Historisch Archief 1877-1940
Een verhaal van De Groene
riet electriscn licnt en ik
NIEMAND koestert zoo'n bewondering als ik
voor moderne uitvindingen, zooals de telefoon,
de telegraaf, de televisie, en nu de World's Fair"
aan den gang is, zijn we ons natuurlijk de wonderen
der wetenschap meer dan normaal bewust. Ik weet
wat menschen bedoelen wanneer zij ons vermanen,
met medelijden te denken aan onze overgroot
moeders die met kaarsen en de diligence te worstelen
hadden; de quaestie is dat ik, als ik aan mijn over
grootmoeder denk, meteen bij haar zou willen zijn,
met druipende kaarsen rondloopen en mijn brieven
langzaam ontvangen uit handen van den diligence
koetsier.
De wetenschappelijke uitvindingen die anderen
comfort en rust verschaffen, weten, als ze mij
bereiken, altijd een raren kronkel te maken, zoodat
ze me slechts zielepijn bereiden. Soms schijnt het
wel alsof de openbare werken niet willen dat ik
gelukkig ben. Het electrische licht bij voorbeeld
heeft een van de donkerste momenten uit mijn leven
op zijn geweten.
Het was vijf jaar geleden, en ik had besloten den
winter buiten de stad door te brengen. Die winter
viel, als de meeste winters die wij besluiten op het
land door te brengen, in het jaar van de groote
sneeuwstormen. In het huis naast het mijne, slechts
gescheiden door een veld en een beekje, leefde een
man, Bill geheeten. Bill was negen-en-twintig,
vrijgezel en de knapste man dien ik ooit gezien had.
Alle goede qualiteiten waren in zijn persoon
vereenigd; hij was attent en vroolijk en sceptisch, en
dat vond ik prettig. Hij werkte door de weck bij
een architect in New York, maar de Zaterdagen en
Zondagen waren we meestal samen, en ik con
stateerde al gauw, een beetje tot mijn schrik, dat
ik alleen maar gelukkig was wanneer ik bij hem
kon zijn. Jammer genoeg was Bill vrij van zulke
romantische bevliegingen. Zijn scepticisme richtte
zich bij voorkeur op de vrouw in het algemeen, en
hij scheen altijd bang te zijn dat hij op een goe
den dag met iemand zou moeten trouwen terwijl hij
heel andere dingen aan zijn hoofd had. Hij sprak
dan ook nooit over vrouwen, behalve op minachten
den toon. Vrouwen!" zei hij eens tegen mij, Mijn
God, als je eens wist hoe prettig het is, een vrouw
als jij te kennen, die mij niet met al die nonsens
aan boord komt! Jij je bent net een man !"
Ik vatte dit op, zooals het bedoeld was: als com
pliment.
Het gekke was dat ik onmogelijk minder manlijk
had kunnen zijn dan wanneer ik in Bill's gezel
schap was. Hij was dol op sport in de open lucht en
probeerde me te leeren skieën en schaatsenrijden,
maar ik viel aan n stuk door op den grond. Vaak
gingen we dan ook maar wandelen of rijden. Dan
keerden we terug, terwijl de schemering over het
land daalde, en gingen nog iets drinken in zijn huis
of in het mijne, en soms zetten we de radio dan nog
aan en dansten een beetje. Bill danste volmaakt.
Maar de meeste avonden deden we niets dan voor
het open raam zitten, en dan vertelde Bill me van
een reuzen-kabeljauw die hij in 1931 had gevangen.
Ik vond het erg prettig om naar hem te luisteren;
dan voelde ik me warm en vrouwelijk en zacht
zooals vrouwen, geloof ik, behooren te voelen
wanneer mannen ze iets vertellen. Ik voelde me
altijd eenzaam als Bill naar huis was gegaan. Ik
miste hem ontzettend.
OP den derden dag van den sneeuwstorm had de
sneeuw zich zoo hoog tegen de garagedeur
opgestapeld dat ik de wagen er niet uit kon krijgen
om in het dorp inkoopen te doen. De leveranciers
waren al een dag weggebleven omdat de weg tegen
den heuvel op spiegelglad was. Ik was juist bezig,
mijn keukenprinses somber te vertellen dat we het
tot nader aankondiging maar met blikken soep
moesten doen, toen Bill op een paar oude
sneeuwschoenen kwam aanstappen. Hij ging, zei hij, in
het dorp cigaretten halen, en of ik iets noodig had ?
Ik overviel hem met prijslijsten en vreugdekreten,
en keek hem na, terwijl hij door den razenden
sneeuwjacht voortliep. Het was vijf kilometer tot
het dorp. Vier uur later kwam Bill terug, heelemaal
behangen met ham en brood en aardappelen en melk
en sinaasappelen. Hij had niets vergeten en bracht
bovendien nog uit de eenige bloemenwinkel van
het dorp een bosje tulpen voor me mee. Om te
bewijzen dat de lente komt", zei Bill en schudde het
ijs van zijn wimpers in het vuur dat in mijn huis
kamer brandde.
Bill," zei ik, je bent een schat, en je ver
dient een omhelzing."
champagne kruq
r ^ v. M t c o" ?nr>M ^* f. a (, \ j ! M ?"- f- NI *?*
O de moeite niet waard", zei Bill vlug en
trok zich terug. Ik slaakte een stillen zucht en
noodigde hem uit te blijven eten, maar hij zei dat
hij thuis nog moest werken. Hij beloofde dat hij na
het eten.als hij op tijd klaar was,nog terug zou komen.
Dien avond om negen uur gaf de electrische
centrale het na zwaren strijd op. Alle lichten in
mijn huis gingen uit. Ik had geen kaarsen behalve
de vier die ik op de eettafel gebruikte. Juist had ik
die gevonden en in een rij op den schoorsteenmantel
in de huiskamer gezet, toen Bill op de deur bonsde
en binnen kwam met een zak vol kaarsen en een
hand vol kandelaars. Ik dacht dat je die misschien
wel zou kunnen gebruiken", zei hij. We staken
Bill's kaarsen aan en Bill bracht er een aan de
keukenprinses. Ik herinner me nog precies hoe hij
er uitzag toen hij met de twee kandelaars (een om
hem bij te lichten op zijn terugweg) naar boven ging,
terwijl de dwaze vlammetjes een reusachtige,
bewegende schaduw van hem op den muur wierpen.
Toen hij weer beneden kwam, pookte hij het vuur op
en keïk rond zich in de kamer. Ziet er leuk uit
met die kaarsen en het vuur", zei hij.
Hij bleef, en we gingen op het haardkleedje
zitten voor het vuur, en spraken over den sneeuw
storm. Hij scheen geen zin te hebben over den
kabeljauw te praten die hij had gevangen. De radio
konden we niet spelen want er was geen stroom.
Om dezelfde reden liet de telefoon ons met rust. We
zaten temidden van een heerlijke stilte, en keken
elkaar heerlijk verbaasd aan. Gauw stak Bill een
hand uit en nam een boek van de planken bij de
hoek van den haard. Het was John Brown's
Body". Dat is goed", zei hij, en sloeg de bladzijden
om. Herinner je je die passage over dien hond die
tegen de maan blafte en de drank die met een
zilveren lepel wordt omgeroerd?"
Ik geloof dat ik hem alleen maar aankeek. Ik
wist niet dat je van gedichten hield, Bill," zei ik.
Zeker houd ik daarvan", zei Bill. Hij legde het
boek omgekeerd op z'n knie en keek me recht in de
oogen. Ik houd ook van jou", zei hij.
In het uur dat volgde, haalden we een heele
massa boeken voor den dag, en soms las Bill mij
iets voor, en soms ik hem iets, en soms lazen we
zwijgend allebei terwijl de sneeuwstorm tegen de
vensters raasde en het kaarslicht met dunne
schaduwen over de bladzijden danste. Toen haalde
Bill een boek met gedichten van Yeats voor den
dag. D'r staat hier een in, dat vind ik de mooiste
van allemaal", zei hij, en hij las het me voor. Ik
herinner me het laatste couplet en de wijze waarop
Bill me in het licht van de kaarsen en het vuur
aankeek:
Al was ik zwervens, zwervens moe
Door wilde heuvellanden,
Toch zou ik vinden waar zij was,
Kussen haar mond en handen,
En wandelen in het lange gras
En plukken tot ik niet meer kon,
De zilveren appels van de maan,
De gouden appels van de zon.
WE zwegen allebei een poos, toen Bill het
voorgelezen had. Toen legde hij zijn hand
op de mijne die toevallig tusschen ons in op de vloer
lag. Hallo", zei hij zacht.
Ik draaide mijn hand om, zoodat ik mijn vingers
om de zijne kon sluiten. Hallo Bill", zei ik.
En toen sprong Bill op en riep Hal-Zo/", want
juist op dat moment kwam er weer stroom en ieder
licht in de kamer straalde ons met een klap tegemoet.
Licht stortte zich over ons, wit en luid en koper
achtig, alsof het marine-muziekcorps de kamer
binnenmarcheerde en opeens begon te spelen. De
muzikale begeleiding bleef ons trouwens niet
bespaard, want ik had vergeten dat ik de radio aan
had laten staan toen het licht uitging. Nu verklaarde
een zanger ons uitbundig zijn liefde voor paarden.
Horses, horses, horses," zong hij, crazy over
horses, horses, horses, goofy over horses, horses,
horses. . .."
Bill stond op en wreef zijn oogen uit. ,,De kaarsen
zien er nu een beetje gek uit", zei hij.
Ik liep naar een raam en bleef, met mijn rug
naar hem toe, naar buiten kijken. Vind je?" zei ik.
SPOEDIG daarna verhuisde ik weer naar New
York en huurde ik een woning in Fiftieth
Street. Bill zei dat hij vast en zeker gauw iets zou
komen drinken.
Dat heeft hij nooit gedaan.
Ik weet niet wat er van hem geworden is.
MARGARET CASE HARRIMAN
Merkwaardige berichten
Op een rose kussen en gekleed
in een witkanten jurkje bracht Z.K.H.
het Prinsesje de kamer binnen."
(Msb.)
Een oude vrouw hoorde hoe buiten
voor haar deur een paard en wagen
stilstonden." (T.)
HIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIMIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
Paindeluxe-brood
Het jaarverslag is minder pessi
mistisch, ja zelfs meer optimistisch
dan in de vorige jaren." (DeRijkseenh).
De heer A. behaalde met succes
het ingenieursdiploma." (T.)
Dat lastige Hollandsen
Wij hoorden Mr. Rost van Ton
ningen hierover uitwijden." (E. d. D.)
Het is onmogelijk hierover uit te
wijden." (R.)
Hem wordt met een stuk karton
of iets dergelijks frissche lucht
toege woven." (T.)
De nominatief-accusatief
constructie
Dit intermezzo hadden wij gaarne
gemist, maar kan den indruk, dat
dit een film is met goede vondsten
toch niet uitwisschen." (H.)
CHARIVARIA
Dat deze schrijvers hem in het
bijzonder geboeid hebben bewijst hij
met eenige navolgingen, en bevreemdt
niet." (H. D.)
Onmogelijkheden
De vraag is hier of iemand wel
gerekend heeft met de mogelijkheid
die zich hedenmiddag bliksemsnel
heeft afgespeeld." (T.)
Het wonder van schoonheid, dat
het genie van Bach met de
klankmogelijkheden van slechts een
viersnarig instrument wist op te bouwen."
(ff.)
Bovendien beheerscht en bespeelt
hij een gevarieerde reeks van moge
lijkheden". (R.)
het meervoud van ministerium
Vergelijk gymnasiabel, centrabel
enz.
Distinctie
,,Zeker is, dat men lacht om de
koldcrsituaties die zich voordoen."
(O. H. C.)
Het is allemaal verlakkerij."
l Pn'u.sJ
Wijsheden
Hiertoe moet hij noodzakelijker
wijze zijn toevlucht nemen." (E.d. D.)
Deze beweging zal natuurlijker
wijs op niets uitloopen." (d.)
Schattenderwijzc kan men dit
zeggen." (Esso)
,,Hij kan nergens verschijnen, zon
der door zijn aanbidders met een
soortgelijk gebaar en een afzichtelijk
houzee-gebrul te worden ontvangen."
(i.ih. ir/-/.;
Als wij er bij zijn, kijken we ge
woonlijk maar zoolang een anderen
kant uit; maar dat helpt niet tegen
het oorverscheurende gebaar.
Met zijn uittreden is de radiokring
als omsluiter van ministeriabele fi
guren nog niet verlaten." (Hadiob.)
Dit woord van de radiabele bode
is kennelijk afgeleid van ministeria,
Een lezer schrijft ons: Ik lees
in het Volksblad: Twee personen
zijn in Basel gearresteerd, die valse
bankbiljetten van twintig pond
sterling hebben nagemaakt.
Mag dat ook al niet?"
Een commando
Verlies vet." (Adv. T.)
PAG. 16 DE GROENE No. 3248