Historisch Archief 1877-1940
Een avond van beschaving
A. Viru/y
H1
Het moet al een zeer barbaars
wijndrinker zijn die niet weet
dat
J. W. F. Werumeus Buning.
Ik zie, ik zie, wat gij niet
ziet".
J. W. F. Werumeus Buning.
|ET was op een zomeravond,
schemerig en koeler in de buiten
lucht reeds en even voor het uur,
waarop de Amsterdammers elkander
zo gaarne verzen beginnen voor te
lezen. Over de Heerengracht haastte
ik mij voor dat doel naar de kamer
van Ferwedeus Tiening, dien ik eerst
onlangs had ontmoet. Een man,
vastberaden en tegelijk
droomverloren verdiept in een deeltje poëzie,
was toen met stille glimlach komen
wandelen uit het restaurant van Schip
hol, waarin op zomeravonden
patricische Nederlanders tijdens den eten
naar hun de luchtvaart bedrijvende
medemensen zitten te kijken met
zoveel aandachtige smaak als waarmee
hun voorzaten te Rome neerblikten
op de voor de leeuwen geworpen
christenen; hij was, het hoofd genieten
de over de strophen gebogen, rechttoe
naar een draaiende Douglaspropellor
gelopen, ik had hem haastig terzijde
geslingerd waarbij hij helaas was komen
te vallen en hij had toen gezegd, Ferwe
deus Tiening te heten en van meening te
wezen, dat wij er samen eentje moesten
nemen hoewel ruwheid van optreden
hem in het algemeen onsympatiek was.
Eentje van wat?" had ik vol
argwaan eerst willen weten.
Terwijl een mécano wit van schrik
de motor nu geheel overbodig af
zette en verschillende bagageknechts
op den nog op het beton liggenden
heer Tiening afdraafden, was deze
langzaam ietwat overeind gekomen
tot hij op n elleboog steunde en zich
met de vrije hand voorlopig het stof
van de revers kon kloppen. Een
fonkelrode Spaanse wijn, vol en
doorzengd als de wingerden boven Sevilla
of desnoods een vurige Amontillado,
als ge wenst", had hij, tot mij opziende,
geantwoord. Ik had geaccepteerd, hem
dan geheel overeind geholpen en hem
ook op de schouders af gestoft. Want
ik herlees vanavond Maria Lecina",
had hij dan nog verklaard, toen wij
het restaurant inliepen. Was het
wonder, dat ik mij van een bezoek
bij dezen heer thans iets goeds voor
stelde? Ze leek mij lang, de Heeren
gracht, en stevig beende ik voort tot
ik kon aanschellen naast een
wijnhandel, waarvan het welverzorgde
toonraam het eerste licht der straat
lantarens spiegelde.
NADAT mijn gastheer opgerezen
was om mij te begroeten en
mij een wel zeer gemakkelijke fauteuil
te wijzen, legde hij zich op een blauwe
divan neder in dezelfde houding,
die hij op het beton van het vliegveld
aanvankelijk had aangenomen. Steu
nende op heup en elleboog verklaarde
hij, dat in het algemeen bezoek van
beschaafde mensen op mooie zomer
avonden hem veel genoegen deed
hoewel eigenlijk juist dan eenzame
lectuur van voortreffelijke boeken
hem meer verkwikte en hij sprak
de hoop uit, dat ook ik tijdens mijn
bezoek voldoende beschaafd en rijk
aan cultuur zou blijken.
H.B.S.", zei ik, een beetje ver
drietig, want liever ware het mij
geweest, van gymnasium althans van
lyceum te hebben kunnen spreken.
Driejarig?" informeerde hij als
terloops, terwijl echter een lichte
schaduw zijn wellevendheid even
overhuiverde. Toen ik echter van een vijf
jarig einddiploma bleek te kunnen
gewagen, verhelderden zich weer zijn
trekken en rustig spraken wij dan
enige tijd over het weer, dat in die
dagen mooi en droog was voor Augus
tus. Maar toen tijdens dit gesprek een
van de vele boeken, die rond hem op
de divan lagen, met een aangenaam
klapje op de grond viel, verander
de hij plotseling van onderwerp.
Racine!", zei hij, met een
overglansd gezicht het deeltje opnemende
en even met een vluchtige devotie
de blaadjes tussen de vingers doende
ritselen, Racine l" en of ik ook
zo vaak de klassieken las ?
Vroeger meer dan thans.. .." zei
ik, om der wille van de sfeer in dit
vertrek mijn stem in nadenkendheid
doende uitsterven of er een wereld
van motieven achter dit standpunt
lag, hoewel ik mijn verzamelde kennis
van Racine op de achterzijde ener
postzegel had kunnen neerschrijven.
Ik zuchtte ook een zucht, waarachter
een levensinzicht had kunnen schuilen
maar die hem niettemin deed raden:
Meent U met vroeger" Uw
schooleducatie? Neen toch! Op de H.B.S.
leest men Pierre Corneille en Jean
Racine immers, of deze verheven
geesten zomaar Piet Kraai en Jan
Wortel geheten hebben zoals men er
de fijnzinnige ironie van Jean de la
Fontaine's fabels in 't klompenneder
lands pleegt te vertalen of Jan van de
Pomp ze geschreven had. Helaas .. .."
en nu was het zijn beurt om een zucht
van levensinzicht te zuchten en dan
las hij mij ruim een kwartier Racine
en bijna een half uur Corneille voor,
wat mij uit de aard der zaak bijzonder
opgetogen en rijk van binnen, evenwel
ook deksels dorstig maakte. Dat
ontging den goeden gastheer niet.
Ja, vreemd l" brak hij ergens diep
achterin een alexandrijn af. Lees ik
de klassieken, dan denk ik nooit aan
dranken. Zij zijn zichzelf genoeg. Bij
hen vraagt de geest niet naar meerder
stimulans. Niettemin laat ons thans
iets drinken en leest U mij thans
op Uw beurt enige verzen voor.
U vindt daar vast wel juist datgene,
waarnaar in dit uur uw hart ook maar
mocht uitgaan." Hij wees achteloos
de hoge boekenrijen af, welke de
kamer rondom opvrolijkten. Welken
dichter kiest U? Dan haal ik alvast
de bijbehorende wijn. U bent toch
als beschaafd mens met mij eens,
dat men onze dichters niet bij de
verkeerde wijn moet lezen zomin
als men een Chambertin bij baars
of een Bordeaux bij patrijs of soep
zal schenken? Of zoudt U soms een
koele fijnzoete Chateau Yquem 1924
bij den warmzinnigen Hoornik 1938
of bij een gloeiend '86er sonnet van
Kloos kunnen genieten?"
Jasses neen. Nimmer", zei ik,
huiverend van afschuw hoewel ietwat
onzeker omdat deze vorm van bescha
ving feitelijk nieuw voor mij was.
Maar kan men zo iets bekennen?
Een zielsverwant, dus", consta
teerde Ferwedeus Tiening tevreden.
Dat stemt mij gelukkig. Hoe vaak
stoot ik mij er aan, dat welopgevoede
mensen, die toch waarachtig geen
rode bourgogne met makreel of tonijn
zullen gaan combineren, er geen been
in zien om deze te drinken terwijl
men hen Slauerhof voorleest terwijl
toch Slauerhof duidelijk vraagt om
minstens zoveel zeewind over de
rijpende wingerd als waarop alleen de
allerwestelijkste chateaux van Bor
deaux zich kunnen beroemen. Dat
is het soort mensen, dat meent zich
met een doodgewone witte Graves
de keel te kunnen smeren in plaats
van met minstens een '2ger Grand
Montrachet, wanneer ze Boutens zul
len gaan lezen of die bij Gorter's Mei,
de hemel vergeve hen want ik kan
het niet, een donkere, volontwikkelde
Bourgogne schenken l"
Onbeschaafde, grove naturen. Lui
van de mulo, vermoedelijk", gaf ik
toe. Maar nu U evenwel van Mei
spreekt "
Uitstekend", zei mijn gastheer.
Het staat ginds op de tweede plank.
Dan haal ik ondertussen een Cham
pagne nature voor de eerste tien
bladzijden en de goed doorzonde
maar lichte Roséd'Anjou, die wij
verderop daar niet bij zullen kunnen
missen".
FN
L. ei
zo zaten wij dan die avond
en een groot deel van de nacht
tezamen totdat de maan reeds hoog
boven de verre Amstel gerezen stond.
Maar toen lazen wij al lang niet uit
Mei" meer; toen hadden wij al van
Bloem gelezen met van de beste
Bordeaux daarbij, die het hart tegelijk
zwaar van goed verlangen en licht
van vreugde om het heden maakt,
toen hadden wij al erover getwist
of de zoetste Suduiraut bij Perk
droog dan wel of Perk bij Suduiraut
realistisch werd, wij hadden elkaar
bij enkele bladzijden Greshoff genie
tend toegeklonken met een pittige,
eerlijke, toch elegante Pomerol en
lang zitten philosoferen boven een
oude Armagnac, waarbij, o wonder,
enkele welhaast verjaarde rijmen van
Jani Roland Holst het nog voortreffe
lijk bleken te doen. Ik moet zeggen,
dat wij toen echter ook al een weinig
overgechambreerd waren geworden zo
dat het onderscheidingsvermogen wel
licht wat geleden had. Ferwedeus
Tiening dommelde bijwijlen over stro
phen en glazen in, herinner ik mij,
en soms vroeg hij of ik nu nog altijd
niet weg ging maar schonk mij dan
opnieuw in alvorens ik kon oprijzen.
Slechts eenmaal leefde hij, tegen de
morgen, nog op, toen ik hem vroeg,
wat hij bij Werumeus Buning placht
te schenken. Met een ruk lichtte hij
toen zijn fijnbesneden kop van tussen
de likeurkaraffen op.
Bij den criticus? den lyriker?
den epicus? den smulpaap?" vroeg
hij. Buning is een groot probleem
voor me. Ik heb
honderd-vijf-enzeventig Bordeaux en bijna honderd
overige Franse wijnen en waarachtig,
toen je mij op Schiphol met Maria
Lecina trof, was ik zelfs met die
uitzoek ten einde raad. Weet je,
hoe moeilijk Buning is? Doe deze
blinddoek eens voor, dan zal ik je
een raadsel opgeven."
Ik deed zoals mij gevraagd was en
hoorde hem een zijner edele
gildeglazen volschenken.
Nu neem ik een zijner critieken ....
hier, op goed geluk trek ik er, even
kijken.... deze bespreking van een
Aiasopvoering uit. Ik ga lezen. Wacht
even, luister, neem dan het glas bij
de voet, snuif de geur op, drink....
en zeg mij, wat je drinkt." Hij begon
te lezen; in de serene nachtstilte van
de kamer klonk het geluid van zijn
aandachtige, zorgvuldige stem ernstig
en met eerbied voor de taal. Ik proefde
zorgvuldig.
Het smaakt er goed bij en ik
houd het voor een zoete bordeaux van
een jaar of twintig ouderdom," zei ik.
Mis", betreurde mijn gastheer. En
dat dacht ik wel. Het is gewone, jonge
onversneden Hollandse azijn; merk
waardig, dat je die bij dit proza zoet
vond ! En nu zal ik je wat van mijn
allerfijnste en rijkstgenuanceerde Cha
teau Lafite en heus geen gewone
Lafitte met twee t's van 1914
laten drinken en er wat van zijn lyriek
bij lezen en je zult merken, dat zelfs die
onvolprezen wijn den dichter nog niet
goed aan kan. Hij maakt het mij moei
lijk, die man. Weet je, dat ik er soms
wakker van lig! Maar wat gloort
daar? de lucht is al rood, de vogels
zingen al over de Heerengracht:
ei ziet, de dagh comt aen ! Wat zou
het heerlijk zijn, als je nu niet meer
bleef marren en ik naar bed kon gaan !"
Ik vertrok, maar niet dan nadat
hij mij eerst nog bij een jasknoop had
vastgehouden teneinde mij een Cham
pagne te doen drinken, die nu eenmaal
de beste drank bij zonsopgang is.
Langzaam ben ik weer naar huis
gelopen, ik hoefde die dag niet meer
te vliegen, dat kwam dus gelukkig
heel goed uit.
fl
een voor neeren
De man als heer en de heer als man
ALS een vrouw zich misdraagt of
de goede manieren veronacht
zaamt, zal niemand het in zijn hoofd
halen om te zeggen: Blijf nou dame."
De oorzaak hiervan is deze, dat een
vrouw zich natuurlijk nooit misdraagt.
Een vrouw wordt dame zoodra ze in
gezelschap is, als ze alleen is, is ze
alleen maar vrouw". Een dame
allén bestaat nu eenmaal niet.
En bij ons mannen is het ongeveer
hetzelfde: in gezelschap zijn weheeren.
De spreuk: De kleeren maken de
man" is onjuist. De kleeren maken
de heer" is eveneens een grove leugen.
Natuurlijk speelt de kleeding een be
langrijke rol, maar bestaan er in het
zwembad dan soms gén heeren?
Er zijn nu eenmaal twee soorten
mannen: de heeren en de niet-heeren.
De tusschenklasse bestaat uit artisten
en andere idealisten. Maar het ge
lukkigst van allemaal zijn de als heer
gekleede personen", want die kunnen
met hun confectiepakjes boven hun
stand leven en wandelen en de illusie
hebben dat ze echte heeren zijn zonder
de verplichtingen die het heerschap"
met zich brengen. Zij zijn gelukkig in
hun Zondagsche illusie, want niemand
weet dat hun horloge van doubléis,
niemand weet, en zijzelf weten het
ook niet, dat hun nagels in hun hand
schoenen niet geheel onberispelijk zijn.
Deze pseudo-heeren pogen slechts de
echte heeren in discrediet te brengen,
en daarom zou het niet te verwonderen
zijn als het binnenkort de groote mode
werd om met een pruim in de mond en
rafels aan de broek rond te loopen.
Maar dan natuurlijk heele dure
handgeweven kunstrafels en door
modeexperts ontworpen vetvlekken.
Het is opmerkelijk dat de spreuk
Een heer, een heer, een woord, een
woord" niet bestaat. De consequentie
hiervan is dat een heer de verplichting
heeft tevens man te zijn, terwijl het
omgekeerde niet het geval is.
HEERENKLEEDiNG VOOR
VADER EN ZOON
TOT REDELIJKE PRUZEH
ADRIAAN SCHAKEL
HEIUGEWEG . TELEFOON 37273
AMSTERDAM
,,De man wordt gemaakt door de kleeren"
Wil 'n bekend spreekwoord beweren,
Maar hoe dit ook zij
Eén ding hoort er nog bij,
't Is: De kleeding van Schakel maakt kleeren.
PAG. 17 DE GROENE No. 3247