Historisch Archief 1877-1940
UITHUIZIGHEDEN
Stadsinventaris
De gemobiliseerde stad
HEEL Amsterdam voelt zich n
kazerne. Het is het wel niet, maar
het voelt zich zoo. Het heeft in het
jongste verleden geen militaire bedrij
vigheid gekend en is nu trotsch over
eiken groen-grijzen man, die door haar
straten loopt. En er loopen heel wat...
Minderen" en meerderen", voor den
Amsterdammer kortweg soldaten",
die in dienst haastig door de stad fietsen
of rijden, die 's avonds met tweeën en
gedrieën wat door de straten kuieren.
In scholen en kazernes zijn zij gelegerd
en brengen daar een opgewekte bedrij
vigheid. Er staan vrachtauto's met
allerlei reclameteksten voor aardappel
meel, voor limonade, voor beschuit,
voor groente in blik, maar alle vervoe
ren soldaten. Door de stad worden
troepen en paarden gevoerd, proviand
wagens rijden heen en weer en de bur
gers zien vol ontzag toe.
Zij die de vorige mobilisatie, die van
'14 meegemaakt hebben, voelen zich
beproefde veteranen, die met vader
lijke liefde op deze generatie toezien.
En de niet-gediend-hebbenden hebben
een stil ontzag voor eiken drager van
het uniform, voor elk onderdeel van de
eerbiedwaardige organisatie, die het
Nederlandsche leger blijkt te zijn.
De burger in het stadsbeeld is nume
riek de sterkste. Maar de militair
overheerscht. Als hij met manhaftigen tred
passeert, ziet men hem vol eerbied aan
en gevoelt, dat van eiken stap, dien hij
zet, het heil van het vaderland afhangt.
Hun bedrijvigheid komt den militairen
leek onbegrijpelijk, maar daarom des
te gewichtiger voor.
Hoe dan ook, de aanwezigheid der
landverdedigers geeft Amsterdam het
zekere gevoel, dat zij niet bang behoeft
te zijn. Als er zooveel soldaten zijn,
ken er niets gebeuren. Maar toch, maar
toch zouden de burgers binnen
afzienbaren tijd wel weer graag de meesters
van hun stad willen zijn....
Film
Dodge City
( Theater Tusch insk i)
REEDS in het steenen tijdperk van
de film reden cowboys over het
witte doek. Zij vochten tegen
SiouxIndianen en paardendieven en dit doen
ze nog, maar thans met geluid en in
natuurlijke kleuren. En deze technische
vooruitgang heeft niet eens de roman
tiek en de spanning van het geval ver
minderd. De leidende persoon, de z.g.
he-cowboy, heet thans niet
BronchoBilly of William S. Hart, maar Errol
Flynn en hij zuivert een roerige neder
zetting van Westwaarts trekkende pio
niers van haar ongure elementen op
een manier, die hem de harten van alle
toeschouwers, maar vooral dat van de
vrouwelijke hoofdpersoon doet win
nen. Er gebeurt veel in zoo'n film, de
heldendaden en schurkenstreken vol
gen elkaar in snel tempo op en al weet
men, dat de deugd tenslotte zal
zege£rro/ Flynn
vieren en in een slotkus haar belooning
zal vinden, de spanning wordt er niet
minder om. Zoodat men ademloos,
zooals dat heet, de in meer dan een
opzicht kleurige avonturen uit de
wordingsgeschiedenis der Vereenigde
Staten blijft volgen en eerst achteraf
ontdekt, dat de film bijna twee uren
van uw kostbare aandacht in beslag
heeft genomen. Waarover u zich dan
misschien zal schamen, omdat het hier
maar zoo'n kwajongensachtig
cowboygeval betrof.
Koning der Onderwereld
(Roxy Theater)
EEN gangsterfilm, die geen halve
maatregelen neemt. Het valt bij
geen benadering te schatten, hoeveel
schoten en hoeveel lijken in deze film
vallen en het is met eenige moeite, dat
de regisseur de twee hoofdpersonen in
leven houdt, om hieruit het gelukkige
eindduo nog te kunnen formeeren.
Humphrey Bogart, ditmaal eens zon
der de Dead-End Kids, is de
gangsterHumphrey Bogart,
de gangster als Koning der Onderwereld
aanvoerder en Kay Francis is de vrou
welijke dokter, die de lijfarts van de
bende wordt en in die hoedanigheid het
troepje schurken tijdelijk met blind
heid slaat om ze dan aan de politie uit
te leveren. De scène van den blinden
aanvoerder, die zoekend en tastend
door het hoofdkwartier gaat om de
aanstichtster van al dit kwaad te vin
den en te dooden, zou zoo uit de
GrandGuignol gestolen kunnen zijn en dit is
lang niet de eenige scène, waarin met
's menschen zenuwen gespeeld wordt.
Wie óók buiten zijn dagelijksche leven
sensatie zoekt, kan bij dezen koning
der onderwereld, zonder kans op teleur
stelling, terecht.
Es war eine rauschende
Ballnacht (Rembrandt-Theater)
NEEN, lezer, deze'dichterlijke titel
dekt geen operette-inhoud met
dansende garde-luitenants en
compromitteerende bal-nachten, maar heel
Domheid en Genie
Marika Rökk en Tsjaikowsky
eenvoudig een soort film-biografie van
Peter Iljitsch Tsjaikowsky, een be
roemde Russische componist, zooals u
weet, wiens grootheid, volgens de Ufa,
slechts kon uitkomen tegen een achter
grond van filmberoemdheden als Ma
rika Rökk en Zarah Leander. Marika
danst als zij een open ruimte ziet en
Zarah zingt als er een vleugel in de
buurt is en niemand zal het Tsjaikows
ky euvel duiden, dat hij tenslotte lie
ver dood gaat dan met deze vriendinnen
verder te leven. De heele film door
loopt Peter Iljitsch al rond met een lij
dend gezicht, dat tevergeefs zijn genia
liteit moet verraden en als wij niet
voortdurend Tsjaikowsky's werken als
begeleidingsmuziek bij de film hoorden,
zouden wij nooit geloofd hebben met
een componist te doen te hebben gehad.
De muziek is overigens goed, maar dat
is ook het eenige wat niet van de Ufa is.
MIJN VRIEND DE THUISZITTER
over: VERLOOP VAN TIJD
T7ERLOOP van tijd", aldus mijn vriend, de Thuiszitter, en hij schoof
V het ijzeren luik voor het venster en stopte zijn pijp, verloop van
tijd heeft het menschdom immer gesuggereerd, dat er met den tijd tegelijk iets
anders vooruit ging. Maar de tijd is als water in een rivier. Het loopt eeuwig
naar zee, het wisselt zijn bed, het wisselt zijn temperatuur, het wisselt wellicht
zijn kleur en zijn samenstelling, maar het blijft water, stroomend naar zee.
In tienduizend jaar is het niet beter en niet slechter geworden, maar het is
gebleven: verloop van water.
Als men baadt in het water, zou men zich graag inbeelden, dat het water
edeler werd of zuiverder; men tracht dammen te leggen of reguleeringen aan
te brengen. Maar het water trekt zich er niets van aan. Het stroomt, het
verloopt.
Ik weet", aldus mijn vriend, en hij zag mij recht in de oogen, ik weet,
dat jij denkt of ook alleen maar hoopt, dat jij door je werkzaamheid, die je
eerlijk tracht te verrichten, den tijd kunt verbeteren. Ik weet, dat millioenen
over de heele wereld datzelfde idealisme gekoesterd hebben. Maar voel jij je
met die millioenen anderen, nu niet erg belachelijk f
Als jij, al die jaren, net als ik, rustig thuis was gebleven, als je, net als ik,
een pijp goede Hollandsche tabak had gerookt en je nergens mee bemoeid
had, dan zat je hier niet met een teleurstelling, maar was je net zoo gerust als
ik nu hier. Ik heb mij niets te verwijten van mislukkingen en hoef niet bedroefd
te zijn over in rook opgegane illusies.
En daarom geef ik jou en alle anderen een raad: Laten jullie nu verder
alle illusies los over verbetering, evolutie en veredeling van den mensch. Ja,
nog sterker: Verzet je tegen verbetering, tegen menschelijkheid en rechtvaar
digheid. Propageer het kwaad, het brutale en gewelddadige, het onrecht en
de hebzucht, de machtswellust en de onredelijkheid. En als je dat propageert,
ben je er zeker van, dat ze na verloop van tijd zullen zeggen: zie je wel, dat
hij alles vooruit geweten heeft.
En ze zullen je beroemd en geëerd maken en wellicht tot regeerder en volks
opvoeder. Maar, als ik je n raad mag geven, dan moet je niet zeggen, dat
die goede idee weer van mij moest komen."
TENTOONSTELLING
van schilderijen, aquarellen en teekeningen door
A. M E l LI N K
in onze thans zeer uitgebreide
tentoonstellingsgelegenheid Ie Weteringdwarsstraat 4
Opening Zaterdag 2 September te half drie. Dagelijks, behalve
's-Zondags, van half tien tot half zes, tot 23 September daaraan
volgend. Uw bezoek zullen we bizonder op prijs stellen.
KUNSTHANDEL AALDERINK
VANWEGE den internatio
nalen toestand waren de
majoor en de leeraar, beiden in de
reserve, gedwongen de vacantie
te onderbreken. Ze pakten, en het
was merkwaardig hoe op eenmaal
hun toon veranderd was en de
leeraar gedwee de laatste hoffe
lijkheden van den majoor ten
opzichte van Gisse, lijdelijk aanzag.
Alvorens te vertrekken legde mij
de majoor nog even snel de strate
gische positie van Nederland uit
ons dreigde geen gevaar, mits
wij de kolom lucht boven Neder
land vrij konden houden van
vijandelijke vliegtuigen.
En de stratosfeer?" vroeg
Gisse onschuldig. En de mist?"
Als het mist voor de
Duitschers, mist het ook voor de
Engelschen", zei de majoor en bij nader
inzien begrijp ik niet hoe wij met
dat antwoord genoegen konden
nemen.
Het pension stroomde leeg en
ook wij keerden naar de stad
terug met de jongens, die
voormobilisatie spelen, hetgeen neer
komt op een onbarmhartige onder
drukking van den jongste door
den oudste. Zij werpen verschan
singen op in de kinderkamer, gaan
dwars tegen den draad in, snauwen
elkander af en zitten in geïmpro
viseerde tenten. De meid zocht
overal naar een paar emmers die
even te voren nog in de keuken
stonden en die zij in de kinder
kamer terug vond als
loopgraafmortieren.
De benedenburen zouden in
September met vacantie gaan
en nadat zij een maand lang rust
hadden gehad van ons, hoopten
wij nu op een maand rust van hen.
Vanwege de omstandigheden gin
gen zij niet en dat was ons eerste
nadeel. Zij hebben een nieuwen
hond die door Spot bij wijze van
begroeting oogenblikkelijk in den
nek genomen werd, zoodat wij
dadelijk verplicht waren een non
agressiepact te sluiten. Hij mag
niet uit zoolang het mormel van
beneden zich in den corridor be
vindt. Het pact is gesloten voor
een half jaar de gemiddelde
levensduur van een pact.
Met uitbundige vreugde heeft
Nisse de mogelijkheid onder de
oogen gezien dat zijn school voor
militaire doeleinden gebruikt zou
kunnen worden volgens hem
het eenig fatsoenlijke gebruik
dat je van een school maken kunt.
Ieder jaar je aardrijkskunde op
nieuw van voren af aan te moeten
beginnen en in wie weet welke
spelling, stelt ten slotte te hooge
eischen aan het uithoudingsver
mogen van een kind.
Wij hebben de koffers uitge
pakt.
Wat ga je nu doen ?" zei Gisse,
die verwachtte dat ik in het we
reldbestel iets zou ondernemen
van beslissenden aard.
Ik voel mij nog vrij man!"
sprak ik een ander vrij man na
en ging naar het hoekje bij het
Concertgebouw, waar eenige vrien
den bezig waren de wereld weer in
orde te brengen, onder het gebruik
van vele bitters en ik moet zeggen:
met weinig resultaat.
J. VAN HOORN
PAG. 15 DE GROENE No. 32«