De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 1 juli pagina 7

1 juli 1939 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

Quo Vadis, menschheid? W. C. S HEBT U het boek Quo Vadis gelezen, meneer Sickesz?" Ik lees nooit over wat ik heb geschreven. Het wordt officieel geregistreerd en daarmee is het voor mij afgeloopen." Nee ik bedoel niet Uw Quo Vadis, maar Quo Vadis van Sienkiewicz, dat was het niet in 1913? den Nobelprijs heeft gekregen." ,,'k Heb het misschien in mijn jonge jaren wel gelezen, toen had ik meer tijd voor lezen dan nu. Maar ik herinner het me niet. En ik heb er niet aan gedacht, toen ik.den titel van mijn eigen boekje vond. Dat ging volkomen vanzelf. Ik zat op een avond te schrijven, het was het laatste hoofdstuk", de man staat op uit de stoel achter het met pape rassen bedekte bureau en loopt naar de groote tafel die midden in zijn ruime, wat donkere werkkamer staat. Hij neemt een nog onuitgepakt exemplaar van zijn eigen Quo Vadis op, gaat weer zitten, maakt het open en leest voor, langzaam en nadruk kelijk: Waarheen gaat Europa, waarheen de wereld? Waarheen, indien de leiders der menschheid geen kans zouden zien de wereld tot duurzame welvaart te brengen, indien de eene depressie de andere zou volgen, de wereld tot steeds dieper ellende en armoede zou vervallen en de oorlogsdreiging van dag tot dag grooter zou worden? Voor ik het wist, stonden toen de woorden Quo Vadis?" op papier. U ziet ze boven het hoofdstuk staan. Ze vloeiden me zoo maar uit de pen. Dat wil zeggen: ik schrijf alleen met pot lood. Toen besloot ik den titel dien ik altijd aan mijn werk had willen geven: 's Werelds overvloedige rijkdom, te laten vervallen, en zoo is het Quo Vadis geworden." DE heer W. C. Sickesz, oprichter en directeur van de Hollandsch-Zwitsersche Chocoladefabriek te Amsterdam, is de laatste maanden een bekend man geworden in ons land. Weinigen te weinigen, naar zijn oordeel lazen de beide boekjes, waarin hij onder den titel Quo Vadis? een plan schetste dat aan alle economische moeilijkheden een einde zou maken, maar de enorme advertenties in de dag bladen, waardoor hij zijn denkbeelden onder het groote publiek poogt te brengen, zijn niemand on bekend. Ieder kent zijn grondgedachte: in de hui dige maatschappij liggen kapitaal en arbeid braak; verschaf beiden werkgelegenheid, en de wereld zal floreeren; schep die werkgelegenheid door den levensduur der producten vooral van die met langen levensduur, zooals huizen, machines en auto's te bekorten; schep dus voorspoed door vernietiging op gezetten tijd ! 1200 ""?trekt d.nH!ï:Ch"n««" VILLARS De heer W. C. Sickesz Het ei van Columbus", zegt de heer Sickesz. Zijn oogen, oogen van een merkwaardige kleur blauw, stralen wanneer hij over zijn plan spreekt. En ik merk", vervolgt hij, dat mijn ideeën lang zamerhand doordringen. Ik heb, een aantal weken geleden, vijf exemplaren naar Amerika gezonden. Leest U nu deze brief eens . . . ." Hij geeft mij een zorgvuldig in zijn portefeuille bewaarden brief, waarin de bibliothecaris van de juridische biblio theek van het Congress" te Washington om toe zending van een exemplaar van het very interesting" Quo Vadis? verzoekt. Is het merkwaardig, of niet ? U weet natuurlijk dat ze daar in Washing ton overstroomd zijn met plannen, de laatste jaren. En nu vragen ze 't is me nog een raadsel hoe die bibliothecaris een van de vijf exemplaren in handen heeft gekregen ! een exemplaar van mijn werk. Wat ben ik voor die menschen? Een chocoladefabrikantje uit Holland, een land dat nauwelijks voor ze bestaat.... En nu hoeft maar toevallig een vooraanstaand iemand uit de New-Deal-beweging mijn boek te ontdekken, en misschien.... het Witte Huis ligt per slot vlak naast het Kapitool waar de bibliotheek van het Congress" gevestigd is ! Als Roosevelt mijn plannen uitvoert, dan is Amerika in een minimum van tijd de huidige moei lijkheden te boven!" Een Amsterdammer zou dan de Vereenigde Staten uit den brand geholpen hebben. Want de heer Sickesz is rasecht-Amsterdammer. Zijn vader, die hier ter stede een importzaak had, en er in na volging van Aschinger te Berlijn en Lyons te Londen de eerste lunchroom stichtte, richtte er in 1909 een chocolade-fabriek op. De twee zoons W. C. Sickesz, die wegens zijn zwakke gezond heid niet op de H.B.S. kon gaan, maar de toentertijd bekende handelsschool van Jager afliep, had in zijn jeugd eigenlijk slechts belangstelling voor techniek werden er tegen hun zin in opgenomen. Maar het werd een interessante tijd. De heer Sickesz ver haalt hoe hij, nog vóór Taylor in Nederland bekend was, reeds zonder hem te kennen diens denk beelden van wetenschappelijke bedrijfsvoering in de practijk bracht. Het was de Wereldoorlog die hem bewees dat vernietiging de voorwaarde was voor welvaart. Op 18 April 1919 liet hij zijn eerste schrif telijk daarover neergelegde denkbeelden, officieel te Amsterdam registreeren. Zij hebben hem sindsdien niet meer losge laten. WC. SICKESZ heeft zijn leven in dienst gesteld . van een idee. Hoeveel deze idee hem reeds gekost heeft, is niet bij benadering te zeggen. Ge noeg, mede te deelen dat op het oogenblik twee secretarissen in vasten en drie vertalers in lossen dienst voor hem werken, teneinde Quo Vadis? in ruimer kring bekend te maken. De fabriek-hier die ik in 1925 begonnen ben" de HollandschZwitsersche, met ver over de tweehonderd arbeids krachten, een enorme chocoladefabriek waarvan de zoete, ietwat weeëgeur doordringt tot de direc teurskamer die uitziet op het water van den Schinkel, die fabriek heb ik uitsluitend bedoeld als labo ratorium voor mijn denkbeelden. En dat deze goed zijn, wordt wel bewezen door het feit dat we ondanks de concurrentie in een jaar tij ds aan de spits stonden van alle Nederlandsche chocolade-fabrieken. Het eerste jaar verkochten we al drie-en-zestig millioen reepen!" Langzamerhand rijpte in den fabrikant de ge dachte om de economische denkbeelden, die hem bezig hielden, in wijder kring bekend te maken. Hij was van hun simpele waarheid ten volle over tuigd. Nooit las hij een boek over economie (?tot mijn verschrikkelijke schande", zegt hij daar bij, maar dat meent hij niet ). Het eenige wat hij las, was de krant. Van a tot z. En deze bewees bewijst! hem, dag in, dag uit, dat de menschheid naar den afgrond holt. Tenzij.... ..IN 1931" vertelt de heer Sickesz, was er een con| ferentie te Parijs, 't Ging er om of ze Duitschland twee milliard zouden leenen. De Amerikaansche minister Stimson kwam er voor over naar Europa. Hij was er vóór, en Engeland was er ook vóór, maar Frankrijk was er tegen. Enfin, het scheen niet te vlotten met de onderhandelingen. Toen stuurde ik op Zaterdagavond mijn secretaris per vliegtuig naar Parijs met een brief aan Stimson, waar in ik schreef dat het dwaasheid was om Duitschland, waaraan de geallieerden alle levens mogelijkheden ontnomen hadden, niet die twee milliard te gunnen. Stimson's secretaris deelde mede dat de minister den inhoud zeer belangrijk had ge vonden. En den Maandagavond daarop kwam de bekende boodschap van president Hoover dat Duitschland in elk geval het geld zou krijgen!" Het waren waarschijnlijk deze en dergelijke erva ringen die den heer Sickesz tot het inzicht brachten, dat hij de wereld door middel van haar leiders voor zijn denkbeelden moest winnen. Vandaar dat Quo Vadis? nu in het Fransch, Duitsch en Engelsch ver taald is. Roosevelt, Hitler, Daladier, Chamberlain, Mussolini en hun ministers zullen, naar hij hoopt, van zijn opvattingen kennis nemen. Vooral van de twee eersten verwacht hij veel. Hij heeft hen kort geleden nog opstellen van zijn hand toegezonden. Hitler verweet hij inflatie: Daar zal hij wel kwaad om zijn." VOORTS arbeidt hij rusteloos aan de uitwerking van zijn plannen. Zijn werkdag begint tusschen half zeven en zeven uur. En om elf uur 's avonds kunt U mij nog aan mijn schrijftafel vinden, steeds bezig met Quo Vadis. En alles wat ik dan schrijf, wordt onmiddellijk geregistreerd. Ik heb pas weer een opstel af. . . ." Waarover het gaat, mag hier niet meegedeeld worden. 't Is trouwens niet noodig", zegt de heer Sickesz, de menschen hebben al genoeg te kluiven aan Quo Vadis? Als mijn ideeën aanvaard worden . . .." Als Maar de heer Sickesz is vol hoop. Hij is overtuigd van de juistheid zijner denkbeelden. Hij is overtuigd dat de menschheid eens haai toevlucht tot hen moet nemen. Zij vormen een deel van het geloof van dezen mensch, die van een onmiddellijk aan sprekende oprechtheid is. En zij die gelooven, haasten niet. hauscar MPEERWAGENS |lng. Hausbrand|«OOK HUUR EN OCCASIONS* BLARICUM iBuuummerweg 17?? Vraagt geïllustreerde prospectie PAG. £7 DE GROENE No. 3239

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl