Historisch Archief 1877-1940
. Openlucht Restaurant.
Prachtige eetzaal en lounge.
Orkest Szöke Karoly.
Gemiddelde pensionprijs:
f. 6.50 per dag. (Hoofdseizoen f. 7.50.)
ANDJSCHEVENINGEN
HOTEL **f-*
Oss en ons
atmosfeer waarin zich de affaire-Oss heeft
afgespeeld, is van meet af aan vertroebeld ge
worden door gevoelens en uitingen die met de zaak
op zichzelve weinig te maken hebben gehad. Het is
een van de verdiensten van het uitvoerige rapport
der commissie-Schouten, dat het althans de moge
lijkheid biedt tot een zuivering dier atmosfeer, tot
een objectievere beschouwing der faits et gestes"
zoowel van de marechaussee als van den betrokken
minister en diens raadslieden.
Zond r zich over de rechtsvraag uit te laten,
keurde de genoemde commissie, met uitzondering
van het R.K. lid, het beleid van den heer Goseling
af. Weliswaar heeft zij de betrokken ambtenaren
niet kunnen hooren de verantwoordelijkheid
voor deze ondemocratische omstandigheid treft het
geheele kabinet maar zij is van meening dat,
ware zulks wel het geval geweest, haar conclusie
in hoofdzaak niet anders zou hebben geluid. Deze
conclusie is een zware slag, aan het reeds minder
krachtige politieke prestige van den heer Goseling
toegebracht.
Hier blijve de schuldvraag buiten beschouwing.
Dat de minister in goeden trouw heeft gehandeld,
hebben ook wij geen oogenblik betwijfeld. Wellicht
heeft zijn persoonlijke voortvarendheid hem parten
gespeeld; wellicht is hij, zooals Het Volk" veronder
stelde, het slachtoffer geworden van zijn zegs- en
raadslieden ten departemente; hij is, hoe ook, als
minister verantwoordelijk voor -de door hem geno
men maatregelen, voor zijn beleid. Deze maat
regelen zijn door de commissie te streng bevonden,
zijn beleid is afgekeurd.
Wat nu?
BINNENKORT zal het rapport der heeren
Schouten c.s. bij de Tweede Kamer in behan
deling komen. Over den uitslag der stemming valt
weinig te zeggen. De vertegenwoordigers der
regeeringspartijen binnen het kabinet hebben het optre
den van den heer Goseling, naar het schijnt, in de
verschillende stadia gedekt, haar vertegenwoordigers
buiten het kabinet hebben het, als leden der com
missie, gelaakt. Wellicht zal de minister daarom
een kleine meerderheid kunnen verwerven. Het is
echter de vraag of het gewenscht is, dat een be
windsman die een groote, over vele partijen verdeel
de minderheid tegen zich heeft, er goed aan doet
zijn portefeuille te bewaren.
Helaas is de affaire-Oss een principe-quaestie ge
worden, sterker: een quaestie, die het Katholieke
deel des volks dreigde te isoleeren. Zijn pers die van
geen kwaad van den vroegeren partij-voorzitter
wilde weten en de beschuldiging van anti-papisme
uitte ook daar waar zij niet op haar plaats was,
draagt aan dezen gang van zaken mede schuld. De
affaire-Oss is van beide zijden buiten proporties
opgeblazen. Wie daarmee als eerste begonnen is,
lijkt ons op dit moment van ondergeschikt belang.
Het feit valt niet te loochenen.
OP grond daarvan blijven wij deze geheele zaak
en de beroering die zij heeft gewekt, onver
kwikkelijk achten. Onverkwikkelijk, want on
vruchtbaar. Onvruchtbaar, omdat zij geen politiek
perspectief opent.
Wat willen de Katholieken ? Dat de heer Goseling
doet alsof er niets gebeurd is? Dat het land een
commissie, bestaande uit personen van erkende
bekwaamheid en integriteit, desavoueert? Of ver
laten zij, wanneer over den heer Goseling de staf
gebroken wordt, met vliegende vaandels en
slaanl <ji§pen
> l woninginrichting
___-__-J meubelen lampen
amsterdam den haag rotterdam
den trom de reeds zoo bedreigde regeerings-veste ?
En wat willen zij, die het ministerieële beleid af
keuren? Dat de bewindsman amende honorable
doet? Het ware redelijk. Of zijn er onder hen, die
in stilte hopen dat het positief-christelijk kabinet
over deze zaak den nek breekt? Zien zij een andere
regeerings-combinatie dan de bestaande? Soms een
die op het ouderwetsch en beverig economisch
kompas van den heer Trip zee kan kiezen?
Neen deze affaire-Oss kan onder geen omstan
digheden bijdragen tot de versterking van 's lands
kracht. Men besteedt aan een zaak van persoonlijk
beleid op zichzelf, dat erkennen wij gaarne, van
zeker belang de aandacht die in werkelijkheid
slechts aan den strijd van groote politieke beginselen
toekomt.
De strijd die in dit land meer en meer ontbreekt.
[llllllllllllllllllllllllllllllllllllMlllllllllllllllllllllllllllllllllllmlIMIIIIIIllllIIIIIIIKIf HUMUS
en
ALLEEN met den parabel van den
Barmhartigen Samaritaan komen wij er niet",
schreef een geloofsgenoot van mij, niet lang
geleden, in het katholieke maandblad Roe
ping" en hij zocht naar economischer middelen
om het zoogenaamde Jodenvraagstuk op te
lossen. Laat ik ter zijner eere zeggen, dat hij
niets oorspronkelijkers vond ? Hij sloot zich
eerbiedig aan bij het gevoelen eener wassende
meerderheid, die bovendien de toekomst open
voor zich ziet, en zijn betoog kwam dus hierop
neer, dat de Joden in vrijwel alle beschaafde
landen indringers zijn, zoo al niet uit zich
zelf schadelijk door de kwaadaardigheid van
hun roerenden geest, dan toch door de omstan
digheden gevaarlijk in een tijdsgewricht, waarin
de eigen volksgenootschap economische en
maatschappelijke bescherming behoeft.
Ik polemiseer niet graag tegen dit soort
stellingen. En omdat ik zelf altijd bang ben
voor motorrijders, kan ik de gemoedsbezwaren
van dergelijke ,,niet-antisemietische", maar
op het volksbelang bezonnen schrijvers tegen
de Joden echt broederlijk begrijpen. Ik heb
om zoo te zeggen tegen die fietsers, wat zulke
volksbeschermers tegen de Joden hebben.
Maar het ergert mij, dat zij den
menschelijken moed niet bezitten om ronduit te zeggen,
hoe zij de negenhonderd Joden, die op het
stoomschip ,,Saint Louis" (O heilige
Lodewijk, wiens vorstelijke liefde - zonder
-voorkeur ik van kindsbeen hoorde prijzen !)
over de wateren van den oceaan zwalken,
veel liever zagen verdrinken ! Het ergert mij,
dat zij delibereeren, dat zij toch iets doen
willen", dat zij de wreedheid van het leven
slechts buiten eigen verantwoordelijkheid met
een goedkeurend knikje verdragen.
Dat zij geen naastenliefde meer vertoonen,
is tot daaraan toe. Maar dat zij nu geen schof
ten durven zijn, mag men hen kwalijk nemen.
ANTON VAN DUINKERKEN
Amsterdams
99
dye Parochiekercke
van Amstelredam"
HEBT gij wel eens gedwaald door de stegen
en sloppen rondom de Oude Kerk ? Een buurt
verbrokkeld en beslijkt, als de havenbuurten
van Marseille, in een wazige schoonheid van oude.
grachtjes en kanaaltjes, met de lucht van pak
huizen van peper, foelie, kaneel, met hier en daar
in de oude deuren der verzakte huizen de armsten
der verloren Chineezen en onheilige vrouwen.
Amsterdam's oudste historie is hier blijven lig
gen als stof, als moerasdamp en legt over de
leelijkheid van menschelijke luiheid, slechtigheid
en redeloosheid een sluier van gouden en zilveren
loover.
En midden in die buurt, als de burcht die het
gehucht-in-de-stad beheerscht, als het paleis om
ringd door de hutten, als een trotsch schip in een
poel, het overoude Godshuis: de Oude Kerk.
WAART gij, beste lezer, wel eens in dit,
Amsterdam's oudste gebouw? Treedt binnen
door den oudsten poort, dien onder den hoogen
toren. Vooruit wordt Uw blik getrokken naar den
koortrans, langs den preekstoel, over banken en
stoelen, naar het koperen en houten koorhek,
naar de ramen er achter. Omhoog gaat uw blik,
en ontmoet de groengrijs geschilderde horizontale
trekbalken, die overal den blik hinderen, de hoogte
van het groengrijs geschilderde houten gewelf in
ns te peilen. Is dit een strenge, zuivere, hooge
Gothische kathedraal? Weineen. Het is een ge
zellige" kerk, Hollandsen-gezellig, met een stijl,
die de Polderstijl" genoemd is. En daarom moeten
wij zoo van deze kerk houden. Zij weerspiegelt
heel onze Amsterdamsche geschiedenis. Voor haar
stichting gingen Amstel's burgers ter kerke in
Ouderkerk aan den Amstel. Maar die verre wan
deling begon hen te vervelen en vlak bij het cen
trum van hun stad stichtten zij hun parochie
kerk. Een klein kerkje, waarvan de lage toren
zich verhief op de plaats waar thans ook nog de
toren staat, die er dus later omheen gebouwd is.
Dit kleine kerkje, dat omstreeks 1300 gebouwd is,
den tijd, waarin Gijsbreght van Amstel zijn ver
loren strijd streed, dat in 1334 reeds in een officieel
stuk genoemd werd, bij de scheiding van de drie
parochies: Ouder Amstel, Nieuwer Amstel en
Amsterdam, moet reeds in 1370 uitgebreid zijn,
doordat de achtermuur, de koormuur, tegenover
den toren, een groot stuk achteruit werd ge
bracht, opdat de kerk de inwoners van de groeiende
plaats kon bevatten. Maar de groei der stad en
van haar geestelijk leven ging voort, en nam een
hoogen vlucht met het Mirakel van Amsterdam
omstreeks 1375, in een huis in de Kalverstraat.
De Parochiekerk moest weer uitgebreid en bleek
toch te klein. Zoo kon de Nieuwe Kerk tenslotte
geboren worden, honderd jaar na de Oude of St.
Nicolaas Kerk.
Totdien bestond de goede stad Amstelredamme
slechts uit de eene helft ter rechterzijde van den
Amstel, IJ-waarts gezien. De ziel van de jonge stad
klopte nog slechts in de rechter hartkamer. De lin
kerboezem, de Nieuwe Zijde, kwam pas op, jaren na
de stichting van dye Prochiekercke van Amstelre
dam". Rivaliteit tusschen de Oude Zijde en de Nieuwe
Zijde, rechts en links van den Amstel, duurde tot de
zeventiende eeuw voort. De kerken waren de expo
nenten van den trots van de bewoners van de rive
gauche" en rive droite" en werden, beurt om beurt,
ter overwinning van concurrentie, vergroot en ver
fraaid.
Dus ook na de stichting van den concurrent
bleef de Oude Kerk groeien. Van het drie-beukige
kleine kerkje is slechts de breedte van het midden
schip, gemarkeerd door de ronde zuilen, niet
gewijzigd. Alle andere maten groeiden bij de uit
breidingen. De zijbeuken werden breeder, de kerk
werd langer. De stad werd machtiger. De poorters
ORTHOPEDARIUM
VOOR
MOKIN 101 AMSTERDAM
PAG. 4 DE GROENE No. 32i7