Historisch Archief 1877-1940
'rouwen en vrouwenleven
AFGEZIEN' van de Amerikaansche
vrouwen, die, als in elk ander
land door hun aangeboren talenten
en daarbij grooten ijver, een
maatschappelijken werkkring hebben ge
vonden en de relatief niet zoo groote
groep, die in huis en gezin een vol
komen bevredigende taak gevonden
heeft, blijft er een derde groep vrouwen
over, die ik de buskruitvrouwen"
van Amerika wil noemen. En deze
groep is verreweg de grootste.
Dat zijn de millioenen Ameri
kaansche vrouwen, die door hun
sociale omstandigheden niet gedwongen
zijn, hun eigen brood te verdienen
en die evenmin een of ander talent
of roeping hebben, die uitsluitend een
normale belangstelling voor hun huis
houding en kinderen hebben, zoodat
zij, als dat alles goed verzorgd is.toch
nog veel tijd overhouden.
Het zijn deze buskruitvrouwen",
die het meest te lijden hebben onder
den last van de voorrechten die den
Amerikaanschen vrouwen opgelegd is.
Intelligent ,vrij, met goede opvoeding
zou de Amerikaansche vrouw namelijk
gaarne een directe bijdrage leveren tot
de wereld waarin zij leeft, en niet
slechts door middel van haar man en
kinderen. Maar dat kan zij meestal
niet. Haar privileges verbieden het
haar. Zij heeft zooveel voorrechten,
dat de wereld haar niet kan opeischen.
Haar vriendinnen ontmoedigen haar.
Zij vinden haar reuze flink" wat
beteekent: aanstellerig".
Want het vreeselijke gevolg van het
voorrecht is, dat het schepsel, dat
het krijgt, er door terneergeslagen
wordt, als door een ziekte. Toen eeu
wen geleden China veroverd was door
de barbaarsche Mandsjoes, gebruikten
de Chineezen een wapen, dat hun ten
slotte de overwinning schonk. Zij
lieten de overwinnaars", de Man
dsjoes, wonen in paleizen, zij deden al
het werk voor hen en lieten hen ge
nieten van wat er maar te krijgen was.
En na korten tijd regeerden de Chinee
zen weer over hun eigen land.
En zoo komt het, dat als ik hoor,
dat een Amerikaansche vrouw vroolijk
vertelt: Wij zijn de meest bevoor
rechte vrouwen op aarde", ik denk
aan de Mandsjoes en neerslachtig
wordt.
HET merkwaardige is, dat wij alles
zouden kunnen bereiken. We
kunnen studeeren, doktor worden,
advocate en we zouden toch in al die
gebieden eerste klas werkers kunnen
worden. Maar hoe dan ook, we zijn
het niet. Door onze voorrechten, die
ons tot geen enkele ernstige prestatie
dwingen, komen we in alles achter
den man aan, behalve dan in het ter
wereld brengen van kinderen.
De man moet, buiten de deur, al
zijn krachten inspannen. Anders komen
hij en zijn vrouw om. Maar de vrouw
hoeft alleen maar te zorgen, dat zij het
haar man naar den zin maakt. Anders
verliest zij haar kostwinnaar. Zoo is
de algemeene opvatting. En daardoor
zijn de mannen alles geworden: de
scheppers, de regeerders en zelfs de
kunstenaars.
Ingezonden
en niet geplaatste copy
wordt slechts geretourneerd indien
voorzien van gefrankeerde envelop
met naam en adres van den afzender
DE REDACTIE
99
Pead S. BucJc
Het huishouden is hiervoor geen ver
vanging. Hier heerscht geen discipline,
geen concentratie op een werk, dat
jaren achtereen wordt voortgezet.
Geen ernstig, scheppend denken. Ik
ben zoowel huisvrouw als kostwinster
geweest, en ik weet, dat de kost ver
dienen oneindig inspannender,
zenuwsloopender is dan huishouden. Kooken,
huishouden, voor de kinderen zorgen,
tenminste als je weet, dat de
bijbehoorende rekeningen betaald worden,
is bijna te vergelijken met de ontspan
ning na den zenuwsloopenden
maatschappelijken strijd in zaken en de
kunst. Veilig in huis vergeet een vrouw
zich te concentreeren op n ding,
steunend op een anders inspanning
wordt ze lui, zoo al niet physiek lui,
dan toch lui ten aanzien van dat cen
trum van haar wezen, dat de bron van
leven en ontwikkeling is, zoodat als
haar kinderen opgegroeid zijn, zij
nergens meer voor deugt.
Ik neem het haar heelemaal niet
kwalijk, dat zij een ontevreden, geïrri
teerde buskruitvrouw" wordt. Het
verwondert me alleen, dat ze niet
abnormaal wordt.
Want er is geen chef, om haar
precies te vertellen, wat er gebeuren
moet, geen instantie, die haar aanzet
tot goede systematische indeeling van
haar dagwerk, tot activiteit. Als een
vrouw, zonder financieele noodzaak
zonder dat zij de behoefte heeft, iets
te scheppen zichzelf een taak op kan
leggen en daar zelfbevrediging in kan
vinden dan is zij een bijna
bovenmenschelijk wezen.
En dus kan ik alleen maar begrip
hebben voor haar geïrriteerdtuii, haar
rusteloosheid, haar kinderachtigheid,
haar hollen achter modedingen en
modemenschen, haar zucht naar
kleeren, liefde, vermaak, haar kinderlijke
romantiek en haar verborgen cynisme.
En zoo ontstaat de ontevreden vrouw,
die buitenlanders hier opvalt.
NEEN, ik kan dat alles den vrouwen
niet kwalijk nemen. Mannen
zouden net zoo zijn als hun vrouw
eiken dag naar kantoor ging, als de
kinderen naar school zouden zijn, en
de man overdag alleen in huis zou zijn.
Als hij om tien uur 's morgens al met
een detective roman in zijn stoel kon
gaan zitten, hoewel rondom hem een
bezige wereld zich voorthaastte. Hij
zou zijn haar gaan krullen en een uur
besteden aan zijn nagels. Nee, zonder
de discipline van geregeld werk zou
de man dan zijn, waar de vrouw nu is.
Het is treurig, dat in deze
buskruit-vrouwen" voor de natie een bron
van energie verloren is gegaan. Be
dorven, schattig, rusteloos, leegloo
pend, zijn zij onze grootste ongeëxploi
teerd gebleven voorraad energie. Goede
hersens verbruikt bij bridge en films,
lezingen en geroddel, inplaats van
van constructief ingeschakeld voor
het welzijn der natie.
Ik ben altijd blij, als ik hoor, dat
een vrouw haar eigen brood moet ver
dienen, hoewel anderen haar dan be
klagen dat zij het nooit gewend is
geweest". Men moet haar eerder
gelukwenschen, omdat zij nu eindelijk
gedwongen wordt, geest en lichaam
zooveel mogelijk in te spannen, zoodat
ze zal weten, wat echte vermoeidheid
is en eerlijke uitputting en de heilige
angst, dat zij wellicht niet goed genoeg
is voor haar werk. Zij leert leven met
risico en met wedijver, zij leert mis
lukkingen te dragen en opnieuw
beginnen, en bovenal leert zij de vreugde
kennen van de algeheele zelfverlooche
ning die alleen kan optreden bij werk,
dat den geest en de ziel vervult.
De meest beklagenswaardige vrouw
is de matrone van middelbaren leeftijd,
die geen huishoudplichten meer heeft,
wier kinderen het huis uit zijn, die
geestelijk en lichamelijk nog volkomen
fit is, en die toch het gevoel heeft, dat
men haar niet meer noodig heeft. En
toch is zij niet meer te beklagen, dan
haar jongere zuster, die, juist van
school, voor het eerst de wereld rond
kijkt en nu den zelfden weg op zal gaan.
WAT moeten wij doen, zullen
wellicht sommigen mij vragen.
Wat kan een vrouw doen in de
Vereenigde Staten? Goed, weten zij wat
voor indruk de Vereenigde Staten
maken op de nieuwkomers? Het ziet
er uit als het huis van een vrijgezel.
Nergens is de hand van een vrouw"
te bespeuren. Het ziet er uit, naar wat
het is: een land gemaakt door mannen.
Naast de grootste schoonheid, de
grauwste vuilnis en slordigheid. Ik ben
door steden en dorpen gekomen waar
ik gedacht heb: Is het mogelijk, dat
hier ook maar n vrouw leeft". Vieze
poelen, vuile straten, ongeverfde ge
bouwen, niets van het zoo geroemde
vrouwelijke instinct voor schoonheid
en reinheid. Dat blijft blijkbaar binnen
de vier muren.
Overal in het land is voor vrouwen
iets te doen. Zij kunnen schoonheid
in stad en land maken, in het groot en
in het klein; zij kunnen posities ver
werven in openbare lichamen en
betere wetten maken. Betere omstan
digheden voor vrouwen, kinderen,
onderwijs, betere leermiddelen. Waar
om moeten verloskundigen mannen
zijn, of tandartsten of architecten?
Zaken worden zonder vrouwen opge
bouwd.
Ik zeg niet, dat als vrouwen zich
meer in het openbaar interesseerden,
plotseling alles in orde zou zijn. Maar
voor haar zelven zou de wereld er
anders uitzien. En bovendien zou door
haar voor nuttiger zaken aangewende
energie het land aanzienlijk verbeteren.
Ik beweer, dat het onzin is, als een
vrouw niet weet, wat er voor haar in
de wereld te doen is. Kleine taken
liggen overal in haar omgeving. Groote
taken liggen in den staat, of zelfs nog
daarbuiten. En laat zij zich er van
bewust worden, dat zij alles zal kunnen
wat zij werkelijk wil.
De vrouwen, die zich overgegeven
hebben aan hun voorrechten, zijn
dood, zij wachten nog op hun begrafe
nis. Maar voor de anderen, de
rusteloozen, onbevredigden, de buskruit
vrouwen", bestaat er nog alle hoop.
Ik luister naar haar ontevredenheid
met de hoop, die een dokter heeft bij
het onzeker kloppen van een ziek
hart. Zoolang een vrouw nog klaagt,
is zij een buskruitvrouw en nog steeds
in leven. En zoolang er leven is, is er
hoop !
J
n...
a, en toe
ffEN avondjapon? vraagt
misf?1 schien de een of ander, na
een vluchtigen blik op onze mode
foto van deze week. Haar gedachten
verwijlden misschien nog bij haar
strandcostuum, of hoogstens bij
het nieuwe mantelcostuum, waarin
zij de eerste koude najaarsdagen
hoopt door te komen, en waarover
zij t.z.t. op deze plaats stellig het
naadje van de kous zal kunnen
lezen; maar toch er zijn lieden
die plotseling een avondjurk noodig
hebben: een nieuwe, die ook van
den winter nu en dan te voor
schijn zal moeten komen. Zij
hebben misschien iets hooren ver
luiden over een soort queue", die
het allerlaatste modenieuwtje uit
Parijs is, en vreezen mogelijk, dat
zij er plots zonder queue niet chic
genoeg uit zullen zien.... Stel u
gerust, lezeres: in onze dagen is
het gelukkig niet meer zoo, dat een
nieuwe mode meteen een gebie
dende noodzaak wordt', er zijn
altijd tientallen mogelijkheden. Een
japon als die van de foto is altijd
goed; het model: een behoorlijk
ruime rok (de wijdte van achte
ren !), en een bolero van dezelfde
stof is niet opvallend, en tegelijk
modieus genoeg, en de stof zoo
origineel dat iedereen geïntrigeerd
het patroon, geïnspireerd door de
sierlijke ranken van erwten en
boonen, zal bekijken. De dame van
het plaatje draagt ten overvloede
nog een groote struik latyrus op
haar schouder; zij had het er ook
zonder kunnen stellen, en inplaats
van deze opzichtige garneering een
fraai sieraad kunnen kiezen
maar dat is een kwestie van
smaak!
PAG. 12 DE GROENE No. 3247