Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER
OPGERICHT
.1877
Redactie en Administratie: Keizersgracht 355, Amsterdam-C. Tel. 37964. Abonnement f. 10.?per jaar. Postrekening: 72880. Gem. Giro G
1000
Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang, na opzegging vóór l December, worden beëindigd.
8 JULI
1939
Binnenlandsch nieuws
ZELFS de kabinetscrisis, die vorige week
Vrijdag haar normale tweejaarlijksche op
wachting maakte, vermocht het
Nederlandsche volk niet de gewenschte belangstelling
voor de binnenlandsche politiek bij te brengen.
Algemeen heeft men dit feit verklaard uit het
alarmeerende buitenlandsche nieuws: de binnen
landsche crisis viel immers samen met een buiten
landsche die althans zoo scheen het velen
wellicht in korten tijd op oorlog uit zou loopen.
Wie interesseerde zich in die omstandigheden voor
wat te Den Haag besproken werd?
Wij meenen dat deze verklaring voor de
heerschende politieke apathie tekort schiet. Deze apathie
is in de eerste plaats geboren uit het onbewuste
inzicht dat in de staatkundige crisis waarin ons
land thans verkeert, geen perspectief zit. Het
politiek instinct des volks, dat vaak zuiverder reageert
dan de groote pers, heeft het belang van de breuk
tusschen Colijn en de Katholieken gewogen en te
licht bevonden. Immers, deze breuk zou slechts
van werkelijk gewicht zijn, indien zij leidde tot een
nieuwe parlementaire constellatie, tot een nieuwe
politieke werk-meerderheid. Instinctief voelt men
dat op een nieuwe constellatie zeer weinig kans is.
Waarom zou men dan warm loopen voor het spel
van kat en muis dat beide partners van de Coalitie
spelen ?
De heer Colijn wien de Kroon zonder bepaalde
opdracht met de formatie van een nieuw ministerie
belastte, besteedde enkele dagen voor besprekingen
met politieke persoonlijkheden met name uit het
Roomsch-Katholieke kamp. Hij scheen een con
creet, zij het beperkt werkprogramma opgesteld
te hebben en poogde hiervoor enkele losse figuren
?te vinden. Deze eerste poging tot vorming van een
extra-parlementair kabinet mislukte. Deswege be
legde de formateur Woensdag een bespreking
met de leiders der grootste fracties. Eerste poging
tot vorming van een nationaal" kabinet, zijnde
een kabinet dat de voordeelen van het vorige zou
missen en zijn nadeelen in vergrooten vorm
vertoonen. Ook deze poging had geen succes.
In arrenmoede legde Colijn zijn opdracht neer.
DE vraag is nu: wat eischt het landsbelang?
Wij zouden ons niet willen scharen achter
hen die, speculeerende op een goedkoope ideologie,
uitsluitend om sterke mannen" roepen. Door
tastendheid en energie zijn gewenscht, maar aan
blinde doortastendheid en vooze energie hebben
wij geen behoefte. Zij dienen beide gericht te zijn;
gericht door een plan, door een practisch werk
programma dat aan de voornaamste nooden van
ons volk tegemoet komt. Men ontkomt in een tijd
als deze niet aan versterkt staats-ingrijpen, en
het is onjuist dit staatsingrijpen a priori uit den
booze te achten. Alles hangt af van de taak die de
democratische staat zich stelt, en van de wijze
waarop hij deze taak uitvoert.
Wat heeft Nederland op het oogenblik noodig?
Laten wij deze vraag voor twee punten onder
oogen zien, beter: voor twee fronten", om de
terminologie te gebruiken die de heer Colijn eenigen
tijd geleden heeft toegepast.
HET eerste front: de defensie.
Het is, en zeker voor buitenstaanders, bij
zonder moeilijk een samenvattend oordeel te geven
over de maatregelen die de regeering de laatste
jaren op militair gebied heeft genomen. Er is ge
werkt, hard gewerkt zelfs. Desondanks is er menig
gebied waarop ons land een zorgwekkenden
achterEr is een
uitstekend
CAFÉ-RESTAURANT
in Ouwehand's
Dierenpark
Ritenen, op den Grebbeberg
stand vertoont. Er zou dit zij aanstonds gezegd
geen reden zijn op dezen achterstand te wijzen
(men kan nu eenmaal niet alles in hetzelfde tsmpo
verbeteren), ware het niet dat juist de achterstand,
dien wij op het oog hebben, symptomatisch is
voor het conservatieve regeeringsbeleid der laatste
jaren. Hij gaf datgene aan wat wij het timbre
der regeeringspolitiek zouden willen noemen. Wij
bedoelen de verdediging tegen luchtaanvallen.
Dat iedere particuliere persoon en iedere
particuliere onderneming wat luchtafweergeschut
mag aanschaffen; dat het door het Friesche Provin
ciaal Electrisch Bedrijf gegeven voorbeeld
naarstiglijk door andere soortgelijke instellingen is gevolgd;
dat Amsterdamsche notabelen samen moeten
komen om te overleggen hoe zij het millioen bijeen
zullen schrapen dat in eerste instantie voor de
beveiliging van de hoofdstad noodig is; dat
alles was symptomatisch voor een regeerings
beleid dat vraagstukken, die het zelf blijkbaar niet
aan kon, op anderen afschoof. Onze burgerij weet
niet, wat zij in geval van luchtaanvallen doen
moet; zij weet niet of gasmaskers noodig zijn
of niet; zij weet niet of, en zoo ja waar zij het
veege lijf kan bergen in geval van nood.
Het inslaan van voorraden wordt overgelaten
aan de beurs en het inzicht der huisvrouw. Groot
handelaren moeten een zekere reserve achter
houden. Het is weinig waarschijnlijk dat ons land,
mocht het tot oorlog komen, blijken zal over de
voorraden te beschikken die bij een wellicht maan
denlange blokkade noodzakelijk zijn.
Zuinigheid was nu eenmaal troef.
Of de Nederlandsche staat de laatste jaren de
zorg voor zijn eersten plicht: de bescherming van
het leven zijner burgers, op de best mogelijke wijze
heeft vervuld, deze vraag durven wij niet met
een volmondig ja" te beantwoorden.
HET tweede front: de werkloosheid.
Onder den aandrang der katholieke ministers
is de bestrijding der werkloosheid met meer energie
dan te voren ter hand genomen. De verbetering
van de conjunctuur heeft gedurende den laatsten
tijd de werkloosheids-cijfers aanzienlijk doen da
len, met name onder de jongeren. Er zijn op het
oogenblik waarschijnlijk onder de mannelijke
arbeiders van 25 tot 40 jaar bijna driemaal ,
onder hen die van 40 tot 60 jaren oud zijn, ruim
tweemaal zooveel werkloozen als onder de jongeren
groep (14?24 jaar). Dr. H. M. H. A. van der Valk
deelde in het voorlaatste nummer van
EconomischStatistische Berichten mede, dat in de periode
van April 1936 tot April 1939 de werkloosheid
in de groep 14 t. e. m. i7-jarigen met 56 pCt. was
gedaald, die in de groep boven 31 jaren slechts
met 10 pCt. ^
Laat men daarom niet meenen dat het werkloos
heidsvraagstuk opgelost is. Wellicht zal dat van
de jeugdwerkloosheid gelden, overigens jvist
op het oogenblik dat men er uitgebreide maatregelen
tegen gaat nemen. Het geldt echter niet van de
werkloosheid onder de ouderen. De arbeidskrachten
boven de dertig jaren die door het productie
proces zijn uitgestooten, werden er langs normalen
weg niet wederom in opgenomen.
Actieve werkloosheidsbestrijding blijft daarom
een dringende taak voor de regeering. Deze bestrij
ding zal de gemeenschap millioenen kosten.
Daartegen bezwaar te maken, laten wij gaarne
over aan hen die, wanneer het om de beveiliging van
den staat gaat waarin hun eigendommen liggen,
bij voorkeur in honderden-millioenen denken.
ONS land heeft om deze redenen en ten behoeve
van den strijd op de twee genoemde fronten,
behoefte aan energiek en weloverwogen
regeeringsoptreden. Geen regeeringscombinatie, een parle
mentaire zoo min als een extra-parlementaire
zal aan dezen eisch kunnen ontsnappen. Neder
land zal zich niet straffeloos kunnen isoleeren in
een wereld waarin het staatsorganisme zoowel bij
de democratische als bij de totalitaire mogendheden
van steeds grooter belang wordt.
De democratie behoeft hierbij geen schade
Restaurant DORRIUS
N.Z. Voorburgwal b.h. Spui, Amsterdam
PLATS DU JOUR EN ALACARTE
te lijden. Iets meer activiteit zou haar geen kwaad
doen.
Dit leidt ons tot de laatste vraag: wat zal deze
kabinets-crisis tenslotte voor de democratie in ons land
beteekenen? Het antwoord daarop kan slechts met
zekerheid gegeven worden, wanneer vast staat, op
welke wijze de crisis opgelost zal worden. Een
parlementair kabinet dat op een solide meerderheid
steunt, lijkt ons op zichzelf onder alle omstandig
heden de meest gewenschte oplossing. Voorwaarde
daartoe is dat de Roomsch-Katholieken met de
sociaal-democraten willen samenwerken. Een ander
alternatief heeft de grootste partij des lands niet.
Strikt bezien, heeft zij de plicht, deze consequentie
van de breuk met Colijn te aanvaarden. Of is het
teveel gevergd van de Roomsch-Katholieke Staats
partij, op dit punt consequente politiek te verwach
ten? Dan zou op haar en niet op Colijn, de verant
woordelijkheid vallen voor een zakenkabinet dat
geen perspectieven biedt, tenzij aan den rentenier.
Laat ons deswege de democratie niet hard vallen.
Zij heeft in landen als de Vereenigde Staten en
Zweden getoond, wat zij vermag, zoo er mannen de
leiding in handen hebben, wien een plan voor oogen
staat, mannen die niet den schijn wekken, op de
herinneringen aan een overigens welbesteed leven
te teren. De democratie vergt in dezen tijd moed en
doortastendheid. Zij vraagt om moderne, frissche
ideeën. Zij vraagt ons daden. En dat Colijn de man
zou zijn om nieuwe vaart te zetten achter dit land,
om het te wekken uit zijn loome rust, om het
tot een voorbeeld te maken van een krachtige,
werkende, jonge democratie dat wenschen wij,
met alle waardeering voor zijn persoon, te be
twijfelen.
Ach en wee -geroep over het mislukken zijner
pogingen lijkt ons dan ook overbodig.
Het huidige partijenstelsel biedt alsnog de mo
gelijkheid tot de vorming van een werkzaam parle
mentair ministerie. Hopen wij, dat men niet uit
politieke zwakheid aanstonds bij de slechtste op
lossing terecht komt: het zakenkabinet. Het zal de
anti-parlementaire strooming in ons land aan
wakkeren.
Men kan er zeker van zijn, op den weg van den
minsten weerstand op den duur de meeste obstakels
te ontmoeten !
TENTOONSTELLING HET LEGER"
HOUTRUST _ DEN HAAG
1 TOT EN MET 16 JULI 1939
Geopend 10-22 u 's Zondags 13-17 u.
Toegangsprijs 1.0.30 (met inbegrip v. lied. bel.)
bOORLOOPEND SCHIETWEDSTRIJDEN
PER SPOOR NAAR DEN HAAG
MET GOEDKOOPE RETOURKAART E N
Verkrijgbaar aan alle Italloni.
PAG. 3 DE GROENE No. 3240