De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 22 juli pagina 17

22 juli 1939 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

WIU. WEMERN& Een verhaal van De Groene IEDER mensch heeft op zijn minst ns in z'n leven recht op veine, zei Valentijn zelf altijd. Hoezoo, vroegen wij dan. Nouja, zei dan weer Valentijn, maar hij bedoelde het goed. Maar behalve dien keer, dat zijn overleden oud tante hem een soort hofjeswoning in Nederhorst den Berg naliet, waar hij nu wekelijks nog ? 2.50 huur van trekt, is het hem financieel nooit zoo erg meegeloopen. Menschen die geld hadden, wilden niets van hem koopen en zijn meest enthousiaste bewonderaars bezaten geen sou. Maar om in Zuid Frankrijk te kunnen leven heb je niet zoo erg veel geld noodig. Hoe hij nu eigenlijk aan het geld kwam om in Monte Carlo de eerste fiches te koopen, weet ik niet precies. Maar hij ging naar het casino en won als een automaat. Dit is de veine van mijn leven, dacht Valentijn en speelde verder en won en won. En in tegenstelling met den gewonen gang van zaken ver loor hij niet alles in de volgende week, maar ver huisde naar Nice als een vermogend man. Een ongeluk maar ook veine komt zelden alleen. In het Casino de la Jetée in Nice, waar Valentijn een paar honderd francs trachtte te verliezen, vond hij namelijk Denise. Denise danste, gekleed in een paar handschoenen, in de casino-revue en was bij een geforceerde kennis making op de Promenade des Anglais oogenblikkelijk volkomen veroverd door Valentijns innemende glimlach en bloeiende portefeuille. Valentijn vond het al spoedig niet meer aardig, om zijn vriendin, gekleed in het costuum harer onschuld, voor een geboeid publiek te zien optreden en omdat hij het doen" kon en haar contract juist afliep, nam hij haar mee naar Juan les Pins en later naar Parijs, waar hij haar iederen avond in de Döme, de Coupole en andere bohème- tablissementen trotsch exposeerde. Denise's uiterlijk was van dien aard, dat zelfs de Parijzenaar, die op het punt van vrouwelijk schoon veel kan verdragen, zijn bewondering openlijk toonde. Doch bij zoo'n nachtelijk bezoek aan de Döme, waar, zooals men weet, de psychopathen aller oorden zich vereenigen", aangegaapt door enkele verblufte Hollanders met vacantie, in deze Dóme dus, kreeg Valentijn het ongeloofelijke idee. Wat zou zoo'n artistencaféals de Döme en een vrouw als Denise bij de Hollandsche snobs in het Moederland een belangstelling vinden ! En nu had hij het geld daar voor en hij had Denise. Voor zoolang als 't duurde. WIJ zaten als gewoonlijk om de stamtafel In de Satte Buyck" toen opeens Valentijn binnentrad en ons het geïmporteerde wonder toonde. Wij gleden in een sprakelooze verbazing on stamelden bonsoir en wilden dat we wat beter opgelet hadden bij de Fransche les op school. En vroegen ons verbaasd af, hoe-ie aan zoo'n vrouw kwam en hoe-ie berhaupt aan het geld voor zoo'n vrouw kwam. Want dat kostte wat, dat zagen we zoo wel. En de knapsten onder ons vroegen of ze een goede voyage had gehad en hoe ze la Hollande vond en of ze uit Paris kwam en of ze de Opéra wel eens gezien had. Le maitre est devant Ie pupitre. Ou est Ie maïtre? En Valentijn zat er bij als een trotsche eigenaar en tracteerde op Bols en was nog zes maal zoo trotsch als in Parijs, omdat wij hem hier allemaal nog ge kend hadden toen-ie pas uit Nederhorst den Berg kwam en model teekende naar klassieke voorbeelden. En zoo, terwijl buiten de regen en binnen de jenever stroomde, hoorden we van het Plan. Er vloeide veel jenever voor we het volkomen begrepen Juist die fijne nuance dat het nét iets meer Döme dan Coupole moest wezen, waar Valentijn van uit ging, werd slechts begrepen door diegenen die de twee tenten van aanzien kenden. Het zoeken en huren van een geschikt perceel liet Valentijn door een Zakenman opknappen en bemoeide zich er pas weer mee, toen 't artistieke gedeelte en de regie aan de beurt kwamen. We hadden een zaaltje in het centrum van Amsterdam (zijstraat van de Leidschestraat). Er kwam een ruwhouten meubilair en twee obers in witte jasjes. Aan de muren mochten wij vrij exposeeren, met prijzen, en er hingen ook twee van Valentijn's Zuid-Fransche naakten. Verder alles heel eenvoudig; houten vloer, nuchtere glazen lampen. Het heette Cafédes Artistes en Valentijn had mij een aardig stukje in de bladen laten schrijven over dat typische artiesten cafeetje dat pas ontdekt was. NU vinden zekere gezeten burgers het altijd nogal aardig, om artisten in hun natuurlijken staat te observeeren. En het duurde dan ook niet lang of de eerste aanloop kwam en bracht weer nieuwe clientèle aan. Na een paar weken had Valentijn de zaak met het beste publiek van heel Amsterdam. Nu was dan ook voor alles gezorgd. In een hoek zat een troepje werkloozen, met omhangbaarden, pijpen en brillen als artisten vermomd. Deze werkloozen spraken van 's avonds 9 tot 9:'/4 uur over neo-impressionisme. Een van ons had dat gesprek geschreven en ik mag zeggen dat het goed in elkaar zat. Er werd dan ook veel en ver baasd naar geluisterd. In een anderen hoek zat dan een ander troepje werkloozen, dat in ongeveer dezelfde kleeren en beharing een geestig roddel gesprek met gefingeerde namen voerde.Dan hadden we de hand kunnen leggen op een verwaarloosd onderwijzer, die een echte baard bezat; hij had een vasten hoek en moest den heelen avond, met een ander heer van zijn soort Fransch spreken. De eerste gesprekken waren om ongeveer tien uur alweer afgeloopen. De artisten verdwenen dan voor een poosje en werden afgelost door andere werkloozen met andere truien en jasjes. Deze spraken over tooneel; ook een heel aardig gesprek, door een bekwaam man geschreven. Op een be paald uur (meestal tegen elven) kwamen er twee meisjes binnen, die er als modellen uit moesten zien. Ze dronken wat koude thee uit whisky glazen en werden dan een beetje aangeschoten en moesten op een stoel gaan staan en op de leuning van een artist gaan zitten. Dan werd het tijd voor het iets pikantere gesprek. Dat werd bijna fluisterend ge voerd, en alleen heeren die erg goed luisterden, konden dat volgen. In den serieuzen hoek werd dan over surrealisme gesproken en de snobs die dit hoorden en het woord niet kenden, dachten dat het heel-erg-realisme beteekende. Ondertusschen was dan de verloopen en verzopen onderwijzer (de eenige die echte jenever kreeg) zoover gekomen, dat hij zijn partner luidruchtige confidenties deed betref fende een zekere Yvonne, waardoorheen hij meestal citaten uit Dubois en van der Eist mengde. Door dit alles klonk telkens de telefoon en een ober riep, dat die-en-die aan het toestel gevraagd werd. Heel artistieke namen, zooals: Grop van Dam; Kroes Pook; Rako Groensma; Flik Jansen; Broek Waltermans enz. Dan moest iemand naar de tele fooncel gaan. Alles behoorde goed geregisseerd te zijn want de eerste week kon het wel gebeuren, dat er twee tegelijk opstonden. Als clou van den avond tegen sluitingstijd, als het 't volste was, maakte Denise haar entree, binnen geleid door Valentijn zelf. Ze moest heel luid spre ken en heel erg uit de hoogte doen. 't Gebeurde alleen wel eens, dat ze haar lachen niet kon bedwingen als ze hoorde wat de onderwijzer citeerde en hoe. Dan moest een van ons uit een hoek opstaan en vragen in 't Fransch (maar vooral luid) of hij een schets van Denise mocht maken. Dat mocht en dan moest hij die laten zien aan het publiek; en wij en de werk loozen moesten zeggen dat het verdomd knap ge daan was. Even voor sluitingstijd moest een werklooze al het water uit de borrelglaasjes niet meer kunnen verdragen en ruzie maken om een zekere Marie Claire (een naam die in 't gehoor ligt). Hij werd er dan door de twee obers uit gegooid. Op sluitingstijd moesten de werkloozen een voor een opstaan en afscheid nemen en een alpino op zetten en luid zeggen dat ze nog wat gingen wer ken"; dat ze aan een madonna" of een doek" of een stuk" bezig waren. En n met een gewoon pak aan en een bril, die het laatste halfuur een intellectueel gesprek met de acteurs gevoerd had, moest zeggen dat hij nog even z'n critiek moest gaan schrijven, maar dat hij daarna nog wel aankwam op het atelier van Flop en dat hij zou zien dat hij Lousje mee kreeg. ZELFS uit het Gooi waar de menschen toch wel aan artisten gewend zijn, kwamen de rijke lieden om dit mee te maken. Ze brachten dames mee en zakenvrienden uit de provincie. Ze maakten groote verteringen, zaten in eerbiedige bewondering rond te kijken naar al die gezichten en trachtten iets van de gesprekken te begrijpen en vonden, als dat niet ging, dat ze zich eigenlijk op een Kunst tijdschrift of De Groene moesten abonneeren. Dan maakten ze weer groote verteringen en zeiden tegen elkaar dat die artiesten toch maar kale jakhalzen waren en dat ze niet geloofden dat ze ooit vraten en als ze vraten dan vraten ze hun eigen stillevens. Hahaha. En als het wat later werd, dan pro beerde soms een met de modellen" te flirten en afspraakjes te maken voor als zijn vrouw er niet bij was. Een heel rijk handelaar sprak vloeiend Fransch met Denise en Denise vond hem aardiger dan ze Valentijn aardig vond. Zoo was voor alles inderdaad gezorgd. Om de twee weken schreven de auteurs nieuwe gesprekken, die 's middags eerst gerepeteerd werden. Journalisten kwamen eens onderzoeken en schreven in de Betere Bladen aardige stukjes, dat de Amsterdamsche Bohème dus toch nog niet dood was. En Valentijn verdiende geld. Zoo ging alles heel goed. En het had goed kunnen blijven gaan, als het niet verkeerd gegaan was. Op een avond kwamen Valentijn en ik iets later dan gewoonlijk binnen en bleven vol verbazing staan. In het midden van de zaal op de beste plaatsen, die anders door de duurste provincialen bezet wer den, zat nu een gezelschap wonderlijke personen met echte truien en brandende pijpen en heelemaal een beetje ongewasschen. Ze zaten er al anderhalf uur, vertelde een ober, en hadden allen een leeg koffiekopje voor zich staan. Ze spraken allemaal heel luid en heel lang over zichzelf en vertelden elkaar gelijktijdig hoe ze over alles dachten. Eerst verkeerden Valentijn en ik nog in de ver onderstelling dat het een regiefout was; een nieuw troepje, dat de regisseur zonder ons medeweten ge ngageerd had. Maar toen ze maar niet ophielden met over zichzelf te praten en de laatste druppels uit de leege koffiekopjes te likken en toen er tenslotte al maar meer kwamen, die elkaar kenden en koffie bestelden en de beste plaatsen innamen, zoodat er geen snob meer bij kon, toen sprak de verloopen schoolmeester van boven zijn baard in goedverstaanbaar, doch somber Nederlandsch ons aller vermoe den uit. Het zijn echte". En het waren echte. De Amsterdamsche Artistieke Wereld had ons caf des artistes" ontdekt. EN dit was meteen het einde. Voor de geld-inbren gende snobs was nooit meer plaats. De artisten bezetten alle plaatsen en dronken voor een kwartje p.pi. en per avond koffie. Onze werkloozen konden zich niet meer verstaanbaar maken en zwegen maar; en werden eindelijk bedankt. Op de vrijgekomen plaatsen kwamen dadelijke nieuwe kunstmakers, die met hun pijpen en gesprekken de zaal vulden. Denise was de eerste die het opgaf en verlangde thuisgelaten te worden. Toen konden wij het zelf niet meer uithouden. Een van ons die doof was en de gesprekken niet verstond, hield het nog een halve week vol. Valentijn besloot er geen geld meer aan te verknoeien; hij sloot de zaak, verkocht de inventaris en trok met Denise naar Monte Carlo, waar hij het restant van zijn fortuin waarschijnlijk al weer verloren heeft. Vorige week kreeg ik een prentbriefkaart uit Nice, met onwezenlijke kleuren, blauw en rood. Weet je, schreef Valentijn, het plan was goed; als die verdomde kunstartisten maar weggebleven waren. P. S. Denise danst weer. Heb ik je al eens over Nicole geschreven? PAG. 17 DE GROENE No. 3242

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl