De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 8 juli pagina 20

8 juli 1939 – pagina 20

Dit is een ingescande tekst.

'S? T.-*' j yr -- r^- . DE KLEINE KRANT: MaJntUn DE KLEINE KRANT f DE KLEINE KRANT: Nwtml huidhavmd J : Bottenhmt DE TOESTAND door Opmercator temperatuur in Europa is thans hoog, zeer hoog. Ook als het een beetje benauwd is, zou ons dat verder niet bezorgd hoeven te maken. Hoe Taak gebeurt het niet, dat wat koelere luchtlagen uit 't Noorden of Westen voor een heilzame afkoeling zorgen? Er bestaat echter ook de kans, dat de hitte nog zoo sterk toeneemt, dat een ontzettend onweer uit Oostelijke richtingen komt opdagen, om op die wijze aan de hooge temperatuur een einde te maken. Zal het afkoeling of zal het een donderbui zijn? DE OLIFANT VAN MU180LHII Stefani meldt uit Rome, dat de olifant van Mussolini van zins is, in zijn vacantie een beetje te gaan olüanterlanten. ; Mnngnland ONZE NEUTRALITEIT ELKE keer, aldus onze diplomatieke medewerker, elke keer als het woord Nederland" genoemd wordt bij onderhandelingen tusschen Rusland en Engeland, Frankrijk en Engeland, Polen en Engeland of Polen en Frankriflc, gaat er een schok door de regeeringsgebouwen te Den Haag. . Het is, aldus deze ooggetuige, alsof oea aardbeving de residentie teistert. Men ziet Minister Patijn uit zijn gebouw hollen en een telefooncel binnenvluchten om vandaar minister ven Ribbentrop te Berlijn op te bellen om te zeggen dat wij vasthouden aan onze traditioneele neutraliteitspolitiek. Zoodra ergens ver maar het woord Nederland" genoemd wordt, teekent deseismograaf op onze buitenlandsche gezantschappen het gebied aan, waar d* beving plaats had; de gezant trekt zijn diplomatenpak aan, en maakt een bezoek bij de regeering waar hij geaccrediteerd is en verklaart, dat Nederland tegen zijn wil genoemd is. Naar men mij reide leeft men op het departement van Buitenlandsche Zaken onder hoogspanning. Men heeft een systeem van bellen en schellen aan Ittbm brengen, die onmiddellijk allen alarmeeren zoodat de meest uitgebreide betuigingen van neutraliteit a la minutc gegeven kunnen worden. Het is, zoo zeide men ons, voor ons een zenuwachtige neutralitijd. Gelukkig weten wij, waar wij met onze neutraliteit hooren: het Neue Duitschland en het Neutrale Nederland zijn broedervolken; daarom kunnen wij 't niet hebben, als zij ergens anders dan t* Berlijn over onze onafhankelijkheid beslissingen nemen. UIT HET DIERENRIJK ,,'k Ben in Berlijn geweest" RONDOM DE KABINETSFORMATIE Guichelaar Formateur? (Van onzen pourparlementairen correspondent) GROOTE dagen breken er, wellicht, voor onze partij, de machtige Nationaal Journalistische Kleine Krant Organisatie aan. Voor het geval name lijk, dat oud-minister-president Colijn niet zou slagen in het vormen van een kabinet is onze partijgenoot, kameraad Chr. K. Guichelaar J r., reeds begonnen met onderhandsche besprekingen ach ter de schennen, om, als hij straks tot de eervolle en voor onze partij voordeelige taak geroepen zou worden, met een volledig op elkaar afgestemd kabi net voor H.M. te kunnen treden met de historische woorden: Majesteit, daar ben ikl" lMCC*p*viien besprekingen Den heelen dag is het op de statige woonst van onzen p.g., het rijzige kasteel Hooghe Guighel", een komen en gaar) van derde kamerleden (waartoe ook immers onze illustere partijgenoot behoort), politici van elke kleur en naam, autoriteiten, ministers met en zonder portefeuille, industrieelen mét of zonder portemonnaie e tutti quanti. IBeeda voor dag en dauw Gistermorgen, reeds voor dag en dauw, reed de wagen van den sociaal democraat Witjes den oprijlaan in. Rondom de formatie: de sociaal democraat Witjes legt een vroeg bezoek of bij onzen partijtenoot Guichelaar. Guichelaar was zelf aan de deur om hem met een opgewekt woord te ver welkomen. Later op den middag Doch niet slechts politici van links en uiterst links belden aan het kasteel. Ook van rechts, Half-back en midden voor ontving hij bezoek. Zoo noteerde onze verslaggever omstreeks den noen de aankomst van Prof. Mr. Dr. H. Opmercator, hoofdredacteur van de radicale Kleine Krant" (humocratisch) die met zijn zwarte baard vrien delijk naar alle kanten boog. Later op den dag meldden zich ook nog eenige andere krantenmenschen. Beaoeken In de f tui. . Doch Guichelaar bracht: ook zelf eenige bezoeken in de stad. Zop^-reed hij om half vier uit naar de II. de Dutourstraat 56, waar hij «enigen tijd De wogen van den eventuee/en formateur met den chauffeur wachtend op onzen partij genoot. vertoefde, waarschijnlijk voor gewich tige besprekingen in verband met de formatie. Als dit op waarheid zou be rusten, zouden wij daarmee 4e sensationeele nieuwigheid kunnen '.-beves tigen van de opname in het komende kabinet van een aantrekkelijke jonge vrouw. Het Wieringer Weekblad" is echter van oordeel dat Mevrouw Annemarie Guichelaar?Jansen zelf zitting in het ministerie van haar man zou nemen. Geruchten Dit alles zijn echter nog geruchten. Voorloopig is nog niets definitief. Mocht Guichelaar slagen, dan zou hij bereid zijn, het departement van Coiffure en Cosmetica aan den tegenwoordigen minister van Speling te geven; Colijn zou Sigaren krijgen, en, naar de aanstaande formateur ons in vertrouwen mededeelde, Financiën zou zijn vrouw beheeren. Voor Justitie komen in aanmerking WachtMr. De Gier, of de redacteur van de rubriek Oss- en Erfpacht van het Weekblad De Tele-Graaf, terwijl Waterstaat na afschaffing van den accijns op gedis tilleerd zou vereenigd worden met de afdeeling Waterlinie, van het departe ment van Neutraliteit. Het blijft dus: afwachten. (A. en P.) Liedeklein Een raadseltje voor de ouderen Wie t raadt, mag 't zeggen! We kunnen "bijna niet meer zitten We plakken aan elkaar als klitten En zitten op elkaar te vitten Als kleeren dragen wij slechts witte De boer vertikt het om te spitten Den heelen dag zijn we aan 't flitten Wij zouden aldoor willen pitten. Het komt natuurlijk van IKS ?49901 WUVtSl }9t( HOE WARM HET WAS Het weer van de afgeloopen dagen De temperaturen, die de voorgaande dagen gemeten, zijn, naderden zoo dicht-het smeltpunt van het kwik, dat het weJ aardig is, daar eens even een lijstje van op te maken. Op 13 Juli 1654 was het te H ilferts hom (thans Hilversum) zoo heet, dat de vierenvijftig-jarige Erfgooier B. H. een kippenei bakte op zijn ploegijzer! Drie jaar later, dus in 1657, was hij dood. Het zou niet eerder zijn dan 1805, dat de heete zomer van dat jaar, het kwik tot zoover over den rand deed stijgen dat de thermometer er ongeveer de helft van verloor en voortaan alles dubbel zoo koud aan zou wijzen. De hitte zakte dan ook onmiddellijk, en in een kroniek uit die dagen schrijft een zekere Monsieur Branie" ( men moet bedenken dat het de Fransche tijd was) zeer kenteekenend: on faisaist Ouf' l" Wij allen herinneren ons nog den heeten zomer van 19.. toen men in de zee kon baden en de menschen met bruine gezichten over straat liepen en slecht werkten. Wel zeer terecht verzucht de dich ter: 't Is heet, 't is heeter, heethermoIn Bosch en Hei, Rivier of Strand Leest iedereen De Kleine Krant. In Conversatie-zaal of Serre Ziet men De Kleine Krant van verre. 't Zij warm of koud, 't zij nat of [droog: De Kleine Krant voor ieders oog! (Adv.) Ons feuilleton Brechtje van 't Kouterhof Roman van een boerendochter DRECHTJE van Hfflechien vanWubbe stond met haar beide in grofwollen kousen gestoken beenen op de vruchtbaren akker van haar grootvaders oud sten zoon, kortweg door het volk haar vader genoemd. Struische Brechtje" noemden de foeileelijke dorpelingen haar. Maar wat maalde ze er om, zoolang de molen op Wubbe zijn erf niet maalde. En met haar pitoreske roode kweist het zweet van haar voorhoofd wisschend, begon ze ingespannen na te denken waar om de molen het lied van den arbeid, eentonig maar mooi in zijn eenvoud, niet meer zong. Vader had het haar uitgelegd in barsche woorden, stoer zijn verdriet verbergend achter noestheid, typische eigenschap van het primitieve plaggenvolkje. Ingespannen had ze toegeluisterd, haar mooie roodomrande oogen opgehe ven naar zijn spaarzaam doorploegd keuterboergelaat. Eensklaps wist ze het weer, log haar arm bejeukend: Wind stilte, de groote vijand van het toch al zoo door droogte geteisterd boerengeslacht, had vader gezegd, zwaar zijn pijp belurkend. Weer nam ze, kindvrouwtje, nauw de kluiten ontwassen, de zeis, waarvan het staal flets flitsend het goud gele koren op de grouwen grond deed sneven. Stil, heel stil werd het op de akker. Er ging een dominee voorbij . . Dag dominee" zei Brechtje vroom. Wel, wel Brechtje dan toch," zei de brave geestelijke ben jij aan 't maaien?" Neen ik, dominee," ootmoedig zooals haar moeder het haar geleerd had, sprak Brechtje, nooit hoovaardig. Dan is 't goed, mien wicht," zei dominee en toen: Ik kom eens een kop slemp bij oe drinken." Hij vervolgende zijn weg, misprijzend naar het huis van boer Brulke kijkend, die rijk was maar gierig, en zelf in de beste boter gebakken plaggen at, terwijl hij een bedelaar met een halve molleboon afschiep. Brechtje, een kous breiend forsch stip-stapte naar huis toe. In de stulp zaten de kinderen al om de ruwhouten tafel veertien in getal, moeder was allang niet meer. De wacht was op vader. Eindelijk, daar kwam. hij, met klompvoeten het klinkerpaadje bestappend. Vlug telde hij zijn kinnies, ja, alle veertien. Je kon nooit weten, nu met dien Colorado kever. Allen aten, eenvoudig, onopgemerkt. Niets verbrak de stilte dan het eentonig gesop def tinnen vorken in de gezapige brei. Alleen Brechtje kon niet eten. Steeds hamerde het in haar hoofd: Dirk den Duik, Dirk den Duik''.en ze zag zijn stroogele kop met de sterke bruine tanden voor zich. Een naburige kerkklok speelde. En het leek of de klokken zeiden: Dirk den Duik." Plotseling werd de klink opgelicht, en daar stond hij, bukkend voor de te lage zoldering, midden in de plaggenhut. In ^én ..heel groote stap was ze bij hem. ' ,j$Kj heeft me lief" zang-zong in haar. Eigen kleine poppedijn" zei hij wild. Groote sterke jongen van me" sta melde ze. .AnwtM*. Bwk»*n«tMmJrukk»ry CLlCftMAN, HAAMSACo. PAG.JO 01 GROENE Ne. JMO

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl