Historisch Archief 1877-1940
Vliegen over den Atlantischen Oceaan
Is een regelmatige dienst reeds mogelijk?
GEDURENDE de laatste jaren kan men bijna
dagelijks in de pers berichten lezen over het
toekomstig Oceaanverkeer door de lucht en velen
zullen zich hierbij wel eens hebben afgevraagd, of
dit verkeer dan zoo belangrijk is, dat de luchtvaart
maatschappijen reeds bij voorbaat trachten, elkaar
vliegen af te vangen. Inderdaad is er hier sprake
van groote belangen. Het is nog niet voldoende
bekend, dat het luchtverkeer hard op weg is, de
wereld te veroveren, waarbij het 't scheepvaart
verkeer zoo langzamerhand in een moeilijke positie
brengt. Wil men hiervoor een voorbeeld, dan zie
men slechts naar de ontwikkeling van het lucht
verkeer over het Engelsche Kanaal. Meer dan
100.000 passagiers worden jaarlijks op de ver
schillende Kanaalroutes vervoerd, d.w.z. de helft
van het totaal aantal passagiers, dat per jaar van
het Britsche Rijk naar het Europeesche vasteland
v.v. reist. Elke week vliegen er 467 groote verkeers
vliegtuigen het Kanaal over.
Ziet men naar deze vervoersresultaten, dan ligt
het voor de hand, dat de luchtvaartmaatschappijen
ook graag den buit zouden willen opslokken, die
ten aanzien van het Atlantisch verkeer voor het
grijpen ligt. Men heeft uitgerekend, dat er jaarlijks
120.000 personen tusschen Europa en de Vereenigde
Staten heen en weer reizen. Daarbij komt dan nog
het geheele postvervoer, zoodat een dienst over den
Noordelijken Atlantischen Oceaan op den duur
zeker lucratief zal zijn.
Hoe is nu op het oogenblik de situatie? Gelijk
bekend, exploiteeren de Franschen en Duitschers
reeds sinds jaren een postdienst over den Zuide
lijken Atlantischen Oceaan. De Franschen zijn
reeds lang van plan, met dezen dienst ook passa
giers te vervoeren, maar tot een geregelden
passagiersdienst is het nog niet gekomen. We zullen
straks zien, wat de reden daarvan is. De Italianen
zullen binnenkort ook een dienst op Zuid Amerika
openen, voor passagiers, gelijk zij zeggen. Men zal
echter nog moeten afwachten, of uit deze plannen
iets goeds voorkomt. Voor Duitschland en Italiëgaat
het niet in de eerste plaats om het luchtverkeer zelf,
maar om de mogelijkheid, door middel van den lucht
weg te penetreeren in de Zuid-Amerikaansche staten.
Duitschland doet dit reeds eenige jaren met succes.
Het heeft het binnenlandsch luchtverkeer in ver
schillende landen op pooten helpen zetten, en
leverde aan tal van staten civiel en militair
materieel.
HOEZEER de ontwikkeling van het luchtverkeer
gekluisterd is aan politieke factoren, blijkt wel
uit het feit, dat de Britten, die eveneens een dienst
op Zuid Amerika wilden openen, geen toestemming
kunnen krijgen, om over Spanje te vliegen. Een
zelfde toestemming is aan de K.L.M, geweigerd,
zij het dan ook voor een eenigszins anderen dienst.
Want de K.L.M, wil een dienst openen op Para
maribo, met aansluiting op het luchtverkeer, dat
het nevenbedrijf van de K.L.M, in de West reeds
exploiteert. Onze nationale luchtvaartmaatschappij
zou hierdoor haar positie aanzienlijk versterken,
omdat een dergelijke verbinding te zien is als een
aanvoerlijn voor Centraal-Amerika, met aansluiting
op het Zuid- en Noord-Amerikaansche lucht
verkeer. Maar Engeland en Nederland moeten
voorloopig wachten, tot het Franco behagen zal, toe
stemming te verleenen.
Maar, hoe belangrijk deze twee invloedssferen
van den Oceaan ook mogen zijn, de vetste buit is
toch te halen op de routes over den Noordelijken
Oceaan. Hier is de toestand vrij verward. Aan
vankelijk hadden Engeland en de Vereenigde Staten
een overeenkomst gesloten, waardoor beide landen
een monopolistische positie zouden innemen. Van
te voren had men den Duitschen Zeppelindienst
reeds onschadelijk gemaakt, door verdere leveran
ties van helium aan Duitschland te weigeren. Men
weigerde bovendien aan de Duitschers nog meer,
want deze hadden vergunning gevraagd voor het
exploiteeren van een Oceaandienst, met vliegtuigen,
welke prompt werd afgewezen. Van politiek stand
punt was dat te verklaren, van luchtvaartstandpunt
echter niet. Want het kan niet betwijfeld worden,
dat de Duitschers, die reeds jaren lang nauwgezet op
de Noordelijke route experimenteeren, de eenigen
zijn, wien men een zekere kans kan geven voor het
regelmatig exploiteeren van een dergelijke
luchtverbinding. Daartegenover waren de Engelschen niet
gereed. Zij beschikten niet over het gewenschte
materieel, noch over een uitgebreide ervaring.
Bovendien lag men voortdurend overhoop met de
Amerikaansche maatschappij Pan American Air
ways, waarmee men de voorloopige verbintenis had
aangegaan. Daarbij kwam dan nog, dat de Yankees
niet wilden wachten op de Britten, omdat er kapers
op de kust waren komen opduiken.
We schreven hierboven reeds, dat door het
luchtverkeer bestaande scheepsvaartbelangen ern
stig worden bedreigd, en de Amerikaansche scheep
vaartmaatschappij American Export Lines, die
vrachtdiensten op Europa onderhoudt, eischte plot
seling een deel van het Oceaanverkeer op. Dit gaf
nieuw geharrewar en het eind van het lied was, dat
het gebied in twee deelen werd gesplitst, waardoor
Pan-American zich Noord- en Midden-, en American
Export Lines zich Zuid-Europa zag toegewezen.
Eerstgenoemde maatschappij begreep, dat zij
spoedig een begin moest maken met den
Oceaandienst, en daarom zocht zij een nieuwen partner,
dien zij vond in Air France. Weliswaar beschikten
de Franschen ook nog niet over modern materieel
voor een dergelijken dienst, maar men kon het toch
in uitzicht stellen en bovendien hadden de piloten
van Air France op de Zuidelijke route in den loop
der jaren een enorme ervaring opgedaan. Theore
tisch is de dienst over den Noordelijken Oceaan dus
georganiseerd, met Biscarosse (in de nabijheid van
Marseille) als eindpunt van den dienst in Europa.
Volledigheidshalve moet nog worden opgemerkt
dat de Russen ook reeds sinds langen tijd plannen
hebben voor een dienst op de Vereenigde Staten,
waarvoor men reeds eenige proefvluchten heeft
gemaakt. Deze dienst wordt echter niet over den
Atlantischen Oceaan, maar over het Poolgebied
gelegd en heeft voor West-Europa dan ook geen
beteekenis.
OM thans aan te knoopen bij de laatste noviteiten
op de Noordelijke route, verdient vermelding
de vlucht van de Focke Wulf Condor", die
nonstop naar New York vloog, de vlucht van de
Boeing Yankee-Clipper" van New York naar
Biscarosse v.v., waarbij een groot aantal passagiers
werd medegenomen, en verschillende andere vluch
ten met clippers van Pan-American. Al deze vluch
ten zijn schitterend geslaagd, maar zij hebben toch
niet meer aangetoond dan men reeds sinds jaren wist,
nl., dat het mogelijk is, zoowel met vliegbooten als
met landvliegtuigen, van klein of van groot formaat,
den Oceaan in beide richtingen over te vliegen.
Terwijl de Franschen thans met verouderd
materieel proefvluchten maken en de Engel
schen hun nieuwe vliegboot van het verbeterde
type Shopt bij wijze van proef over den Oceaan
willen laten vliegen, heeft Pan-American tot nu
toe kans gezien, het dienstschema te handhaven.
Maar hierdoor zal men zich niet moeten laten
verblinden. De maatschappij heeft geluk gehad en
vloog tot nu toe onder de gunstigst denkbare om
standigheden.
Het zal duidelijk zijn, dat een passagiersdienst
over den Oceaan alleen dan kans van slagen heeft,
wanneer hij met groote regelmatigheid kan worden
uitgevoerd. En hiervan zal na de enkele gunstige
zomermaanden geen sprake meer kunnen zijn.
Het zijn de weersomstandigheden, die hier de be
lemmerende factor vormen. Het is bekend,
dat de postvliegtuigen, die over den Zuidelijken
Oceaan vliegen, zelden of nooit op tijd aankomen.
Ook hier spelen de weersomstandigheden een groote
rol, maar zij zijn dan toch nog heilig, wanneer men
ze vergelijkt bij die, welke op de Noordelijke route
hun invloed doen gelden. De Fransche piloot Codos
heeft eens gezegd, dat de beste maand op de N.route
nog slechter was dan de slechtste maand op de
Zuidelijke. Hiermee is dan het probleem gegeven.
De zeetrajecten van den Noordelijken Oceaan,
waar men deze bevliegt er zijn nl. verschillende
routes bedragen van 3?4000 km. Onder normale
omstandigheden zijn deze afstanden voor een goed
verkeersvliegtuig geen bezwaar, maar zij worden
het wel, als men te kampen heeft met ijsafzetting
en tegenwinden van een enorme kracht, die de
vliegsnelheid in belangrijke mate beperken. Ten
aanzien van het gebruik van vliegbooten heeft men
bovendien nog te rekenen met de moeilijkheid, dat
de landingsplaats bij Botwood op New Foundland
het grootste deel van het jaar niet ijsvrij is. Men
heeft nu een oplossing voor deze problemen gezocht
in de richting van het hoogtevliegtuig, dat op
minstens 8000 m hoogte moet koersen, en dat zoo
doende de in lagere gebieden heerschende weers
omstandigheden zou kunnen ontgaan. De ervaring
heeft echter geleerd, dat men daar weer op nieuwe
moeilijkheden stuit, o.a. doordat met de hoogte de
windsnelheid toeneemt, zoodanig, dat men snel
heden van 274 km per uur heeft kunnen registreeren!
Willen wij tot een conclusie komen, dan moeten we
zeggen, dat bij den huidigen stand der vliegtuig
techniek een regelmatige passagiersdienst over den
Noordelijken Oceaan voorloopig nog wel niet tot
stand zal komen, en dat wij een tijdperk tegemoet
gaan van onregelmatige vluchten, waarbij van een
dienstschema nog niet kan worden gesproken.
PAG. 7 DE GROENE N o. 3245