De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 26 augustus pagina 16

26 augustus 1939 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

geen .slaaf te zijn, als men werkt", verdedigde beslist en ernstig de Groningsche heer de waar digheid van den arbeid. Ik heb altijd met plezier gewerkt. Ik vind 't eigenlijk geen leven meer met dat pensioen", aldus zijn eigen thema weer op vattend. Vroeger had je je bestemming, je deed je plicht, 's avonds was je prettig moe, je had je krantje en je kopje thee, en je wist dat je ergens toe diende. Maar nu, die ochtenden, die ochtenden", zei hij weer met een zware zucht, je staat om zeven uur op, acht uur ontbijt en wat dan? Dan blijft zoo'n ochtend je zoo aankijken, tot je dan eindelijk de middag haalt de soos is wel aardig." Ik opperde de instelling van een ochtendsoos, maar zoo iets scheen volgens bepaalde wetten en statuten niet mogelijk te zijn, alleen maar 's mid dags soos, begrijpt u dame, alleen maar in den middag", mediteerde de vereenzaamde voor zich heen. Het voorstel om den dag wat later dan zeven uur te beginnen, schoof hij lusteloos van zich af: Vroeger altijd om zes uur opgestaan, mijn heele leven lang, dame, kan 't niet langer in bed uit houden." Een verhaal voor De Groene van Mary Dorna HET keurig geborstelde heertje met de peperen-zout-kleurige hangsnor was verreweg de aardigste in die coupé. Ondanks het duidelijke bordje Rooken" vroeg hij direct ouderwetschbeleefd, of ik het verdragen kon, zijn sigaar. Juist om het rooken was ik er binnengegaan: treincoupé's op warme vacantiedagen zonder rookers, maar met moeders en kinderen, die teveel lekkers hebben gekregen bij tantes en opoes ruiken minder prettig dan de (althans vroeger) door dames ge meden rookcoupé's. Het is altijd een afleiding voor ons mannen, het rooken", verklaarde het heertje joviaal-goedig met Groningsche nadrukennen". En meteen zat ik midden in een treingesprekje, dat kronkelde langs afleiding, verveling, narigheid, helsche pijnen en middelmatige botheid. Ik weet niet precies of gesprekjes kronkelen mogen, taalkundig; meestal wordt dat allïen aan verscholen boschpaden en andere rustieke wegen vergund, waarlangs dan beekjes lieflijk kabbelen. En ik had dit laatste woord misschien beter gekozen voor het gesprekje, wanneer de oorontsteking" er niet geweest was. Noch de dof-schorre stem, noch de zin zijner woorden ik bedoel van den onge lukkige met een oorontsteking achter den rug leek in eenig opzicht op het muzikaal gekabbel van een beekje. Hij had eerst wantrouwend en mistroostig naar ons zitten loeren met een gelaat, dat alleen uit verkeerde vouwen en rimpels gemaakt was en waar een paar waterige woedende oogjes, die heelemaal met oogleden en al naar beneden hingen, de aantrekkelijkheid niet van verhoog den. Hij zat er een heelen tijd zwijgend bij, onzeker of hij in ons tot dusver vreedzaam kabbelend gesprek zou springen, of tenslotte toch maar liever uit het venster naar de landschapsfilm of het niets staren tot plotseling een zin zijn gekwelde ooren trof en hij in een leelijke doffe lach uitbarst te. Het Groningsche heertje had de lof van den arbeid gezongen en het diep betreurd dat hij met pensioen was. Ik had nog getwijfeld en gevraagd Pension?", omdat vele eenvoudige zielen het toch wel zorgen vrije, gemakkelijke pensioen met het vaak zoo troostelooze begrip pension verwarren. Nee dame", antwoordde hij terneergeslagen en beleefd, ik ben nu al eenige jaren met pensioen. Die ochtenden, dame, zijn niet om doorheen te komen; de middagen gaan nog, dan heb ik de soos en een borrel maar die lange ochtenden, waar geen eind aan komen wil! Dan verlang ik soms naar m'n vroegere zakenreizen en de vroegtrein." Werk is een mooi ding, dame", besloot de goedige met groote overtuiging. Daarop kwam die genieene lach van de oorontsteking". Hij sprong pardoes in ons bezadigd net gesprekje en begon N.V. ARNHEMSCHE HYPOTHEEKBANK HYP. KAPITAAL BESCHIKBAAR TEGEN UITERST BILLIJKE VOORWAARDEN D« DiiMtle: Mr J. F. VERSTEKVEN?Mr. H. O. VAN EVERDINGEN met iets duisters op schorren toon en slordige manier te zeggen: Zouden jullie wel eens willen weten, wat ik bij elke klant denk, die de deur uitgaat, als ik weer in mijn zaak terugkom heb nou in 't ziekenhuis gelegen, na de eene beroerdigheid krijg je de andere raai es wat ik denk?" Het nette heertje keek hulpeloos naar mij en ik durfde niets te zeggen. Stik denk ik, daar nou!" Het on nette woord had ik vermoed bij 's mans geestes gesteldheid en we waren allemaal even stil. TOEN mengde zich de knoopenbranche" er in, een onaangenaam tevreden en zelfingenomen iemand: Staat u lang niet mooi, meneer", mora liseerde deze steunpilaar der maatschappij, 't Zijn toch zeker uw klanten, 't is toch uw brood zoo te zeggen." Me brood", bauwde de oorontsteking" hem na, me brood met margarine en met 39 graden koorts in me kop. Komt zoo'n kapsones-mensch een truitje ruilen voor de derde keer en ze ziet vlekkies waar geen vlekkies zijn en me kop barst me onderhand." Iedereen mankeert wel eens wat", repliceerde de onaandoenlijke knoopenbranche luch tig en tactloos. Zoo, mankeert wel eens wat, noemt ie dat", de oorontsteking ging half opstaan en ik vreesde haast dat hij de knoopenbranche te lijf wilde. Beetje verkouwe hè, beetje last van hoofdpijn, zeker, met zoo'n dikke rooie kop heb je gemakkelijk praten", eindigde de tot op het bloed getergde hoonend. Om erger te voorkomen gaf ik te kennen, dat oorontsteking iets afschuwelijks was en erg veel pijn deed; ik wist het toevallig van een goede ken nis. Ik had niet meer in de achting kunnen stijgen, wanneer ik een hertog van den bloede als goede kennis had gepresenteerd het scheen nobel en eervol te zijn op goeden voet te staan met lieden die aan oorontsteking hadden geleden. Ik kreeg een drastische beschrijving van de verschijnselen en uitwerkingen dezer ontzettende kwaal, al som berder werd zijn pijnlijk relaas en eindelijk was hij aan de operatie toe, hoe hij 't overleefd had wist hij niet, maar ze hadden een stuk uit z'n hersens of daar in de buurt gesneden zijn verstand was even groot gebleven, of even klein voegde hij er met sombere humor aan toe. Juist wilde hij mij het lidteeken laten zien als uiting van opperste vertrouwelijkheid, toen de knoopenbranche die al lang teekenen van ongeduld had gegeven, plotseling hem in de rede viel: Tsje chisch knoopje hebt u daar aan uw mantel. Geen knoop op de wereld die ik niet ken. Goedkoop Tsjechisch knoopje." Hij duwde me eenige kar tonnen met knoopen onder mijn neus, waarbij hij bliksemsvlug afrafelde: Japansche tinnef, Tsje chisch- iets beter, Engelsch- het beste, weer van dat Japansche goedkoope goed, die maken de markt kapot." De oorontsteking, die juist begon op te leven bij het uitvoerig relaas van zijn kwellingen en me iets zeldzaams op operatiegebied wilde demonstreeren, barstte ineens woedend uit: Ik wou dat jij in een knoop stikte! Geen grein gevoel, ba wat een vent, zoo'n klein misselijk reizigertje, zoo'n slaafie, echt zoo'n slaafie." En toch behoeft men DE oorontsteking zat onrustig wiebelend op zijn Stichwort" te wachten, zoodat hij nu gretig inviel: Niet in bed uithouden, man ben je niet wijs. Kon ik maar met je ruilen, je mag me zaak kedoo hebben hoor. Maar ik ben een Schlemiel, kan ik eens lekker in bed liggen, dan heb ik een oor ontsteking 'k zal u straks verder vertellen", beloofde hij me terloops, en heb je een ooront steking, dan krimpeer je zoo van de pijn, dat je van je heele lekkere bed niks meer merkt. Konden we maar oversteken", zuchtte hij zwaarmoedig, ik lekker dat pesjoen van u en u de zaak en desverlangd me vrouw en kinders erbij. Asjeblieft", voegde hij er als een soort uitnoodiging aan toe. Ik had graag vrouw en kinderen gehad, meneer", de Groningsche heer zei het met plechtige en even trillende stem. Het leven zou er dan heel wat mooier en gelukkiger voor me uitgezien hebben heel wat prettiger en gezelliger. Mijn verloofde is jong gestorven." Laten ze nu hierover hun mond houden, bad ik den Hemel en alles wat ervoor in aanmerking komt om kletsende, harde ik-menschen te doen zwijgen over iets dat kwetsbaar en broos is. Gelukkig nam de oorontsteking het thema: lang in bed liggen en niks te doen hebben, maar zonder pijn dan, weer op. En een beetje hengelen wilde hij er dan nog bij, eigenlijk was hij niet zoo heel erg. Lekker in 't zonnetje zitten en aan niks denken en je pakje boterhammen mee en de tijd is om voor je 't weet", hij werd bijna opgewekt bij de voorstel ling van deze eenvoudige geneugten. Er viel een pauze in. Stil vervolgde elk zijn eigen gedachtenreeksen. Alleen het onverbiddelijk en onverschillig treinrhytme was hoorbaar. Alles op zijn tijd", mediteerde de middelmatige knoopenbranche hardop verder (zijn zelfingenomen toon werd onuitstaanbaar), je natje en je droogje, op tijd op, op tijd naar bed, op tijd je zaken doen, op tijd je verzetje, alles op zijn tijd, een mensch moet altijd aan zijn tijd denken, time is money", besloot hij zijn vulgaire levenswijsheid. Op tijd stikken", wenschte de oorontsteking met weinig variatie in zijn vocabulaire, doch des te grimmiger, den volkomen aan de maatschappij aangepaste, die hem zoo nuchter uit zijn aangename hengelaarsfantasiën had gehaald. Gelukkig werd me het verdere relaas van de operatie bespaard. We waren aangekomen. De Nederlandsche Spoorwegen bleken 't met de knoopenbranche" volkomen eens te zijn. Precies op zijn tijd" 15.25 arriveerde de trein aan het Beursstation. We waren aangekomen met onze kleine en groote angsten, kleine en groote zieligheid en meei dan levensgroote alledaagschheid. We komen altijd wel aan. FA F. SINEMUS 20 Leldschestrut 22 AM STERDAM C. GEKL OVERHEMDEN NAAR MAAT VAN Fl. 8. AF PRIMA COUPE EN AFWERKING EIGEN ATELIER PAG. 16 DE GROENE No. 3247

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl