Historisch Archief 1877-1940
geen .slaaf te zijn, als men werkt", verdedigde
beslist en ernstig de Groningsche heer de waar
digheid van den arbeid. Ik heb altijd met plezier
gewerkt. Ik vind 't eigenlijk geen leven meer met
dat pensioen", aldus zijn eigen thema weer op
vattend. Vroeger had je je bestemming, je deed
je plicht, 's avonds was je prettig moe, je had je
krantje en je kopje thee, en je wist dat je ergens toe
diende. Maar nu, die ochtenden, die ochtenden",
zei hij weer met een zware zucht, je staat om
zeven uur op, acht uur ontbijt en wat dan? Dan
blijft zoo'n ochtend je zoo aankijken, tot je dan
eindelijk de middag haalt de soos is wel
aardig."
Ik opperde de instelling van een ochtendsoos,
maar zoo iets scheen volgens bepaalde wetten en
statuten niet mogelijk te zijn, alleen maar 's mid
dags soos, begrijpt u dame, alleen maar in den
middag", mediteerde de vereenzaamde voor zich
heen.
Het voorstel om den dag wat later dan zeven uur
te beginnen, schoof hij lusteloos van zich af:
Vroeger altijd om zes uur opgestaan, mijn heele
leven lang, dame, kan 't niet langer in bed uit
houden."
Een verhaal voor De Groene
van Mary Dorna
HET keurig geborstelde heertje met de
peperen-zout-kleurige hangsnor was verreweg de
aardigste in die coupé. Ondanks het duidelijke
bordje Rooken" vroeg hij direct
ouderwetschbeleefd, of ik het verdragen kon, zijn sigaar. Juist
om het rooken was ik er binnengegaan:
treincoupé's op warme vacantiedagen zonder rookers,
maar met moeders en kinderen, die teveel lekkers
hebben gekregen bij tantes en opoes ruiken minder
prettig dan de (althans vroeger) door dames ge
meden rookcoupé's. Het is altijd een afleiding
voor ons mannen, het rooken", verklaarde het
heertje joviaal-goedig met Groningsche
nadrukennen". En meteen zat ik midden in een
treingesprekje, dat kronkelde langs afleiding, verveling,
narigheid, helsche pijnen en middelmatige botheid.
Ik weet niet precies of gesprekjes kronkelen mogen,
taalkundig; meestal wordt dat allïen aan verscholen
boschpaden en andere rustieke wegen vergund,
waarlangs dan beekjes lieflijk kabbelen. En ik
had dit laatste woord misschien beter gekozen voor
het gesprekje, wanneer de oorontsteking" er
niet geweest was. Noch de dof-schorre stem, noch
de zin zijner woorden ik bedoel van den onge
lukkige met een oorontsteking achter den rug
leek in eenig opzicht op het muzikaal gekabbel
van een beekje. Hij had eerst wantrouwend en
mistroostig naar ons zitten loeren met een gelaat,
dat alleen uit verkeerde vouwen en rimpels gemaakt
was en waar een paar waterige woedende oogjes,
die heelemaal met oogleden en al naar beneden
hingen, de aantrekkelijkheid niet van verhoog
den.
Hij zat er een heelen tijd zwijgend bij, onzeker of
hij in ons tot dusver vreedzaam kabbelend gesprek
zou springen, of tenslotte toch maar liever uit
het venster naar de landschapsfilm of het niets
staren tot plotseling een zin zijn gekwelde ooren
trof en hij in een leelijke doffe lach uitbarst
te.
Het Groningsche heertje had de lof van den arbeid
gezongen en het diep betreurd dat hij met pensioen
was. Ik had nog getwijfeld en gevraagd Pension?",
omdat vele eenvoudige zielen het toch wel zorgen
vrije, gemakkelijke pensioen met het vaak zoo
troostelooze begrip pension verwarren. Nee dame",
antwoordde hij terneergeslagen en beleefd, ik
ben nu al eenige jaren met pensioen. Die ochtenden,
dame, zijn niet om doorheen te komen; de middagen
gaan nog, dan heb ik de soos en een borrel
maar die lange ochtenden, waar geen eind aan
komen wil! Dan verlang ik soms naar m'n vroegere
zakenreizen en de vroegtrein."
Werk is een mooi ding, dame", besloot de
goedige met groote overtuiging. Daarop kwam die
genieene lach van de oorontsteking". Hij sprong
pardoes in ons bezadigd net gesprekje en begon
N.V. ARNHEMSCHE HYPOTHEEKBANK
HYP. KAPITAAL
BESCHIKBAAR
TEGEN UITERST BILLIJKE VOORWAARDEN
D« DiiMtle:
Mr J. F. VERSTEKVEN?Mr. H. O. VAN EVERDINGEN
met iets duisters op schorren toon en slordige
manier te zeggen: Zouden jullie wel eens willen
weten, wat ik bij elke klant denk, die de deur uitgaat,
als ik weer in mijn zaak terugkom heb nou in
't ziekenhuis gelegen, na de eene beroerdigheid
krijg je de andere raai es wat ik denk?" Het
nette heertje keek hulpeloos naar mij en ik durfde
niets te zeggen. Stik denk ik, daar nou!" Het on
nette woord had ik vermoed bij 's mans geestes
gesteldheid en we waren allemaal even stil.
TOEN mengde zich de knoopenbranche" er in,
een onaangenaam tevreden en zelfingenomen
iemand: Staat u lang niet mooi, meneer", mora
liseerde deze steunpilaar der maatschappij, 't Zijn
toch zeker uw klanten, 't is toch uw brood zoo te
zeggen." Me brood", bauwde de oorontsteking"
hem na, me brood met margarine en met 39 graden
koorts in me kop. Komt zoo'n kapsones-mensch
een truitje ruilen voor de derde keer en ze ziet
vlekkies waar geen vlekkies zijn en me kop barst me
onderhand." Iedereen mankeert wel eens wat",
repliceerde de onaandoenlijke knoopenbranche luch
tig en tactloos. Zoo, mankeert wel eens wat,
noemt ie dat", de oorontsteking ging half opstaan
en ik vreesde haast dat hij de knoopenbranche te
lijf wilde. Beetje verkouwe hè, beetje last van
hoofdpijn, zeker, met zoo'n dikke rooie kop heb
je gemakkelijk praten", eindigde de tot op het
bloed getergde hoonend.
Om erger te voorkomen gaf ik te kennen, dat
oorontsteking iets afschuwelijks was en erg veel
pijn deed; ik wist het toevallig van een goede ken
nis.
Ik had niet meer in de achting kunnen stijgen,
wanneer ik een hertog van den bloede als goede
kennis had gepresenteerd het scheen nobel en
eervol te zijn op goeden voet te staan met lieden
die aan oorontsteking hadden geleden. Ik kreeg
een drastische beschrijving van de verschijnselen
en uitwerkingen dezer ontzettende kwaal, al som
berder werd zijn pijnlijk relaas en eindelijk was hij
aan de operatie toe, hoe hij 't overleefd had wist
hij niet, maar ze hadden een stuk uit z'n hersens
of daar in de buurt gesneden zijn verstand was
even groot gebleven, of even klein voegde hij
er met sombere humor aan toe.
Juist wilde hij mij het lidteeken laten zien als
uiting van opperste vertrouwelijkheid, toen de
knoopenbranche die al lang teekenen van ongeduld
had gegeven, plotseling hem in de rede viel: Tsje
chisch knoopje hebt u daar aan uw mantel. Geen
knoop op de wereld die ik niet ken. Goedkoop
Tsjechisch knoopje." Hij duwde me eenige kar
tonnen met knoopen onder mijn neus, waarbij hij
bliksemsvlug afrafelde: Japansche tinnef, Tsje
chisch- iets beter, Engelsch- het beste, weer van
dat Japansche goedkoope goed, die maken de markt
kapot."
De oorontsteking, die juist begon op te leven
bij het uitvoerig relaas van zijn kwellingen en me
iets zeldzaams op operatiegebied wilde
demonstreeren, barstte ineens woedend uit: Ik wou dat
jij in een knoop stikte! Geen grein gevoel, ba wat
een vent, zoo'n klein misselijk reizigertje, zoo'n
slaafie, echt zoo'n slaafie." En toch behoeft men
DE oorontsteking zat onrustig wiebelend op
zijn Stichwort" te wachten, zoodat hij nu
gretig inviel: Niet in bed uithouden, man ben je
niet wijs. Kon ik maar met je ruilen, je mag me
zaak kedoo hebben hoor. Maar ik ben een Schlemiel,
kan ik eens lekker in bed liggen, dan heb ik een oor
ontsteking 'k zal u straks verder vertellen",
beloofde hij me terloops, en heb je een ooront
steking, dan krimpeer je zoo van de pijn, dat je
van je heele lekkere bed niks meer merkt. Konden
we maar oversteken", zuchtte hij zwaarmoedig,
ik lekker dat pesjoen van u en u de zaak en
desverlangd me vrouw en kinders erbij. Asjeblieft",
voegde hij er als een soort uitnoodiging aan
toe.
Ik had graag vrouw en kinderen gehad, meneer",
de Groningsche heer zei het met plechtige en even
trillende stem. Het leven zou er dan heel wat
mooier en gelukkiger voor me uitgezien hebben
heel wat prettiger en gezelliger. Mijn verloofde is
jong gestorven." Laten ze nu hierover hun mond
houden, bad ik den Hemel en alles wat ervoor in
aanmerking komt om kletsende, harde ik-menschen
te doen zwijgen over iets dat kwetsbaar en broos
is.
Gelukkig nam de oorontsteking het thema: lang
in bed liggen en niks te doen hebben, maar zonder
pijn dan, weer op. En een beetje hengelen wilde hij
er dan nog bij, eigenlijk was hij niet zoo heel
erg. Lekker in 't zonnetje zitten en aan niks denken
en je pakje boterhammen mee en de tijd is om voor
je 't weet", hij werd bijna opgewekt bij de voorstel
ling van deze eenvoudige geneugten.
Er viel een pauze in. Stil vervolgde elk zijn eigen
gedachtenreeksen. Alleen het onverbiddelijk en
onverschillig treinrhytme was hoorbaar.
Alles op zijn tijd", mediteerde de middelmatige
knoopenbranche hardop verder (zijn zelfingenomen
toon werd onuitstaanbaar), je natje en je droogje,
op tijd op, op tijd naar bed, op tijd je zaken doen,
op tijd je verzetje, alles op zijn tijd, een mensch
moet altijd aan zijn tijd denken, time is money",
besloot hij zijn vulgaire levenswijsheid.
Op tijd stikken", wenschte de oorontsteking
met weinig variatie in zijn vocabulaire, doch des
te grimmiger, den volkomen aan de maatschappij
aangepaste, die hem zoo nuchter uit zijn aangename
hengelaarsfantasiën had gehaald.
Gelukkig werd me het verdere relaas van de
operatie bespaard. We waren aangekomen. De
Nederlandsche Spoorwegen bleken 't met de
knoopenbranche" volkomen eens te zijn. Precies
op zijn tijd" 15.25 arriveerde de trein aan
het Beursstation. We waren aangekomen met
onze kleine en groote angsten, kleine en groote
zieligheid en meei dan levensgroote
alledaagschheid. We komen altijd wel aan.
FA F. SINEMUS
20 Leldschestrut 22
AM STERDAM C.
GEKL OVERHEMDEN
NAAR MAAT
VAN Fl. 8. AF
PRIMA COUPE EN AFWERKING
EIGEN ATELIER
PAG. 16 DE GROENE No. 3247