Historisch Archief 1877-1940
UITHUIZIGHEDEN
Stadsinventaris
Bloemenverkoopers
ZE zijn overal. Er zijn statische of
dynamische. Ze brengen poëzie
in het stadsbeeld, vooral in het
acoustisch stadsbeeld. Hun roep, zoo zij dy
namisch zijn, geeft kleur en geur aan
heele wijken en hun product ook. De
bloemverkoopers van Amsterdam zijn
mij dierbaar. Zij behooren aan beide
rassen: het Noordsche en het Semi
tische. De Noordsche komen uit de
Jordaan. Het zijn blonde kerels, met
stemmen als infanteriekapiteins, met
uitdagende brutaliteit en onverstaan
bare lokroepen. De niet-Noordsche
komen van de oude zijde van de stad,
uit den wijk, die wordt doorsneden door
de Joden Breestraat, vandaar de naam.
Hun stemmen hebben galmender be
koring, hun intonaties zijn veelkleuri
ger en hun gezongen verkoopsargu
menten fabelachtiger. De brutaliteit is
niet geringer dan die van hun
Jordaansche broeders.
De ambulante bloemenverkoopers
hebben vaste wijken en vaste dagen,
vaste stoppunten en vaste klanten. Zij
verkoopen die heele mooie rozen, n
cent het stuk, en de pracht-cinnia's, als
bloemkolen zoo groot. Zij verkoopen
verder de anjelieren, aan twintig cent
per bos, en hebben op hun kar leege
snijboonenblikken met de onverstaan
baarste bloemen. Zoo'n kar met bloe
men volgeladen is een vroolijk drijvend
eilandje midden in de steenen van de
stad. Het is een brok kleur tusschen
verveelde vuilnisbakken en fluitende
slagersjongens. En in de huizen bren
gen zij vreugde.
De niet-ambulante, de statische Ivy
Shops, zouden door <ie V.V.V.V. gesub
sidieerd moeten worden. Zij verfraaien
het stadsbeeld meer dan Dr. de
Hartogh doet, zij scheppen met hun para
sols boven hun perkjes zuidelijke sfeer
in deze noordelijke stad. Ook hun roep
is zonderling, vol vreemde klanken,
alsof het hier buitenland was, en hun
hand koestert, al naar het seizoen, een
bos rozen, mimosa, anjers, papavers,
dahlias of klaprozen.
De statische bloemenhandelaars ko
men in bosjes voor. Meestal drie, vier
op een kluitje. Dit werkt een goedmoe
dige concurrentiestrijd in de hand,
naijver en vriendelijke mededeelzaam
heid.
Vrouwen en mannen, dikke en dunne,
hebben er hun stalletje. Zij staan er
winter en zomer, in regen en droogte,
eiken dag met hun bloemen. Zij wor
den nu en dan gehuldigd, als zij er vijf
entwintig jaar eiken dag geweest zijn.
Maar volgens mij moesten ze een stede
lijke aanstelling krijgen.
Er zijn dan nog de speciale gevol
machtigden, zij, die café's en bars bin
nen mogen dringen, om daar hun
gepriviligeerde bloemen aan den man, en,
via den man, aan de vrouw te brengen.
Bloemenmoos, met zijn tragisch beven
de handen, die van 's avonds tot diep
in den nacht de oorden des vermaaks
per taxi bezoekt, met zijn mand vol
van de verrukkelijkste kleuren en de
zeldzaamste scheppingen van liefde
volle en eerzuchtige kweekers. Zulk
een mand aan den bevenden arm vol
van de kleurigste onschuld tusschen de
kleurlooze schuldigheid van een der
avondlijke bars is pijnlijk en tegelijk
zoet ontroerend.
En dan is er nog de kleine man met
de viooltjes en de lelietjes in kinderlijke
boeketjes; kleine bloemetjes van een
klein mannetje. De bloemetjes in vol
eindigde schoonheid....
Bloemen in e;n groote stad zijn zeld
zaam. Laten wij de brengers er van
vriendelijk bejegenen.
Film
Lokkend verleden (Tuschinski)
HET verleden, waarvan in den titel
sprake is, is minder lokkend dan
men zou denken. Om het te vergeten
trouwt Joan Crawford met den
heereboer Melvyn Douglas. Maar een ver
leden raak je niet zoo makkelijk kwijt
en zeker niet als je in de stijve omge
ving van heereboeren terecht komt.
Melvyn heeft een zuster, die bestraffend
rondloopt en Joan met haar verleden
niet goed kan zetten en er is nog een
broer, die ter meerdere complicatie
verliefd wordt, hoewel hij getrouwd is
Joon en hoor lokkend ver/eden
met Margaret Sullivan, die kennelijk
geen verleden, althans geen lokkend
verleden heeft. De zuster steekt het
huis, dat het paar zich laat bouwen, in
brand als een soort godsgericht en
Margaret loopt in de vlammen als een
soort wanhoopsdaad en Joan redt haar
als een soort boetedoening. En dan is
alles goed, zij ook hier en daar met
brandwonden. Kolder in dramatischen
vorm.
Revue
Snip en Snap (City)
DE speculatie op de nieuwsgierigheid
der Avro-luisteraars, die hun
lievelingen van den Dinsdagavondtrein
in levenden lijve willen zien, is juist
gebleken. Wat geen film, van welk
kaliber ook, lukte, wisten de dames
Snip en Snap te bereiken: een uitver
kochte zaal in het City Theater. Wie
niet in de Peter Pechen en de Snippen
en Snappen van de radio gelooft, heeft
moeite om het enthousiasme van het
publiek te begrijpen. Hier is een magere
revue bestaande uit eenige overjarige
sketches, geschreven voor twee slordige
Snip en Snap
komieken, verder i zanger, 8 girls en
een varieténummer van 3 sterke man
nen. Het geheel heet ,,'n Beetje van
dit.... 'n beetje van dat", maar ik
heb noch van het dit", noch van het
dat" iets gemerkt. De apotheose
werd door het Snip en Snap nummer
gevormd, dat eindigde in een achter
volging door de zaal en op het witte
doek, waarbij de grappigheid van de
eerste Hollandsche films benaderd
werd. Zoodat wij toch terugkeerden
op de plaats, waar wij hoorden....
in de bioscoopzaal.
Kleine perikelen
ER was een heel gedoente deze
week, want onze
salon-Tyrolerin is onder ernstige verdenking
van verduistering gekomen. In
dienstbetrekking.
Er stond, en er staat nóg, een
litersflesch eau-de-cologne op de
toilettafel van Gisse en deze flesch
heb ik haar vereerd vanwege Sint
Nicolaas, een thans verjaard doch
nimmer verjarend feest. Enkele
dagen geleden heeft zij de
flesch,,aangebroken" en heden verraste
mij een noodkreet uit de slaapka
mer Jee-Wee zat in zijn box
ons engeltje van Rafael Was naar
de kleuterschool en bedierf daar
vermoedelijk de andere kinder
zieltjes, en Nisse zit in de tweede
klas, waar hij tot de beste leerlin
gen behoort, volgens eigen testi
monium. Wat ik nu al betalen
moet om hem,,bij te laten werken"
is een ander drama. Er kon dus
niemand verongelukt zijn.
Gisse gilde nog en de anderen wa
ren buiten spel....
Ik ging dus op de eerste ver
snelling naar boven en vond daar
Gisse in een hevige staat van op
winding met een flesch
eau-decologne, die zij tegen het daglicht
hield.
Zie je niets", zei ze.
Heb je er melk door gedaan?"
vroeg ik.
Er is iets met die eau-de-co
logne gebeurd."
De eau-de-cologne die ik gewoon
ben met Sint Nicolaas te schenken,
is van licht gele kleur en geurt
aangenaam. Deze eau-de-cologne
was wit en geurde zwakjes....
Heb je vandaag niets aan die
meid geroken?" zei Gisse. Ik
betoogde dat het ruiken in dien
zin niet tot mijn gewoonten be
hoorde. Onze salon-Tyrolerin is
een Oostenrijksche, ci-devant
thans Ostmarkische, en zeer on
verschillig voor de oproepen die
haar af en toe van de
vaderlandsche autoriteiten bereiken, doch
in het algemeen niet onverschil
lig voor mijn en dijn. Kon het zijn
dat zij zich vergrepen had, op
kinderlijke wijze, aan de vluchtige
ruikbaarheid van Gisse's
toilettafel?
Wij namen proeven met andere
eau-de-cologne-soorten. Voegden
bij een doorzichtige hoeveelheid
een kleine hoeveelheid water en
bereikten hetzelfde effect. Het
werd wit.
Die meid deugt voor geen cent"
zei Gisse. Eergisteren heeft ze de
wasch droog laten koken de
aardappelen worden kruim en ze
kan niet tellen. lederen avond
klopt haar kas niet. Als ik Duitsch
met haar spreek verstaat ze me
niet en als ik Hollandsch praat,
begrijpt ze het niet."
Wat is het verband met de
eau-de-cologne?" vroeg ik.
De salon-Tyrolerin werd in
scherp verhoor genomen en ze
ontkende. De eau-de-cologne werd
door den apotheker aan een opper
vlakkig scheikundig onderzoek
onderworpen en bleek zeer veel
water te bevatten. Doch waar was
de onversneden rest? Wij konden
er niet achter komen. Bij ons rook
niemand, behalve de Salon-Tyro
lerin, doch op deze indice konden
wij niet tot een veroordeeling ko
men. ...
Doch u voelt wel dat er iets ge
broken is iets teers. Het ver
trouwen. Het gansche gezin is
under a cloud".
Zullen we eris in haar koffers
snuffelen?" sloeg Gisse voor.
Ik dank je," zei ik. Laat
mijn Sint Nicolaasgeschenk niet
ontaarden. Maria Farina is nog
geen Gépéou of Gestapo."
Daar is het voorloopig bij ge
bleven.
J. VAN HOORN
MIJN VRIEND DE THUISZITTER
over: KABINETSCRISIS
/K geloof niet", aldus mijn vriend, de Thuiszitter, en hij nam een sigaar
uit het kistje met de beeltenis van den vangen minister-president, ,,ik
geloof niet, dat jij ooit kans zult hebben, minister te worden. Niet, omdat je
hopen" en ,,hoopen" nog wel eens door elkaar haalt, want dat gebeurt
tegenwoordig den besten minister van Onderwijs, maar omdat je er het
uiterlijk niet voor hebt. En dus kan ik openhartig tegen je praten. Neem nu
eens deze sigaar, de prima tien cents Colijntjes, bolknak model. Wat blijkt
alweer: tegenwoordig is een minister-president de sigaar en dat is het beste
wat hem kan overkomen. Want minister-president te blijven is heelemaal
geen pretje, met die spanningen, en tekorten en Oostgrenzen. Wat merk jij
nu de laatste dagen op in het politieke leven van dit land? Of heb jij niet
gemerkt, dat er iets gaande was?
Wel, als je goed zou kijken, zou je zien, dat er een demissionnair kabinet
is. En wat zou je nog meer zien? Dat het in de hoogere regeeringskringen
nog nooit zoo rustig geweest is, als nu. Geen protesten meer over Oss of over
de vluchtelingen, geen geschreeuw meer over burgemeesters die wel ef niet
ontslagen hoeven te worden, geen drukte meer over belastinghervormingen,
geen angst meer voor aanpassing of schuldenlasten, geen gevaar meer voor
den gulden. Dus wat blijkt, beste vriend", aldus mijn vriend en hij deed het
kistje weer in zijn bureau en deed dat op slot, het blijkt, dat het voor een
land het allerbeste is, om een demissionnair kabinet te hebben. Geen spel
lingshervormingen, geen Zondagswetten, geen loonbelasting, alleen maar:
rust. En dus zouden we de Koningin moeten adviseeren verder geen moeite
meer te laten doen. Alles bij het oude ! En daar er van een minister verder
dus niets meer geëischt zou worden, zou jij best in de regeering benoemd
kunnen worden. Je zou zelf het departement mogen kiezen. En aangezien
ook Mussert zoo graag de macht zou willen hebben, zou hij ook in het
demissionnaire kabinet plaats mogen nemen, samen met Albarda, natuurlijk
allemaal op voorwaarde, dat ze niets zullen doen. Het land in rust, de oppo
sitie in het ministerie en het kabinet demissionnair.
Het is natuurlijk maar een idee, maar kan jij daar nu niet eens een stukje
over schrijven? Je hoeft er natuurlijk niet in te zetten, dat de idee niet van
jou is, maar toch is het wel jammer, dat die nu weer van mij moest komen".
PAG. 14 DE GROENE No. 32-11