De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 5 augustus pagina 15

5 augustus 1939 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

'? (.19* Volksdansen in het hooge Noorden Indrukken van het internationale volksdanscongres te Stockholm HET is geen wonder, dat juist in de Scandinavische landen de volks dans, gepaard aan den volkszang, kan bogen op een welhaast tien eeuwen oude traditie, welker vitaliteit nimmer inzinkingen heeft vertoond: de korte zomer, gekocht tegen den hoogen prijs van negen barre wintermaanden, schept als reactie een zóó intense levens vreugde, dat uitingen in den vorm van zang en dans voor de hand liggen. De geheele Zweedsche lyrische poëzie trouwens getuigt van de ver heerlijking, die in het Noorden den zomer ten deel valt: nauwelijks n dichter, hij moge zoo a- of antiromantisch zijn als men wil, die ten minste niet eenige strophen gewijd heeft aan groenende berkenboomen, weder tot leven geroepen beeken, of de mysterieuze witte nachten" van om streeks midzomer. Men behoeft overigens geen papieren getuigen, om een levendigen indruk te verkrijgen van de vroolijke zorge loosheid, van den roes bijna van zomervreugde, die zich onweerstaanbaar aan een ieder schijnt mede te deelen. Van alle zijden wordt men gegroet met een amicaal armgebaar, dat een klap op den schouder zou zijn, als de afstand niet te groot was: de maaiers op de weiden langs den weg groeten zoo, en de waardige grijze bedelaar, die zijn klanten afwacht in de schaduw van een benzinepomp, en de in kleine clubs er op uit trekkende meisjes, gekleed in shorts, tennisschoenen en een kleurigen zakdoek (zonder dat n veldwachter er zich druk over maakt), en de jongens, die, met evenveel zorg voor hun toilet als in de kali stoeiende Indische katjoengs, zich liggen te zonnen op het strand van een meertje, dat langs zijn oevers waterlelies draagt met de kleur van Noiset-rozen. En zelfs de kampeerders, die zich langs een wel niet zeer steile, maar toch rg lange hel ling hijgend naar boven werken op fiet sen, die kreunen onder den last van tent en grondzeilen, dekens, pannen en rug zakken, en die wij met den onsportieven voorsprong van een paar benzineP.K.'s voorbij schieten, vinden de kracht tot een joyeuzen groet. WANNEER in den aanhef ge_ sproken werd van een tien eeuwen oude traditie van den Scandinavischen volksdans, is deze waarde geenszins gemakkelijkheidshalve naar boven afgerond: alles duidt er op, dat vele volksdansen, die heden nog levend cultuurbezit zijn, een stamboom heb ben, die vér in heidenschen tijd terugreikt, juist zooals dat met tal van ge bruiken van Kerstmis, Paschen en andere feestdagen het geval is. Ver schillende der vrome monniken, die zich beijverden, het hooge Noorden te kerstenen, waren maar matig enthou siast over dat zoo heidens aandoende zingen en springen, en verboden choros secularium, cantica puellarum, balationes et saltationes" in elk geval op de ruimte rondom de pas gebouwde kerk, welke plaats de zoo pas bekeerde Germanenzonen (én dochteren) in alle onschuld voor hun vreugde uitingen hadden uitgekozen. Het leven was ook hier evenwel sterker dan de leer, en de volksdans bleef in leven. Uit den aard der zaak echter gingen die tien eeuwen daaraan niet ongemerkt voorbij: het verband tusschen den dans zelve, vermoedelijk een voortzetting van nog weer oudere handwerksspelen, en den bijbehoorenden zang, reeds in voorhistorische tijden ontstaan uit herdersroepen, na bootsingen van dierengeluiden en zoo vele andere elementen, werd nauwer en groeide tot de twee-eenheid van den ringdans, waarin veelal nog de dagelijksche bezigheden gestyleerd werden voorgesteld, om verder te evolueeren tot het dansspel, waarin dappere strijders verheerlijkt of de liefde be zongen en uitgebeeld werd. Gelijken tred met de stijging der dramatische expressie, hield de beteekenis van het gezongen woord, dat, aanvankelijk ten eenen male ondergeschikt aan de melodie, een volwaardige plaats begon in te nemen, en zelfs ruimte liet aan een soort naïeve intrigue, die op haar beurt medebracht, dat het dansspel een voor- en een na-dans kreeg en daartusschen de afwisseling van lang zame en meer geanimeerde (tot niet onaanzienlijk wilde) reidansen. OVER dit alles, en over de func tie, die de muziekinstrumenten gingen vervullen, toen zij den zang kwamen ondersteunen, en over de choreografische elementen van vreem den bodem, die de Zweedsche volks dans in zijn lange ontwikkeling assi mileerde , zijn vele dikke boeken volgeschreven en ook op het congres (die eer moest men het wel aandoen !) werd zwaar over deze en dergelijke onderwerpen getheoretiseerd, doch de algemeene belangstelling ging toch in elk geval onmiskenbaar uit naar de praktijk. Want al was dan de opkomst van buitenlandsche groepen geringer, dan men aanvankelijk meende te mogen verwachten (zie Dantzig), tegen het uur, waarop de groote demonstraties zouden aanvangen, was de geheele Strandweg n kronkelende slang van voetgangers, auto's en uitpuilende trams, die zich naar Djurgarden be gaven. Naar Djurgarden, dat eiland in Stockholms onmiddellijke omgeving, waarvan Skansen, het bekende folklo ristische openluchtmuseum en het demonstratieterein van het congres, het centrum vormt en dat verder met zijn musea, lunaparken, rustige en uitbundige restaurants, tentoonstel lingen, yachtclubs, theaters en lest best ongeschonden stukken natuur, waar men in maanlichte nachten zoowaar nog een wilden vos kan tegenkomen, zulk een prettige synthese vormt van alles, wat den mensen bij tijd en wijle aan verstrooiing kan behoeven. Binnen deze entourage dan vond het congres zijn culminatiepunt. Wij hoor den er vroolijke, uitbundige en wee moedige melodieën, gezongen door jeugdige kelen, getokkeld op onwaar schijnlijke snaarinstrumenten, ge nsinueerd door pessimistische doedel zakken, of de wereld ingeslingerd door brutale trompetten en waldhoorns. Wij zagen er simpele boerendansen, niet zeer kunstvol, doch treffend door hun trouwhartigen eenvoud en ondanks alles meesleepend door hun onwrikbare cadans, maar ook: ingewikkelde ringdansen, gecompliceerd als een menuet, expressief als een zeer goed gespeelde pantomime en kennelijk van de uit voerenden de training eischend, die een goede revuegirl heeft doorgemaakt. En dit alles in een kleurendwarreling van nationale costumes: rijk-geplooide groene rokken, afgezet met signaalroode banden en gedragen onder witte schortjes, plechtige gekleede jassen", waarvan de slippen in de lucht dwar relen boven gele, crème en bruine leeren broeken, onder de knie dicht gesnoerd door een dik koord, waaraan frivole kwastjes wapperen, glanzende zwarte laarzen, grappige hooge puntmutsjes van rood fluweel, bekroond door een pluizige bal, blauwe kielen a la Tolstoi, lange witte mantels, om zoomd door breede, zwarte banden. En hoewel onze camera elke minuut eenige malen klikte, was het toch nog slechts een schamel deel van den rijkdom, dat kon worden vastgelegd. De apotheose, toen vele enthousiast geworden kijkers het genotene zelve in praktijk wilden gaan brengen, was zelfs in het geheel niet te vereeuwigen. Want men kan er misschien ongevoelig voor zijn, onder het ongetwijfeld wel willende, maar toch onmiskenbaar ge amuseerde oog van duizenden, op een wijze, die meer goed bedoeld, dan elegant is, de dansbewegingen na te bootsen, die straks nog zoo simpel leken, het is iets anders, deze onver schilligheid vol te houden voor het in het schemerduister strak starende oog eener camera op de perstribune, met alle risico, den volgenden morgen (en de dingen zijn 's ochtends zoo onmeedoogend fantasieloos) in een alle prestige ondermijnende houding in het ochtendblad te paradeeren. Om daaraan bijtijds te kunnen denken, is m:n een zoogenaamde stijve Zweed". Ir. B. SWANENBURG Boven v. l. n. r.: Het feest in vo/len gang; een Varmlandsche dans die ocrobatische talenten eischt; de ossendans". Onder v. I. n. r. : ,,Kom/dsommar", het feest waarbij de faoeren met hun vee naarde dorpen trekken; congresgangers op weg naar Skansen; ,.Fjallnasf>o!ska", een simpele groepsdans in 3/4 maat, onder Poolschen invloed in de 17e eeuw ontstaan. . PAG. 15 DE GROENE No. 3244

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl