Historisch Archief 1877-1940
NIEUWE UITGAVEN
EUGENE J. YOUNG, redacteur
van de New-York Times" heeft
in een boek Achter de schermen der
censuur" (?Looking behind the
censorships", Lovat Dickson, Londen) de
gebeurtenissen van de laatste jaren
beschreven. Het accent valt op Itali
en Duitschland. Het werk is boeiend,
maar maakt geen volledig
betrouwbaren indruk. Men leest het als een
detective-roman.
Mr. F. M. baron van Asbeck,
benoemd tot bijzonder
hoogleeraar voor vergelijkend koloniaal
staatsrecht aan de Leidsche universi
teit, heeft in zijn inaugureele oratie
(Internationale Invloed in Koloniaal
Bewind, uitg. Wolters, Groningen)
geschetst hoe zich in den loop der
laatste honderd jaren een zekere inter
nationale traditie ontwikkelt t.a.v.
het bestuur der koloniale volkeren.
Lezenswaardig voor elk die zich
voor het koloniale vraagstuk interes
seert.
PROF. dr. H. J. Pos schreef voor
het Comitévan Waakzaamheid
een brochure over de vrijheid (Vrijheid,
Staat, Mensheid, Uitg. Van Gorcum
& Co. Assen). Zij munt uit door
helderheid van stijl en rijkdom van
gedachten. Om te koopen!
ALS eerste deel in de derde serie
(thans door Nijgh en Van Ditmar
uitgegeven), verscheen Prof. Jan
Romein's knappe voordracht: Het
fascisme in den internationale politiek.
Zeer de moeite waard.
HET woord van den Prediker:
Niets nieuws onder de zon, heeft
zich ook voor het crisisverschijnsel
bewaarheid. Economische crises
kwamen reeds in vroeger eeuwen voor.
Dr. E. E. de Jong-Keesing wijdde een
uitermate interessante dissertatie aan
de crisis die Amsterdam in en om
streeks het jaar 1763 teisterde. (De
Economische Crisis van 1763 te
Amsterdam.Uitg.mij.Keesing,Amsterdam).
HET zes-en-dertigste Jaarboek van
het genootschap Amstelodamum"
(Uitg.: de Bussy, Amsterdam), bevat
de gebruikelijke jaarverslagen alsmede
een reeks interessante, kleinere bij
dragen. Het artikel van Herman
Rutters, Een halve eeuw Amsterdamsen
muziekleven", is wat mager. Belang
rijk is het overzicht dat Ir. A. Boeken
geeft van nieuwe bouwwerken die in
de afgeloopen drie jaren in de Oude
Stad verrezen zijn.
DE heeren Zuidema, Doorman en
Brandt hebben een goed werk ge
daan, toen zij de beroemde kroniek van
Emo en Menko (Kronieken van de
Abdij Bloemhof te Wittewierum, Uitg.:
Broekhoff N.V., v.h. Kemink & Zn.,
te Utrecht) vertaalden. Dit latijnsche
geschrift geeft een onovertroffen beeld
van het leven, met name het klooster
leven in de dertiende eeuw. Boeiende
lectuur.
fl
een voor neeren
De man in den tuin
EEN man in een tuin is nog geen
tuinman. De tuinman beschouwt
den man die voor z'n plezier in zijn tuin
werkt, als dilettant, maar hij ziet hem
liever in zijn tuin werken dan dat hij
ziet dat tuinbezitters hun grond
verwaarloozen en tot wildernis laten
opgroeien. Nog erger is het als de tuin
wordt geplaveid en veranderd in par
keerterrein met garage. Een huis
hóórt een tuin te hebben, ook een
bovenhuis dat zich zal dienen te be
helpen met een daktuin of een
bloemenbak. Juist in de stad is de tuin veel
noodzakelijker dan in de provincie.
Toch zijn er tal van bezitters van naar
geestige grintveldjes met
baksteenranden en gras, die beweren dat ze
tóch niets van hun tuintje kunnen
HEERENKLEEDING VOOR
VADER EN ZOON
TOT REDELIJKE PRUZEN
ADRIAAN SCHAKEL
HEIUGEWIG . TELEFOON 37273
AMSTERDAM
Elk heeft zoo zijn manieren
De ene man houdt van tuinieren,
Wat 'n ander weer trekt,
Is: In 'n rok-zeer perfect,
Dus van Schakel een feest te gaan vieren.
maken omdat er geen zon komt. Deze
bewering is ongegrond, er zijn veel
planten die goed gedijen en mooi in
bloei komen zonder een enkele zonne
straal.
Voor den man die overdag veel
hersenwerk moet verzetten, bestaat
er geen betere ontspanning dan de tuin.
Niet alleen omdat hij daarmee in de
buitenlucht is, maar omdat hij in de
omgang met planten werkelijk tot rust
kan komen. Want wat is rustiger dan
een plant? Als hij aan het harken,
spitten, wieden of planten is, heeft hij
de lichaamsbeweging die hij zoo noodig
heeft. Bovendien heeft hij zichtbare
resultaten van zijn werk. De echte
tuinliefhebber heeft meer plezier van
zijn drie onrijpe afgevallen peertjes
dan van een dure fruitmand. De echte
tuinliefhebber kan de voldoening sma
ken dat hij een weldoener der
menschheid is, want voorbijgangers en buren
vinden het óók prettig om een mooi
onderhouden tuin te zien. Laat mij
uw tuin zien, en ik zal zeggen wie gij
zijt", zou een goede zegswijze zijn.
Er zijn tuinen die gemaakt zijn om
gezien te worden, soms overdadig
volgepropt met prieeltjes, vogelhuisjes
(leeg), zonnewijzers (in de schaduw),
vijvers, beeldhouwwerken en rots
partijen. Er zijn ook naïeve tuintjes
die met weinig middelen gemaakt zijn
en van een aandoenlijke romantiek
getuigen. Ik zal nooit vergeten een
tuintje dat ik eens in Blaricum zag.
Het had een klein vijvertje, ongeveer
n meter lang en breed. Aan weers
zijden van dat vijvertje stonden twee
witgekalkte borstbeelden opgesteld,
twee beelden die oorspronkelijk be
stemd waren om boven op een piano
te staan wiebelen. Links Mozart, zonnig
als altijd. Rechts Beethoven, somber
blikkend over het eendenkroos en een
dood goudvischje. Sic transit gloria.
Zeewater zoet gemaakt
DAT de Middeleeuwsche mensen
meer bier dan water dronk, ge
schiedde niet uit puren lust in het
overmatig gebruik van alcohol. Dit
merkwaardige feit had een prozaïsche
reden: vóór de invoering van de
hygiënische drinkwatervoorziening,
die twintig eeuwen na de Romeinen
opnieuw ontdekt werd in de negen
tiende eeuw, was het veiliger om bier
te drinken dan gewoon water. Hoe erg
ook het vasteland onder het gebrek
aan behoorlijk drinkbaar water te lijden
had, het was alles niets, vergeleken bij
de ontberingen die schepelingen op de
verre, maandenlange reizen, onder
gingen. Water moest men meenemen
in stinkende vaten. Is het wonder, dat
meermalen plannen zijn uitgewerkt
om van zeewater gewoon en goed
drinkbaar zoet water te maken?
Hezou een bijzondere verlichting
beteekenen in oen nood die aan boord
der schepen, vooral ook door tekort
aan drinkwater, geleden werd.
Wij mogen dan ook veronderstellen
dat het pamflet waar wij ditmaal het
stof der vergetelheid van af kloppen,
indertijd groote belangstelling heeft
gevonden. De omstandige titel luidt:
Soutwater Versch gemaakt: ofte een
nette Beschrijvinge van deze Nieuwe
Inventie, voor zoo veel alsze zeer nut en
dienstig is, zoo ter Zee als voor de
Inwoonderen aan de Zee-Havens. Mits
gaders Een Approbatie van 't Collegie
der Doctoren te Londen. En Eijndelijck
Een Brief van den Heer Robbert Boyle,
aan zijnen Vriend daar over geschreven.
Tot Rotterdam, Bij Paulus Boekenes,
Boekverkooper op de Beurs, 1684,
ZOO ALS in een tijd waarin de
catechismus gemeengoed was, ge
bruikelijk was, gaf de schrijver zijn
inlichtingen over het wónder-toestel
dat hij introduceerde, in den vorm van
vraag en antwoord:. Eerste Vrage: Of
men van dit water zoo veel kan maken
dat genoeg zij tot gerief van eenig Schip
op Zee? Ja. Tweede Vrage: Zal men
dan niet een kloeken Alchymist op yder
Schip gedurig dienen te hebben, dat vrij
kostelijk zal vallen? Neen: ieder
bootsgezel kan in twee uur met het toestel
leeren omgaan. Derde Vrage: Zal niet
het maken van het Instrument en de
materialen daar verder toe behoorende,
vrij kostelijck vallen? Neen. Vierde
Vrage (een belangrijke !): Genomen dat
men dit Water al konde maeken, en dat
soo veel als men van noode heeft: zou
men echter niet mogen twijfelen of het
algesondtzij? Triomfantelijk antwoord:
De wijdtberoem.de Heer Bacon met een
geleerde Pen van dese zaak geschreven
hebbende, heeft in 't minste niet
getwijfelt aan de gesontheyt van Zee-water
als het van hare brakheydt gesuyvert is.
Dies niet te min, alzoo zekere nijdige
Perzoonen lichtlijk eenige swarigheydt
souden komen maken, zoo hebben de
Heeren die in dit Octroy geconcesseert
zijn, een groote quantiteyt van dit water
gesonden aan Doctor King, een zeer
verstandig en scherpzinnig Genees
meester, dewelke bevindt
i.'Dat 'het water niet en zet of gron
dig word, maer soo helder en klaer als
eenige andere wateren blijft.
z. Dat het met een Zeep-bal of Zeep
beter schuymt dan alle andere wateren.
3. Dat Zuycker daar eerder in smelt.
4. Dat het eerder uitwaesemt dan
gemeyn water.
5. Dat, daer gemeyn water komt te
bederven, en, binnen weinige weken een
stinckende reuk van sich geeft, dit
etlijcke maanden lang haere zoetigheydt
behouden heeft.
6. Dat het een Gelatine of Lil maakt,
al zoo vast en zoo goet als eenig ander
water.
7. Dat men'er Erreten, Osse-vleesch,
Schape-vleesch, Visch en allerley kost
gaar in koken kan, zonder eenige smaak
of verwe van zich te geven.
8. Dat kleyne Dieren daar in leven
en groot worden.
Sapienti sat!
HET water-instrument, dat versch
en gesont water zou verschaffen
in plaets van 't geene ongesondt en
walghlijck is, had nog andere voordeelen:
Het verslyten van de Booten door het
dickmaels van Scheepboort na Lant te
vaaren met de gelegentheyt, die die Ma
trozen daardoor bekomen van haar sat
en droncken te drincken, waardoor veel
ongelucken en somtijdts Dootslagen ge
beuren, dit alles wordt voor ge
komen.
Tal van ziekten zouden voortaan
ook vermeden worden. Het gebeurt,
verhaalt onze schrijver, dat de Schepen
soo in gebrek van water zijn, dat zij geen
water en hebben, noch goet, noch quaat;
als bij voorval van een langduyrige stilte;
doch hoewel dit zelden zoo lang duert
dat de Bootsgezellen daer van komen te
sterven, dus niet te min, behalve de
benaautheyd van den dorst, zoo baant
het ook op 't eerst onmatig drinken den
weg tot verscheyde ziekten, als: rauwe
humeuren, het Colijck, etc.
Ook het voedsel aan boord zou veel
verbeterd worden. Tot dusver moest
men gezouten voedsel door koken in
zeewater pogen te ontzouten, hetgeen
slecht gelukte. Wat heef t men nu, klaagt
de auteur dan ook, uyt diergelijcke kost
anders te verwachten dan
Blaauwschuyt in den hooghsten graadt, en de
daaruyt spruytende Watersugt, waarvan
de Patiënten of schielijck komen te
sterven, of soo swack en machteloos
worden, als dat zij ten opsigt van de
gemeene beste, slimmer daar aan zijn als
doodt: want een man gestorven zijnde
is er slechts een man verlooren (sic !)
maar een die niet en kan wercken, teert
en leeft oock op eens anders
arbeyd. . . .
EEN beschrijving van het hoog
geroemde toestel komt overigens
in het pamflet niet voor. Was de
schrijver bang voor namaak? Of was
zijn plan niet boven alle bedenkingen
verheven, ondanks de approbatie van
't Collegie der Doctoren te Londen en
den Brief van den Heer Robbert
Boyle?
deze week in de uitkijk'
een reprise van een film^van renéclair
,,le million"
met annabella, renélefèvre, louis allibert,
ruymond cordy, vaiiila gréville, paul olivier,
constantin stroesco, odettc talaxac
Voor d^ lste maal geprolongeerd
toegang
eiken
leeftijd
PAG. 17 DE GROENE No. 3243