De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 5 augustus pagina 17

5 augustus 1939 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

Noach op den Grebbeberg ER zijn menschen die van dieren houden, en er zijn er die dat niet doen. Deze laatsten kunnen dat meestal niet helpen omdat ze de dieren niet kennen. Daarom moeten de ouders hun kinderen die in de steenen steden opgroeien, de dieren laten zien, en ze laten begrijpen dat de dieren ook menschelijke eigenschappen, gevoel en verstand, bezitten. De mensch behoort er van doordrongen te zijn dat hij niet het uitverkoren wezen der schepping is teneinde met minachting op het dier neer te zien. Hij die het leven in zijn nederigsten vorm respec teert en ontziet, is het leven waard. Dit klinkt wellicht ietwat sentimenteel en niet in harmonie met al de oorlogs geruchten van de laatste jaren, maar het is daarom niet minder waar. Het is al vaak gezegd, en het kan niet vaak genoeg gezegd worden: kweekt liefde voor het dier. Het aankweeken van menschenliefde is moei lijk, en omdat dierenliefde en men schenliefde hand in hand gaan, is het wél zoo eenvoudig, en bovendien leer zaam de kinderen het dier te laten begrijpen. Wat is onze critiek op de dieren? Grappig, raar, typisch, vies, mooi, valsch, lief, eng, gemeen. Dergelijke woorden worden gebezigd, terwijl we dikwijls niets van het dier begrijpen. We vinden een wolf valsch omdat hij zoo kijkt, maar we weten niet waaróm Uitleen voor fieeren De man in de huishouding ^EDERT de uitvinding van de ^ vrouwenemancipatie kennen we het verschijnsel dat de man zich met de huishouding bemoeit. En als man n vrouw b.b.h.h. zijn, is het ook vanzelf sprekend dat de man thuis de handen uit de mouwen steekt. Natuurlijk vindt de man als hij om zes uur thuis komt, liever een gedekte tafel zoodat hij di rect met eten kan beginnen. Maar de vrouw die om zes uur thuis komt, zou dat ook wel willen, en in dergelijke huishoudens zijn nu eenmaal geen kaHEERENKLEEDING VOOR VADER EN ZOON TOT REDELIJKE PRUZEN ADRIAAN SCHAKEL HEUIGEWEG . TELEFOON 37273 AMSTERDAM Ik pas. voor dat nare gehuishou' Zei 'n man laatst, ik ben toch geen huisvrouw! 'k Hou van sport, van muziek, En van kleeren, heel chic, Dus van Schakel, daar voel 'k me goed thuis nou boutertjes die er voor zorgen dat het eten klaar staat. Tenzij er een hulp in de huishouding is die daar voor zorgt. Jonge menschen die van plan zijn te trouwen en beide buitenshuis willen blijven werken, dienen zich de naaste toekomst te realiseeren. Want het ge beurt vaak dat de man aan het kortste eind trekt, en de vrouw ook. In het begin van deze eeuw was het ondenkbaar dat de vrouw des huizes haar huishouding in de steek liet om op kantoor te gaan zitten of voor de klas te gaan staan. En ouderwetsche menschen houden vol dat er van zoo'n huishouding niets terecht kan komen. Maar deze menschen vergeten dat een huishouding lang niet meer zoo ge compliceerd is als vroeger. In de mo derne huishouding zijn een groot aan tal gebruiksvoorwerpen gemoderniseerd of door andere vervangen. We hebben liefst centrale verwarming en de wasch gaat de deur uit. De vrouw wint daarmee dagelijks uren, en omdat ze haar resteerende tijd niet verdrijft met het maken van handwerkjes, heeft ze genoeg tijd om werkende vrouw te zijn. En daarom is het zoo ver geko men dat wij mannen kopjes moeten wasschen of met de stofzuiger rondzeulen. Dat is heelemaal niet zoo erg zoolang we het vrijwillig doen. Maar als u er niet voor voelt om in de huis houding mee te helpen, en u eveneens niet in staat bent met een rustig gewe ten en een cigaret in uw clubfauteuil de krant te lezen terwijl uw vrouw de tafel afruimt terwijl ze doodmoe is en geen dienstbode er op na houdt, ver dubbel dan uw inkomen en laat uw vrouw thuisblijven. hij zoo kijkt. De pinguins zijn grappige mannetjes die statig, in rok gekleed, op een rijtje staan alsof er een plechtig heid zal gebeuren. Waarom ? We weten het niet. We vinden het zus of zoo, maar we zullen het niet te weten komen zoolang we den tijd niet nemen de dieren in hun doen en laten gade te slaan, en wel liefst zooveel mogelijk in hun natuurlijke omgeving. Een van de aangewezen plaatsen in Nederland om de dieren zoo te zien, is Ouwehand's dierenpark. Daar zijn ze geïmporteerd inclusief de bijbehoorende landstreken. De leeuwen hebben een terras van 2000 M', waar ze hun roofdiersprongen op kunnen doen, al is het dan maar gestoei. De zebra's en struisvogels hebben een Afrikaansche steppe, de Maleische beeren bewonen een rots plateau dat men niet op den Grebbeberg zou vermoeden. Er is een eiland dat druk bevolkt is met apen en boomen met apen er in. De nijlpaarden hebben geboft, want er is een privéoverdekt zwembad voor hen (waar trouwens tóch niemand anders gebruik van zou maken). Alle dieren van de ark van Noach zijn hier bijeengekomen. Weliswaar niet vrijwillig, maar ze schijnen zich hier toch wel thuis te voelen. Vorige herfst heeft een ijsbeer gejongd, en zooiets gebeurt niet gauw met een ijsbeer in gevangenschap. Het woord gevangenschap" is hier dan ook mis plaatst, de dieren hebben de ruimte. De bezoekers trouwens ook, want Ouwehand's dierenpark is een waar wandelpark dat niet alleen met dieren maar ook met planten beplant is. Er zijn lanen met banken en fonteinen zooals een park betaamt. Er is een restaurant voor hongerigen en dorstigen, en een uitzichttoren voor klim mers. En voor de kinderen is er een speeltuin en een baby-dierentuin waar ze met de dieren kunnen spelen alsof het hun kameraadjes zijn. Voor de jonge leeuwtjes hoeven ze niet bang te zijn. Als de angst voor de dieren overwonnen is, kan de kennismaking pas beginnen, en daar is het toch feitelijk om te doen. En met de kennis making begint pas het begrijpen. Daarom is het kinderdierentuintje, uit paedagogisch opzicht, zoo belangrijk. De kinderen leeren daar hun angst overwinnen. U moet uw kind niet Links boven: Bruine beer rr.et drie in Ouwehand's d/erenpark'geboren jongen. Rechts boven : Californische zeeleeuwen. Daar onder: Poseerende chimpansé. uitlachen als het bang wegloopt voor een schaap, want dan gaat het net zoo als met de dieren. Ze kunnen er niet tegen uitgelachen te worden, dan voelen ze zich beleedigd en worden onhandelbaar. Een apenootje eten is voor een aap een stukje levensernst zooals een wegwaaiend veertje dat voor een vos is, of een avondblad voor ons. Wat doet u, als iemand u komt uitlachen omdat u de krant leest? Hebben dieren verstand? Of alleen maar instinct ? Is een pauw trotsch ? Is een vos slim? En een eend dom? Is dat zoo, of lijkt het zoo, en waarom ? Zoo zijn er tal van vragen die we moe ten trachten op te lossen. Al ziende komen we tot de conclusie dat een dier ook een mensch is, al heeft het het buskruit dan niet uitgevonden. In Ouwehand's dierenpark kunnen kinderen en volwassenen veel zien en leeren begrijpen. En wat is er prettiger dan een prettige vacantiedag die boven dien leerzaam is? E. UYLDERT deze week in de uitkijk'': toegang boven 18 jaar JAAIlJLIJKSt HU VKKTO»>M\(;i', \ (379e-40üe): rudolf torster, carola neher, ernst busch, lotte lenja, valeska gert, herm. thlmlg, fritz rasp, paul kemp, wladimir sokoloff, reinhold schünzel, kurt weill, bert brecht, g. w. pabst, u n o s < ii K \ o i' r, K N.B. WEGENS DE LENGTE VAN DIT PROGRAMMA BEGINT DE EERSTE AVONDVOORSTELLING 7.15 UUR i

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl