Historisch Archief 1877-1940
in Amsterdam
IK ben een vreemdeling. Ik woon ergens ver
weg, in Engeland, Amerika, Frankrijk,
Duitschland, Zwitserland, Afrika en zoo nog een twintig
landen. Of ik woon dicht bij; dan kom ik uit
Provincalië" en dus van dichtbij. Die eene groep: vreem
delingen uit Provincalië(dat zijn dus landgenooten,
niet Amsterdammers) is ongeveer even sterk als alle
andere gasten van de hoofdstad te zamen. Voor
1938, dit, om u een indruk te geven, waren dat
112 duizend Nederlanders, tegen 92 duizend buiten
landers.
Maar goed, ik ben een van die gasten, vreemdeling
in Amsterdam. Om de een of andere reden wilde
ik al lang de hoofdstad van Nederland bezoeken.
Uit mijn verre land (of van mijn dorp), maakte
ik de reis naar de hoofdstad: per boot, trein, vlieg
tuig of auto. En daar sta ik, vreemd en verlaten.
Ik zie een.... tamelijk groote stad, met een door
fietsen gedesorganiseerd verkeer, veel boomen en
veel water. Ik zie lage huizen, smalle straten, veel
aanlokkelijks, veel schilderachtigs, maar mij ori
nteeren kan ik niet.
Waar moet ik heen ? Wat moet ik hier doen ? Waar
slapen, waar eten?
En dan ga ik naar het bureau van de V.V.V.
Als ik aan het Centraal Station aankom, is er in de
inlichtingenkiosk van de Spoorwegen een aparte
afdeeling van het vreemdelingenverkeer. Anders
richt ik mij naar het gebouw Industria" aan het
Rokin. Ik kom aan de balie van het inlichtingen
bureau, en zoo uitheemsch kan mijn taal niet zijn,
of er is wel een linguistische mouw aan te passen en
ik kan vlot met een der jonge dames aan de balie in
een der moderne talen confereeren.
Gelukkig, nu zal ik weten.
Waarmee kan ik U helpen", vraagt de jonge
dame mij. En nu ben ik dus in mijn element. Nu
kan ik vragen, wat ik maar wil. Ik zoek een goed
hotel, dat zooveel mag kosten, en dat ligt in de
nabijheid van het Rijksmuseum"; Waar kan ik
goed visch eten?"; Wat zijn er voor musea op
oudheidkundig gebied?"; Hoeveel dubbeltjes zitten
er in een gulden?"; Hebt U een gidsje van de
stad ?"; Hoe kom ik naar Marken ?"; Wie repareert
in Holland kunstbeenen?"; In welke Hollandsche
stad is een gebouw, dat Zwervershuis" heet?".
Dit is nu maar wat er zoo in een uur gevraagd
wordt aan de balie van het Verkeersbureau aan het
Rokin.
Deze juffrouw schrikt echter niet. Zij neemt een
informatieblocnote, schrijft er mijn naam en mijn
vraag op, en, in de meeste gevallen, onmiddellijk
het antwoord. Zij teekent er een route op aan, noemt
namen en bezienswaardigheden en vermeldt dat
alles op het papier. Wat zij niet weet, ziet zij na.
Een overweldigend documentatiemateriaal staat
haar ten dienste, methodisch gerangschikt, zoodat
binnen enkele minuten alle vragen beantwoord
kunnen worden. En zoo gaat elke vrager binnen
korten tijd weg, met zijn keurig briefje, waarop
alles te lezen is. Het Verkeersbureau behoudt als
herinnering aan dien vreemdeling en die vraag, een
doorslag van het informatiepapiertje.
Dat is zeer belangrijk. Want nu krijgt men daar
een materiaal van duizenden vragen. Elk antwoord
kan dus later gecontroleerd en eventueel verant
woord worden. En daar men bovendien elke vreem
deling vraagt, waartoe hij in hoofdzaak naar Am
sterdam getrokken is, en zijn antwoord ook op het
formulier vermeldt wordt, verkrijgt men ruim
statistisch materiaal om zóó de buiten-
enbinnenlandsche propaganda een wetenschappelijke basis
te geven.
MAAR de vragen worden niet steeds alleen zóó
beantwoord. Er worden gidsen en folders
verstrekt, kaartjes en gedrukte lijsten van hotels
en restaurants en, sedert Juni, het groot-stedelijk
verschijnsel van: La Semaine a Amsterdam;
What's on this week? Die neue Woche", een
volledige opgave van amusement, musea, exposities,
diverse dienstregelingen en dergelijke.
Ik voel mij, als vreemdeling, nu al een beetje
thuis in Amsterdam. Menschen, die mijn taal vlot
spreken, die mijn nooden begrijpen en mij, met
vriendelijke behulpzaamheid, intelligent ter zijde
staan. En nu ga ik dan mijn inlichtingen in de
practijk brengen.
Het is mogelijk dat ik een kunstzinnig vreemde
ling ben. Ik ben gekomen voor Rembrandt" en
de musea (26 pCt.), voor folklore (18 pCt.), of mijn
belangstelling gaat meer uit naar het verkeer te
water (10 pCt.), naar stedenschoon, industrie en
nijverheid, Zuiderzee- en havenwerken of
landschapsschoon. Maar hoe dan ook, ik begin mijn bezoek
aan Amsterdam. Zal ik door de grachten varen?
De canals" lijken mij heel interessant, of zal ik
een rondrit door de stad maken, met Cook of
LisBIJ DE FOTO'S
Hierboven: Gasten van veraf en van dichtbij be
zichtigen, achter den gids aan, het Koninklijk
Paleis op den Dom
Hiernaast: Een vreemde/ing krijgt inlichtingen in
het Bureau van de Ver. voor Vreemdelingen
Verkeer in het Centraal Station
sone, of met de gemeente ? Ik kies Lissone, het is
de drukst bezochte. En daar ga ik: Palace of the
Queen". Hier gaan wij, gedistingeerde vreemde
lingen, met dure foto- en filmtoestellen, onder in
de groote hoop der gewone box-camera's", hier
gaat onze vreemde taal onder in het geluid der
tallooze streekdialecten, die Nederland heeft. Maar
daar komt al de gids. Ze palace of ze queen
was formerly ze townhall of Amsterdam",
enzoovoort, met duizend bijzonderheden die ik, als
vreemdeling, natuurlijk niet kan weten, hoewel ik
het gevoel heb, dat ik, ware ik toevallig stadgenoot
geweest, ze ook niet had kunnen bedenken. Dat
paleis is wondermooi. Hoeveel stadgenooten zijn
er in geweest? In de marmeren zaal dwalend,
overpeins ik de vroegere glorie van deze rijke
koopmansstad. Zouden we, of liever zouden ze, er
op achteruit gegaan zijn?
Ik ga verder met Lissone. De oude stad, Dam,
Damrak, IJ en havens, Prins Hendrikkade. Onze
vreemdelingen-aandacht wordt gevestigd op de
mooie oude gevels. Inderdaad, verrassend mooi, ook
als je het al zou kennen. Want men zegt wel, dat
stedelingen hun eigen stad niet zien. En terwijl ik
peins, zijn mijn medevreemdelingen al weer over
een ander chapiter bezig. Het eten. Waar logeert
U?" En waar U?" Hoe is het eten?" Rembrandt
was een groot schilder. Het Kolkje is fantastisch
mooi in de middagzon, maar die roastbeef, die ik
kreeg, was beneden alle critiek". Een propagandist
voor Holland minder.
Welk een fraai gebouw is de Waag. Ik heb dat
nooit vermoed. In het Jewish quarter" een
diamondfactory". Very interesting. How much this
one?" Nicht sehr ermüdend, aber fabelhafte
Prezisionsarbeit!" En dan, gauw, verder naar het
Rembrandt Square'', , ,Place Rembrandt'', w e kijken
geamuseerd op een zoo groen stadscentrum. Acht
honderdduizend inwoners is ook niet groot. Een
stad die net bezig is uit te groeien uit de middel
eeuwen. Neem me niet kwalijk. Zoo lijkt het
heusch. En daar zijn al de shopping streets, het
Stadt Theater" aan de Place de Leyden", en
daar, in de zelfde architectuur als het Centraal.
Station, verheft zich het Rijksmuseum. Wij stappen
uit, wij gaan de trappen omhoog en staren vol
ontzag naar de Ronde de Nuit", wij drentelen in
een halfuur door Bol, Vermeer, de Hoogh en hoe
ze verder heeten, alles natuurlijk Dutch masters",
en we zitten weer. Het was ook wel wat vermoeiend.
A MSTERDAM, zoo concludeer ik, na een paar
/"\ dagen, is een heel mooie stad. Er is veel moois
te zien en het zou voor vreemdelingen nog makke
lijker en nog prettiger gemaakt kunnen worden.
Voor de Amsterdammers zelf trouwens ook. Maar
ze zijn op den goeden weg. Een goed georganiseerd
bureau van de Vereeniging tot Bevordering van het
Vreemdelingen Verkeer, waaraan gemeente, de ka
mer van koophandel en particulieren bijdragen, helpt
een heel eind in de goede richting. Een goede organi
satie, veel fantasie en energie schijnt daar te
heerschen. Voorkomendheid en behulpzaamheid, ge
baseerd op een kundig systeem, zijn daar de beste
eigenschappen. Ik heb in Amsterdam veel moois
gezien. De schilderkunst, vooral de oude, is vrijwel
eenig; de Marker visschers vond ik buitengewoon
aardig; de grachten" zijn zeer schilderachtig
en de oude stad is boeiend. De nieuwe wijken zijn
werkelijk de moeite waard, en de menschen zijn
behulpzaam. Ik geloof heusch, dat ik er nog eens
terug zal komen ! VREEMDELING
PAG. 7 DE GROENE No. 32-46