De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 19 augustus pagina 7

19 augustus 1939 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

in Amsterdam IK ben een vreemdeling. Ik woon ergens ver weg, in Engeland, Amerika, Frankrijk, Duitschland, Zwitserland, Afrika en zoo nog een twintig landen. Of ik woon dicht bij; dan kom ik uit Provincalië" en dus van dichtbij. Die eene groep: vreem delingen uit Provincalië(dat zijn dus landgenooten, niet Amsterdammers) is ongeveer even sterk als alle andere gasten van de hoofdstad te zamen. Voor 1938, dit, om u een indruk te geven, waren dat 112 duizend Nederlanders, tegen 92 duizend buiten landers. Maar goed, ik ben een van die gasten, vreemdeling in Amsterdam. Om de een of andere reden wilde ik al lang de hoofdstad van Nederland bezoeken. Uit mijn verre land (of van mijn dorp), maakte ik de reis naar de hoofdstad: per boot, trein, vlieg tuig of auto. En daar sta ik, vreemd en verlaten. Ik zie een.... tamelijk groote stad, met een door fietsen gedesorganiseerd verkeer, veel boomen en veel water. Ik zie lage huizen, smalle straten, veel aanlokkelijks, veel schilderachtigs, maar mij ori nteeren kan ik niet. Waar moet ik heen ? Wat moet ik hier doen ? Waar slapen, waar eten? En dan ga ik naar het bureau van de V.V.V. Als ik aan het Centraal Station aankom, is er in de inlichtingenkiosk van de Spoorwegen een aparte afdeeling van het vreemdelingenverkeer. Anders richt ik mij naar het gebouw Industria" aan het Rokin. Ik kom aan de balie van het inlichtingen bureau, en zoo uitheemsch kan mijn taal niet zijn, of er is wel een linguistische mouw aan te passen en ik kan vlot met een der jonge dames aan de balie in een der moderne talen confereeren. Gelukkig, nu zal ik weten. Waarmee kan ik U helpen", vraagt de jonge dame mij. En nu ben ik dus in mijn element. Nu kan ik vragen, wat ik maar wil. Ik zoek een goed hotel, dat zooveel mag kosten, en dat ligt in de nabijheid van het Rijksmuseum"; Waar kan ik goed visch eten?"; Wat zijn er voor musea op oudheidkundig gebied?"; Hoeveel dubbeltjes zitten er in een gulden?"; Hebt U een gidsje van de stad ?"; Hoe kom ik naar Marken ?"; Wie repareert in Holland kunstbeenen?"; In welke Hollandsche stad is een gebouw, dat Zwervershuis" heet?". Dit is nu maar wat er zoo in een uur gevraagd wordt aan de balie van het Verkeersbureau aan het Rokin. Deze juffrouw schrikt echter niet. Zij neemt een informatieblocnote, schrijft er mijn naam en mijn vraag op, en, in de meeste gevallen, onmiddellijk het antwoord. Zij teekent er een route op aan, noemt namen en bezienswaardigheden en vermeldt dat alles op het papier. Wat zij niet weet, ziet zij na. Een overweldigend documentatiemateriaal staat haar ten dienste, methodisch gerangschikt, zoodat binnen enkele minuten alle vragen beantwoord kunnen worden. En zoo gaat elke vrager binnen korten tijd weg, met zijn keurig briefje, waarop alles te lezen is. Het Verkeersbureau behoudt als herinnering aan dien vreemdeling en die vraag, een doorslag van het informatiepapiertje. Dat is zeer belangrijk. Want nu krijgt men daar een materiaal van duizenden vragen. Elk antwoord kan dus later gecontroleerd en eventueel verant woord worden. En daar men bovendien elke vreem deling vraagt, waartoe hij in hoofdzaak naar Am sterdam getrokken is, en zijn antwoord ook op het formulier vermeldt wordt, verkrijgt men ruim statistisch materiaal om zóó de buiten- enbinnenlandsche propaganda een wetenschappelijke basis te geven. MAAR de vragen worden niet steeds alleen zóó beantwoord. Er worden gidsen en folders verstrekt, kaartjes en gedrukte lijsten van hotels en restaurants en, sedert Juni, het groot-stedelijk verschijnsel van: La Semaine a Amsterdam; What's on this week? Die neue Woche", een volledige opgave van amusement, musea, exposities, diverse dienstregelingen en dergelijke. Ik voel mij, als vreemdeling, nu al een beetje thuis in Amsterdam. Menschen, die mijn taal vlot spreken, die mijn nooden begrijpen en mij, met vriendelijke behulpzaamheid, intelligent ter zijde staan. En nu ga ik dan mijn inlichtingen in de practijk brengen. Het is mogelijk dat ik een kunstzinnig vreemde ling ben. Ik ben gekomen voor Rembrandt" en de musea (26 pCt.), voor folklore (18 pCt.), of mijn belangstelling gaat meer uit naar het verkeer te water (10 pCt.), naar stedenschoon, industrie en nijverheid, Zuiderzee- en havenwerken of landschapsschoon. Maar hoe dan ook, ik begin mijn bezoek aan Amsterdam. Zal ik door de grachten varen? De canals" lijken mij heel interessant, of zal ik een rondrit door de stad maken, met Cook of LisBIJ DE FOTO'S Hierboven: Gasten van veraf en van dichtbij be zichtigen, achter den gids aan, het Koninklijk Paleis op den Dom Hiernaast: Een vreemde/ing krijgt inlichtingen in het Bureau van de Ver. voor Vreemdelingen Verkeer in het Centraal Station sone, of met de gemeente ? Ik kies Lissone, het is de drukst bezochte. En daar ga ik: Palace of the Queen". Hier gaan wij, gedistingeerde vreemde lingen, met dure foto- en filmtoestellen, onder in de groote hoop der gewone box-camera's", hier gaat onze vreemde taal onder in het geluid der tallooze streekdialecten, die Nederland heeft. Maar daar komt al de gids. Ze palace of ze queen was formerly ze townhall of Amsterdam", enzoovoort, met duizend bijzonderheden die ik, als vreemdeling, natuurlijk niet kan weten, hoewel ik het gevoel heb, dat ik, ware ik toevallig stadgenoot geweest, ze ook niet had kunnen bedenken. Dat paleis is wondermooi. Hoeveel stadgenooten zijn er in geweest? In de marmeren zaal dwalend, overpeins ik de vroegere glorie van deze rijke koopmansstad. Zouden we, of liever zouden ze, er op achteruit gegaan zijn? Ik ga verder met Lissone. De oude stad, Dam, Damrak, IJ en havens, Prins Hendrikkade. Onze vreemdelingen-aandacht wordt gevestigd op de mooie oude gevels. Inderdaad, verrassend mooi, ook als je het al zou kennen. Want men zegt wel, dat stedelingen hun eigen stad niet zien. En terwijl ik peins, zijn mijn medevreemdelingen al weer over een ander chapiter bezig. Het eten. Waar logeert U?" En waar U?" Hoe is het eten?" Rembrandt was een groot schilder. Het Kolkje is fantastisch mooi in de middagzon, maar die roastbeef, die ik kreeg, was beneden alle critiek". Een propagandist voor Holland minder. Welk een fraai gebouw is de Waag. Ik heb dat nooit vermoed. In het Jewish quarter" een diamondfactory". Very interesting. How much this one?" Nicht sehr ermüdend, aber fabelhafte Prezisionsarbeit!" En dan, gauw, verder naar het Rembrandt Square'', , ,Place Rembrandt'', w e kijken geamuseerd op een zoo groen stadscentrum. Acht honderdduizend inwoners is ook niet groot. Een stad die net bezig is uit te groeien uit de middel eeuwen. Neem me niet kwalijk. Zoo lijkt het heusch. En daar zijn al de shopping streets, het Stadt Theater" aan de Place de Leyden", en daar, in de zelfde architectuur als het Centraal. Station, verheft zich het Rijksmuseum. Wij stappen uit, wij gaan de trappen omhoog en staren vol ontzag naar de Ronde de Nuit", wij drentelen in een halfuur door Bol, Vermeer, de Hoogh en hoe ze verder heeten, alles natuurlijk Dutch masters", en we zitten weer. Het was ook wel wat vermoeiend. A MSTERDAM, zoo concludeer ik, na een paar /"\ dagen, is een heel mooie stad. Er is veel moois te zien en het zou voor vreemdelingen nog makke lijker en nog prettiger gemaakt kunnen worden. Voor de Amsterdammers zelf trouwens ook. Maar ze zijn op den goeden weg. Een goed georganiseerd bureau van de Vereeniging tot Bevordering van het Vreemdelingen Verkeer, waaraan gemeente, de ka mer van koophandel en particulieren bijdragen, helpt een heel eind in de goede richting. Een goede organi satie, veel fantasie en energie schijnt daar te heerschen. Voorkomendheid en behulpzaamheid, ge baseerd op een kundig systeem, zijn daar de beste eigenschappen. Ik heb in Amsterdam veel moois gezien. De schilderkunst, vooral de oude, is vrijwel eenig; de Marker visschers vond ik buitengewoon aardig; de grachten" zijn zeer schilderachtig en de oude stad is boeiend. De nieuwe wijken zijn werkelijk de moeite waard, en de menschen zijn behulpzaam. Ik geloof heusch, dat ik er nog eens terug zal komen ! VREEMDELING PAG. 7 DE GROENE No. 32-46

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl