste krachten dienen.
"iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiin
D
E atmosfeer wordt er met dat al niet zuiverder
op.
Zij die hoopten dat men, gegeven een zekere
eensgezindheid over het doel van het nieuwe ver
bond verzet te bieden aan het Duitsche streven, de
hegemonie in Europa te verwerven?het spoedig over
de middelen eens zou worden, hebben tot hun teleur
stelling moeten ervaren dat het wederzijdsche wan
trouwen der a.s. partners nu, na bijkans drie maan
den onderhandelen, bijna even groot is als voordien.
Molotow, de volkscommissaris van buitenlandsche
zaken, liet zijn uiteenzetting over de met Londen en
Parijs gevoerde onderhandelingen volgen door de
laconieke mededeeling dat de Sowjet-Unie het uit
breiden der handelsrelaties met Duitschland over
woog; Chamberlain en Halifax staken, zooals wij
zagen, nogmaals het Derde Rijk een vriendenhand
toe. Beide partners trachtten elkaar te intimideeren
door te wijzen op mogelijke samenwerking met den
gemeenschappelijken tegenstander. Troebel water,
waarin Duitschland vischt. . . .
Slechts in n geval zal, dunkt ons, de eensgezind
heid tusschen Moskou, Londen en Parijs een feit
worden. Doet Duitschland een uitval naar het
Oosten, breekt met andere woorden een oorlog tus
schen Duitschland en Polen uit, dan kan de
SowjetUnie niet afzijdig blijven, dan zullen ook de Engel
sche en Fransche regeeringen zij het met tegen
zin hun beloften tot bijstand moeten nakomen,
ondanks de schier onoverkomelijke economische en
strategische moeilijkheden waarvoor zij geplaatst
zouden worden. Zij kunnen moeilijk toeschouwer
blijven. Immers, zij hebben van Duitschland meer
te duchten dan Sowjet-Rusland. Dubbel spel is voor
hen gevaarlijker.
De vraag dringt zich echter op, of het een reëele
veronderstelling is, dat Duitschland gewapender
hand de Danzig'sche quaestie zal oplossen. Zal hij
niet veeleer in den komenden tijd Polen onder een
soortgelijken, maar nog veel zwaarderen druk zet
ten als vorig jaar met Tsjechoslowakije is geschied?
En is niet met name de Engelsche regeering achter
de schermen met man en macht aan het werk om
te voorkomen dat het latente conflict uitslaat tot
een wereldbrand? Het moge waar zijn dat zij offici
eel nog geen Runciman heeft gezonden; maar wat
waren dat voor besprekingen die Strang, de chef
van de afdeeling Oost-Europa van het Foreign
Office", te Warschau en Danzig heeft gevoerd??
Wat beteekent het, dat lord Halifax, gelijk voor de
zooveelste maal Maandag j.l. geschiedde, mede
deelt dat de Engelsche garantie aan Polen slechts
bedoeld is ter verzekering van 's lands onafhankelijk
heid, niet van zijn integriteit, en dat hij ? hetgeen
wij gaarne gelooven blij zal zijn, wanneer het
geschil met Duitschland op vriendschappelijken weg
wordt geregeld door middel van besprekingen?
Waarom is een ondergeschikt ambtenaar als Strang
naar Moskou gezonden? Hetgeen, indien wij goed
zijn ingelicht, geschied is op instigatie van Sir
Horace Wilson, Chamberlain's Müncheniaansche
rechterhand, aan wien men ook het auteurschap
toeschrijft van het verontrustend ,,Times"-artikel
waarin lord Rushcliffe eenigen tijd geleden bepleitte
dat het niet de moeite waard was, terwille van Polen
te velde te trekken.
Het antwoord op deze en dergelijke vragen zal
door de gebeurtenissen der volgende maanden ge
geven worden. Wij wachten het met ongerustheid af.
L. DE JONG
UW FAMILIEWAPEN opgespoord en prachtig ge
schilderd in maat naar keus f 13.50. Beschikken
nu over meer dan een half millioen gegevens.
Vraagt eens vrijblijvend aan. Zegelringen,
stamboomen etc. Heraldisch Genealogisch Bureau De Banier,
Zeer billijk. Oranje Nassaulaan 87, Overveen.
PAG. 3 OE GROENE No. 3237