De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 8 juli pagina 12

8 juli 1939 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

rouwen en vrouwenleven Nogmaals: de achterlijkheid van oos Eenigen tijd geleden plaatste De Groene" een artikel van een H.B.S.-directeur dat een feilen aanval inhield op het huidig schoolsysteem. De heer Dr. Arnold Saalborn betwistte in het nummer van 24 Juni de juistheid van dezen aanval. ,,De leerlingen op het Barlaeus-gymnasium hebben het puik", concludeerde hii uit eigen ervaring. De Groene" plaatst hieronder een artikel, dat hij ontving van een leerling uit een der hoogere klassen van het ge noemde gymnasium. Het artikel is hier en daar wat on besuisd, maar leek ons van belang voor ieder die zich voor de moderne jeugd interesseert. VEROORLOOF mij, Hooggeachte Heer Redacteur, gastvrijheid voor enkele opmerkingen naar aanleiding van een bijdrage, getiteld: Is ons on derwijs achterlijk?" van een en nog wel mijn Nederlandschen leraar, in De Groene" van 24 Juni 1939. ledere leraar weet, dat zijn geschrif ten bij verschijning door niemand met meer kritiek ontvangen worden dan door zijn leerlingen. Het is bij ons onderwijs nu eenmaal zo, dat, ik zal nu maar generaliseren, want anders had ik me beter tot onze schoolkrant kunnen wenden en die staat onder censuur het is bij ons nu een maal zo, dat de leerlingen zich en el kaar inprenten, dat er maar n ma nier is om de vijf of zes rotste" jaren van je leven door te komen en ze zelfs tot de leukste tijd te maken, en die manier zou zijn: zo hard mogelijk te lachen om alles, wat de leraar zegt of doet. Hoe zouden wij dan durven klagen over gebrek aan liefde? Daar is geen reden voor, ook niet de leerlingen on derling (onze mixed-schoolclubjes ren deren nogal). Wij zien het ook niet als een gebrek aan liefde, dat men ons huiswerk opgeeft en ons proefwerken laat maken. Wij zien het echter als een gebrek aan taktiek en als een teken van gemakzucht (Hèhè, het hoge woord is er uit) dat dat werk en die proefwerken niet worden verdeeld. Hard werken willen we best, maar er is niemand, die ons daartoe noodzaakt. Bij ons werkt de gemiddelde leerling veel minder dan van hem verwacht wordt, zelfs als hij niet spiekt. De goede leerling evenzo. Regelmatig, flink door werken is slechts de traditionele uit zondering, die de regel bevestigt. De proefwerken worden zo lang mogelijk uitgesteld en dan enige tijd van te vo iiiiiuiiiliiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiimtiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiii JDe ^omermantel Vroeg of laat hebben de meeste vrouwen zich wel eens afgevraagd ; heeft een mensch eigenlijk zomermantel noodig?" En die vraag is niet zoo vreemd als 't misschien lijkt. Een tailleurcostuum heeft men bepaald wel noodig ; een regenjas ook, en liefst een wijde wollen jas voor alle gelegenheden waarbij de twee an deren niet in Frage" komen. Maar een dunne, gekleede zomerjas, zooals die van de foto? Wij willen onze lezeressen niet graag op kosten jagen, en daarom erkennen wij het ronduit: massa's menschen hebben zooiets inderdaad niet noodig. 's Zomers draagt men meestal geen mantel; of een klein manteltje van de stof van de japon ; of 's avonds een warm wollen dingetje met lange mouwen; of een bontcape; of de getrouwe tailleur. En dan zijn er nog n of twee gelegenheden, waarbij men deze en geen andere japon wil aantrek ken, maar daarbij past eigenlijk geen enkele mantel; de taüleur is niet gekleed genoeg enz. Voor die enkele gelegenheden dient een redingote als deze. Een trouwreceptie ; een déjeuner ; de officiele onthulling van een monument; een sportief evenement, waarbij men de eeretribune helpt bevolken wie eenigszins in het officiëele" leven staat, heeft wel degelijk zulk een mantel noodig, daar hij ook een dinertoilet bedekt, en men dus niet naar huis hoeft te hollen om zich te verkleeden.... Bovendien is dit een beeld, van naturelkleurige shantung, met zwart fluweelen kraag en knoopen. De hoed is een model van Rose Valois, van zwart stroo met crèmekleurig lint. ren opgegeven, drie, vier in een week, benevens nog de niet vooruitgezegden, waar men ook voor moet werken. Dan gaan we mopperen, kankeren, schel den, dan worden we schoolziek. Het kan best zijn, dat wij hard moeten leren werken en dat wij de proefwerken moeten leren, maar als je gewend bent, pas aan je huiswerk te beginnen, als je boek uit is of je bemodderd thuis komt na het hockeyen, dan kan je maar niet in eens braaf en ijverig worden. Men gaat dan laat naar bed en spiekt. Hooggeachte heren van het Onder wijs, ik nodig U uit, de onzichtbaar makende ring aan Uw vingeren te doen en U in proefwerktijd onder de leerlingen te begeven. Ik kan U ver zekeren, dat 80% der leerlingen zich het spieken tot een tweede sensationele gewoonte heeft gemaakt. Dat men de voldoende op het rapport en mis schien wel de overgang aan spieken te danken heeft, is best mogelijk. Immers: Veelal krijgen we maar n proefwerk. Je behoeft dan maar n keer wat te wagen. Heb je echter pech, door hoofd pijn, of zo wat, of ben je proefwerkgaar, dan kan je er ook verzekerd van zijn, dat je het niet meer op kunt halen; vooral bij de bètavakken is dit het geval. Boven de ingang van ons gammele schoolgebouw is een quasi-klassieke spreuk aangebracht: Disciplina Vitae Scipio. Discipline is er echter niet, in het gunstigste geval alleen maar naar schijn. Jawel, juist, het ligt ook aan de leer lingen. Dat wij onze oneerlijkheid en slapheid aan onze opvoeders wijten, is lafheid, maar hoe komen wij dan zo laf? Wij zijn lui, bekrompen, vooral ook eigenwijs, het is zo. Hoe kcmt dat? Nu de les zelf. Op ons Gymnasium, het oudste in de hoofdstad eener mo derne mogendheid, is het programma zo ingericht, dat: .. . .wij onze Nederlandse literatuur leren kennen, zoals hij op een zeurde rig toontje door een onzer wordt ,,uitgeslijmd" (Passez moi Ie mot). .. . .wij van Kunstgeschiedenis niets maar dan ook absoluut niets leren. . . . .wij van de moderne talen slechts zoveel leren, als nodig is om een eind examen-,, version" te vertalen. Con versatie schijnt van geen belang. Het stellen van brieven, de beleefdheidsvormen etc. worden niet behandeld. Je blijft immers allen in het eigen land? Wat zou het ook? ! .. . .wij ons niet leren uitdrukken in het gesproken woord zonder voorberei ding, en met voorbereiding amper. .. . .wij niet leren hoe verhandelin gen op te stellen; wie later wetenschap pelijk gaat werken, zit er mee. Boek besprekingen komen zo goed als niet voor. Zegt U nu niet: Hoe zouden we dat alles kunnen onderwijzen in zo weinig tijd ? Ik ben ervan overtuigd, dat wij, wat we nu ook leren, ook kon den leren als we slechts half zoveel tijd op school doorbrachten en met de zelfde hoeveelheid huiswerk (b.v. al leen 's morgens les). Maar dan anders ! NU komt nog mijn ergste grief. Een reden waarom ik het betreur, dat ik in Nederland schoolga. Wij zijn op een beroemd gymnasium. Op een gracht er achter staat ons turngebouw en op een plein in de buurt ligt ons veld. In het eerste staan bruggen, ladders, rekken, kortom de meest ge perfectioneerde en dure inrichtingen. Onze leraar zou een os kunnen vellen en als er L.O. op het rooster staat, dan leggen wij de toestellen onder hun stoflaag en gaan: vollevballen.' Op het veld liggen handschoenen van paardeleer, knuppels van edelhout, en ballen van bijna rond model. En als het zomer is en zweetwarm, dan gaan we honk ballen in onze kleren, die we het vol gende uur in een gesloten lokaal gaan zitten stomen, terwijl we bij nul graden boven nul hockeyen in een tricoije. Waarom krijgen we deze ontspanning op school? Als mijn ouders nu eens net het schoolgeld zouden kunnen betalen, waar mijn lichamelijke verzorging bij is inbegrepen, en mij geen luxesport kunnen laten beoefenen en aan Men sendieck niet kunnen denken, wanneer wordt mijn scheve rug dan recht? Moeten wij dan net zo ongaaf worden als de meesten Uwer generatie, wij, die voortdurend leren over Olympische Spelen, sport en lichamelijke schoon heid bij de Ouden? Speelt dan in de moderne maatschappij alleen de geest, niet het lichaam zijn rol? Hoe afgezaagd ook: mens sana in corpore sano. Scheveoiogee schaamt U! ?J^JATUURLIJK weet ik dat er l\/ menschen zijn die het in " ? welke omgeving ook zeer onvrouwelijk vinden, wanneer een meis je een lange broek draagt, zij het dan ook een van vrouwelijken snit. Het is onbehoorlijk. Maar op Scheveningen ? Vraagt iemand in Limburg of Groningen naar de modernste badplaats in ons land en zeker zal men u Scheveningen noemen. Daar paradeeren tijdens het zomerseizoen vele vrouwelijke badgasten in geraffineerde strand- en badkleeding, soms gecombineerd met veelkleurige pantalons, en niemand neemt er aan stoot aan. Maar hebt gij den euvelen moed op een zomerschen dag op den boule vard te gaan wandelen, gekleed in een zeer degelijke, donkerblauwe broek, dan ontwaart gij slechts afkeurende blikken zoover het oog reikt, en de jongeren (en ik schaam mij diep het te moeten erkennen, niet alleen van het mannelijk gedeelte) hoonen u openlijk met luide op- en aanmerkingen. Aan gezien ik niet tot de vrouwen behoor voor wie het een vreugde is opzien te baren, vind ik dat beslist niet prettig. En dus zal ik genoodzaakt zijn mijn pantalon op te bergen en voorloopig weer de zeer vrouwelijken rok dragen, die bij een sterken wind het loopen aan zee belemmert en ook overigens lang niet zoo practisch is als mijn geliefde broek. Vrijheid, blijheid! AAN INZENDERS VAN M A N U SC R l PTE N wordt verzocht bij hun bij dragen een gefrankeerd brief omslag met adres van den afzender in te sluiten. Op het adres van stukken, voor de redactie bestemd, vermelde men gén namen van personen PAG. 12 DE GROENE No 3240

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl