De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 19 augustus pagina 20

19 augustus 1939 – pagina 20

Dit is een ingescande tekst.

DE KLEINE KRANT: Het diabolische blaadje DE KLEINE KRANT DE KLEINE KRANT: Hat vermiste, verniste blatteautje Buitenland DE TOESTAND door Prof. Mr. Dr. H. Opmercator, Minister van staat dat niet goed? EN de dag, dat gij, beste lezer, het niet meer de moeite waard acht, deze, mijn, voortreffelijke wekelijksche beschouwingen over de hooge politiek op deze plaats in te zien, wijl ge u zegt: Wat doet het er toe? Wat kan Opmer cator nu weer voor belangwekkend nieuws te vertellen hebben? Alles gaat zoo goed als we ons maar kunnen wenschen"; op den dag, waarop gij dat zegt, ik beloof 't u, leg ik de pen neer, om haar niet weer op te nemen. kalle DE MUSSOLIFANT Stefani meldt uit Rome, dat de olifant van Mussolini om zijn dikke huid den titel Cianolifant gekregen heeft. DE KWESTIE DANZIG Eenige pertcommentaren HET schijnt wel, aldus onze arische correspondent te Berlijn, dat de kwestie-Danzig zich toespitst. Zoo schrijft de Deutsche All-Gemeine Zeitung" : Duitschland wil den vrede. Als Engeland ook den vrede wil, zullen wij er echter om vechten". Het Gangster Abentblatt" meent: Geen verstandig mensch ter wereld kan in ernst Hitler aan zijn woord houden over de territoriale aanspraken. Dit toch te willen getuigt van kwaadaardigen opzet de internationale be trekkingen te willen vergiftigen". Een opmerkelijk hoofdartikel in het Londensche regeeringsblad Peace for our Times" trekt in Berlijnsche milieus sterk de aandacht. Wij zullen natuurlijk", aldus dit Engelsche pers orgaan, onze beloften aan Polen gestand doen. Maar wanneer Polen, door een eventueelen Duitschen aanval niet meer zou bestaan, zouden we niet meer weten, aan wie wij die gestand moesten doen. Engeland zal nooit toestaan, dat Danzig en de corridor, benevens Sileziëen de Poolsche grens districten en eventueele andere stukken Polen, die dan nog nader op de kaart gepreciseerd zouden moeten worden, aan Duitschland zouden komen. Maar ja, het loopt in het leven nooit precies zoo als je het graag zou willen. . . ." De?Vulkiezen B.O.bachter" schrijft over de eventueele onderhandelingen: Laten de Pollacken maar op komen. We zullen ze er wel onder handelen". Bladvulling Nieuw financiëele zegswijzen Mannheimweh ! * Zuarséance UIT HET ? Zoo'n ndtte Augustusmoand hebben we nog nooit meegemaakt" N.V. Amsterrf. Boek- en BteendrukkeriJ v/h EJUI.ERMAN, HARMS& Co. HOE KOMEN WIJ AAN DAT NATTE ZOMERWEER? Een diepgaande reportage van Deze Kleine Krant (Wtrtelijk Apart» CorrupondMtto) De Heer Henri Kikker, Ijs- en WederkundigeteAlpnatterwaard,schrijft ons: HET natte weder der laatste maan den en speciaal het bovenwater deed in veler brein een vraag rijpen, die wij ons haasten hier weer te geven: Vanwaar deze abnormale bovennatheid?" Angnstns-Dangntstet Wij bezochten daartoe verschillende instanties en personen om bij hen ons uitgeregend licht op te steken. Aller eerst gingen wij op bezoek: Bij bet Departement van Waterstaat Met gebalde vuist traden wij de statige poort aan het Binnenhof te Den Haag binnen. Een bode liep rond met een karaf en glazen: wij waren dus op het ministerie van Waterstaat. Vrijheid", riep de bode. Wat kom je hier doen, stuk rode valk?" Ik kom om kameraad eksellentie te spreken. Zit-ie in z'n burotje? Ik kan zeker wel effetjes inlopen?" Maar daar werd de deur al wijd open gegooid. Ha, die Kikker," riep Barda al Komt-er-in jonge, maak 't je gemakkelik." Je begrijpt 'tal, kameraad. Ik kom over 't weer. Ik voel nattigheid." En of", zei de nieuw benoemde minister. Wil je wel geloven, dat dat m'n eerste zorg is. Jarenlang van aanpasserij, van maar-niet-rojaal-durven-zijn, heeft een atmosfeer gescha pen van zorgeloosheid voor de vacantie van de mindere man. 't Eerste wat ik als water-staatsman zal doen, is een planpolitiek voor het weer invoeren. Maar zoo, dat het platteland niet te kort komt: ook de landarbeiders vinden in onze gelederen een veilig onder komen. Zet dat maar in de krant. Op het oogenblik confereer ik met mijn vriend en collega Majoor Dijxhoorn. Hij draagt al een gebroken geweertje en ik leer van hem schermen met mijn ministersteek". Bij Overste Dijxhoorn Hoe", zoo begonnen wij, bent U eigenlijk hier op deze plaats gekomen ? Immers, niet iedereen heeft een genera le staf in zijn ransel, laat staan een ministerzetel". Dat is heel eenvoudig", aldus de Kapitein, die gekleed was in de feestuniform der Bereden Dijxhoornisten. Ik heb het te danken aan mijn naam. Waarop berust al sedert eeuwen onze nationale defensie? Op de Hollandsche waterlinie, op de IJssellinie. Dus heeft men altijd mannen gezocht, die alleen al door hun naam de nationale ver dediging suggereerden. Van Van Dijk" naar Dijxhoorn" is maar een stap. Wat nu dat weer betreft: U begrijpt, dat mijn naam alleen voor onze landsverdediging niet voldoende is. Wat is een Dijx zonder water? Niets ! En dus, al kan ik U geen bijzon derheden geven, het zijn militaire be langen, die niet alleen de vacantieoorden bezet houden, maar die ook de bijpassende regen voor de water linie verzorgen." Toen klonk er van achter een zwaarfluweelen portière een hoornsolo, die het reveille blies, en dus begreep ik dat ik moest opstaan. Bij het Oranjezonnetje Het Oranjezonnetje bleek, na de drukte der nationale feestdagen en met het oog op Koninginnedag en de Septemberweken, thans op een wel verdiend verlof te zijn. Bij mijn Oom Mijn Oom zat in den tuin onder een afdakje. Hij klaagde erg over het weer. Het is verdorie", aldus mijn Oom, of het elk jaar slechter wordt." Ik kreeg een glaasje limonade en Oom gaf aan iedereen de groeten mee. Tante was uit. Bijna Bijna had ik vergeten de copie naar conductie van De Kleine Krant te sturen. Mijn vrouw zei: Henri, moet je nou dat stukje niet wegsturen ? Je hebt er moe:te genoeg mee gehad." Onze Fotoreportage Een hitte-historie in twee beelden EEN KLEIN BABBELTJE met een groot zanger Op bezoek bij Kitschard Saober Behalve op muziek, dol op zijn moeder DEZER dagen brachten wij met onze deportage-wagen een be zoek aan n onzer kerstplaatsen, be scheidenheid verbiedt ons te vermelden welke, waar momenteel n van de muzikaalste lieden van het Westelijk halfrond verblijf houdt, namelijk.... en we zullen onze lezers maar niet langer in onzekerheid laten: Kitschard Rauber, de zanger van het overge voelige lied. Ontvangst Kitschard, die behalve een mooie stem, (?Stimme", noemt hij het zelf heel typisch) eigenlijk oh zoo'n klein hartje heeft, ontving ons niet dadelijk en dus hadden w.e gelegenheid het hotel eens op ons doode gemak rond te neuzen. Welk een weelde, dachten we onwillekeurig. De portier vertelde ons zachtjes maar toch duidelijk, dat Rauber ieder uur een cheque stuurt naar zijn oude moeder, die ergens op de puszta woont en haar jongen nooit ziet, vooral niet zonder bril. Alleen af en toe een groet door de radio, in sappig dialect.... Er zijn geen afstanden meer", dachten we geroerd. Toen gingen alle deuren open en daar stond hij, wat vermoeid, maar desondanks minzaam kijkend. Wij begonnen met onze strikvragen, EJk vogeltje zingt zooals.... Kan men ook zanger worden, als men geen stem heeft?" vroegen wij hoopvol, wetend als tolk van vele lezers deze vraag te stellen. Even dacht hij na, een glimlach speelde om zijn lippen. Neen," antwoordde hij beslist. Dat is ten eenen male uitgesloten, en ten tweeden male ook." Holland, zangersland Wat vind U nou van Holland en het publiek, maar eerlijk", was de vol gende vraag. Nu brengt U mij in een moeilijke stalles" was 't antwoord.... Ik heb net een tournee door IJsland achter den rug, langs de spuitbronnen, de ontvangst was er koeltjes, maar toen ik als toepasselijk slot, in Volendamsch costuum, het Lied van den Afsluitdijk" zong, grepen de menschen elkaar bij de polzen van enthousiasme. Es war toll". Holland is voor alles muzikaal. Ik droom nog altijd van een wereldtournee met mijn vriend en collega Bob Scholte, we zouden dan duetten zingen, vooral uit de Parelvisschers. Maar voorloopig.. - -" en hij keek op de klok. Wij voelden dat de tijd van gaan was gekomen, maar bleven lekker zitten. Aardig Incidentje Aan de grens hebben we zoo gelachen", zei Kitschard op zangerigen toon. De douane herkende ons niet, en dacht, dat we gewone menschen waren. Ik reis namelijk altijd onder een schuilvinkje, omdat iedereen ons toch dadelijk herkent. Toen neuriede ik even het koor der Landloopers" uit de Cavalleria. U had zijn gezicht moeten zien. Ik dacht dat hij door de grens zonk. Lachend gaf ik gas. C'eet Ie ton qni.... Zingt u nou 's iets", probeerden wij. En jawel, even later klonken de begenadigde klanken door het vertrek. Het was het lied wat speciaal voor hem geschreven werd door een werk loos musicus, met woorden van Annie de Noogh-Hooi, Westertoren, wat sta je daar nou." Spreken had hier alles kapot ge maakt en zonder iets te zeggen gingen we weg. CASSE NOIZETTE

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl