De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 24 juni pagina 4

24 juni 1939 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

E e n v o l k s v e r h u i z i n g van Hoe de beeldhouw'tentoonstelling in het Stedelijk Museum te Amsterdam voorbereid wordt WIE in de afgeloopen week het Stedelijk Mu seum te Amsterdam bezocht heeft, of zelfs alleen maar de aardbeikleurige gevel voorbijgewandeld is, en duizenden Nederlanders doen, het laatste tenminste, dagelijks, heeft zich daar telkens weer kunnen verbazen over de aankomst van enorme vrachtwagens. De rechtgeaarde Amsterdammer ziet graag hoe anderen werken en sjouwen, en daar hij boven dien gaarne haring of kuit heeft van hetgeen in zijn gemeente gebeurt, zelfs op het gebied van kunstzaken waaraan wel niet zoo heel veel communaal geld gespendeerd wordt, zullen niet veel stadgenooten in twijfel gebleven zijn omtrent de vraag, of die groote vrachtwagens iets kwamen halen, dan wel brengen. Eén voor n kon men de vaak moeilijk hanteerbare kratten en kisten naar binnen zien ver dwijnen. En om de druk op zijn belastingplichtig hart niet zwaarder te doen wegen dan noodig is, dient meteen erbij verteld te worden, dat deze nieuwe toevoer in het Stedelijk Museum" hem geen cent extra gaat kosten, althans niet meer dan hij wil uitgeven om de groote Fransche Tentoonstel ling van Beeldhouwkunst te bezoeken, die binnen kort daar geopend wordt, en waarvoor de dagelijksche aanvoer van de meest fantastische colli heeft plaatsgevonden. En wat het haring of kuit ervan hebben be treft. .. Al drie spoorwegwaggons vol, zijn uit Frankrijk aangekomen," vertelde de ondernemende directeur van het museum, Jhr. D. A. Roëll, die met de vorige Fransche Schilderijen-tentoonstelling ook al zooveel succes heeft mogen boeken, en daarmee zijn al 21.000 Kilo sculptuur in ons bezit, of liever in onze hoede aangekomen. En dat is nog niet alles. Als de heele bezending er is, moet het op zijn Amerikaansch gezegd, alles bijeengenomen tusschen de 25 en 30 ton bedragen. In totaal een driehonderd beelden en beeldjes, varieerend tusschen kleine vitrinevoorwerpen en bronzen van 1200 Kilo, zooals bijvoorbeeld het beroemde beeld Le grand baiser" van Rodin." ONWILLEKEURIG slaak je op zooiets de ver zuchting: Geen goedkoope verhuizing. Als de firma...." En je slikt het in, uit puur geluk, dat je zelf nog lang niet aan een verhuizing toe bent. Of dat veel kost! Want elk stuk moest bovendien zorgvuldig verpakt worden; er zijn voorwerpen van terra-cotta, van steen en hout bij. Een honderdtal platres.... Daar mag niet het minste of geringste mee gebeuren. Gelukkig zijn er voortreffelijke emballeurs in Parijs, en dezelfde menschen die de stukken daar inpakken, komen ook weer hierheen om ze met behulp van het museum-personeel uit te pakken. En zoo gaat het weer wanneer de stukken na afloop terug gaan naar hun plaats van herkomst. Eenmaal goed en wel in het gebouw aangeland, bieden ze ons geen speciale moeilijkheden meer. Want wij hebben de museum-lift laten versterken, zoodat zelfs het zwaarste stuk niet langs de trap behoeft. En dat is een enorm voordeel." Geen wonder dat de Franschen er niets op tegen hebben de stukken een maand of drie in bruikleen af te staan . ." De Fransche Regeering stellig niet. Noch het gemeentebestuur van Parijs. Maar met de particu lieren was de zaak niet zoo eenvoudig, door den onzekeren politieken toestand. Toch hebben wij bijna alles gekregen wat wij gaarne hadden. Het meeste uit Parijs, uit het Louvre en het Luxembourg, uit het Petit Palais en het Musée Rodin, en van particulieren, de beeld houwers zelve in de eerste plaats. Maar er zijn ook werken uit enkele Fransche provinciale musea, onder andere uit Dyon en Valenciennes. Verder nog een en ander uit Nederlandsch, Belgisch en Zwitsersch bezit." Het heeft inderdaad veel voorbereiding gevergd om aan dit alles te komen. Drie maanden zijn we daarmee bezig geweest, met een apart secretariaat hiervoor in Parijs, en een in Amsterdam. En ondanks de bizondere handicap, dat veel belangrijke werken zich op het oogenblik in de Vereenigde Staten be vinden, op de Wereldtentoonstelling van New-York, en in de speciale tentoonstelling van het Fransche Paviljoen. Ik ben trouwens nog het meest in mijn schik met het eigen werk dat ruim dertig levende kunstenaars afstonden; in het bizonder met de sculpturen van Maillol en Despiau, die ik na die van Rodin, den grootsten onder alle vertegenwoor digde meesters, tot het beste van deze tentoon stelling reken. Erg interessant en overzichtelijk is de tentoonstelling nog, omdat nu ook beeldhouwwerken van Rude en Carpeaux gebracht worden, die hier weinig bekend zijn." Een overzicht van wat dan eigenlijk?" Van de Fransche beeldhouwkunst uit de laatste honderd jaar. Of om nauwkeuriger te zijn: van ongeveer 1825 tot op heden. Met een behoorlijke nadruk op het hedendaagsche. Want men zal niet bepaald veel werken van leden van de Académie en andere officieele instituten vinden, maar er is wel een goede plaats aan de beelden van minder bekende jongeren gelaten. Een plaats die zij stellig verdienen. En ik reken ook wel op een groote belangstelling. De Amsterdamsche tentoonstelling van Fransche Schilderkunst werd door 54.000 personen bezocht. Ik verwacht bij deze nieuwe expositie nog meer bezoekers, en dat is ook noodig, willen wij in staat zijn om nog een heel mooie bijbedoeling van deze onderneming te kunnen verwerkelijken. Zeker, een heel materieele bijbedoeling.. .. niet die van winst te maken, maar van genoeg over te houden, om een paar van de beste werken uit de expositie voor het museum te kunnen aankoopen, zoodat ze een blijvende plaats krijgen in de kunstlievende hoofd stad". , ,Ik zei al dat de kosten niet gering zijn, weliswaar. En er komen nog allerlei andere dingen kijken; niet bepaald kleinigheden.... Zooals bijvoorbeeld de tweehonderd houten voetstukken die gemaakt moeten worden, om de sculpturen hun juiste hoogte en goede belichting te geven. Bij beeldhouwwerken is dat iets wat buitengewoon nauw luistert. Wij hebben dan ook een speciale plaatsingscommissie, Restaurant DORRIUS N.Z. Voorburgwal b.h. Spui, Amsterdam PLATS DU JOUR EN A LA CARTE Uit 7~\£ beelden, die uit Frankrijk bij oom Roëll *-** in het Stedelijk Museum aan de Paulus Potter straat komen logeeren, spreken Fransch. In Parijs, in Lyon zijn zij in hun slaapcoupétje gepakt. Lekker zacht liggen ze op houtwol en vloeipapier. En in Amsterdam worden ze weer uitgepakt. Ze wrijven in hun oogen en zeggen (in het Fransch) : Waar ben ik". Dan komt meneer Roëll, met meneer Siedenburg en meneer Rddecker en die stellen hen gerust. Ze worden bewonderd: Wat geweldig hè, ik ben blij, dat we dat hebben kunnen krijgen". Dan komen er drie sterke suppoosten in buitengewonen dienst, die nu artistieke sjouwermannen zijn. In de eerste zaal", zegt de directeur. Vooruit Jan, pak-t-er vast an der arm en laat-er niet kantelen. Daar gaat zé". Je mag-er niet kittelen, Piet, dan begint ze te lachen en dan laten we der vallen". Oh Saint Rodin ! En nou dit. Zet het op het wagentje. Wat is dat verdraaid zwaar." Nou en of, het is ook een ab stracte." Uit het stof van houtwol en papieren rijzen stralende beelden op als Venus uit het schuim. Een pathetisch liefdespaar met verwrongen torso rijdt plezierig voorbij op een wagentje. Piet met ze schoonfamilie!" In een prieeltje van kratplanken kust de harts tochtelijke Rodin-jongeling zijn vervoerde geliefde. In een klassiek bed van papieren kussens rust de vrouwgeworden droom van een meester der beeld houwers. Tusschen passie en vervoering, wanhoop en overgave in brons en steen blijven de verhuizers nuchtere Hollanders. Mits er tenminste geen kunst op hun teenen terecht komt. Langzaam krijgen zalen vorm en inhoud. Op de sokkels verheffen zich torsos en kopjes. Een rij meesterwerken. Verweerd groen brons, warm terra colta. En toch.... belachelijk, volkomen belachelijk. Na de re/s: een schoone slaapster wordt gewekt PAG. 4 DE GROENE No. 3238

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl