De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 19 augustus pagina 16

19 augustus 1939 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

Een verhaal voor De Groene van Siegfried Odewald HET is I93'5. Henk ter Lopen schrijft korte verhalen. Dat doet hij veel en graag. De short-story vindt hij een bekoorlijke uitingsvorm. De ideeën ervoor komen ongemerkt bij hem op. Soms denkt hij wel eens, dat hij te veel invallen heeft. Vaak krijgt hij een idee voor een stukje" door een toevallig gezegde van zichzelf of van een ander, door een bepaalde situatie, door een enkel zinnetje, dat hij opvangt aan een café-tafeltje, door de aanblik van een uitzonderlijk type. Dan borduurt zijn speelse fantasie verder, en in enkele uren ligt het verhaal in de brievenbus. Hij heeft geen bepaald genre, hij schrijft van alles, humoris tische en gevoelige stukjes, levensschetsen en spot ternijen, alles, wat maar bij hem op komt. Hij heeft een prettige, vlotte stijl, smaak en intelligentie. Hij weet, dat wat hij schrijft, als korte, literaire impressie, of als amusante geschiedenis goed is. Maar de kranten retourneren zijn verhaaltjes bijna regelmatiger dan dat hij ze inzendt. Er zijn namelijk honderden, die korte verhalen schrijven, daartoe door velerlei beweegredenen aangezet: Daar zijn mensen, die het eens n keertje proberen voor de mop. Waarom zouden zij het ook niet kunnen? Zij werken een grapje, door een getapt familielid in de huiselijke kring gedebiteerd, wat uit, maken er wat franje omheen, ondertekenen het met schuchtere initialen, en krijgen de aldus tot stand gekomen schepping meestal nog geplaatst ook. Daar zijn keien" met populaire, overbekende namen of met klinkende pseudoniemen, die naar de behoeften van de tijd soms totaal gewijzigd worden, persoonlijke bekenden van de redactie, die geregeld bezoeken op de krant komen brengen, en die zich kunnen permitteren, eens terloops de opmerking te maken: Zeg, plaatsen jullie der is wat van me. Ik stik in mijn copie." En lachend wordt hun dat toegestaan: Stuur maar es wat." Zij zijn de mensen, die gemakkelijk" schrijven, zij zien in het korte verhaal geen kunst, geen uitingsvorm, zelfs geen journalistiek, 't Is een handigheidje: geen levensproblemen, alsjeblieft geen psychologie, maar een luchtig niemendalletje, dat door professoren en dienstmeisjes gelijkelijk genoten kan worden. Henk ter Lopen behoort tot geen der beide groepen. Hij schrijft niet om geld te verdienen dat doet hij op kantoor , 't is hem ook niet eens zo zeer om bekendheid te doen: hij is pas een-en-twintig en het leven is lang, nee, hij schrijft voor zijn genoegen, omdat hij het prettig vindt, 't is een soort drang waar geen weerstand aan te bieden is. In zijn verhalen zit heel vaak een geestig idee of een goede gedachte. Men heeft hem wel eens gevraagd, waarom hij niet eens probeert, een roman te schrijven. Hij heeft er zelf ook wel eens over gedacht; hij zou het misschien wel CHAMPAGNE kunnen. Maar een boek, het is hem te groot, te veel werk, te geweldig. Het korte verhaal vindt hij charmant; dat is prettig werk, dat hij graag doet. Het enige onaangename is, dat de bladen zijn verhalen slechts bij hoge uitzondering plaatsen: de krant stuurt alles altijd terug. De krant. Want De Stadsbazuin" is de favoriet, die krijgt altijd de eerste keus. Maar steeds hetzelfde laconieke, gedrukte redactiebrief je: ,,... .tot onze spijt.. ..". Eerst is hij driftig en opstandig geworden, later vaak terneergeslagen en ontmoedigd. Maar allengs heeft hij geleerd, deze teleurstellinkjes zoveel mogelijk langs zich heen te laten gaan. Maar dat is moeilijk. Nadat hij de verhaaltjes van de Stads bazuin" terug gekregen heeft, zend hij ze naar tal van andere kranten. Meestal ook zonder resultaat: ,,.. ..tot ons leedwezen.. ..". Henk houdt er een kaartsysteem van zijn verhalen op na. De kaarten staan bezaaid met krantennamen. Als een kaart totaal vol is, zendt hij het verhaal niet meer verder. Tijdverlies l" vindt vader. Zonde van al dat werk, jongen...." zegt moeder. Aan de Redactie van De Stadsbazuin". Mijne Heren, Lange tijd heeft U geen kort verhaal van mij opgenomen. Ik heb nu eens bijzonder mijn best gedaan op het verhaal, dat ik U hierbij inzend, en dat getiteld is: Lenteperikelen". Het behandelt de liefde van twee jonge mensen, die in een groot warenhuis werken, en het heeft, ik hoop, althans, dat U dat zult vinden, een verrassend slot. Ik hoop, dat U mijn stukje in De Stadsbazuin" zult opnemen. Hoogachtend, Henk ter Lopen. WIM van Klaveren komt op het redactie bureau. Hij is een brede, welgedane man in de kracht van zijn jaren. Hij heeft een verstandig, sympathiek gezicht. Jaren is hij al op de redactie werkzaam. Toen de krant, nu enige jaren geleden, een rubriek van korte verhalen ging opnemen, dacht men direct aan van Klaveren met zijn uit gesproken literaire aanleg en heldere ideeën, en maakte hem tot korte-verhalen-redacteur. Van Klaveren is daar in het begin zeer blij mee geweest. Andere bladen plaatsten reeds enige jaren dagelijks shortstories en hij had zich iedere avond bont en blauw aan die dingen geërgerd. Rare, onbenullige vertelseltjes zonder handeling, zonder gevoel. Dat zou heel anders zijn in zijn rubriek. Een kort verhaal moest, volgens hem, in de eerste plaats oorspronkelijk zijn, naar vorm en naar inhoud. Geen historietjes van ze krijgen elkaar", maar de lezer moet er even om kunnen glimlachen: verdraaid geestig" hé, wat vreemd" een bijzonder aardig stukje". Maar zijn taak was hem tegengevallen. Al was je nu nog zo literair aangelegd, al was je nu nog zo objectief en vol goede voornemens, het lezen van honderd a twee honderd, vrijwel allemaal slechte korte ver halen op een dag, maakte, dat je er op den duur geen enkele meer kon appreciëren. Hij kreeg er een veel te scherpe neus voor, wist reeds na een regel, hoe de ontknoping zou zijn, of waar de schrij ver heen wilde, stuitte op onnoemelijke hoeveel heden taal- en stijlfouten, die hem kregelig maakten. Allemaal mensen die schrijven wilden, geen n, die het kon. Weg ging geleidelijk-aan al je idealisme: je pikte er elke dag maar de beste uit, maar dat was nog altijd maar zo-zo. Vandaag waren er 187 verhalen gekomen. Vol goede moed begon hij te lezen. Allemaal liefde, allemaal idylles met typisten en zo en vliegersromantiek. Toen hij 15 verhalen gelezen had werd hij nijdig en ging naar buiten kijken. Het honderd en-derde verhaal heette Lenteperikelen" van Henk ter Lopen. O," dacht hij, die vervelende ter Lopen." Die verveelde hem iedere week minstens twee keer met zijn pennevruchten. Het was niet bepaald slecht, maar goed was het zeker niet. Te conventioneel, niets oorspronkelijks. Met op getrokken wenkbrauwen las hij het verhaal. Sentimenteel", vond hij, sentimenteel en afge zaagd". Hij verdraaide het, die dingen op te nemen. 's Middags gaf hij 187 korte verhalen aan de administratie door: retourneren !" Die avond was hij humeurig en prikkelbaar. Hij wilde niet mee naar het bridge-avondje, dat zijn vrouw al een week geleden had afgesproken. L. S. Wij danken U voor de inzending van Uw bijdra ge f n), doch moeten U tot onze spijt meedelen, dat wij Uw werk voor plaatsing in ons blad minder geschikt achten. Redactie De Stadsbazuin". Den Heer H. ter Lopen Stad. Wér terug van De Stadsbazuin" ! En nou verdom ik het ! Ik schrijf geen korte verhalen meer '" 1Q1Q >>???? dat de roman van den jongen IwOO auteur ter Lopen, op zichzelf reeds een voortreffelijk, zuiver doorvoeld werk, ons vol ver wachting naar nieuwe boeken doet uitzien. . . ." 1946. Zojuist verschenen: Nacht", door Henk ter Lopen, schrijver van De Non", Henk Verschoor's kantooruren" e. a. 1949. .... het debuut van ter Lopen als toneelschrijver is een eclatant succes geworden. De Lachende Telephoon" is een wrang, aan grijpend kunstwerk, rijk aan handeling en span ning. ..." 1953. Binnenkort zal de bekende schrijver Henk ter Lopen zijn trilogie met Portret van Katharina" voltooien. Deze nieuwe trilogie van. .." 1957. De so.oooste bezoeker(ster^ van de film Achter de Schermen" van onzen bekenden landgenoot Henk ter Lopen ontvangt Fl. 100." I9S5- Met Spiegeltje aan de wand...." bewijst Ter Lopen ook een onzer grootste humoristen te zijn. ..." 1961. Donderdagavond première van Metternich", een historisch spel van den vermaarden auteur Henk ter Lopen. 1964. .... Als Henk ter Lopen, onze vruchtbare auteur, achter zich ziet, dan moet zijn omvangrijk oeuvre hem een rijke voldoening verschaffen. Bij hem ontdekt men, zoals men dat bij zo een hoeveelheid werken 16 romans, 7 toneelstukken en 5 films zou verwachten, nooit herhalingen, nooit een gemakkelijk teren op oude roem, integendeel zijn . . .." 1965. Den Weledelgeboren Heer H. ter Lopen. Zeer geachte Heer ter Lopen, Bi; deze neem ik de vrijheid, U beleefd te verzoeken, zo vriendelijk te willen zijn, ons, indien U daartoe de tijd en de gelegenheid kunt vinden met een kleine bijdrage van Uw had te vereren. Wij weten, dat U zeer bezet bent, doch een artikeltje van U zou voor onze lezers een bijzondere attractie zijn. Bij voorbaat reeds mijn vriendelijke dank voor Uw moeite. Hoogachtend, D. H. Jops, Hoofdred. De Stadsbazuin". Zeer geachte Heer Jops, Hierbij de gevraagde bijdrage voor Uw blad. Het verhaal, dat getiteld is Lenteperikelen" had ik nog toevallig in portefeuille. Hoogachtend, Henk ter Lopen. 1965. Wij achten ons gelukkig, hiernaast een kort verhaal, Lenteperikelen" te kunnen afdrukken van den beroemden auteur Henk ter Lopen. Wij mogen bij den lezers bekend veronderstellen, dat de Heer ter Lopen reeds aan het be<?in van zijn schrij verscarrière verhalen voor ons blad schreef. Red." PAG. 16 DE GROENE No. 3246

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl