Historisch Archief 1877-1940
Quo Vadis, menschheid?
W. C. S
HEBT U het boek Quo Vadis gelezen, meneer
Sickesz?"
Ik lees nooit over wat ik heb geschreven. Het
wordt officieel geregistreerd en daarmee is het voor
mij afgeloopen."
Nee ik bedoel niet Uw Quo Vadis, maar
Quo Vadis van Sienkiewicz, dat was het niet
in 1913? den Nobelprijs heeft gekregen."
,,'k Heb het misschien in mijn jonge jaren wel
gelezen, toen had ik meer tijd voor lezen dan nu.
Maar ik herinner het me niet. En ik heb er niet
aan gedacht, toen ik.den titel van mijn eigen boekje
vond. Dat ging volkomen vanzelf. Ik zat op een
avond te schrijven, het was het laatste hoofdstuk",
de man staat op uit de stoel achter het met pape
rassen bedekte bureau en loopt naar de groote tafel
die midden in zijn ruime, wat donkere werkkamer
staat. Hij neemt een nog onuitgepakt exemplaar
van zijn eigen Quo Vadis op, gaat weer zitten,
maakt het open en leest voor, langzaam en nadruk
kelijk: Waarheen gaat Europa, waarheen de wereld?
Waarheen, indien de leiders der menschheid geen
kans zouden zien de wereld tot duurzame welvaart
te brengen, indien de eene depressie de andere zou
volgen, de wereld tot steeds dieper ellende en armoede
zou vervallen en de oorlogsdreiging van dag tot dag
grooter zou worden? Voor ik het wist, stonden toen
de woorden Quo Vadis?" op papier. U ziet ze boven
het hoofdstuk staan. Ze vloeiden me zoo maar uit
de pen. Dat wil zeggen: ik schrijf alleen met pot
lood. Toen besloot ik den titel dien ik altijd aan mijn
werk had willen geven: 's Werelds overvloedige
rijkdom, te laten vervallen, en zoo is het Quo Vadis
geworden."
DE heer W. C. Sickesz, oprichter en directeur van
de Hollandsch-Zwitsersche Chocoladefabriek
te Amsterdam, is de laatste maanden een bekend
man geworden in ons land. Weinigen te weinigen,
naar zijn oordeel lazen de beide boekjes, waarin
hij onder den titel Quo Vadis? een plan schetste
dat aan alle economische moeilijkheden een einde
zou maken, maar de enorme advertenties in de dag
bladen, waardoor hij zijn denkbeelden onder het
groote publiek poogt te brengen, zijn niemand on
bekend. Ieder kent zijn grondgedachte: in de hui
dige maatschappij liggen kapitaal en arbeid braak;
verschaf beiden werkgelegenheid, en de wereld zal
floreeren; schep die werkgelegenheid door den
levensduur der producten vooral van die met
langen levensduur, zooals huizen, machines en
auto's te bekorten; schep dus voorspoed door
vernietiging op gezetten tijd !
1200
""?trekt d.nH!ï:Ch"n««"
VILLARS
De heer W. C. Sickesz
Het ei van Columbus", zegt de heer Sickesz.
Zijn oogen, oogen van een merkwaardige kleur
blauw, stralen wanneer hij over zijn plan spreekt.
En ik merk", vervolgt hij, dat mijn ideeën lang
zamerhand doordringen. Ik heb, een aantal weken
geleden, vijf exemplaren naar Amerika gezonden.
Leest U nu deze brief eens . . . ." Hij geeft mij een
zorgvuldig in zijn portefeuille bewaarden brief,
waarin de bibliothecaris van de juridische biblio
theek van het Congress" te Washington om toe
zending van een exemplaar van het very
interesting" Quo Vadis? verzoekt. Is het merkwaardig,
of niet ? U weet natuurlijk dat ze daar in Washing
ton overstroomd zijn met plannen, de laatste jaren.
En nu vragen ze 't is me nog een raadsel hoe die
bibliothecaris een van de vijf exemplaren in handen
heeft gekregen ! een exemplaar van mijn werk.
Wat ben ik voor die menschen? Een
chocoladefabrikantje uit Holland, een land dat nauwelijks
voor ze bestaat.... En nu hoeft maar toevallig een
vooraanstaand iemand uit de New-Deal-beweging
mijn boek te ontdekken, en misschien.... het
Witte Huis ligt per slot vlak naast het Kapitool
waar de bibliotheek van het Congress" gevestigd
is ! Als Roosevelt mijn plannen uitvoert, dan is
Amerika in een minimum van tijd de huidige moei
lijkheden te boven!"
Een Amsterdammer zou dan de Vereenigde Staten
uit den brand geholpen hebben. Want de heer
Sickesz is rasecht-Amsterdammer. Zijn vader, die
hier ter stede een importzaak had, en er in na
volging van Aschinger te Berlijn en Lyons te
Londen de eerste lunchroom stichtte, richtte er
in 1909 een chocolade-fabriek op. De twee zoons
W. C. Sickesz, die wegens zijn zwakke gezond
heid niet op de H.B.S. kon gaan, maar de toentertijd
bekende handelsschool van Jager afliep, had in zijn
jeugd eigenlijk slechts belangstelling voor techniek
werden er tegen hun zin in opgenomen. Maar
het werd een interessante tijd. De heer Sickesz ver
haalt hoe hij, nog vóór Taylor in Nederland bekend
was, reeds zonder hem te kennen diens denk
beelden van wetenschappelijke bedrijfsvoering in de
practijk bracht. Het was de Wereldoorlog die hem
bewees dat vernietiging de voorwaarde was voor
welvaart. Op 18 April 1919 liet hij zijn eerste schrif
telijk daarover neergelegde denkbeelden, officieel
te Amsterdam registreeren.
Zij hebben hem sindsdien niet meer losge
laten.
WC. SICKESZ heeft zijn leven in dienst gesteld
. van een idee. Hoeveel deze idee hem reeds
gekost heeft, is niet bij benadering te zeggen. Ge
noeg, mede te deelen dat op het oogenblik twee
secretarissen in vasten en drie vertalers in lossen
dienst voor hem werken, teneinde Quo Vadis? in
ruimer kring bekend te maken. De fabriek-hier
die ik in 1925 begonnen ben" de
HollandschZwitsersche, met ver over de tweehonderd arbeids
krachten, een enorme chocoladefabriek waarvan
de zoete, ietwat weeëgeur doordringt tot de direc
teurskamer die uitziet op het water van den Schinkel,
die fabriek heb ik uitsluitend bedoeld als labo
ratorium voor mijn denkbeelden. En dat deze goed
zijn, wordt wel bewezen door het feit dat we ondanks
de concurrentie in een jaar tij ds aan de spits stonden
van alle Nederlandsche chocolade-fabrieken. Het
eerste jaar verkochten we al drie-en-zestig millioen
reepen!"
Langzamerhand rijpte in den fabrikant de ge
dachte om de economische denkbeelden, die hem
bezig hielden, in wijder kring bekend te maken.
Hij was van hun simpele waarheid ten volle over
tuigd. Nooit las hij een boek over economie (?tot
mijn verschrikkelijke schande", zegt hij daar bij,
maar dat meent hij niet ). Het eenige wat hij las,
was de krant. Van a tot z. En deze bewees bewijst!
hem, dag in, dag uit, dat de menschheid naar den
afgrond holt. Tenzij....
..IN 1931" vertelt de heer Sickesz, was er een
con| ferentie te Parijs, 't Ging er om of ze
Duitschland twee milliard zouden leenen. De
Amerikaansche minister Stimson kwam er voor over naar
Europa. Hij was er vóór, en Engeland was er ook
vóór, maar Frankrijk was er tegen. Enfin, het
scheen niet te vlotten met de onderhandelingen.
Toen stuurde ik op Zaterdagavond mijn secretaris
per vliegtuig naar Parijs met een brief aan Stimson,
waar in ik schreef dat het dwaasheid was om
Duitschland, waaraan de geallieerden alle levens
mogelijkheden ontnomen hadden, niet die twee
milliard te gunnen. Stimson's secretaris deelde mede
dat de minister den inhoud zeer belangrijk had ge
vonden. En den Maandagavond daarop kwam de
bekende boodschap van president Hoover dat
Duitschland in elk geval het geld zou krijgen!"
Het waren waarschijnlijk deze en dergelijke erva
ringen die den heer Sickesz tot het inzicht brachten,
dat hij de wereld door middel van haar leiders voor
zijn denkbeelden moest winnen. Vandaar dat Quo
Vadis? nu in het Fransch, Duitsch en Engelsch ver
taald is. Roosevelt, Hitler, Daladier, Chamberlain,
Mussolini en hun ministers zullen, naar hij hoopt,
van zijn opvattingen kennis nemen. Vooral van de
twee eersten verwacht hij veel. Hij heeft hen kort
geleden nog opstellen van zijn hand toegezonden.
Hitler verweet hij inflatie: Daar zal hij wel kwaad
om zijn."
VOORTS arbeidt hij rusteloos aan de uitwerking
van zijn plannen. Zijn werkdag begint tusschen
half zeven en zeven uur. En om elf uur 's avonds
kunt U mij nog aan mijn schrijftafel vinden, steeds
bezig met Quo Vadis. En alles wat ik dan schrijf,
wordt onmiddellijk geregistreerd. Ik heb pas weer
een opstel af. . . ."
Waarover het gaat, mag hier niet meegedeeld
worden.
't Is trouwens niet noodig", zegt de heer Sickesz,
de menschen hebben al genoeg te kluiven aan
Quo Vadis? Als mijn ideeën aanvaard worden . . .."
Als
Maar de heer Sickesz is vol hoop. Hij is overtuigd
van de juistheid zijner denkbeelden. Hij is overtuigd
dat de menschheid eens haai toevlucht tot hen
moet nemen. Zij vormen een deel van het geloof
van dezen mensch, die van een onmiddellijk aan
sprekende oprechtheid is.
En zij die gelooven, haasten niet.
hauscar
MPEERWAGENS
|lng. Hausbrand|«OOK HUUR EN OCCASIONS*
BLARICUM
iBuuummerweg 17?? Vraagt geïllustreerde prospectie
PAG. £7 DE GROENE No. 3239