Historisch Archief 1877-1940
rouwen en vrouwenleven
Nogmaals: de achterlijkheid van oos
Eenigen tijd geleden plaatste De Groene" een artikel
van een H.B.S.-directeur dat een feilen aanval inhield op
het huidig schoolsysteem. De heer Dr. Arnold Saalborn
betwistte in het nummer van 24 Juni de juistheid van dezen
aanval. ,,De leerlingen op het Barlaeus-gymnasium hebben
het puik", concludeerde hii uit eigen ervaring.
De Groene" plaatst hieronder een artikel, dat hij ontving
van een leerling uit een der hoogere klassen van het ge
noemde gymnasium. Het artikel is hier en daar wat on
besuisd, maar leek ons van belang voor ieder die zich
voor de moderne jeugd interesseert.
VEROORLOOF mij, Hooggeachte
Heer Redacteur, gastvrijheid voor
enkele opmerkingen naar aanleiding
van een bijdrage, getiteld: Is ons on
derwijs achterlijk?" van een en nog
wel mijn Nederlandschen leraar, in
De Groene" van 24 Juni 1939.
ledere leraar weet, dat zijn geschrif
ten bij verschijning door niemand met
meer kritiek ontvangen worden dan
door zijn leerlingen. Het is bij ons
onderwijs nu eenmaal zo, dat, ik zal
nu maar generaliseren, want anders
had ik me beter tot onze schoolkrant
kunnen wenden en die staat onder
censuur het is bij ons nu een
maal zo, dat de leerlingen zich en el
kaar inprenten, dat er maar n ma
nier is om de vijf of zes rotste" jaren
van je leven door te komen en ze zelfs
tot de leukste tijd te maken, en die
manier zou zijn: zo hard mogelijk te
lachen om alles, wat de leraar zegt
of doet.
Hoe zouden wij dan durven klagen
over gebrek aan liefde? Daar is geen
reden voor, ook niet de leerlingen on
derling (onze mixed-schoolclubjes ren
deren nogal). Wij zien het ook niet als
een gebrek aan liefde, dat men ons
huiswerk opgeeft en ons proefwerken
laat maken. Wij zien het echter als
een gebrek aan taktiek en als een teken
van gemakzucht (Hèhè, het hoge
woord is er uit) dat dat werk en die
proefwerken niet worden verdeeld.
Hard werken willen we best, maar er is
niemand, die ons daartoe noodzaakt.
Bij ons werkt de gemiddelde leerling
veel minder dan van hem verwacht
wordt, zelfs als hij niet spiekt. De goede
leerling evenzo. Regelmatig, flink door
werken is slechts de traditionele uit
zondering, die de regel bevestigt. De
proefwerken worden zo lang mogelijk
uitgesteld en dan enige tijd van te
vo
iiiiiuiiiliiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiimtiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiii
JDe ^omermantel
Vroeg of laat hebben de meeste
vrouwen zich wel eens afgevraagd ;
heeft een mensch eigenlijk
zomermantel noodig?"
En die vraag is niet zoo vreemd
als 't misschien lijkt. Een
tailleurcostuum heeft men bepaald wel
noodig ; een regenjas ook, en liefst
een wijde wollen jas voor alle
gelegenheden waarbij de twee an
deren niet in Frage" komen.
Maar een dunne, gekleede
zomerjas, zooals die van de foto?
Wij willen onze lezeressen niet
graag op kosten jagen, en daarom
erkennen wij het ronduit: massa's
menschen hebben zooiets inderdaad
niet noodig. 's Zomers draagt men
meestal geen mantel; of een klein
manteltje van de stof van de japon ;
of 's avonds een warm wollen
dingetje met lange mouwen; of
een bontcape; of de getrouwe
tailleur.
En dan zijn er nog n of twee
gelegenheden, waarbij men deze
en geen andere japon wil aantrek
ken, maar daarbij past eigenlijk
geen enkele mantel; de taüleur
is niet gekleed genoeg enz. Voor
die enkele gelegenheden dient een
redingote als deze. Een
trouwreceptie ; een déjeuner ; de
officiele onthulling van een monument;
een sportief evenement, waarbij
men de eeretribune helpt bevolken
wie eenigszins in het officiëele"
leven staat, heeft wel degelijk zulk
een mantel noodig, daar hij ook
een dinertoilet bedekt, en men dus
niet naar huis hoeft te hollen om
zich te verkleeden....
Bovendien is dit een beeld, van
naturelkleurige shantung, met zwart
fluweelen kraag en knoopen. De
hoed is een model van Rose Valois,
van zwart stroo met crèmekleurig
lint.
ren opgegeven, drie, vier in een week,
benevens nog de niet vooruitgezegden,
waar men ook voor moet werken. Dan
gaan we mopperen, kankeren, schel
den, dan worden we schoolziek. Het
kan best zijn, dat wij hard moeten
leren werken en dat wij de proefwerken
moeten leren, maar als je gewend bent,
pas aan je huiswerk te beginnen, als
je boek uit is of je bemodderd thuis
komt na het hockeyen, dan kan je maar
niet in eens braaf en ijverig worden.
Men gaat dan laat naar bed en spiekt.
Hooggeachte heren van het Onder
wijs, ik nodig U uit, de onzichtbaar
makende ring aan Uw vingeren te
doen en U in proefwerktijd onder de
leerlingen te begeven. Ik kan U ver
zekeren, dat 80% der leerlingen zich
het spieken tot een tweede sensationele
gewoonte heeft gemaakt. Dat men de
voldoende op het rapport en mis
schien wel de overgang aan spieken te
danken heeft, is best mogelijk. Immers:
Veelal krijgen we maar n proefwerk.
Je behoeft dan maar n keer wat te
wagen. Heb je echter pech, door hoofd
pijn, of zo wat, of ben je proefwerkgaar,
dan kan je er ook verzekerd van zijn,
dat je het niet meer op kunt halen;
vooral bij de bètavakken is dit het
geval.
Boven de ingang van ons gammele
schoolgebouw is een quasi-klassieke
spreuk aangebracht: Disciplina Vitae
Scipio. Discipline is er echter niet, in
het gunstigste geval alleen maar naar
schijn.
Jawel, juist, het ligt ook aan de leer
lingen. Dat wij onze oneerlijkheid en
slapheid aan onze opvoeders wijten, is
lafheid, maar hoe komen wij dan zo
laf? Wij zijn lui, bekrompen, vooral
ook eigenwijs, het is zo. Hoe kcmt dat?
Nu de les zelf. Op ons Gymnasium,
het oudste in de hoofdstad eener mo
derne mogendheid, is het programma
zo ingericht, dat:
.. . .wij onze Nederlandse literatuur
leren kennen, zoals hij op een zeurde
rig toontje door een onzer wordt
,,uitgeslijmd" (Passez moi Ie mot).
.. . .wij van Kunstgeschiedenis niets
maar dan ook absoluut niets leren.
. . . .wij van de moderne talen slechts
zoveel leren, als nodig is om een eind
examen-,, version" te vertalen. Con
versatie schijnt van geen belang. Het
stellen van brieven, de
beleefdheidsvormen etc. worden niet behandeld. Je
blijft immers allen in het eigen land?
Wat zou het ook? !
.. . .wij ons niet leren uitdrukken in
het gesproken woord zonder voorberei
ding, en met voorbereiding amper.
.. . .wij niet leren hoe verhandelin
gen op te stellen; wie later wetenschap
pelijk gaat werken, zit er mee. Boek
besprekingen komen zo goed als niet
voor.
Zegt U nu niet: Hoe zouden we
dat alles kunnen onderwijzen in zo
weinig tijd ? Ik ben ervan overtuigd,
dat wij, wat we nu ook leren, ook kon
den leren als we slechts half zoveel tijd
op school doorbrachten en met de
zelfde hoeveelheid huiswerk (b.v. al
leen 's morgens les). Maar dan anders !
NU komt nog mijn ergste grief.
Een reden waarom ik het betreur,
dat ik in Nederland schoolga.
Wij zijn op een beroemd gymnasium.
Op een gracht er achter staat ons
turngebouw en op een plein in de buurt ligt
ons veld. In het eerste staan bruggen,
ladders, rekken, kortom de meest ge
perfectioneerde en dure inrichtingen.
Onze leraar zou een os kunnen vellen
en als er L.O. op het rooster staat, dan
leggen wij de toestellen onder hun
stoflaag en gaan: vollevballen.' Op het
veld liggen handschoenen van
paardeleer, knuppels van edelhout, en ballen
van bijna rond model. En als het zomer
is en zweetwarm, dan gaan we honk
ballen in onze kleren, die we het vol
gende uur in een gesloten lokaal gaan
zitten stomen, terwijl we bij nul graden
boven nul hockeyen in een tricoije.
Waarom krijgen we deze ontspanning
op school?
Als mijn ouders nu eens net het
schoolgeld zouden kunnen betalen,
waar mijn lichamelijke verzorging bij
is inbegrepen, en mij geen luxesport
kunnen laten beoefenen en aan Men
sendieck niet kunnen denken, wanneer
wordt mijn scheve rug dan recht?
Moeten wij dan net zo ongaaf worden
als de meesten Uwer generatie, wij,
die voortdurend leren over Olympische
Spelen, sport en lichamelijke schoon
heid bij de Ouden? Speelt dan in de
moderne maatschappij alleen de geest,
niet het lichaam zijn rol?
Hoe afgezaagd ook: mens sana in
corpore sano.
Scheveoiogee schaamt U!
?J^JATUURLIJK weet ik dat er
l\/ menschen zijn die het in
" ? welke omgeving ook zeer
onvrouwelijk vinden, wanneer een meis
je een lange broek draagt, zij het dan ook
een van vrouwelijken snit. Het is
onbehoorlijk.
Maar op Scheveningen ? Vraagt
iemand in Limburg of Groningen naar
de modernste badplaats in ons land en
zeker zal men u Scheveningen noemen.
Daar paradeeren tijdens het
zomerseizoen vele vrouwelijke badgasten in
geraffineerde strand- en badkleeding,
soms gecombineerd met veelkleurige
pantalons, en niemand neemt er aan
stoot aan.
Maar hebt gij den euvelen moed
op een zomerschen dag op den boule
vard te gaan wandelen, gekleed in een
zeer degelijke, donkerblauwe broek,
dan ontwaart gij slechts afkeurende
blikken zoover het oog reikt, en de
jongeren (en ik schaam mij diep het te
moeten erkennen, niet alleen van het
mannelijk gedeelte) hoonen u openlijk
met luide op- en aanmerkingen. Aan
gezien ik niet tot de vrouwen behoor voor
wie het een vreugde is opzien te baren,
vind ik dat beslist niet prettig. En dus
zal ik genoodzaakt zijn mijn pantalon
op te bergen en voorloopig weer de
zeer vrouwelijken rok dragen, die bij
een sterken wind het loopen aan zee
belemmert en ook overigens lang niet
zoo practisch is als mijn geliefde broek.
Vrijheid, blijheid!
AAN INZENDERS VAN
M A N U SC R l PTE N
wordt verzocht bij hun bij
dragen een gefrankeerd brief
omslag met adres van den
afzender in te sluiten. Op het
adres van stukken, voor de
redactie bestemd, vermelde
men gén namen van personen
PAG. 12 DE GROENE No 3240