De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 19 augustus pagina 6

19 augustus 1939 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

KANTTEEKENINGEN De affaire Mannheimer Nederland was een gelukkig land, einde vorige week: maar liefst twee groote sensaties tegelijk ! Onder Terschuur werd een koffer gevonden met deelen van een lijk erin, resultaat van een moord die met verrassende snelheid door de Amsterdamsche politie opgehelderd werd en de gelukkige aanleiding mocht zijn tot kolommen-lange artikelen-om-vante-smullen in de dagbladpers en, tweede sensatie, de Mendelssohn-bank vroeg surséance van betaling aan, twee dagen na den dood van dr. Mannheimer, internationaal bankier wiens vermogen, zoo werd gefluisterd, negentig millioen gulden bedroeg. Wat een dagen, wat een dagen! Intusschen is de tweede sensatie belangrijker dan de eerste. De affaire-Mannheimer is bijzonder ingewik keld. Haar portee, het zij aanstonds gezegd, laat zich nauwelijks afmeten. Men kan haar bezien van den financieel-technischen kant en concludeeren dat een vooraanstaand bankier op onverantwoordelijke wijze heeft gespeculeerd, men kan ook vermoeden dat er nog een andere zijde is behalve de financieeltechnische. Waarschijnlijk staan wij hier immers voor een geheimzinnig drama in de internationale Hochfinanz" waarin ook het slachtoffer zelf slechts de rol van een, zij het vooruitgeschoven pion, heeft gespeeld. Mogelijkerwijs moet men de oplossing van het drama zoeken in een internen strijd die zich achter de schermen in Frankrijk afspeelt tusschen den minister van financiën, Paul Reynaud, die door de omstandigheden gedwongen wordt steeds verder te gaan op den autoritairen weg, en den minister van buitenlandsche zaken, Georges Bonnet, die volgens verschillende aanwijzingen strooman is der deux cents families". Deze families" hebben het niet bijzonder op Reynaud begrepen. Welnu: dr. Mannheimer was de rechterhand van dezen Reynaud (deze was ook getuige bij zijn recent huwelijk), en het bankiershuis dat, naar bericht werd, door het terugtrekken van credieten op het beslissende moment de positie van de Mendelssohnbank ondergroef, was Lazard, een bank waarmee Bonnet zér goede relaties heeft. Nogmaals: wij willen niet pretendeeren, hiermee den achtergrond van de deconfiture der genoemde bank geschetst te hebben; wij geven slechts een mogelijkheid aan waarvan wij vermoeden dat zij eerder op het juiste plan ligt dan de simpele voor stelling van den Joodschen woekeraar Mannheimer die het Fransche staatscrediet heeft ondergraven en Nederland's grondgebied voor zijn operaties heeft misbruikt. Het Fransche staatscrediet heeft inder daad een slag gekregen, maar dat is dan geschied met goedvinden van de machtige Banque de France die blijkens persberichten den val van dr. Mannheimer niet zonder ontevredenheid heeft gadegeslagen. Wij willen hiermee den inmiddels overleden bankier niet van schuld vrij pleiten. Wellicht heeft hij onvoorzichtige dingen gedaan, om van erger te zwijgen. Een uitgebreid, openbaar onderzoek lijkt ons alleszins dienstig, temeer nu verschillende Nederlandsche bankinstellingen voor uitermate hooge bedragen in deze affaire" betrokken zijn. Laat men voor zulk een onderzoek niet terug schrikken omdat de fascistische bladen op bezwa rende onthullingen azen. Openhartigheid is nog altijd de beste, ja de eenige democratische politiek. De as confereert In veel opzichten lijkt de internationale situatie waarin wij ons thans bevinden als twee druppels water op die van vorig jaar. Een van die opzichten is de remmende invloed die van Italiëop Duitschland uitgaat. Terecht. Want Italiëkan bij een oorlog slechts verliezen. Om te beginnen is er reden om aan te nemen dat het eerste offensief der Westersche democratieën op Italiëen niet op Duitschland ge richt zal zijn. Voorts: wint Duitschland den oorlog, dan zinkt Italiëgeheel tot den rang van Duitsch wingewest terug; verliest Duitschland den oorlog, dan is Italiëmede de man die de klappen krijgt. Vandaar dat de berichten, volgens welke graaf Ciano bij zijn besprekingen te Salzburg en Berchtesgaden gepoogd heeft, remmende werking op Duitsch land uit te oefenen, den schijn van innerlijke juist heid hadden. Echter: Duitschland heeft zich vorig jaar door Italiëniet laten tegenhouden; zal dat dit jaar dan wel het geval zijn ? Wij vermoeden van niet. Het behoort tot den Nervenkrieg", om met een voorstel voor den dag te komen dat tot taak heeft de publieke opinie in de democratische landen te winnen. Het schijnt dat te Salzburg een dergelijk voorstel is opgesteld. Het Vaticaan geniet de eer, er voor het wereldforum mee voor den dag te mogen komen, als het zoo ver komt. Want de reactie op het vermoedelijke Duitsch-Italiaansche plan is niet zoo bijster gunstig geweest. Sterker: er was vrijwel geen reactie. Bedoeld plan hield in, dat op 31 December a.s. de functie van Volkenbondscommissaris te Danzig af geschaft zou worden, dat Polen een diplomatiek vertegenwoordiger zou krijgen, dat de douanegrens met Duitschland geleidelijk opgeheven zou worden en dat Duitschland de demilitairisatie van Danzig zou garandeeren, mits Polen het munitie-depöt dat de haven beheerscht, zou opheffen. Voorts zou men onmiddellijk een conferentie tusschen Von Ribbentrop, Ciano, Bonnet en Halifax voorbereiden die zich met de uitwerking van dit plan zou belasten. Op deze conferentie zouden ook andere quaesties" behandeld kunnen worden. Gelijk gezegd, heeft men te Londen en Parijs op dit plan niet gereageerd. Het is, als copie van M nchen, ook al te onbeholpen. Geen wonder dat Berlijn, toen de proefballon niet opging, het geheele plan dementeerde. Rest ons nog mede te deelen dat er deze week ook weer geruchten waren over interne agressie" betref fende Hongarije en over aanvallen op Zuid-Slavi en Roemenië. Alle drie offensieven behooren tot het rijk der mogelijkheden. Groeiende spanning te Danzig Met dat al wordt de situatie te Danzig er niet gemakkelijker op. Om te beginnen groeit de wederzijdsche geprikkeldheid tusschen Polen en Duitsch land, en de Vrije Stad ondervindt daarvan den weer slag. Gouwleider Förster heeft twee redevoeringen gehouden waarin hij zeide dat Danzig binnenkort tot het Rijk zou terugkeeren. Danzig gaat den Engelschen en Franschen niet aan", zeide hij. (Alsof het om Danzig gaat! Het gaat om Polen, om geheel Oost- en Zuid-Oost-Europa!) De Duitsche bladen gaan steeds vinniger schrijven. De Essener National Zeitung stelde zelfs voor dat men Polen voor de vierde maal zou gaan verdeelen. Polen geeft echter vooralsnog geen krimp. De staat poogt integendeel zijn interne kracht zoo groot mogelijk te maken. De financieele moeilijk heden waarvoor hij staat, zijn enorm, maar er konden toch nog met succes maatregelen genomen worden tegen personen die het vertrouwen in het Poolsche betaalmiddel trachtten te ondermijnen. Hing het van Polen alleen af, dan zou men de toekomst van de quaestie-Danzig niet zoo somber behoeven in te zien. Maar Polen heeft met Frankrijk, en vooral met Engeland te maken, en dat compliceert de situatie. Het lijdt geen twijfel dat de militaire maatregelen die Engeland neemt, veelomvattender zijn dan die van vorig jaar. Speciaal de militaire besprekingen te Moskou zijn van groot gewicht. Regelmatig worden zij gehouden, veel lekt er niet van uit, maar het contact op zichzelf is verre van on belangrijk, zij het ook dat noch een politiek- noch een militair pact reeds op korten afstand in zicht is. De Sowjet-Unie schijnt af te wachten, welke houding de democratieën in de naderende crisis zullen innemen: houden zij niet stand, dan is afbreken der onderhandelingen niet uitgesloten. Daarom zullen de besprekingen nog wel geruimen tijd duren. Het is in dit verband van belang er op te wijzen, dat de Sowjet-Unie wederom poogt, het Verre Oosten ter tafel te brengen. Nu de driehoek Rome?Berlijn?Tokio zich formeel gaat verbin den, den eventueelen aanval op de Sowjet-Unie gezamenlijk te ondernemen, is het niet meer dan redelijk dat Moskou aan Londen en Parijs de vraag stelt: Wat doet gij in dat geval?" Maar de beant woording van deze vraag is verre van eenvoudig. Neemt Engeland aan den eenen kant dus een energieker houding aan, aan den anderen kant zijn er toch ook weer symptomen van hetzelfde streven naar verzoening (lees: toegeven aan Duitschland), dat in het verleden zulke heillooze gevolgen heeft gehad. Tot die symptomen behoort de reis van den Danzigschen Volkenbondscommissaris Burckhardt naar Berchtesgaden, die met duidelijke instemming van Chamberlain Hitler opzoekt. Arme Burckhardt! Als zoovelen vóór hem (laatstelijk Chamberlain's afgezant, Sir Horace Wilson op Maandagmiddag 26 September jl. vóór Hitler's rede in hetSportpalast) kon hij niet aan het woord komen. Een eindelooze woordenvloed van den Führer kletterde op hem neer. Hitler behandelde" niet slechts het vraagstukDanzig, maar de geheele Poolsche quaestie en zelfs meer omvattende problemen" gelijk bericht werd. De tactiek is duidelijk: Burckhardt moet den indruk krijgen van Hitler's volslagen onhandelbaar heid en aldus Londen wederom voor de keus stellen: toegeven, of een tweede wereldoorlog. In Polen heeft men Burckhardt's reis met groote bezorgdheid gadegeslagen. Men herinnert zich, welke rol Lord Runciman in Tsjechoslowakije heeft gespeeld.... De ontvangst van het kabinet-De Geer Het kabinet-De Geer heeft een ontvangst gekregen waarmee het alleszins tevreden mag zijn. Het sprak van zelf dat de organen van de in het kabinet ver tegenwoordigde partijen met groote welwillend heid schreven; het sprak evenzeer vanzelf dat de richtingen die krachtens hun ouderwetsche op vattingen niet in dit ministerie thuis hooren, het verstonden, hun teleurstelling en ergernis in on welwillendheid te doen blijken. Er heeft zich met uitzondering van de commu nisten wien dit kabinet niet ver genoeg gaat een front gevormd tegen De Geer c.s., beginnend bij de organen van den heer Mussert en loopende tot in het reactionaire centrum, waartoe De Nieuwe Rotterdamsche Courant, Het Handelsblad, De Telegraaf en (van de weekbladen) De Haagsche Post behooren. Het streven van dit front is: het nieuwe kabinet af te schilderen als de verfoeilijke Roomsch-Rood-Rose combinatie. Deze steriele op positie zal het kabinet niet schaden indien het zich opgewassen toont tegen zijn taak. Dat de heer De Geer niet onmiddellijk zijn tiental aan de Kamers presenteerde, is begrijpelijk: hij kon toch zeker zijn van een solide meerderheid. Boven dien verdient het de voorkeur, in September met een wél-doortimmerd program voor den dag te komen, waarvan de samenstelling thans te veel tijd zou hebben gevergd. Zwart op wit: /eg het niet met bloemen Restaurant DORRIUS N.Z. Voorburgwal b.h. Spui, Amsterdam PLATS DU JOUR EN A LA CARTE HULDE! Ik zeg: hulde! Het jongste nummer van de Jüdische Welt-Rundschau weet ons zwart op wit mede te deelen dat het dezer dagen den tuinlieden te Weenen verboden is, bloemen aan te brengen op de graven van Joden. Ik herzeg: hulde ! Want dat ware toch te dwaas: de arme Jakob Loeb (of hoe hij heeten mag) die in Graz is ge boren (of ergens anders), en naar Weenen is getrokken, en daar hard heeft geploeterd en toen hij dertig was (of ouder) een meubel zaak (of een andere zaak) kon beginnen in de Heitzingergasse (of een andere Gasse") en toen zijn jeugdvriendinnetje (of iemand anders) kon laten overkomen, en een vroolijke Goppe" had, en drie kinderen kreeg (of minder) en de politiek steeds zwarter inzag, en het op Schusschnigg niet zoo begrepen had (?aber man lebt weiter. . .. Schluss!") en toen kwamen de Nazi's in het land en Jakob Loeb kreeg een plakkaat op zijn raam (,,Jude! Achtung l" Der deutsche Volksgenosse kauft nicht bei Juden."), en Geheimrat Fischer annuleerde de laatste bestelling (wat moest hij trouwens in Oraniënburg met een litsjumeaux doen?) en alle klanten bleven weg, en Jakob Jr. kon bij een oom komen die in Valparaiso (of daar in die buurt) met mondharmonica's (of iets van dien aard) ventte, en Mirjam (die altijd bofte) kreeg een plaatsje, een heel kleintje, op een vluchtelingen schap dat uit Venetiëvertrok en waarvan de kapitein probeeren zou de lading ergens in de buurt van Tel-Aviv op het strand te deponeeren, en de kleine Karl kon niet meer naar school gaan (want de jongens scholden hem zoo uit) en toen werd het November, een zekere Grynszpan schoot een Duitschen attachéneer, dat kostte Jakcb Loeb zijn spiegelruiten en nog aanwezige meubelvoorraad maar bracht hem een lichte hart kwaal op (?nichts schlimmes, nichts schlimmes.. ??"), en toen hij nu uit de kranten bericht kreeg dat het schip waarop zijn Miriam zat, door de Engelsche autori teiten was teruggezonden, heeft zijn arme hart het begeven na vijf-en-veertig jaren trouwe dienst (of in die buurt). (,,Ein rechtschaff enerMann ist er immer gewesen"). En Jakob Loeb is begraven. Zouden op dat graf bloemen passen, het lichtste, fleurigste, kleurigste, liefelijkste, wat de goede aarde opbrengt? Neen toch ! En daarom juich ik het toe dat het den Weenschen tuinlieden verboden is, bloemen aan te brengen op de graven van Joden. Wat een systeem ! Kolossal !" KANTEKLEER PAG. 6 DE GROENE No. 3246

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl