Historisch Archief 1877-1940
Een verhaal van De Groene
OM geen proces aan mijn broek te krijgen,
moet ik vooropstellen, dat alle personen in
dit verhaal slechts in mijn verhit brein be
staan met uitzondering van de haring, die
onvervalschte Hollandsche nieuwe was.
Geplant tegen de ijzeren leuning van de brug
oprit zit mijn haringmannetje. Achter hem sluime
ren in zalige onwetendheid de gerookte Harderwij
kers, de harde bokkingen en de gerookte aal in
ordelijke rijen in hun nette kistjes. Rond het
stalletje hangt als een onzichtbare mistwolk de geur
van zeebanket en uien. En ook mijn haringmannetje
straalt een reclamelucht uit als een roodgloeiend
potkacheitje zijn weldoende hitte.
Als goed Hollander weten we, dat er een seizoen
is voor haring, bokking en gerookte aal, een sei
zoen, dat merkwaardigerwijs altijd schijnt samen
te vallen met onze nationale feestdagen. Dan jubelt
en feest Holland en beleeft het haringmannetje
dagen, die aan de glorie van de Oost-Indische Com
pagnie doen denken.
Maar de andere dagen vliedt het leven van mijn
haringmannetje rustig voort als het nimmer haas
tende water van onze vaderlandsche stroomen.
Hij had zijn vaste klantjes; de n met fijngesne
den uitjes goed dicht gezaaid op het glanzend
haringlijk, de ander met ringuien", die zoo handig
op te pikken zijn. Neem toch een stokje" stond op
het emaille bordje van mijn haringmannetje, want
hij houdt van properheid.
Langen tijd had hij het veld" alleen, totdat een
energiek handelaar in zuidvruchten met de waar
achtige goedertierenheid, die zich soms van het
Hoofd van Politie meester maakt, het recht gegeven
werd een standplaats te bezetten naast mijn haring
mannetje en de sappige uitstalling van Jaffa's, ba
nanen, bellefleurtjes en goudgele citroenen leek
bijna een feest-versiering van mijn ietwat
verslonste ophaalbruggetje.
Na een paar dagen was er al een dikke vriend
schapsband gegroeid tusschen het haringmannetje
en den wakkeren handelaar in Jaffa's c.s. Genoeglijk
hingen zij ieder op hun klein houten wiebelbankje,
de magere beentjes in afgetrapte broeken als lianen
ineen gestrengeld. En geen moment stonden de
mummelmondjes van de twee oude baasjes stil. De
geuren van de Harderwijkers en de West-Indische
bananen bleken evenzeer vriendschap te hebben
gesloten en hing thans als een stille bedreiging over
de geheele brug. Klant na klant dook in de donder
wolk van haring- en bananenlucht. Van den
bananenman kreeg je centen terug, die naar haring roken,
van den haringman dubbeltjes, die uit de kassa van
Fyffes schenen te komen.
Tegen twaalven muisden ze hun boterhammetjes
op. Op beider schoot lag een opengeslagen krant
met de hompige brokken brood en de nieuwsgierige
musschen, die in vroeger dagen slechts van de
kruimels van het haringmannetje hadden geleefd,
zagen hun rantsoen verdubbeld en groeiden tegen
de verdrukking in. Ze wisten reeds, dat de murme
lende stemmetjes van de oubaasjes geen kwaad be
doelden en in steeds dikker wordende drommen
eischten ze hun doel op.
De vriendschap tusschen die twee werd zoo innig,
dat de bananenman een harde bokking bij zijn
VOOR ELKE BEURS 'N
brood at en het leege vet-druipende vel aan de meeu
wen toewierp, terwijl zijn vriend de haringman
niettegenstaande zijn emaille devies ,,De Haring in
het land, de Dokter aan de kant" een banaantje bij
zijn brood verschalkte. Het was een gemoedelijke
ruilhandel, waar alles met gesloten beurzen betaald
werd.
Zoo was alles pais en vree en het leek of de
hechte band van vriendschap, althans gedurende
hun aardsch bestaan, onverbreekbaar zou zijn.
Maar broodnijd loert verraderlijk rond alle hoeken
en ook hier zou de ellendige ,,jalousie de métier"
een einde maken aan wat een Paradijs op aarde
leek.
Het zonnetje lachte helder aan een azuren hemel.
Gezellig zaten ze op hun wiebelstoeltjes te kletsen.
Een gesprek, waar nimmer een einde aan be
hoefde te komen, omdat er eigenlijk heelemaal geen
begin aan was. Het zonnetje lachte dus en de zilve
ren ruggetjes van de in kistjes gerijde haringen
glommen en lonkten. Het was een echte haring-dag.
TTOEN verscheen Isegrim, een slordige
stadsI reiziger, die wellicht den vorigen avond een biertj e
meer gedronken had dan goed voor hem was en
getrouw aan de wijze leuze Haring moet zwem
men" zijn oog wellustig over het glimmende
ruggetje van een nieuwe Hollandsche liet glijden.
,,'n Hollandsche.... in mooten.... met dik
uien asjeblieft" nijdasde Isegrim.
Het haringmannetje sprong op, greep zijn
schubbedekt keukenmesje en boorde zijn tot op het vleesch
afgesneden nagels in het blanke spek van het
haringruggetje.
Ze bin best, meheer," mummelde hij verge
noegd en met ware virtuositeit sneed hij het vischje
in mooten, stalde ze uit op een stuk vetvrij papier
en besprenkelde het geheel met een witte laag ge
sneden uitjes. Van wege de properheid prikte hij er
ten slotte een tandenstoker in.
Isegrim hapte, smakte, proefde, fronsde de wenk
brauwen, keek als een Feldwebel, die een
ongepoetste knoop heeft ontdekt en bulderde:
Noem je dat Hollandsche haring?.... Dat....
dat is Schótsche haring !"
Het haringmannetje verschoot. Zijn
bananenvrindje, dat nog geen handgeld had gehad, keek
gemeen grinnikend den anderen kant uit.
Maar, meheer," stamelde het haringbaasje,
Schosse?.. . . Hoe durf u het te segge. . . . Het
binne je reinste Hollandsche nieuwe. ..."
Nijdig hapte Isegrim het laatste mootje naar bin
nen, gooide zijn zes centen op het betaalbordje en
terwijl hij nog even een paar vergeten stukjes ui
inpikte bulderde hij:
Moet je mij misschien vertellen wat Hollandsche
nieuwe is. ... Vuiligheid, zeg ik je. ... Hollandsche
nieuwe. .. Schótsche haring is 't, dat zeg ik je. .."
en Isegrim verdween, terwijl het bedeesde haring
mannetje als een geslagen hond achter bleef. Toen
kreeg hij zijn moed terug:
Schosse. . .. Schosse zeit ie. ... Heb je zoo ies
meegemaakt?.... MIJN haring, m'n beste Hol
landsche nieuwe zeit ie zalle me Schosse zijn. . ..
Nou, nou," dit tegen West-Indië, nou.... seg
dan 's wat. ..."
Verlegen grinnekend schurkte de bananenman
op zijn krukje.
Wat mot ikke nou segge. . . . Weet ik veel of f e
dat Schosse of Hollandsche haringe benne."
De haring-magnaat werd bleek.
Wat seg ie me daarfan?. . . . Hij weet niet of f e
dat Hollandsche of Schosse benne. . . . Hij hep seker
geen Hollandsche nieuwe bij zijn broodje op sitte
smikkele. . . . Nee, hè.... jij weet niks, hè? Laat
ik de minse misschien segge, datte jouw Jaffa's uit
Abessiniëkomme. . . ."
Nu werd Fyffes bleek. Hij gilde:
Abessiniësal je me segge. . . . Mijn Jaffa's uit
Abessinië!. . . . Al wil jij de minse oplichte met je
Schosse. ..."
Schosse. ... hij zeit Schosse !" gilde de ander.
De menschen stonden stil. Zelfs de bruggewach
ters, die anders slechts voor hun Gouwenaar en hun
bruggetje leven, keken op. Het haringmannetje en
de zuidvruchten-enthousiast kwamen adem te kort.
Het publiek trotseerde de haring-uien- en
bananenwolk. . . . Eindelijk hapte de haringman naar zijn
buurman:
Jij, jij. ... fuile bedrieger. ... Jij. ..." hij kon
er bijna niet meer uitkomen, Dan gilde hij: Jij....
Kamerlid, dat je me d'r bent. ..."
Toen werd het vechten en verschenen witte garen
handschoenen: Het gezag ! ALLAN PENNING
?juiiiiulliiiii min iiiiini iiilimillilllllltllliliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiriiimiiiiMtmiiiimii mm m, ninii iiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiui iiiiiiiitniiiii uu u
i
Merkwaardige berichten
Als wij dit naar Amsterdam
telefoneeren, is het daar precies half drie
middernacht." (H.)
Hij was een man die n enkele
maal een ei van Columbus naar het
licht heeft mogen heffen en daarvoor
onze blijvende erkentelijkheid ver
dient." (H.)
CHARIVARIA
Zij hebben van de affaire-Oss een
galg willen maken voor l
arbertjcGoseling." (Tijd)
Lees Max Havelaar nog eens over,
Tijd.
Het Engelsche offficierscorps
,,l)e poht ie-ot l icier Goddard \vas
beschuldigd bij liet binnensmokkelen
van illegale immigranten hulp te
bcbbeii verleend." f A'. J
Paindeluxe-brood
Overhelling naar n kant kon
echter niet uitblijven." (Volksbl.)
Op het Binnenhof te Den Haag
werd Woensdag het eerste van een
reeks komende zomerconcerten ge
geven." (Zw. C.)
Dat lastige Hollandsen
Het was een leerzamen en
prettigen middag." (Geld. Bode)
Een verkrachting van den meest
elementairen goeden trouw. Treedt
binnen door den oudsten poort." (G.)
Het schip heeft rust zalen met
rustbedden waarvan de passagiers,
die daaraan behoefte gevoelen, gratis
gebruik kunnen maken," (R.)
Andere passagiers moeten er een
kleinigheid voor betalen.
Deze keer heeft \Valscliap liet
happy-end gekozen." (R.)
De volgende keer het happy
ending kiezen, Walschap.
Onze uitdragers
..Men mag een volksgroep niel
bet uitdragen harer beginselen ont
zeggen.11 (Lih. \VbI.)
,,Sleehts die partij kan de ware
verdraagzaamheid uitdragen." (R.)
,, Wij moeten geen middel onbe
proefd la t en on ze ideeën uit t e dragen."
(L.' \V.)
,,I)e jongeren dienen zich voor bet
uitdragen van de liberale beginselen
beschikbaar te. stellen." f W.J
BROCHES
20 STUKS
Meemaaksels
,,De medewerkers zijn ons bekend
voor de microfoon, doch in de zaal
hebben we deze nog niet meegemaakt."
( Varablaadje)
Wij leven in een bemoeizuchtigen
tijd, die graag meemaakt hoe men
roert in eikaars modder." (G.)
Dr. Hulst heeft reeds herhaalde
lijk zulke misdrijven meegemaakt."
(T.)
Onze pedagogen
Men behoeft niet alles te lezen
(misschien is het boek anders te lang),
terwijl de inhoud naar ik geloof zal
boeien. Men vindt bier een schat van
wetenswaardigheden die slechts moei
zaam zelf bijeen te brengen zou zijn."
(Lerende Talen)
Een lezer schrijft ons, met
binnenhoogachting, dat hij met veel
buitenpret in E. d. D. heeft gelezen:
Met veel binnenpret hebben wij
den heer Adolphe Max hooren
spreken."
De opbrengst en het
omdenksel
Gero moest nu eens de zedelijke
moed opbrengen om dat te doen."
(II,,11. H'bl.)
Tegen ons kostbaarst bezit, ons
lichaam hebben wij lang niet zooveel
omdenkcn." (Gr,m. DM.)
Steenen des aanstoots
,,lk lees in de X.K.C.: K. gaf blijk
van een eenigszins oversolde positie.
OiVi-MiiW is in handelskringen alge
meen bekend, doch als men ook al
gaat spreken van een oversolde positie
dan wordt er toe h \sel wat al te erg
niet einze taal, zoowel als niet de
Kngelsrhc gesold." (J!, te R.)
PAG. 16 DE GROENE No. 3240