De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 15 juli pagina 4

15 juli 1939 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

Koningin Cmmaf' *~ Prinses föeatrix" voor den DAGDIENST VLISSINGEN-HARWICH v.v. der MAATSCHAPPIJ ZEELAND" 'IJ N IN DE VAART ER hangt rond de kabinets-formatie een waas van geheimzinnigheid. Het is nog steeds onbe kend waarom precies mr. de Wilde afgetreden is als minister van financiën, het is nog steeds onbe kend waarom precies de zoogenaamde breuk tusschen Colijn en de katholieken een feit is geworden, het is nog steeds onbekend waarom precies aan Colijn de eerste opdracht is verleend?het ware logischer geweest, daarvoor een katholiek uit te zoeken en het is eveneens onbekend waarom precies Colijn's eerste poging tot formeering van een nieuw kabinet mislukt is. Wanneer men de geheimzinnigheid beziet waar mee deze politieke zaken die voor het geheele volk objectief van het grootste belang zijn, binnens kamers afgehandeld en bekokstoofd worden, dan kan men zich niet tegen een groeiend gevoel van schaamte en verontwaardiging verzetten. Sommige oudere politici die op feest- en hoogtijdagen over vloeien van liefde voor de democratische gedachte, zouden in Engeland nog iets kunnen leeren. Daar valt op belangrijke staatkundige gebeurtenissen het volle licht der openbaarheid. Wat zich in Nederland gedurende de laatste veertien dagen heeft afge speeld, moet een parodie op de democratie genoemd worden. Men waande zich bij tijd en wijle terug in de dagen vóór 1848, toen het Staatshoofd bijgestaan door de adviseurs op eigen verantwoordelijkheid de belangrijkste staatkundige beslissingen kon nemen. Ds burgerij wiens historische verdienste het is, onder leiding van den grooten Thorbecke de politieke ontvoogding van het Nederlandsche volk tot stand gebracht te hebben, schijnt zich thans uit vrije verEen grootsch en ontzag wekkend getuigenis van vooruitstrevende denkbeel den op kunst, techniek en sportgebied. INTERNATIONALE WATERTENTOONSTELLING LUIK 1939 MEI-NOVEMBER kiezing van den na bitteren strijd verworven rechten te ontdoen. Volgen wij de gebeurtenissen op den voet. Vorige week Donderdagmorgen berichtte het A.N.P. dat de heer Colijn besloten had, de hem door de koningin verleende opdracht, niet te aanvaarden. Drie uur later werd medegedeeld dat dit besluit voorbarig was. De heer Colijn zou zich uitsluitend met het doel, rapport uit te brengen over den toestand, naar den Ruigenhoek begeven hebben. Vreemde historie ! Wilde Hare Majesteit de beslis sing van den heer Colijn niet aanvaarden? Men tast in het duister. Vrijdag zette de heer Colijn zijn pogingen voort. Des avonds werd in het paleis op het Noordeinde een bespreking gehouden tusschen de Koningin en de voorzitters van de beide Kamers, den vice-president van den Raad van State en den minister van staat mr. Fock. De chefs van den generalen staf en van den marinestaf waren aanwezig teneinde inlich tingen te verschaffen. Wilde men hun advies heb ben betreffende een beperking van de defensie plannen, zonder dat hun effectiviteit ernstige schade zou lijden, zoodat summa summarum voor de werk loosheidsbestrijding meer geld zou vrijkomen? Men tast in het duister. Zaterdag ontving de Koningin den liberalen mi nister van staat, mr. Fock. De heer Colijn voerde besprekingen met den voorzitter van de Eerste Kamer, 's Avonds kwam het bericht dat de heer Colijn Hare Majesteit had verzocht hem van zijn opdracht te ontheffen. Mr. Dr. D. A. P. N. Kooien, een conservatief Ka tholiek, sinds een dertiental jaren lid van den Raad van State en onttrokken aan de onmiddellijke poli tiek, volgde hem als formateur op. De pers begroette hem met matige belangstelling. Maandag voerde de formateur een bespreking met den heer Deckers, parlementair-leider der R.K. Staatspartij; Dinsdagmorgen met prof. Romme, den demissionairen minister van sociale zaken verzocht hij dezen, na te gaan of het niet mogelijk was toch de plannen tot bestrijding der werkloos heid te beperken? Men tast in het duister. . . . Dinsdagmiddag was de president van de Neder landsche Bank aan de beurt. Het zou ons verbazen wanneer mr. Trip den kabinets-formateur moder nere economische en financieele denkbeelden had bijgebracht. Zoo ging het voort: de schaarsche besprekingen volgden elkaar traag op. Donderdag werd zoowaar de heer Colijn opnieuw met de kabinets-formatie belast. Op het oogenblik dat wij dit schrijven, zijn wij niet verder gekomen. Het is echter minder dan ooit waarschijnlijk dat ons land een kabinet krijgt dat als homogeen geheel tegen de eischen van den modernen tijd is opge wassen. Over de toekomst van de jonge en jongste generaties wordt thans in de eerste plaats door de oude, oudste en alleroudste beslist. Het ligt ons verre den mensch boven een zekeren leeftijd ver stoken te achten van politiek inzicht en staatkundige bekwaamheid. Maar of een kabinets-formateur van zeventig jaar, of een tweede kabinets-formateur van acht-en-zestig jaar, en of een aantal politieke figu ren wij bedoelen hen die op den bewusten Vrijdag avond met Hare Majesteit de Koningin beraad slaagd hebben, met uitzondering van de adviseerende militairen wier leeftijd tusschen zeven-envijftig en n-en-tachtig jaar schommelt (indien het veroorloofd is, dezen frivolen term te gebruiken) of, zeggen wij, deze politici geschikt zijn te voelen wat de moderne tijd noodig heeft, dat wenschen wij te betwijfelen. Wanneer hun stern, die tusschen de jaren 1858 en 1882 voor het eerst geklonken heeft, thans we derom den doorslag geeft, dan valt de volle ver antwoordelijkheid daarvoor op de Roomsch-Katholieke Staatspartij die anders kon als zij anders wilde. PAG 4 DE GROENE No. 3241 OORLOG OF Nagelaten aanteelceninger De hier voor het eerst gepubliceerde be schouwingen van den grooten Weenschen schrijver Arlhur Schnitzler, vormen een deel van de aantcekeningen die in zijn nalaten schap in een aparte map verzameld waren. Zij dateeren uit de jaren 1915, 79/6 en 1917. De bedoelde map droeg het opschrift: ,,Und einmal wird der Friede wiederkommen." Wenscht de mensch oorlog? De mensch als mensch wil geen oorlog hebben. Hij wil werken in goeden of kwaden zin, gevaar loopen, avonturen beleven, roem oogsten, eer ver werven en hij gebruikt den oorlog als middel, wel te verstaan: als het onverantwoordelijkste middel om deze doelstellingen te bereiken. Want arbeid en avontuur, gevaar en eer kan men ook op andere wijze krij'geni slechts is dan mér geestelijke inspan ning noodi£, vóór alles een zekere zelfstandigheid bij het .denken, vooral ook bij het nemen van be slissingen. De mensch als staatsburger wil soms oorlog heb ben, maar dan uitsluitend als verdedigingsmaatregel. En omdat in den regel iederen burger van iederen staat voorgehouden wordt dat den oorlog dien hij voert, een verdedigingsoorlog is, wil hij in het alge meen oorlog houden zoolang als deze nu eenmaal duurt. De mensch als dienstplichtig soldaat wil nooit oorlog hebben. Als hij het wél wilde, was de dienstplicht immers overbodig. Wordt de mensch door den oorlog gelouterd? Vele journalisten zijn van meening dat de menschheid na den oorlog op de een of andere wijze gelou terd zal zijn. Het is mij niet duidelijk waarom zij dat aannemen: geen van de oorlogen die tot dusver gevoerd zijn, heeft dat tot gevolg gehad. Het gevolg immers van een gewonnen oorlog is bijna altijd een politieke reactie geweest, het gevolg van een ver loren oorlog: revolutie. Beide gevolgen zijn in ze keren zin uitputtingsverschijnselen. Natuurlijk kan iedere gebeurtenis ten gevolge hebben dat in zekere menschen die den aanleg daartoe hebben, groote, edele eigenschappen tot ontwikkeling komen die anders geen ontwikkelings kansen zouden hebben gekregen. Hetzelfde geldt echter voor slechte eigenschappen. Bovendien zou men het eerst eens moeten worden over de vraag wat goede" en slechte" eigenschap pen zijn. Er is veel dat er als heroïsme uitziet, maar men mag niet vergeten dat zich juist in den oorlog dikwijls situaties voordoen waarin dapperheid het beste middel is om zich aan het gevaar te ont trekken. Men moet ook tijd hebben om zijn groote eigen schappen voor te bereiden. En wie zullen de gelouterden zijn? Zij die een been of een oog verloren hebben? De ouders die een kind of de vrouwen die hun man verloren hebben? De lieden die te gronde zijn gegaan? De lieden die aan de legerleveranties millioenen verdiend hebben? De diplomaten die den oorlog ontketend hebben? De vorsten die de zege praal behaald of de nederlaag geleden hebben? De journalisten die thuis zijn gebleven ? Ik durf vermoeden dat zij die gelouterd zullen zijn, het van te voren ook al waren. Het dogma van de noodzakelijkheid van den oorlog Het voortbestaan der godsdienstige dogmata van alle geloofsrichtingen en de blijvende officieele heer schappij der Kerken zal den onderzoeker niet ver hinderen, zijn werk op natuurwetenschappelijk gebied voort te zetten, ook als hij steeds weer tot resultaten komt die met deze dogmata in strijd zijn en hij geen tijd verliezen kan met een speciale be strijding van al deze dogmata die te gelegener tijd zullen verdwijnen, zooals tot dusver alle dogmata verdwenen zijn en door nieuwe vervangen. Op dezelfde wijze mogen zij die naar den wereld vrede, ja naar den eeuwigen vrede, beter: naar ORTHOPEDARIUM VOOR VOETBEHANDELING ?ROK1N 101 AMSTERDAM

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl