De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 22 juli pagina 6

22 juli 1939 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

KANTTEEKENINGEN Het kabinet in de maak Op het oogenblik dat wij dit schrijven is de derde week van de kabinets-crisis verstreken, zonder dat de formatie van een nieuw kabinet beslissende vorderingen schijnt te hebben gemaakt. De groote vraag is nog altijd: zullen de Katholieken toegeven en een vermindering der uitgaven voor sociale zaken accepteeren? Want dat Colijn voor hun o. i. alleszins redelijke eischen zal wijken, lijkt on waarschijnlijk. In de arena der binnenlandsche politiek voert hij den Nervenkrieg" tegen de Katholieken, dien een zijner collega's in de buitenlandsche arena zoo meesterlijk beheerscht. In de afgeloopen week voerde de formateur een reeks van besprekingen, waarvan weinig is uit gelekt. Hij heeft verschillende personen belaagd met het aanbod van een minister-portefeuille. Zoo oud-minister Van Lidth de Jeude, het Roomsch-Katholieke Eerste-Kamerlid prof. Barge, den liberalen" oud-procureur-generaal mr. Sluis en den Indischen specialist Bodenhausen. Dinsdag verscheen mr. Beyen, gewezen directeur van de Bank voor Internationale Betalingen te Bazel, thans Directeur van de Unilever", op het departement van algemeene zaken. Hij dementeerde dat zulks in verband stond met de kabinetscrisis, hetgeen men geneigd is gaarne te accepteeren in verband met zijn leeftijd die in het gezelschap, dat in ons land de hooge binnenlandsche politiek be disselt, als onverantwoordelijk-jeugdig gequalificeerd moet worden. Voegen wij dan hier nog aan toe dat de heer Colijn een bespreking had met zijn ge wezen niet-Roomsch-Katholieke collega's, waarbij ook de heer Schouten als initiator van de crisis ? aanwezig was, en dat de Roomsch-Katholieke minis ters van hun kant ook menig politiek onderonsje hebben gehad. Woensdag was een drukke dag voor den formateur: hij voerde met enkele demis sionaire ministers alsmede o.a. met de heeren prof. Josephus Jitta en prof. Is. P. de Vooys be sprekingen. De koopman doet zijn best, maar de markt is niet willig. Men vraagt zich waarlijk af, welken zin dit poli tieke steekspel nog heeft, dat tot alle beginselen eener waarachtige democratie in schrille tegenstel ling staat. Het land trekt er zich overigens niets van aan. Er heerscht een ongekende politieke apathie die niet van gevaar ontbloot is. Slaat Engeland op zijn neus!" De straten van Tokio hangen tegenwoordig vol met aanplakbiljetten waarop men kan lezen: Slaat Engeland op zijn neus!". Zonder goedkeuring van de regeering kunnen deze biljetten natuurlijk niet op gehangen zijn: Japan is per slot een autoritaire staat. Wij nemen grif aan, dat er in de Japansche bevolking een sterke strooming is die deze antiEngelsche manifestaties met eenige bezorgdheid gadeslaat. Dit geldt voornamelijk voor den groot handel. Even waar is het echter dat de fel antiEngelsche strooming van maand tot maand aan kracht wint. De weerslag van deze versterking ziet men in de eerste plaats in de berichten die op een aanhalen van de banden met de as Rome-Berlijn spreken. Enge land zal van de eventueele versterking van het Anti-Komintern-Pact het voornaamste slachtoffer zijn. Voorts kan men het veld winnen der agressieve fractie afmeten aan de vrijmoedigheid waarmee de Japansche regeering de onderhandelingen met Engeland inzake China voert. De blokkade te Tientsin duurt nog steeds voort, al wordt zij in de democratische pers ook doodgezwegen. En de Ja pansche minister van buitenlandsche zaken, Arita, heeft het in zijn eerste onderhoud met den Engelschen gezant Craigie, dat vorige week Vrijdag plaats vond, niet aan duidelijkheid laten ontbreken. Craigie wilde eerst het Tientsin-incident vriendschappelijk" oplossen en dan de overige misverstanden" even vriendschappelijk" uit den weg ruimen. Arita daarentegen, zei: eerst moet Engeland Tsjang-kaiTsjek volkomen loslaten en bereid zijn met Japan in China samen te werken bij de nieuwe" orde, en pas dan zal de quaestie-Tientsin ter tafel komen. De heeren kwamen niet verder dan tot de afspraak dat op de conferentie te Tokio geen of f iciëele kleedij, doch in verband met de warmte luchtige colbertcostuums gedragen zullen worden. Dat lijkt ons speciaal voor de Engelschen uitermate dienstig. Het tweede onderhoud leidde niet tot belangrijker resultaten. De entente cordiale In Frankrijk zijn de herdenkingsfeesten van d> Fransche Revolutie met veel pracht, praal en mili tair vertoon gevierd. Koloniale troepen waren in grooten getale aanwezig. Ook de Britsche strijd krachten waren flink vertegenwoordigd. De wederzijdsche eskader-vluchten van Fransche en Engelsche oorlogsvliegtuigen trekken thans ook in Rome en Berlijn de aandacht. Dat er hard gewerkt is aan de Fransche en Britsche defensie is een feit. Deze week werd zelfs het bericht verspreid dat de Britsche luchtmacht sterker is dan de Duitsche. Het lijkt ons ietwat voorbarig. Overigens verdient het de aan dacht dat bij het Engelsche parlement weer een suppletoire defensie-begrooting is ingediend ten bedrage van ruim honderdtachtig millioen pond. Ook zijn in Engeland de eerste recruten opge komen. Over de Fransche herdenkingsfeesten viel de schaduw van een bedenkelijke spionnage-affaire, waarbij een administrateur van de Figaro en een redactie-chef van de Temps betrokken zijn. Een-enander staat in verband met den Duitscher Abetz, een nationaal-socialistisch cultureel afgezant die in Parijs uitnemende relaties met vooraanstaande poli tici, letterkundigen e.d. onderhield en wien de Fransche regeering kort geleden ter elfder ure het verder verblijf in het land heeft ontzegd. Ook de Engelsche regeering treedt iets steviger op tegen de angstwekkende Duitsche spionnage-dienst. Van de onderhandelingen die de Entente Cor diale" te Moskou voert, valt weinig nieuws te be richten. Men is op de verschillende strijdpunten de indirecte agressie", de te garandeeren staten, de verhouding tusschen de militaire en de politieke verdragen naar het schijnt geen stap verder ge komen. Slechts door de stijging der internationale spanning zou het tempo der onderhandelingen ver sneld kunnen worden. Of door het aftreden van Chamberlain! Rest ons nog, in dit verband te vermelden, dat graaf Ciano deze week op bezoek was bij Franco. Concrete resultaten heeft het bezoek nog niet op geleverd, behalve dat deze herfst ons waarschijnlijk een reeks van nieuwe bezoeken zal brengen, van Mussolini aan Franco en van Franco aan Mussolini en Hitler. Duitschland en Polen Dinsdag j .1. doorleefde de wereld een optimistischen dag: Duitschland en Polen zouden gaan onderhan delen over Danzig. Helaas werd Woensdag het optimisme verstoord. Beide partijen berichtten dat er niet onderhandeld zou worden. Integendeel. Van Duitsche zijde is men nog steeds bezig, de militaire positie van de Vrije Stad te versterken. Men doet er waarschijnlijk ht beste aan, zich aan deze en der gelijke reëele feiten te houden, en niet af te gaan op stemmingen die van dag tot dag wisselen. Deze week bracht generaal Ironside een bezoek aan Warschau. Plannen van vergaande BritschPoolsche militaire samenwerking zijn in de maak. Een hoopvol teeken ! Aan den anderen kant vlot het niet bijzonder met de Engelsche credieten aan Polen. Dit is des te betreurenswaardiger omdat de financiëele positie van de Poolsche regeering van dag tot dag slechter wordt. De bodem van de schat kist is in zicht en de militaire maatregelen vergen enorme bedragen. Polen moet zich bovendien van nieuw oorlogstuig voorzien. Er zijn reeds Engelsche vliegtuigen onderweg, maar over ander materiaal is nog geen overeenstemming bereikt. Trouwens, de Engelsche industrie heeft het met de opdrachten van den eigen staat al bijzonder druk. In Duitschland is het op het oogenblik onheil spellend stil. Men werkt er met waanzinnige haast aan de grensversterkingen en aan het binnenhalen van de oogst. Nieuwe spanning kan elk oogenblik uitbreken. De behandeling van vliegtuig-rampen DEN I4en November verleden jaar verging het K.L.M.-vliegtuig de Ijsvogel" in het zicht van de haven, komende van Berlijn. Zes menschen verloren bij deze ramp het leven. w.o. de geheele bemanning op den steward na. Eerst den loen Juli is deze zaak in openbare behandeling gekomen voor de Raad van Luchtvaart, zeven maanden nadat het ongeval is gebeurd. Wie gehoopt had tijdens de zitting iets te hooren omtrent de mogelijke oorzaak of oorzaken, kwam bedrogen uit. Het rapport, opgemaakt door de Commissie van Onderzoek, bleef een gesloten boek voor het publiek. Twee gezagvoerders, de H.H. Parmentier en Viruly, werden gehoord, eigenlijk alleen maar om te verklaren, dat Jan Duimelaar een uit stekend en voorzichtig vliegtuigbestuurder was, iets wat wij allemaal al jaren lang wisten. Ook de aan Dr. Ir. Van der Maas, lid der commissie van onder zoek, gestelde vragen waren vaag en uit zijn ant woorden konden wij niet veel wijzer worden. De in een tweede zitting, welke slechts 10 minuten duurde, gehoorde steward had ook alleen maar te vertellen of Duimelaar links zat, d.w.z. op de plaats van den gezagvoerder, welke vraag hij bevestigend beant woordde. De Heer Van Montfoort, die ten tijde van het ongeval met een vliegtuig, uit Groningen ko mende, boven Schiphol was geweest, kreeg een uit brander omdat hij zich niet oogenblikkelijk aan de bevelen der verkeersleiding had gestoord. En hier mede is de zaak blijkbaar afgedaan. Met den Heer Van der Maas zijn wij het eens, dat het van weinig belang is wie de Ijsvogel" bestuur de. Ten eerste was de Kapitein Van Gemeren een ervaren vlieger, ten tweede zat Jan Duimelaar naast hem en beschikte deze ook over een complete stuurinrichting. Het lijkt ons een beetje ver gezocht om vrijwel uitsluitend aandacht te wijden aan deze kwestie. Temeer waar tal van vragen onbeantwoord zijn gebleven. In de eerste plaats: hoe kon de Heer Van Mont foort zich binnen het naderingsgebied van Schiphol bevinden op een moment, dat de Ijsvogel" zich daar eveneens bevond en voorrang had? Is het waar, dat de Ijsvogel" nog slechts voor een half uur benzine aan boord had, waardoor Duimelaar geBROCHESfat&tj^ noodzaakt was om zoo snel mogelijk binnen te komen? Is het waar, dat de hoogtemeter in de stuurhut een hoogte van 30 meter aanwees en zoo ja, was deze aanwijzing het gevolg van een mecha nisch defect door de botsing met den grond of was de hoogtemeter nog in orde? Welke reden kan er geweest zijn, dat het toestel tot tweemaal toe steil heeft gedoken? Zijn deze vragen geheel of gedeelte lijk beantwoord in het rapport der commissie van onderzoek? Waarom wordt dat rapport niet volledig gepubliceerd? Waarom kregen wij geen werkelijke openbare en volledige behandeling van dit ongeval? Per slot van rekening: zes menschen verloren het leven en het is toch niet overdreven om te zeggen, dat zoo'n zaak behandeld wordt op een manier, die het rechtsgevoel bevredigt ! Op de wijze waarop de Raad voor de Scheepvaart haar zaken behandelt. EN wat een verschil met de manier waarop men in de Vereenigde Staten zulke kwesties be handelt ! Voor ons ligt het rapport inzake het onge val met de Boeing Stratoliner" op den i8en Maart, waarbij o.a. twee van onze knapste luchtvaarttechnici het leven verloren, de H.H. P. Guillonard en Ir. A. G. von Baumhauer. Zestig bladzijden en drie aanhangsels. Een uiterst volledig rapport en, dit is wel het voornaamste, een document, dat in geen enkel opzicht geheim is of waarmede geheimzinnig wordt gedaan. Iedereen, die daartoe lust heeft, kan voor een klein bedrag een afschrift krijgen en het van A tot Z bestudeeren. Dit rapport werpt een schril licht op bepaalde dingen, 't blijkt, dat men met een ontstellende lichtzinnigheid te werk is gegaan, het toont aan, dat het Amerikaansche Bewijs van Luchtwaardigheid voor belangrijke ver beteringen vatbaar is. Toch heeft men er niet aan gedacht dit rapport achter te houden, want men is in de States, en o.i. terecht, van meening, dat vol ledige openbaarheid de belangen der luchtvaart nimmer werkelijk kan schaden. Wij zijn er van overtuigd, dat ook het rapport inzake de ramp met de Ijsvogel" zeer volledig is. Wij hebben hieraan echter niets, indien de inhoud niet openbaar wordt gemaakt. De Raad van de Luchtvaart werd juist ingesteld om die openbaar heid te bevorderen. Zij kreeg de gelegenheid zulks te doen en deed het niet. Met een dergelijke be handeling is onze luchtvaart niet gebaat. PAG. 6 DE GROENE No. 3242

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl