De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 26 augustus pagina 5

26 augustus 1939 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Oostzee ring pogen.den import van ijzerertsen te garandeeren. Welnu: het grootste (en het beste!) deel der in Duischland ingevoerde ertsen komt uit het land dat de grootste ijzer-exporteur ter wereld is : Zweden. Zweden tusschen twee vuren In Noord-Zweden, bij de Laplandsche grens, liggen de Kiirunavaara en Luossavaarra-mijnen met een erts-voorraad van bijna drie-kwart milliard ton. Niet ver daar vandaan liggen de Gaelivaeremijnen, waarvan een deel thans reeds onder Duit sche controle staat : dat is namelijk eigendom van de Freja-Mijnbouw-Maatschappij, zelf gecontroleerd door de Witkowitser Hoogovens, een Tsjechische thans Duitsche firma waarvan de Joodsche commissarissen kort geleden vervangen zijn door een Engelschman en den Hollander E. D. van Walree. Het vervoer van deze onmetelijk rijke Zweedsche ertsen (in Centraal-Zweden is ook nog een voorraad van over de honderd millioen ton) geschiedt slechts voor een gering gedeelte over de Oostzee. Immers, de haven Lulea, in het Noorden van de Botnische Golf, is van December tot Maart dichtgevroren. De Noorsche haven Narvik ligt dichter bij en is boven dien het geheele jaar door open. Daarover straks meer. Reeds enkele jaren lang voeren nu Duitschland en Engeland een verbitterden strijd om de Zweedsche ertsen. Zij hebben ze beide noodig. Tot dusver heeft Duitschland het leeuwendeel naar zich toe weten te halen: de Zweedsche productie schommelt om de 14 millioen ton en daarvan wordt bijna twee-derde naar Duitsche havens verscheept. Daarmee weet Duitschland bijna de helft van zijn behoefte aan ijzererts te dekken. Gegeven de voorraad waarover Duitschland reeds beschikt, gegeven de mogelijkheid dat het van elders ijzerertsen kan ontvangen (uit Polen en, via Italië, uit Spanje), is het duidelijk dat het Derde Rijk, wanneer het tevens van de Zweedsche voorraden zeker kan zijn, een oorlog jarenlang kan volhouden, althans wat het ijzer betreft. En zonder de Zweed sche voorraden kan de geschiedenis van den Wereld oorlog zich herhalen dien Duitschland vermoedelijk twee jaar eerder had moeten opgeven als zijn vloot niet heer en meester was geweest in de Oostzee en de vrachtschepen vrijwel ongestoord van Lulea naar Koningsbergen. Danzig, Stettin en Kiel konden Roode ster contra hakenkruis Sinds den wereldoorlog is echter veel veranderd in de Oostzee, en een van de voornaamste verande ringen is dat thans de Sowjet-Unie over een vloot beschikt die haar in staat zal stellen, er een groote, zoo niet een beslissende rol te spelen. Voorloopig is de oorlog tusschen Duitschland en de Sowjet-Unie uitgesteld. Maar de veronder stelling dat van dit uitstel op den langen duur geen afstel zal komen, lijkt ons niet te gewaagd. In geval van oorlog zullen Duitsche ijzererts transporten via Narvik onmogelijk zijn: daarvoor zal de Engelsche vloot zorgen. Aangenomen dat de productie van de Laplandsche mijnen ongestoord voortgang kan vinden, zal het de taak van de Sowjet-Unie zijn, transporten naar Duitschland te verhinderen. Het heet dat aan de Finsch-Russische grens duizend Russische bommenwerpers gereed staan. Vandaar naar de Kiirunavaara-Luossavaarramijnen is slechts twee uur vliegen.... Daarnaast ligt in de Finsche Golf een sterke Russische vloot gereed, thans reeds bestaande uit twee of drie slagschepen (drie met een tonnage tusschen de 35.000 en 40.000 ton staan op stapel), vijf of zes groote kruisers en een twaalftal kleine kruisers, vijftien torpedo-bootjagers en een aantal duikbooten dat door Engelsche autoriteiten op meer dan zestig, door Duitsche op meer dan zeventig wordt geschat. Voorts bezit de Sowjet-Unie in de Oostzee ruim honderd snelle motor-torpedobooten. Van zijn kant heeft ook Duitschland zich de laatste jaren niet onbetuigd gelaten: het aantal Duitsche oorlogsschepen van de eerste grootte t.e.m. onderzeeërs) dat in het vorig jaar is klaargekomen, is bijna even groot als dat van Engeland. Hoogstwaarschijnlijk zal een oorlog waarbij Duitschland en de Sowjet-Unie tegenover elkaar staan, in de eerste weken leiden tot een formidabelen zeeslag in de Oostzee, geaccompagneerd door landgevechten op grooten schaal aan de Baltische Kust. Het is niet onwaarschijnlijk dat de afloop daarvan tevens over de duur van den Wereldoorlog zal be slissen: wint Duitschland dezen strijd, dan wordt het een langdurige oorlog; verliest Duitschland, dan zal het aanzienlijk eerder het onderspit delven. De Boven : Wootschouw van de Duitsche vloot in de Kieler Bocht Onder: Een van de Engelsche onderzeeërs, welker taak het is, het Duitsche ijzertransport te verhinderen Duitsche vloot zal, naar men vermoedt, aanstonds Pogen, de Russische in de Finsche Golf op te sluiten. Dat Riga en Tallinn dan als basis voor de Duitsche vloot dienst doen, is voor Berlijn stellig gewenscht. Of deze blokkade succes zal hebben, is echter de vraag, want het staat vast dat de Russische vloot tot het offensief zal overgaan. Dat einde Juni 1938 de geheele vlootstaf van de Sowjet-Unie doodge schoten is, heeft men o.m. toegeschreven aan het feit dat deze staf in geval van oorlog zich tot defensief optreden wilde beperken. De nieuwe staf die over een sterkere vloot beschikt, is bereid tot den aanval. Een aanval die door de gebeurtenissen van deze week wellicht voor jaren opgeschoven is, maar in den lijn der ontwikkeling blijft liggen. Finsche leeuw naast Duitschen adelaar Tegen den hier geschetsten achtergrond moet men het neutraliteits-streven der Scandinavische staten zien. Zweden wil buiten den strijd blijven:het wil gaarne n aan Engeland n aan Duitschland ertsen leveren evenals in den Wereldoorlog het geval was. Maar het is mogelijk dat de Sowjet-Unie verhinderen zal dat Duitschland de onmisbare ertsen ontvangt, en daarbij inbreuk maakt op de Zweedsche souvereiniteit, bijv. door de Laplandsche mijnen te bezetten. Wat moet Zweden dan doen? Zich aan de zijde scharen van het nationaalsocialistische Duitschland? In Finland ligt de zaak niet anders. Met dat ver schil dat Duitschland daar meer rechtstreekschen invloed bezit. Finland heeft immers in 1918 met Duitsche hulp zijn onafhankelijkheid bevochten. Nog steeds geldt er het communisme als de grootste vijand (dezen zomer is de grens met de Sowjet-Unie duchtig versterkt); nog steeds is een deel van het leger sterk pro-Duitsch. De bevolking is dat niet: bij de jongste verkiezingen verloor de fascistische beweging meer dan een tiende van haar stemmen aantal (zij is met ruim honderdduizend kiezers de vijfde partij des lands), maar op critieke momenten kunnen de stemmen wel eens gewogen inplaats van geteld worden. Er schuilt groot gevaar in het feit dat vele jongere officieren fascistisch-gezind zijn: tot voor kort waren er onder hen die hun soldaten bij voorkeur het Horst-Wessel-lied en Giovinezza" lieten zingen. Nog in Mei van dit jaar hebben Finsche oud-strijders met Duitsche collega's Br derschaft" gedronken en hun een zijden miniatuur overhandigd van hun corpsvaandel waarop de Finsche leeuw broederlijk naast den Duitschen adelaar is afgebeeld. In dit verband is het tenslotte van belang de geruchten te vermelden dat aan de Finsche Zuid kust vele kleine eilanden door Duitsche stroomannen zijn opgekocht: zij zouden in geval van oorlog dienst doen als basis voor de kleine Duitsche onder zeeërs. Hoe dit ook zij men kan er zeker van zijn dat de Oostzee, mocht ooit oorlog uitbreken, een van de brandpunten van den strijd zal worden. J. PAG. 5 DE GROENE No. 3247

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl