De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 15 juli pagina 14

15 juli 1939 – pagina 14

Dit is een ingescande tekst.

UITHUIZIGHEDEN Stadsinventaris Bloemenverkoopers ZE zijn overal. Er zijn statische of dynamische. Ze brengen poëzie in het stadsbeeld, vooral in het acoustisch stadsbeeld. Hun roep, zoo zij dy namisch zijn, geeft kleur en geur aan heele wijken en hun product ook. De bloemverkoopers van Amsterdam zijn mij dierbaar. Zij behooren aan beide rassen: het Noordsche en het Semi tische. De Noordsche komen uit de Jordaan. Het zijn blonde kerels, met stemmen als infanteriekapiteins, met uitdagende brutaliteit en onverstaan bare lokroepen. De niet-Noordsche komen van de oude zijde van de stad, uit den wijk, die wordt doorsneden door de Joden Breestraat, vandaar de naam. Hun stemmen hebben galmender be koring, hun intonaties zijn veelkleuri ger en hun gezongen verkoopsargu menten fabelachtiger. De brutaliteit is niet geringer dan die van hun Jordaansche broeders. De ambulante bloemenverkoopers hebben vaste wijken en vaste dagen, vaste stoppunten en vaste klanten. Zij verkoopen die heele mooie rozen, n cent het stuk, en de pracht-cinnia's, als bloemkolen zoo groot. Zij verkoopen verder de anjelieren, aan twintig cent per bos, en hebben op hun kar leege snijboonenblikken met de onverstaan baarste bloemen. Zoo'n kar met bloe men volgeladen is een vroolijk drijvend eilandje midden in de steenen van de stad. Het is een brok kleur tusschen verveelde vuilnisbakken en fluitende slagersjongens. En in de huizen bren gen zij vreugde. De niet-ambulante, de statische Ivy Shops, zouden door <ie V.V.V.V. gesub sidieerd moeten worden. Zij verfraaien het stadsbeeld meer dan Dr. de Hartogh doet, zij scheppen met hun para sols boven hun perkjes zuidelijke sfeer in deze noordelijke stad. Ook hun roep is zonderling, vol vreemde klanken, alsof het hier buitenland was, en hun hand koestert, al naar het seizoen, een bos rozen, mimosa, anjers, papavers, dahlias of klaprozen. De statische bloemenhandelaars ko men in bosjes voor. Meestal drie, vier op een kluitje. Dit werkt een goedmoe dige concurrentiestrijd in de hand, naijver en vriendelijke mededeelzaam heid. Vrouwen en mannen, dikke en dunne, hebben er hun stalletje. Zij staan er winter en zomer, in regen en droogte, eiken dag met hun bloemen. Zij wor den nu en dan gehuldigd, als zij er vijf entwintig jaar eiken dag geweest zijn. Maar volgens mij moesten ze een stede lijke aanstelling krijgen. Er zijn dan nog de speciale gevol machtigden, zij, die café's en bars bin nen mogen dringen, om daar hun gepriviligeerde bloemen aan den man, en, via den man, aan de vrouw te brengen. Bloemenmoos, met zijn tragisch beven de handen, die van 's avonds tot diep in den nacht de oorden des vermaaks per taxi bezoekt, met zijn mand vol van de verrukkelijkste kleuren en de zeldzaamste scheppingen van liefde volle en eerzuchtige kweekers. Zulk een mand aan den bevenden arm vol van de kleurigste onschuld tusschen de kleurlooze schuldigheid van een der avondlijke bars is pijnlijk en tegelijk zoet ontroerend. En dan is er nog de kleine man met de viooltjes en de lelietjes in kinderlijke boeketjes; kleine bloemetjes van een klein mannetje. De bloemetjes in vol eindigde schoonheid.... Bloemen in e;n groote stad zijn zeld zaam. Laten wij de brengers er van vriendelijk bejegenen. Film Lokkend verleden (Tuschinski) HET verleden, waarvan in den titel sprake is, is minder lokkend dan men zou denken. Om het te vergeten trouwt Joan Crawford met den heereboer Melvyn Douglas. Maar een ver leden raak je niet zoo makkelijk kwijt en zeker niet als je in de stijve omge ving van heereboeren terecht komt. Melvyn heeft een zuster, die bestraffend rondloopt en Joan met haar verleden niet goed kan zetten en er is nog een broer, die ter meerdere complicatie verliefd wordt, hoewel hij getrouwd is Joon en hoor lokkend ver/eden met Margaret Sullivan, die kennelijk geen verleden, althans geen lokkend verleden heeft. De zuster steekt het huis, dat het paar zich laat bouwen, in brand als een soort godsgericht en Margaret loopt in de vlammen als een soort wanhoopsdaad en Joan redt haar als een soort boetedoening. En dan is alles goed, zij ook hier en daar met brandwonden. Kolder in dramatischen vorm. Revue Snip en Snap (City) DE speculatie op de nieuwsgierigheid der Avro-luisteraars, die hun lievelingen van den Dinsdagavondtrein in levenden lijve willen zien, is juist gebleken. Wat geen film, van welk kaliber ook, lukte, wisten de dames Snip en Snap te bereiken: een uitver kochte zaal in het City Theater. Wie niet in de Peter Pechen en de Snippen en Snappen van de radio gelooft, heeft moeite om het enthousiasme van het publiek te begrijpen. Hier is een magere revue bestaande uit eenige overjarige sketches, geschreven voor twee slordige Snip en Snap komieken, verder i zanger, 8 girls en een varieténummer van 3 sterke man nen. Het geheel heet ,,'n Beetje van dit.... 'n beetje van dat", maar ik heb noch van het dit", noch van het dat" iets gemerkt. De apotheose werd door het Snip en Snap nummer gevormd, dat eindigde in een achter volging door de zaal en op het witte doek, waarbij de grappigheid van de eerste Hollandsche films benaderd werd. Zoodat wij toch terugkeerden op de plaats, waar wij hoorden.... in de bioscoopzaal. Kleine perikelen ER was een heel gedoente deze week, want onze salon-Tyrolerin is onder ernstige verdenking van verduistering gekomen. In dienstbetrekking. Er stond, en er staat nóg, een litersflesch eau-de-cologne op de toilettafel van Gisse en deze flesch heb ik haar vereerd vanwege Sint Nicolaas, een thans verjaard doch nimmer verjarend feest. Enkele dagen geleden heeft zij de flesch,,aangebroken" en heden verraste mij een noodkreet uit de slaapka mer Jee-Wee zat in zijn box ons engeltje van Rafael Was naar de kleuterschool en bedierf daar vermoedelijk de andere kinder zieltjes, en Nisse zit in de tweede klas, waar hij tot de beste leerlin gen behoort, volgens eigen testi monium. Wat ik nu al betalen moet om hem,,bij te laten werken" is een ander drama. Er kon dus niemand verongelukt zijn. Gisse gilde nog en de anderen wa ren buiten spel.... Ik ging dus op de eerste ver snelling naar boven en vond daar Gisse in een hevige staat van op winding met een flesch eau-decologne, die zij tegen het daglicht hield. Zie je niets", zei ze. Heb je er melk door gedaan?" vroeg ik. Er is iets met die eau-de-co logne gebeurd." De eau-de-cologne die ik gewoon ben met Sint Nicolaas te schenken, is van licht gele kleur en geurt aangenaam. Deze eau-de-cologne was wit en geurde zwakjes.... Heb je vandaag niets aan die meid geroken?" zei Gisse. Ik betoogde dat het ruiken in dien zin niet tot mijn gewoonten be hoorde. Onze salon-Tyrolerin is een Oostenrijksche, ci-devant thans Ostmarkische, en zeer on verschillig voor de oproepen die haar af en toe van de vaderlandsche autoriteiten bereiken, doch in het algemeen niet onverschil lig voor mijn en dijn. Kon het zijn dat zij zich vergrepen had, op kinderlijke wijze, aan de vluchtige ruikbaarheid van Gisse's toilettafel? Wij namen proeven met andere eau-de-cologne-soorten. Voegden bij een doorzichtige hoeveelheid een kleine hoeveelheid water en bereikten hetzelfde effect. Het werd wit. Die meid deugt voor geen cent" zei Gisse. Eergisteren heeft ze de wasch droog laten koken de aardappelen worden kruim en ze kan niet tellen. lederen avond klopt haar kas niet. Als ik Duitsch met haar spreek verstaat ze me niet en als ik Hollandsch praat, begrijpt ze het niet." Wat is het verband met de eau-de-cologne?" vroeg ik. De salon-Tyrolerin werd in scherp verhoor genomen en ze ontkende. De eau-de-cologne werd door den apotheker aan een opper vlakkig scheikundig onderzoek onderworpen en bleek zeer veel water te bevatten. Doch waar was de onversneden rest? Wij konden er niet achter komen. Bij ons rook niemand, behalve de Salon-Tyro lerin, doch op deze indice konden wij niet tot een veroordeeling ko men. ... Doch u voelt wel dat er iets ge broken is iets teers. Het ver trouwen. Het gansche gezin is under a cloud". Zullen we eris in haar koffers snuffelen?" sloeg Gisse voor. Ik dank je," zei ik. Laat mijn Sint Nicolaasgeschenk niet ontaarden. Maria Farina is nog geen Gépéou of Gestapo." Daar is het voorloopig bij ge bleven. J. VAN HOORN MIJN VRIEND DE THUISZITTER over: KABINETSCRISIS /K geloof niet", aldus mijn vriend, de Thuiszitter, en hij nam een sigaar uit het kistje met de beeltenis van den vangen minister-president, ,,ik geloof niet, dat jij ooit kans zult hebben, minister te worden. Niet, omdat je hopen" en ,,hoopen" nog wel eens door elkaar haalt, want dat gebeurt tegenwoordig den besten minister van Onderwijs, maar omdat je er het uiterlijk niet voor hebt. En dus kan ik openhartig tegen je praten. Neem nu eens deze sigaar, de prima tien cents Colijntjes, bolknak model. Wat blijkt alweer: tegenwoordig is een minister-president de sigaar en dat is het beste wat hem kan overkomen. Want minister-president te blijven is heelemaal geen pretje, met die spanningen, en tekorten en Oostgrenzen. Wat merk jij nu de laatste dagen op in het politieke leven van dit land? Of heb jij niet gemerkt, dat er iets gaande was? Wel, als je goed zou kijken, zou je zien, dat er een demissionnair kabinet is. En wat zou je nog meer zien? Dat het in de hoogere regeeringskringen nog nooit zoo rustig geweest is, als nu. Geen protesten meer over Oss of over de vluchtelingen, geen geschreeuw meer over burgemeesters die wel ef niet ontslagen hoeven te worden, geen drukte meer over belastinghervormingen, geen angst meer voor aanpassing of schuldenlasten, geen gevaar meer voor den gulden. Dus wat blijkt, beste vriend", aldus mijn vriend en hij deed het kistje weer in zijn bureau en deed dat op slot, het blijkt, dat het voor een land het allerbeste is, om een demissionnair kabinet te hebben. Geen spel lingshervormingen, geen Zondagswetten, geen loonbelasting, alleen maar: rust. En dus zouden we de Koningin moeten adviseeren verder geen moeite meer te laten doen. Alles bij het oude ! En daar er van een minister verder dus niets meer geëischt zou worden, zou jij best in de regeering benoemd kunnen worden. Je zou zelf het departement mogen kiezen. En aangezien ook Mussert zoo graag de macht zou willen hebben, zou hij ook in het demissionnaire kabinet plaats mogen nemen, samen met Albarda, natuurlijk allemaal op voorwaarde, dat ze niets zullen doen. Het land in rust, de oppo sitie in het ministerie en het kabinet demissionnair. Het is natuurlijk maar een idee, maar kan jij daar nu niet eens een stukje over schrijven? Je hoeft er natuurlijk niet in te zetten, dat de idee niet van jou is, maar toch is het wel jammer, dat die nu weer van mij moest komen". PAG. 14 DE GROENE No. 32-11

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl