De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 26 augustus pagina 17

26 augustus 1939 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

Een avond van beschaving A. Viru/y H1 Het moet al een zeer barbaars wijndrinker zijn die niet weet dat J. W. F. Werumeus Buning. Ik zie, ik zie, wat gij niet ziet". J. W. F. Werumeus Buning. |ET was op een zomeravond, schemerig en koeler in de buiten lucht reeds en even voor het uur, waarop de Amsterdammers elkander zo gaarne verzen beginnen voor te lezen. Over de Heerengracht haastte ik mij voor dat doel naar de kamer van Ferwedeus Tiening, dien ik eerst onlangs had ontmoet. Een man, vastberaden en tegelijk droomverloren verdiept in een deeltje poëzie, was toen met stille glimlach komen wandelen uit het restaurant van Schip hol, waarin op zomeravonden patricische Nederlanders tijdens den eten naar hun de luchtvaart bedrijvende medemensen zitten te kijken met zoveel aandachtige smaak als waarmee hun voorzaten te Rome neerblikten op de voor de leeuwen geworpen christenen; hij was, het hoofd genieten de over de strophen gebogen, rechttoe naar een draaiende Douglaspropellor gelopen, ik had hem haastig terzijde geslingerd waarbij hij helaas was komen te vallen en hij had toen gezegd, Ferwe deus Tiening te heten en van meening te wezen, dat wij er samen eentje moesten nemen hoewel ruwheid van optreden hem in het algemeen onsympatiek was. Eentje van wat?" had ik vol argwaan eerst willen weten. Terwijl een mécano wit van schrik de motor nu geheel overbodig af zette en verschillende bagageknechts op den nog op het beton liggenden heer Tiening afdraafden, was deze langzaam ietwat overeind gekomen tot hij op n elleboog steunde en zich met de vrije hand voorlopig het stof van de revers kon kloppen. Een fonkelrode Spaanse wijn, vol en doorzengd als de wingerden boven Sevilla of desnoods een vurige Amontillado, als ge wenst", had hij, tot mij opziende, geantwoord. Ik had geaccepteerd, hem dan geheel overeind geholpen en hem ook op de schouders af gestoft. Want ik herlees vanavond Maria Lecina", had hij dan nog verklaard, toen wij het restaurant inliepen. Was het wonder, dat ik mij van een bezoek bij dezen heer thans iets goeds voor stelde? Ze leek mij lang, de Heeren gracht, en stevig beende ik voort tot ik kon aanschellen naast een wijnhandel, waarvan het welverzorgde toonraam het eerste licht der straat lantarens spiegelde. NADAT mijn gastheer opgerezen was om mij te begroeten en mij een wel zeer gemakkelijke fauteuil te wijzen, legde hij zich op een blauwe divan neder in dezelfde houding, die hij op het beton van het vliegveld aanvankelijk had aangenomen. Steu nende op heup en elleboog verklaarde hij, dat in het algemeen bezoek van beschaafde mensen op mooie zomer avonden hem veel genoegen deed hoewel eigenlijk juist dan eenzame lectuur van voortreffelijke boeken hem meer verkwikte en hij sprak de hoop uit, dat ook ik tijdens mijn bezoek voldoende beschaafd en rijk aan cultuur zou blijken. H.B.S.", zei ik, een beetje ver drietig, want liever ware het mij geweest, van gymnasium althans van lyceum te hebben kunnen spreken. Driejarig?" informeerde hij als terloops, terwijl echter een lichte schaduw zijn wellevendheid even overhuiverde. Toen ik echter van een vijf jarig einddiploma bleek te kunnen gewagen, verhelderden zich weer zijn trekken en rustig spraken wij dan enige tijd over het weer, dat in die dagen mooi en droog was voor Augus tus. Maar toen tijdens dit gesprek een van de vele boeken, die rond hem op de divan lagen, met een aangenaam klapje op de grond viel, verander de hij plotseling van onderwerp. Racine!", zei hij, met een overglansd gezicht het deeltje opnemende en even met een vluchtige devotie de blaadjes tussen de vingers doende ritselen, Racine l" en of ik ook zo vaak de klassieken las ? Vroeger meer dan thans.. .." zei ik, om der wille van de sfeer in dit vertrek mijn stem in nadenkendheid doende uitsterven of er een wereld van motieven achter dit standpunt lag, hoewel ik mijn verzamelde kennis van Racine op de achterzijde ener postzegel had kunnen neerschrijven. Ik zuchtte ook een zucht, waarachter een levensinzicht had kunnen schuilen maar die hem niettemin deed raden: Meent U met vroeger" Uw schooleducatie? Neen toch! Op de H.B.S. leest men Pierre Corneille en Jean Racine immers, of deze verheven geesten zomaar Piet Kraai en Jan Wortel geheten hebben zoals men er de fijnzinnige ironie van Jean de la Fontaine's fabels in 't klompenneder lands pleegt te vertalen of Jan van de Pomp ze geschreven had. Helaas .. .." en nu was het zijn beurt om een zucht van levensinzicht te zuchten en dan las hij mij ruim een kwartier Racine en bijna een half uur Corneille voor, wat mij uit de aard der zaak bijzonder opgetogen en rijk van binnen, evenwel ook deksels dorstig maakte. Dat ontging den goeden gastheer niet. Ja, vreemd l" brak hij ergens diep achterin een alexandrijn af. Lees ik de klassieken, dan denk ik nooit aan dranken. Zij zijn zichzelf genoeg. Bij hen vraagt de geest niet naar meerder stimulans. Niettemin laat ons thans iets drinken en leest U mij thans op Uw beurt enige verzen voor. U vindt daar vast wel juist datgene, waarnaar in dit uur uw hart ook maar mocht uitgaan." Hij wees achteloos de hoge boekenrijen af, welke de kamer rondom opvrolijkten. Welken dichter kiest U? Dan haal ik alvast de bijbehorende wijn. U bent toch als beschaafd mens met mij eens, dat men onze dichters niet bij de verkeerde wijn moet lezen zomin als men een Chambertin bij baars of een Bordeaux bij patrijs of soep zal schenken? Of zoudt U soms een koele fijnzoete Chateau Yquem 1924 bij den warmzinnigen Hoornik 1938 of bij een gloeiend '86er sonnet van Kloos kunnen genieten?" Jasses neen. Nimmer", zei ik, huiverend van afschuw hoewel ietwat onzeker omdat deze vorm van bescha ving feitelijk nieuw voor mij was. Maar kan men zo iets bekennen? Een zielsverwant, dus", consta teerde Ferwedeus Tiening tevreden. Dat stemt mij gelukkig. Hoe vaak stoot ik mij er aan, dat welopgevoede mensen, die toch waarachtig geen rode bourgogne met makreel of tonijn zullen gaan combineren, er geen been in zien om deze te drinken terwijl men hen Slauerhof voorleest terwijl toch Slauerhof duidelijk vraagt om minstens zoveel zeewind over de rijpende wingerd als waarop alleen de allerwestelijkste chateaux van Bor deaux zich kunnen beroemen. Dat is het soort mensen, dat meent zich met een doodgewone witte Graves de keel te kunnen smeren in plaats van met minstens een '2ger Grand Montrachet, wanneer ze Boutens zul len gaan lezen of die bij Gorter's Mei, de hemel vergeve hen want ik kan het niet, een donkere, volontwikkelde Bourgogne schenken l" Onbeschaafde, grove naturen. Lui van de mulo, vermoedelijk", gaf ik toe. Maar nu U evenwel van Mei spreekt " Uitstekend", zei mijn gastheer. Het staat ginds op de tweede plank. Dan haal ik ondertussen een Cham pagne nature voor de eerste tien bladzijden en de goed doorzonde maar lichte Roséd'Anjou, die wij verderop daar niet bij zullen kunnen missen". FN L. ei zo zaten wij dan die avond en een groot deel van de nacht tezamen totdat de maan reeds hoog boven de verre Amstel gerezen stond. Maar toen lazen wij al lang niet uit Mei" meer; toen hadden wij al van Bloem gelezen met van de beste Bordeaux daarbij, die het hart tegelijk zwaar van goed verlangen en licht van vreugde om het heden maakt, toen hadden wij al erover getwist of de zoetste Suduiraut bij Perk droog dan wel of Perk bij Suduiraut realistisch werd, wij hadden elkaar bij enkele bladzijden Greshoff genie tend toegeklonken met een pittige, eerlijke, toch elegante Pomerol en lang zitten philosoferen boven een oude Armagnac, waarbij, o wonder, enkele welhaast verjaarde rijmen van Jani Roland Holst het nog voortreffe lijk bleken te doen. Ik moet zeggen, dat wij toen echter ook al een weinig overgechambreerd waren geworden zo dat het onderscheidingsvermogen wel licht wat geleden had. Ferwedeus Tiening dommelde bijwijlen over stro phen en glazen in, herinner ik mij, en soms vroeg hij of ik nu nog altijd niet weg ging maar schonk mij dan opnieuw in alvorens ik kon oprijzen. Slechts eenmaal leefde hij, tegen de morgen, nog op, toen ik hem vroeg, wat hij bij Werumeus Buning placht te schenken. Met een ruk lichtte hij toen zijn fijnbesneden kop van tussen de likeurkaraffen op. Bij den criticus? den lyriker? den epicus? den smulpaap?" vroeg hij. Buning is een groot probleem voor me. Ik heb honderd-vijf-enzeventig Bordeaux en bijna honderd overige Franse wijnen en waarachtig, toen je mij op Schiphol met Maria Lecina trof, was ik zelfs met die uitzoek ten einde raad. Weet je, hoe moeilijk Buning is? Doe deze blinddoek eens voor, dan zal ik je een raadsel opgeven." Ik deed zoals mij gevraagd was en hoorde hem een zijner edele gildeglazen volschenken. Nu neem ik een zijner critieken .... hier, op goed geluk trek ik er, even kijken.... deze bespreking van een Aiasopvoering uit. Ik ga lezen. Wacht even, luister, neem dan het glas bij de voet, snuif de geur op, drink.... en zeg mij, wat je drinkt." Hij begon te lezen; in de serene nachtstilte van de kamer klonk het geluid van zijn aandachtige, zorgvuldige stem ernstig en met eerbied voor de taal. Ik proefde zorgvuldig. Het smaakt er goed bij en ik houd het voor een zoete bordeaux van een jaar of twintig ouderdom," zei ik. Mis", betreurde mijn gastheer. En dat dacht ik wel. Het is gewone, jonge onversneden Hollandse azijn; merk waardig, dat je die bij dit proza zoet vond ! En nu zal ik je wat van mijn allerfijnste en rijkstgenuanceerde Cha teau Lafite en heus geen gewone Lafitte met twee t's van 1914 laten drinken en er wat van zijn lyriek bij lezen en je zult merken, dat zelfs die onvolprezen wijn den dichter nog niet goed aan kan. Hij maakt het mij moei lijk, die man. Weet je, dat ik er soms wakker van lig! Maar wat gloort daar? de lucht is al rood, de vogels zingen al over de Heerengracht: ei ziet, de dagh comt aen ! Wat zou het heerlijk zijn, als je nu niet meer bleef marren en ik naar bed kon gaan !" Ik vertrok, maar niet dan nadat hij mij eerst nog bij een jasknoop had vastgehouden teneinde mij een Cham pagne te doen drinken, die nu eenmaal de beste drank bij zonsopgang is. Langzaam ben ik weer naar huis gelopen, ik hoefde die dag niet meer te vliegen, dat kwam dus gelukkig heel goed uit. fl een voor neeren De man als heer en de heer als man ALS een vrouw zich misdraagt of de goede manieren veronacht zaamt, zal niemand het in zijn hoofd halen om te zeggen: Blijf nou dame." De oorzaak hiervan is deze, dat een vrouw zich natuurlijk nooit misdraagt. Een vrouw wordt dame zoodra ze in gezelschap is, als ze alleen is, is ze alleen maar vrouw". Een dame allén bestaat nu eenmaal niet. En bij ons mannen is het ongeveer hetzelfde: in gezelschap zijn weheeren. De spreuk: De kleeren maken de man" is onjuist. De kleeren maken de heer" is eveneens een grove leugen. Natuurlijk speelt de kleeding een be langrijke rol, maar bestaan er in het zwembad dan soms gén heeren? Er zijn nu eenmaal twee soorten mannen: de heeren en de niet-heeren. De tusschenklasse bestaat uit artisten en andere idealisten. Maar het ge lukkigst van allemaal zijn de als heer gekleede personen", want die kunnen met hun confectiepakjes boven hun stand leven en wandelen en de illusie hebben dat ze echte heeren zijn zonder de verplichtingen die het heerschap" met zich brengen. Zij zijn gelukkig in hun Zondagsche illusie, want niemand weet dat hun horloge van doubléis, niemand weet, en zijzelf weten het ook niet, dat hun nagels in hun hand schoenen niet geheel onberispelijk zijn. Deze pseudo-heeren pogen slechts de echte heeren in discrediet te brengen, en daarom zou het niet te verwonderen zijn als het binnenkort de groote mode werd om met een pruim in de mond en rafels aan de broek rond te loopen. Maar dan natuurlijk heele dure handgeweven kunstrafels en door modeexperts ontworpen vetvlekken. Het is opmerkelijk dat de spreuk Een heer, een heer, een woord, een woord" niet bestaat. De consequentie hiervan is dat een heer de verplichting heeft tevens man te zijn, terwijl het omgekeerde niet het geval is. HEERENKLEEDiNG VOOR VADER EN ZOON TOT REDELIJKE PRUZEH ADRIAAN SCHAKEL HEIUGEWEG . TELEFOON 37273 AMSTERDAM ,,De man wordt gemaakt door de kleeren" Wil 'n bekend spreekwoord beweren, Maar hoe dit ook zij Eén ding hoort er nog bij, 't Is: De kleeding van Schakel maakt kleeren. PAG. 17 DE GROENE No. 3247

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl